Allemiauws, er is zo veel om over te schrijven dat ik gewoon niet weet waar te beginnen. Zal ik het hebben over de aanvallen op ons Beestboek? Of over de op poten zijnde zangcarrière van tante Cato? Of willen jullie weten hoe het is afgelopen met het kattefietje met die muis van een paar weken terug? Eerlijk gemiauwd wil ik geen woord vuil maken aan die lafaards die ons Beestboek willen pikken. Maar als we weer stil zijn, weten jullie waarom.
De nachtelijke aria’s van tante Cato gaan door merg en poot. Echt, misschien kan ik er beter over zwijgen om haar niet verder aan te moedigen. Al helemaal omdat ze wil optreden op het Tweede Grote Weilandfeest. Kan iemand dit alsjemiauw uit haar op hol geslagen koppie praten? Muizen, daar heb ik furstand van. Hoogste tijd om het te hebben over Einstein, die misschien wel familie is van Houdini.
Opfriscursus

Laat ik eerst jullie geheugen verkwikken. Voor de tiende furjaardag van mijn broer in mei eerder dit jaar gaf ik hem een opfriscursus muizen vangen katdo. Foppe bleek dit talent nog altijd purrrfect in de poten te hebben. Het ene na het andere piepbeest bracht hij mee naar huis. Om zeker te weten dat zijn vangst voldeed aan de strenge eisen die Muisbezorgd stelt, deden we een smaaktest. Muis één was als een engeltje op onze tongen. Smeuïg , sappig vlees op de botten, een kraak waar je u tegen miauwt als je hem tussen je kaken neemt en een soepel staartje. Kortom een purrrfect exemplaar. Ook nummer twee was niet te versmaden, net als drie en vier. Ik lag uit te buiken van de vijfde toen Foppe met de zesde binnen kwam. Boerend zei ik dat hij hem moest laten rennen op de overloop tot ik weer plaats had in mijn buik. Zo gemiauwd, zo gedaan.
Foppe nam de springlevende muis in het holst van de nacht mee de trap op. In plaats van dat hij dat muisstil deed, liet hij met luid gegrom weten dat hij in aantocht was. Zijn gejubel over dat hij een keigoede jager is, wekte ons mens. En daar ging het mis. Ze schoot overeind en sprong uit bed. Net toen ze schreeuwde ‘Hou em vast, Foppe, HOU EM VAST!’, liet hij los. Muis schoot haar werkkamer in tussen de dozen. Mijn broer dook er achter aan. Er volgde een kat- en muisspel waar de katlega’s van Muisbezorgd nog wat van kunnen leren. Uren later lag Foppe uitgeput op de vliering.
De muis was ergens, maar waar.
Muizenval
Bij het krieken van de dag kreeg Mo in de gaten dat de muis niet was afgeleverd bij Muisbezorgd en begon zelf een klopjacht. Alle dozen gingen van hun plek maar geen spoor. Nergens een keutel die vaak leidt naar de verstopplek. Ze zette een val. Ja mensen, echt waar. Mo zette een muizenval. Een hokje van tralietjes met daarin in iets lekkers. Als muis zou snoepen van de pindakaas zou de deur achter hem dicht vallen en kon hij geen kant meer op. Zo zou Mo hem weer veilig buiten kunnen zetten.
Wat er ook gebeurde, er gebeurde niets. De pindakaas bleef pindakaas. Licht en donkers gingen voorbij zonder een spoor van muislief. Tot op een warme zomerdag. Alle ramen gingen wagenwijd open. Ook het bovenlicht in het zijkamertje waar wij nooit mogen komen. En uitgerekend daar bleek hij zich al die tijd verschanst te hebben. Hoe we dat weten? Dat zit zo.
Klapraampje
Toen het allang donker was, dreigde er onweer. Het begon hevig te waaien en de openstaande ramen begonnen te klapperen. Slaapdronken ging Mo het kleine donkere zijkamertje binnen om op de tast het raampje te sluiten. Opeens een ijselijke gil. Ik stormde af op mijn mens in nood. ‘Daar zit hij, Japie’, schreeuwde ze en ze wees naar een donkere vlek op de muur. Warempel. De slimmerik waar we al dagen naar op zoek waren, had zich langs het behang twee meter een weg omhoog gebaand richting het openstaande klapraampje. Het stuk gaas dat zoembeesten tegen houdt, bleek te sterk voor hem. Door alle tumult liet hij zich naar beneden vallen waar hij zich opnieuw verstopte tussen dozen en tassen. Met geen mogelijkheid dat ik hem daar tussen zou kunnen vinden.
Mijn mens was inmiddels klaarwakker. De gereedschapskist kwam tevoorschijn om de hor eruit te slopen. Ondanks de wind bleef het klapperende raampje tijdens het onweer open om hem alsnog een kans te geven zelf te ontsnappen. Voor de zekerheid werd de muizenval met pindakaas opgeschoven naar het zijkamertje waar we niet eerder hadden gezocht. De pindakaas bleef ook daar onaangeroerd.
Van de muis is nooit meer iets vernomen.
Koppie van Japie