Dopey en de sprinkhaan

Ik heb weer wat beleefd en daar mag ik jullie vandaag over vertellen. Zoals jullie weten hebben wij een grote tuin. En in die tuin zijn heel veel planten en dus ook beestjes.

De beestjes

Dat zijn grote en kleine vogels en bij hun is het leuk om opeens tussen een struik uit te springen zodat ze schrikken en weg vliegen.
Mooie vlinders maar die laten we met rust.
Maar ook beestjes die over de grond kruipen, kevertjes, mieren, slakken met een huisje en slakken zonder een huisje, grote en kleine spinnen.
Maar aan die beestjes is geen lol te beleven daar kun je alleen maar naar kijken.
Dan heb je nog de altijd vervelende vliegen die steeds maar weer op en tegen je aan vliegen net als je lekker ligt te slapen.
Je moet dan altijd met je staart blijven zwaaien om ze van je af te houden… nou ja zo kom je niet aan je rust toe natuurlijk.
Maar als ik wakker ben en ik krijg er een te pakken smaken ze wel wel lekker en ze zijn heel knapperig.
En we hebben zelfs twee egels in de tuin gehad maar daar moet je niet aankomen! Ze zetten uit het niets hun stekels omhoog en dan voel je heel veel prikken in je snuit tenminste dat zegt onze vrouw.
Ik weet niet of het waar is want als de egels tevoorschijn kwamen dan moesten wij meteen naar binnen. En overdag hebben we ze nooit gezien.

Groen

Maar op een dag lag ik op het terras wat te luieren en zag ik in een plant iets bewegen dat mijn aandacht trok.
Een groot groen beest dat ik nog nooit in onze tuin had gezien!
Hij had dezelfde kleur als de plant en ik moest goed kijken want hij bleef helemaal stil zitten.
Zou hij mij ook zien? Ik had een hele tijd zitten kijken en toen dacht ik als ik nou eens met een poot tegen de tak van de plant tik?
Dus ik tikte tegen de tak maar het groene beest kroop alleen maar een stukje omhoog en bleef weer zitten.
Nou daar viel dus geen lol aan te beleven dus ik ging weer lekker op het terras liggen.
En opeens zag ik dat het groene beest op de grond hopte en bleef zitten.
Ik hem een tik tegen zijn achterste gegeven en ooohhhhh hij sprong heel hoog en kwam een stuk verder terecht.

Naar binnen

Dat moest ik aan mijn vrouw laten zien natuurlijk en ik tikte hem een paar keer tegen zijn achterste totdat hij de woonkamer in hopste.
Omdat ik ook snel de woonkamer in moest stootte ik per ongeluk een beeld om en dat trok de aandacht van mijn vrouw.
Ze kwam de kamer in en zei: ‘Dopey wat is dat?’ Ze kwam wat dichterbij en zag wat het was. Een grote sprinkhaan.
En ik vroeg haar nog: ‘Vrouw zal ik hem eens tegen zijn achterste tikken want dan springt hij heel hoog en ver?’
Maar dat wilde ze niet. Ze zei alleen maar: ‘Dopey afblijven, hij moet naar buiten.’
Meneer de sprinkhaan wandelde toen ook weer gewoon naar buiten zonder dat we hem moesten helpen.
Toen ik erachter aan ging zag ik nog net dat hij tussen de struiken en planten verdween.
Ik heb nog naar hem gezocht want ik vond hem wel aardig maar ik heb hem nooit meer terug gezien,

Liefs Dopey

Japie: terug van weggeweest


‘Het is zoooo lang geleden dat we iets van Japie hebben gehoord; bestaat die gozer nog wel?’ Ik hoor het jullie bijna denken. Ik heb destijds een tijdje vrij gekregen van Oom Bert om meowe inspiratie op te doen en omdat er thuis andere prioriteiten waren. Door mijn koudwatervrees voelde het nooit als een goed moment om terug te keren. Maar toen Oom Bert in de ziektewet terecht kwam, dacht ik ‘Waarom niet nu?! Het is nu of nooit weer!’ Ik mailde met Oom Bert en die vond het kattastisch dat ik weer over mijn avonturen wilde gaan meowen. Mijn furhaal stond al klaar. Maar toen werd opeens alles anders. Iedereen weet waarom. Het werd een afscheidsblog op mijn eigen Beestboekpagina die je hier kunt teruglezen.

