Joep kwam van het dak af

Afgelopen week ben ik druk bezig geweest om het nieuw gelegde achterpad te verkennen. Alle tegels liggen weer netjes, maar allemaal in een andere volgorde dan zoals ik gewend was. Dus er is een hele hoop te snuffelen. Zo ruik ik dat een paar stenen die eerst bij mijn achtertuin lagen nu bij allebei m’n buren liggen, en ik heb een paar tegels voor m’n poort waar de barbecue van de buren op de hoek altijd op gestaan heeft. En die ruiken me toch lekker! Ik lig daar nu elke dag wel even op, zeker als de zon schijnt. Dan is ‘t net alsof ‘t weer even zomer is…

Schutting

Senior heeft ook niet stilgezeten. Samen met de andere buurman heeft hij eindelijk de schutting tussen onze tuinen kunnen plaatsen. En nou moet ik dus he-le-maal omlopen om in hun tuin te komen als ik bij ze naar binnen wil gluren. Want ze hebben een hele verkeerde schutting gekocht, eentje waarvan de planken van boven naar beneden lopen. Of van beneden naar boven, net hoe je ‘t bekijkt. Ik had nog zó gemauwd dat ik een schutting wilde die ik als ladder kon gebruiken, maar luisteren? Ho maar. Dus ik moet het hier de komende jaren maar mee doen. Nou ja, het is wel een ideale schutting om m’n nagels overheen te halen, want hij heeft lange planken waar ik helemaal rechtop tegen aan kan staan om de nagels van m’n voorpoten aan te scherpen, dus dat is dan weer wel een voordeel. Al heb ik wel gehoord dat dát niet de bedoeling is, want ik heb volgens m’n personeel meer dan genoeg krabpalen in huis staan, en er hangt zelfs een krabplank buiten naast de achterdeur. Maar ja, ‘t is natuurlijk altijd veel leuker om dingen juist te gebruiken op een manier waar ze volgens tweevoeters eigenlijk niet voor bedoeld zijn. En m’n personeel moet ook niet gaan zeuren dat ik m’n poten veeg op de kokosmat bij de achterdeur voordat ik weer naar binnen ga, want dat doen zij zelf ook. Ik kan ‘t toch ook niet helpen dat zij hun teennagels niet kunnen uitslaan op die mat om ze te scherpen, en ikke wel?

Toezicht

Nou ben ik inmiddels wel gewend aan de nieuwe schutting tussen mijn tuin en die van de buren hoor, maar Senior wilde ook gelijk de schutting aanpakken die hij zelf naast de schuur getimmerd had. Dus hij had de balk waarmee die schutting aan de schuur vast stond alvast weggehaald, want dan kon hij er de volgende dag makkelijker bij, had ‘ie gezegd. Allemaal leuk en aardig, maar de schutting stond toen wel een beetje wankel…
Nou hou ik best van een uitdaging, dus ik was ‘s avonds lekker tegen die schutting omhoog geklommen en heb me boven op de smalle plank tussen alle druiventakken door gewurmd om vanaf ‘t schuurdak te kunnen gluren naar de buren, die op ‘t achterpad aan ‘t barbecuen waren. Per slot van rekening hoort toezicht houden ook bij de achterpad inspectie die ik dagelijks uitvoer, en zo kon ik alles goed in de gaten houden zonder de indruk te wekken dat ik met ze wilde mee eten, want m’n eigen avondeten had weer prima gesmaakt en er kon eerlijk gemauwd geen hapje meer bij.
Maar ja, toen ik weer van ‘t dak af wilde bleek dat niet zo gemakkelijk te zijn als er op komen. Ik heb namelijk een enorme hekel aan wiebelende dingen, plus dat ik de druiventakken waar ik me op de heenweg naar ‘t dak tussendoor gewurmd had veel te dun vond om op te gaan staan om via dezelfde weg weer naar beneden te komen. Ik heb nog steeds al m’n negen levens, en daar ben ik heel zuinig op.
Na wat heen en weer lopen over de rand van ‘t schuurdak en heel hard mauwen kwam m’n personeel met een ladder aanzetten. Nou ja, ‘t was m’n eer te na om zo van ‘t schuurdak afgehaald te worden, dat snap je natuurlijk wel. Dus ik heb even zachtjes met m’n voorpoot een paar tikken op de hand van m’n personeel gegeven en duidelijk gemaakt dat ‘t me heus wel zelf zou lukken om van de schuur af te komen, zonder hun hulp. Ik ben tenslotte al een grote kater en geen kleine kitten meer.

