Ik zat dus in het asiel dagen lang en dat kon ik geeneens. Hoe het gaat dat zal ik uitleggen. Ik kwam er van de straat en toen moest ik meteen aapart en net toen ik dacht ik snap het toen moest ik op de kattenkamer.
Grote kater
Dat was moeilijk ik zag het meteen. Er was een grote kater die de baas wilde zijn. En hij kwam dan op mij af en dan blazen nou en zijn poten keihard en ik terug blazen en ook met poote doen en het gebeurde de hele tijd en ik verloor echt waar. Ik had toen al spanningen.
Toen moest ik uit de kattenkamer, ik kreeg eefe verderop een verstopplaats en daar zat ik dan. Ik kreeg eete. En ik had een bak. En soms knuffels.
Maar ik zat er gewoon en ik wist niet hoe moet het ferder met mij. Terug in de kattenkamer nee. Terug naar straat nee.
Spanning
Nou en toen kwam de vrouw van Bert en ze froeg of ik mee naar huis wilde. Ze had ook sneks bij zich. En ze zei dat ik een lief katertje was en ik hoorde het niet goed want ik had sneks, maar ik voelde wel ik wil mee.
Hier in huis heb ik meteen alles bekeken. Ik wist niet wat het was en nog niet. Dus soms was het moeilijk, een freemd huis. Dan kreeg ik nog meer spanningen.
En toen opeens moest ik naar de dokter en in het korfje en ik wilde niet maar ik moest toch en toen ik terug was toen had ik heel feel echt heel feel spanningen en ik dacht straks doet ze het weer en daarom was ik ook bang.
De vrouw van Bert zei dat ik te veel had meegemaakt voor een katermannetje en dat is waar. Dus ik lig nou oferdag vaak op de slaapkamer daar ben ik veilig. En dan weer naar beneden. Ik wil ook knuffels fan binnen weet ik dat is goed.
Wennen
Maar echt eerlijk waar ik kon geeneens goed asielkater zijn en ik ben nou huiskater geloof ik dat is ook al moeilijk. Ik heb spanningen en ik ben bang maar als de vrouw van Bert zegt van Ollie ik hou nou al fan je, dan is dat een raar gefoel maar wel fijn.
Dit is mijn ferhaal. Ik doe mijn best om te wennen.