Saame

Het lijntje met mevrouw Bert bleef. Van de week kreeg ik een meel van haar, speciaal voor mij. Met een vraag van Ollie, of ik weer mee wil doen met de blog. Een blog waarin al het oude en nieuwe Saame komen. Ik keek mijn mens aan die tranen in haar ogen kreeg. De naam van de blog is zooo mooi, zei ze. En ze vertelde over Bolle, die ook voor de blog schreef en al een paar jaar een ster is. Dit miauwde Bolle onder meer over Saame:

Ik heb geleerd dat je er heel veel aan hebt als je samen bent. Niet alleen met mensen, maar ook met katten. Want samen kan je veel meer dan alleen. Als je samen verdriet hebt heeft iedereen een héél klein beetje minder verdriet. Als je samen bang bent is iedereen een beetje minder bang. En als je samen plezier hebt heb je nog veel en veel meer plezier.

Daarom ben ik hier weer. Japie in hoogst eigen kater. Om het Saame te doen. Om mijn poten uit te reiken naar Ollie voor wie alles nieuw en spannend is. Hij laat weten dat hij het moeilijk vindt, dat hij niet geschikt is als asielkater maar ook nog niet gewend is om huiskater te zijn. Lieve, dappere Ollie, misschien helpt het als ik furtel dat ik best een tijdje nodig had om te wennen daar waar ik nu woon.

Leerschool

Net als jij ben ik een kater van de straat. Egels hielpen mij met overleven. Ze leerden me hoe ik mijn stiletto’s kon uitslaan als ongenode gasten tè dichtbij kwamen. Een beetje zoals zij doen met hun grote prikkende stekels. Die les bracht ik in de praktijk toen ik tegen mijn zin in werd gevangen en mee moest naar een dokter. Ik heb die witjas (en iedereen in die kamer) de stuipen op het lijf gejaagd met blazen en sissen en grommen en met heel veel krabben en bijten. Want ook mijn hoektanden zijn vlijmscherp.

Ik was te wild voor in een asiel werd gezegd. Zo kwam ik in een pleeggezin terecht. Dan ben je wel een asielkat, maar toch is het anders. Want het is in een normaal huis waar poezen en mensen samen wonen. In een gastgezin leer je hoe je sociaal kunt doen. Was het toeval dat ik de katten in dat huis al kende van de tijd dat ik door tuinen banjerde? Zij vonden mij wel oké en ik hun ook. Dat was mazzel. Met het mens had ik meer moeite. Zij was degene die me in mijn nekvel had gegrepen en achter tralies stopte. Achteraf gezien kan ik niet anders miauwen dan dat ze best een snelle leerling was. Ze respecteerde de afstand die ik nodig had. En ze bleef lief tegen me praten, ook al maakten m’n nagels overuren. Eerlijk is eerlijk, lekkere hapjes hielpen daar wel aan mee. Iedere keer als ze met een bakje aankwam waarvan het water me in de bek liep, voelde ik van binnen iets veranderen. Het werd zachter, minder boos. En ook een beetje minder bang.

Saame is liefde

Om een lang furhaal kort te miauwen: zij wond mij om haar vingers met smikkels, heel veel lekkere smikkels. Omgekeerd wond ik haar om mijn poezelige poten, gewoon om wie ik was en nog altijd ben: Japie. We besloten zelfs een stap verder te gaan, door samen onze pootafdruk op een speciaal papier te zetten. Daarmee beloofden we voor elkaar te blijven zorgen, zolang als we kunnen. Na bijna drie jaar snappen we elkaar door en door. Af en toe hebben we nog wel eens een kattefietje. Als ze te lang in mijn jas wil kriebelen ofzo. Dan doe ik keihard BAM met mijn poot. Soms schrikken we er allebei van. Maar we maken het altijd weer goed. Dat heet liefde.

Saame komen jullie er wel uit, Ollie. Ik heb mevrouw Bert leren kennen als een mens met heel veel lief en zacht en geduld en nog meer lief. Jullie doen het pootje voor pootje, in een tempo dat bij jou past. Ze houdt echt waar al van jou, geloof me maar.
Saame gaan we er een purrachtige blog van maken, met alle furrienden die op hun beurt ook weer hun furhalen delen. Je zult ontdekken dat we allemaal op onze eigen manier aan elkaar verbonden zijn. Dat is wat Saame doet.