Donker

Intussen begon ‘t aardig donker te worden. De buren waren al uitgegeten, hadden de barbecue weer opgeruimd en waren naar binnen gegaan. M’n personeel zei dat ‘t nou toch écht wel tijd werd om van dat dak af te komen, omdat ik daar niet de hele nacht kon blijven zitten want ‘t zou écht koud gaan worden. Ik mauwde terug dat ik een prachtig uitzicht had om nog even te zwaaien naar alle sterren die ik zag, en dat ze voor mij niet op hoefden te blijven. Maar diep in m’n hart wilde ik toch eigenlijk ook wel graag naar binnen, want ik begon al aardig koude poten te krijgen op dat dak en de gedachte om op ‘t grote bed tussen m’n personeel in te kunnen dutten werd steeds aantrekkelijker.
Net voordat m’n personeel naar binnen ging heeft Senior de paal, die hij eerder die dag van de schutting had gehaald, schuin tegen ‘t dak van de schuur aangezet. En ik kan je mauwen, toen de achterdeur open ging ben ik nog voordat m’n personeel één voet over de drempel kon zetten keihard naar binnen gerend en ben op ‘t grote bed neergeploft. En dat lag toch een heel stuk lekkerderder dan die kouwe steentjes op ‘t schuurdak.

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep

Dat geluid hoorde niet in huis

“Kijk eens Ollie,” zei ze, “we hebben nieuwe spullen van Ikeeja.” Ik keek naar de doos en ze fertelde van een lamp en een deken en ook dat er een wekker was. Ze zette alles op het tapijt. En ik kijken. Ruiken. Nieuwe dingen ik weet het niet, ik ben geeneens helemaal gewend ik hoef geen nieuwe dingen, ik ben zelf nieuw.

Doos

“Wil je een doos?”
En toen stond er een grote doos op het tapijt.
Ik foelde meteen nee en ik liep op een drafje naar onder de tafel. Daar is het donker daar kan ik gewoon zitten. Even later was de doos weg. De dag was weer gewoon.
Alles ging ferder zoals het hier gaat. Eete. Knuffels. Saame speele. Ik speele. Naar bed. Knuffels.

Oefenen

Ik slaap nou vaak een stuk van de nacht ook op de slaapkamer, in de kast heb ik een kussen en daar lig ik presies goed. Ik kan de kamer zien. Ik kan het bed zien. En niks niemand niet kan mij zien. Daar lig ik ook oferdag als ik zin heb.
Alleen nooit een hele nacht. Dat is te lang.
Als ik wakker word ga ik naar beneden, in de vensterbank zitten en naar de straat kijken. Gewoon rustig. Stil. Dan leer ik wat zijn de huizen in mijn straat. Wie loopt er en waar gaat hij heen. O kijk een hond. En ik oefen ook met waar kan ik hier liggen en hoe lig ik dan, waar laat ik mijn poote en kan ik dan ook draaien en hoe dan.
De nacht is om te oefenen met het huis.

Geluid

Ik was net in slaap gefallen of langer toen ik wakker werd van een geluid.
Dat geluid dat hoorde niet in huis, ik wist het zeker. Het was een lang geluid en het bleef maar en het stopte niet.
Toen ben ik naar boven gegaan naar het bed: “mew-mew-mew-mew!” Ze was wakker maar ze deed van niet. Ik weer: mew-mew-mew-mew!!! Ik ben weer in de kast gaan slapen maar het was moeilijk want ik hoorde dat geluid.

Nou en eindelijk werd ze wakker en we gingen naar beneden. “Wat een geluid,” zei ze, “dat is de wekker van Ikeeja, die zet ik meteen af.” En toen was het stil.
“Kwam jij dat aan me zeggen, Ollie?” vroeg ze en toen kreeg ik knuffels en liefe woordjes en dat ik zo aalert was en dat ik misschien wel een bewaak-kater ga worden maar dat weet ik niet zeker of ik dat kan.

En elke dag speelden we muis-onder-de-lap (2)

In de taxi van het asiel naar huis stelde ik me het nieuwe samenwonen met deze jonge kater Bert  heerlijk voor. We zouden elkaar goed begrijpen, elke dag knuffelen en ruimte laten om katerdingen te doen en mensendingen te doen, en dat ging dan vanzelf, zo zou het gaan, ik wist het zeker.

Realiteit

De realiteit was anders. Het begon er al mee dat ik Bert misprijzend in zijn bak zag kijken. Daar lag iets in dat hem niet aanstond. Hij keek naar mij, dan in zijn bak, dan naar mij.
Ik belde het asiel en hoorde dat hij houtkorrels gewend was. Twee uur later kon Bert naar genoegen van zijn bak gebruik maken.
Het was iets kleins misschien, maar het maakte wel meteen duidelijk dat we elkaar nog moesten leren kennen. Hoe we waren. Hoe we samen waren. Of dat lukte.
Hij keek naar mij om te zien hoe doet ze. En zo keek ik naar hem. Ik hield een logboek bij zodat ik mijn indrukken bij elkaar hield. Op 4 juni 2015, de dag na aankomst, schreef ik na een sombere vaststelling: “nog niet geknuffeld” het volgende:

2020uur sprong op schoot na lang lief praten van mij, schrok ervan en sprong meteen weg om op het tapijt te gaan liggen. Ik mocht erbij. Bert doet dus aan nabijheid.
2045uur zit op de bank nu op kussen en daaronder fleecedeken. Kijkt rond en ziet eruit of hij alles overdenkt.
2103uur gaat nu beetje liggen in slaaphouding.
De vooruitgang is: een fijn plekje op de bank en lang beneden.
2112uur wast zich

Spelen

Dag in, dag uit noteerde ik wat er gebeurde. Zo weet ik dat we al in de eerste week met spelen begonnen. Op zijn asielboekje stond immers ‘Erg onzeker’. Daarom dacht ik, hij heeft zekerheid en vertrouwen nodig, door de gang van zaken te kennen, door te weten waar hij op kan rekenen, door mij te leren kennen en door te ervaren dat hij ook wat te zeggen heeft: grenzen en wensen. En ook om te leren hoe we kunnen aaien. Dat ging niet vanzelf. Hij wilde het wel en dan weer niet, ik wilde het graag en als hij zijn kop wegdraaide, voelde ik me afgewezen. Ik dacht, hij vindt me niet aardig.

Muis

Bij het lintje kwam een ander spelletje en dat was muis onder de lap. Men neme een muis aan een lang lint, die op het tapijt leggen. Dan daarover een laken, of een deel ervn, vrij strak draperen, zodat de muis onder die lap een kleine bult is.
“Wacht even Bert.”
Kater aan de ene zijde.
Vrouw aan de andere zijde.
“We beginnen.”
Dan bewoog ik de muis langzaam. Bert spande zijn spieren. Weer bewegen. Bert sprong, frommelde de lap tussen zijn poten, rolde ermee en lag dan na te hijgen.
“Je hebt gewonnen!”
Tweede ronde. En de derde. En meer. Soms erna even met het lintje, als een soort afbouw.

Thuis

Geleidelijk lukte het aaien ook beter, ik snapte beter wat hij wilde en hij voelde zich geruster als ik aan zijn vacht friemelde. Alleen zijn buik aanraken was streng verboden. Daar bleef ik dus af. Zo verliepen de eerste weken. En achteraf zie ik, hoe we alletwee naar hetzelfde verlangden, dat wat we eigenlijk al hadden, bij elkaar willen zijn, elkaar aardig vinden, het samen gezellig hebben, voelen dat we dankzij elkaar een thuis hadden.

Mila had trek in een snek

Lieve allemaal, wat is het toch zo heel erg fijn dat we weer allemaal woordjes maken. Alles is zo heel emoo deze weeke. Iedereen deelt weer zijn of haar ferhaal nadat onze Bert een ster werd.
En iedereen doet dat op zijn of haar manier en ik vind het zo heel mooi om te zien hoe dat gebeurt. Want ik vind dat iedereen gefoelig is en dat het hartje zo warm wordt. En wat ik ook zo heel erg mooi vind is dat onze Ollie het zo heel erg goed doet!