Koppie van je spiksplintermeowe furriend Japie

En nou woon ik in een freemd huis

Ik zat dus in het asiel dagen lang en dat kon ik geeneens. Hoe het gaat dat zal ik uitleggen. Ik kwam er van de straat en toen moest ik meteen aapart en net toen ik dacht ik snap het toen moest ik op de kattenkamer.

Grote kater

Dat was moeilijk ik zag het meteen. Er was een grote kater die de baas wilde zijn. En hij kwam dan op mij af en dan blazen nou en zijn poten keihard en ik terug blazen en ook met poote doen en het gebeurde de hele tijd en ik verloor echt waar. Ik had toen al spanningen.
Toen moest ik uit de kattenkamer, ik kreeg eefe verderop een verstopplaats en daar zat ik dan. Ik kreeg eete. En ik had een bak. En soms knuffels.
Maar ik zat er gewoon en ik wist niet hoe moet het ferder met mij. Terug in de kattenkamer nee. Terug naar straat nee.

Spanning

Nou en toen kwam de vrouw van Bert en ze froeg of ik mee naar huis wilde. Ze had ook sneks bij zich. En ze zei dat ik een lief katertje was en ik hoorde het niet goed want ik had sneks, maar ik voelde wel ik wil mee.
Hier in huis heb ik meteen alles bekeken. Ik wist niet wat het was en nog niet. Dus soms was het moeilijk, een freemd huis. Dan kreeg ik nog meer spanningen.
En toen opeens moest ik naar de dokter en in het korfje en ik wilde niet maar ik moest toch en toen ik terug was toen had ik heel feel echt heel feel spanningen en ik dacht straks doet ze het weer en daarom was ik ook bang.
De vrouw van Bert zei dat ik te veel had meegemaakt voor een katermannetje en dat is waar. Dus ik lig nou oferdag vaak op de slaapkamer daar ben ik veilig. En dan weer naar beneden. Ik wil ook knuffels fan binnen weet ik dat is goed.

Wennen

Maar echt eerlijk waar ik kon geeneens goed asielkater zijn en ik ben nou huiskater geloof ik dat is ook al moeilijk. Ik heb spanningen en ik ben bang  maar als de vrouw van Bert zegt van Ollie ik hou nou al fan je, dan is dat een raar gefoel maar wel fijn.
Dit is mijn ferhaal. Ik doe mijn best om te wennen.

In het hart

Hier is mevrouw Bert, om even een woordje te schrijven.  Wat een tijd heb ik achter me liggen en wat een tijd is het nog steeds nu. De dag dat Bert een ster werd, veranderde mijn leven. Leren leven met verdriet is ook leren begrijpen hoe heerlijk Bert en ik het al die jaren samen hadden. En ook wat hij me allemaal gegeven heeft aan liefde en gezelligheid en saame-zijn.
Daar was hij vooral goed in toen hij ouder was. Als jongere jongen lag zijn interesse vooral in elke dag spelen, vooral lintje onder de lap kon hij goed. Hij had veel oerkracht in zijn poten zitten, dat herinner ik me goed.

Ontwikkeling

Hoe langer ik over zijn leven nadacht, hoe meer zijn ontwikkeling me verwonderde. Toen hij bij me kwam wonen, was zijn achtergrond zozo gweest. Zwerven. Opgelapt. Weer zwerven. Ziekenboeg. Dan hier veel spanningen en veel moeten spelen. Angstklachten.
Maar we hadden elkaar nodig, hij mij om een thuis te leren voelen en ik hem voor de troost, want ik had nog veel verdriet om Tim. En op de een of andere manier, hoe weet ik nog niet, is uit dat begin een sterke en stabiele liefde gegroeid. Hoe dat kon, ga ik in het boek vertellen.

Boek

Wat ik de afgelopen tijd ook heb geleerd, is wat een bijzondere vrienden hij had. Ze staken hun helpende pootjes naar me uit in de tijd erna. En ze vertelden me keer op keer hoe bijzonder Bert voor hun persoonlijk was geweest. Dat verlegde mijn aandacht naar het heerlijke uit zijn leven. Daar gaat het om. En dat wil ik gaan bewaren in een boek, dat duurt nog even, maar het komt. Dan ga ik het vanzelf melden dus opgeven hoeft niet.