Olliebert

Ik vind het zo heel erg knap dat Ollie nu al weet wat wiew is maar goed hij is ook al vijf van zijn jaare dus dan kan dat best. En ik als mienister van zachte zaake geniet van het filmpje waarbij hij lekker aan het wiewen is. Het was geloof verse wiew van mijn furkeer Kever. Dan weet je gewoon dat alles goed komt.
En nu komt er iets zo heel biesonders in mijn hoofd. Mijn furkeer Kever zei mevrouw OllieBert. Olliebert. Eigenlijk klinkt het ook best wel goed toch? Mevrouw Olliebert. Andersom is het een pasta saus Bertollie en dat kan ook. Ik vind Olliebert mooier. Mevrouw Bertje is dan mevrouw Olliebertje en dat vind ik zo heel erg mooi. Dat maakt alles compleet. We zijn allemaal weer één en saame.

Liedel

Nou weet ik niet precies hoe het zit met Ollie en zijn snekken maar ik kreeg zo heel erg trek van de pastasaus dat ik om een likwit snek heb gezeurd. En die kreeg ik. Ik denk dat jij ,Ollie, er geen moeite mee hebt om om sneks te vragen.
Mijn ooma was weer bij de Liedel geweest en daar haalt zij altijd mijn sneks. Alleen de likwit sneks dan. Ze gaat ook naar een winkel speesjaal voor ons en daar haalt ze moes en voor de tanne. Het zijn dan van die harde kraak snoepjes die je tanne schoonmaken. Ik vind ze super lekker. In het land waar nu Lucky woont, Duitseland, daar hebben ze zo heel erg veel sneks in heel veel smaken zelfs wiewsmaak. Folgens mij hebben ze dat op het internets ook bij winkels maar het is handiger als je gewoon naar de winkel kan en het daar kan kopen anders moet je eerst wachten op de duif en ik vind wachten niet fijn. Ik wil meteen proeven hoe de sneks zijn.

Lekker

Ooma had van de Liedel de vissmaak likwit sneks meegenomen en kijk eens wat er in mijn bakje ligt. Ik moet eerlijk mauwen wat er in het bakje lag want alles is op. Ooma had er een snek ingedaan en ik kon niet wachten. Ik wilde meteen de snek in mijn bek hebben. Mijn vrouw gaf mijn bakje aan mij met de snek erin en ik rook meteen dat het zallum was. Dat is een van mijn favooriete smaake. Ik hou van fis en van zallum.
Met mijn eerste lik proefde ik de creme en de zallum. Het ging zo heel erg makkelijk dus voor iemand die weinig of geen tanne meer heeft, dit kun je gewoon likken of slurpen. Er zitten geen stukjes fis is het is gewoon helemaal glad.

Zakjes

Het ruikt naar fis en het smaakt naar fis dus dan is het ook gewoon fis. Er zitten geen spikkeltjes in en het heeft de kleur van de zallum met creme. Folgens mij kun je bij de Liedel verschillende smaake kiese per doosje. En in zo’n doosje zitten acht van die likwitsnek zakjes. Dat is best veel en ik geloof ook dat ze niet zo heel erg duur zijn. Met een twee euromunt kom je echt al heel erg ver. Ik vind nog steeds dat er veel meer in zo’n zakje mag maar mijn ooma vind van niet. Die zegt dat ik zo heel erg veel doet snoepen. Ik denk wel aan een mooie leefewerk en daar hoort bij dat je gezond en ferstandig eet en snoept en dat doe ik.
Ik doe ook aan poesegym en ik doe ook aan fange om in model te blijfe. Nou heb ik eefe gekeken want mijn vrouw zei dat er niks van klopt. Het is een doosje met drie zallum smaake en vier met gefogelte smaak voor iets van twee euro. Dat is handig want dan kan zo heel erg zelf proefe welke je het aller lekkerst vindt. Maar er zijn zo heel veel ander merken en smaake van zo’n likwit snek. Als ik weer doe proefe dan laat ik weer weten hoe het is. Deze ken ik al en deze krijgt het cijfer acht omdat ik nog stees vind dat er te weinig inzit.

Als mienister van zachte zaake wens ik iedereen een fijne warme zomerherfst dag en heel veel fijne dingen. Ik tetter met Kever mee en hoop dat iedereen feilig is.

Poot getekend, Mienister van zachtzaake,

Milamuis

Minnie zegt: miauw

Miauw! Ikke kreeg een meel (nou ja ok Frau) van mevrouw Ollie dat ze een nieuwe blog ging beginnen genaamd Saame en of ik ook weer oofer mijn leven wilde gaan miauwen. Ja natuurlijk wilde ik dat. Daar hoefde ik niet lang oofer na te denken.

Met Frau

Het was ook wel anders hoor. Zo zonder Bertje. Geen blog, geen wijze woordjes, geen daagelijkse Feestboek post. Kijk miauw ikke snapte het natuurlijk wel. Als iemand een ster wordt dan is dat gewoon heel heftig. Dan heb je traantjes en zijn de zakdoekjes niet aan te slepen. Dus dan ben je nie beezig met soocieale meediaa.
Maar hier ben ik dus weer. Oh en ik moest het trouwens wel nog eerst aan Frau vragen. Want ik kan het wel willen maar zij moet mijn gemiauw opschrijven op de kompjoeter. Zij kan blind typen. Zo heet dat als je niet naar de toetsen hoeft te kijken. Als ikke zelf de blog zou typen dan zou ik de hele tijd naar de letters kijken. En dan letter voor letter met mijn pootje indrukken. En dan nog de kans loope om dubbel letters te krijgen want mijn pootje is natuurlijk wat breder dan Frau haar fingers.
Dus ikke miauwen van hé heb je de mail al gezien en mag het mag het? Nou en het mocht dus dus daarom leeze jullie nou weer allemaal om de week mee met mijn aafonturen en alle andere dingen die ik meemaak. En dat ik wat mee heb gemaakt nou nou nou.

Oortje

Het begon ermee dat ik een beetje jeuk in mijn oortje kreeg. Dus ik een beetje met m’n koppie teege een tafelpoot heen en weer wrijven. Maar dat hielp niet echt. De jeuk bleef en ikke ging me zo sloom foele en ook wel slecht. Had geeneens meer trek in me natfoer of brokjes. Dus Frau froeg he Minnie gaat het wel? Miew mauwde ik zielig nee dat denk ik niet. Nou en toen ging ze dus Witjas bellen en fraage of die langs wou koome.
Witjas en een assiestent witjas kwaame langs en ze gingen me bekijken. Oh oh er zat een klein beestje in mijn oortje zei Witjas. En daarom had ikke zo een jeuk. En is er wat haar weg op mijn ooit zo mooie harige oortje. Dus ze frummelde wat in haar witjastas en er kwaame twee dingen uit. Pillies en een doosje met een spuitje. Dat zou me moeten gaan helpen.

Meedoen

Witjas deed foor hoe dat moet met het spuitje. Ik mauwde eh ik weet niet of ik dit selluf foor elkaar ga krijgen. Toen moesten zowel Frau als Witjas een beetje lachen. Je hoeft dit niet zelf te doen hoor zei Witjas. Dit gaat Frau doen. Ik keek naar Frau en zag in haar ogen uh oh hoe ga ik dat doen zonder op de eerste hulp te belanden. Dat snapte ik wel. Als ik iets echt niet wil dan laat ik mijn stilletoos zien.
Ik merkte na een paar uur dat het spuitje wat Witjas had gegeven echt begon te werken. Ikke had minder jeuk en geen pijn gefoel meer. Dat komt folgens Frau omdat het een pijnstiller is. Nou en toen het dus ochtend werd en Frau hetzelf moest doen toen dacht ik bij mezelf. Luister Minnie je kan nou moeilijk gaan doen maar dan krijg je dat spuitje niet. Dus toen ze mijn bekje probeerde open te doen in verband met dat spuitje toen werkte ik gewoon mee.
Duimen jullie allemaal voor me dat de jeuk en de beestjes enzo snel weg is? Dat zou ik heel fijn vinden. En uiteraard tetter ik nog altijd mee foor freede!

Pootje van Minnie