Zo leer ik weer iets bij. Verdriet mag er zijn, rouw hoort erbij, maar ik mag en wil ook kijken naar al die vreugde en liefde die er was, en dat voelen. Daar gaat het uiteindelijk om.

Saame

Nu is er ook een nieuwe website, genoemd naar het beste en mooiste woord van Bert en zijn vrienden: saame. Alles van zijn eigen website is meeverhuisd dus dat blijft bewaard. Of nou ja, bijna alles. Wie een abonnement had op de berichten-service, moet dat hier opnieuw doen. Nieuwe site, immers. Het is een technisch iets.

Op deze website is er ook ruimte voor Ollie, die sinds kort bij me woont. Voor hem is dit allemaal nieuw.  We doen het dus voorzichtig aan, stap voor stap, zo komen we ook verder.

Wat ik nog wilde zeggen

Hier liggen we saame op mijn matje, en ik knorren natuurlijk

Wat ik nog wilde zeggen dat is dat ik als huiskater zijnde een superfijn leefe heb gehad en ik weet dat dit mijn laatste blog is weeges ik ga straks ofer de Regenboogbrug. Mijn vrouw heeft me alles uitgelegd.

Tim

Ze heeft uitgelegd dat er daar katers en poezen op me wachten, zeker weete Tim, dat is de kater die hier voor mij woonde. Tim heeft erfoor gezorgd dat mijn vrouw en ik elkaar vonden en ik weet dat hij mij straks gaat helpen. En ze zei van Tim is een kleine katerman en je kunt op hem bouwen, hij helpt je met alles. En Amore is er ook, hij is een kater om fijn tegenaan te liggen. En dan zie je ook Joop en Fien en Maische die hebben hier ook gewoond. En mijn vrouw zei ook fan Bert, daar achter de Regenboogbrug, daar heb je je gezond weer terug en dan kun je alles weer.
Want eerlijk waar de laatste tijd kon ik steeds minder. En ik kon weer moeilijker eete en ik wilde alleen op mijn witte kussen hangen Als ik me eefe goed voelde, ging ik op de foto dus daar stond ik alteit goed op.

Ik vond het allerfijnste van mijn leefe:

  • dat ik een thuis had echt een huis dat ook foor mij was en dat ik alles mocht oferal op de bank had ik kussens en dekentjes en ik had een doos met open stukken en dat ik op bed mocht slapen en in de kast en oferal gewoon, ik woonde hier gewoon ook en ik foelde me veilig, ik was een kater met een thuis.
  • dat ik als ex-asieljongen met angstklachten van mijn vrouw durfde te gaan houden en zij van mij en was voor alteit dat wist ik, dat we zo veel knuffels hadden en zo veel gezelligheid, van samen op mijn matje liggen en dat ze dan van alles in mijn vacht zei, ik verstond het nooit weeges ik was dan aan het spinnen maar ik foelde het van binnen het was allemaal liefde, en ik leerde dat ik dat kon erfaren,
    en ik kon ook heel feel liefde aan haar geven, dat had ik in me, en ik zorgde ook voor haar,
    we hoorden bij elkaar, dat wist ik gewoon.
  • en ik had de zon om in te slapen en ik was Controleur Vensterbank ik maakte dat de straat veilig was, en ik keek ook in de boodschappentas voor de controle, ik telde ook mee.
  • dat ik op Faceboek mocht en allemaal vrienden en vriendinnen kreeg en ook dat ik Loesje ontmoette, de mooiste en liefste poes en we kregen verkering en we meelden en we zagen elkaar elke dag op feesboek, ik fond het geweldig, ik werd er gelukkig van. En ik weet achter de Regenboogbrug daar wacht Loesje ook op mij.

Saame

En toen werd ik langzaam ziek, ik moest naar de dokter steeds weer en ik deed eerlijk waar mijn best maar mijn leefes-enerzjie raakte langzaam op. En wat Bolle had gezegd, snapte ik toen, van je leeftijd dat is je tijd van leefe. Ik had zeventien jaar, twee maanden en 24 dagen.
Als je leef-tijd op is dan ga je ofer de Reegenboogbrug, zo gaat het en ik weet dat daar Tim en de anderen op me wachten om me te helpen en later komt mijn vrouw ook, dat heeft ze gezegd en dan zijn we weer saame, dus dan is het goed.