Het is dus zo, dat ik ’s nachts op bed slaap en uit het raam kijk en soms lig ik ook in de vensterbank op de overloop. Dan kijk ik hoe de dag begint. Daarna spring ik eruit. BONK.
Geluid
Dat BONk kan ik niet helpen.
De overloop is van hout en er liggen geen kleedjes of kussens dus nou ja, een kater van vijf kilo en nog wat die springt, ook al is het best laag, die kater maakt met zijn vier poten een geluid, vooral als het nog best vroeg is, dan is alles stiller.
Vanmorgen dus weer.
Uit de slaapkamer kwam een stem: “Bertje?”
Ja, wie anders. Maar goed. Ik loop dan altijd even richting slaapkamer dat ze ziet dat ik het inderdaad ben.
Mijn vrouw vroeg: “Kom je even op bed?”
Ik dacht aan mijn brokjes, en ging de trap af. Want ik eet het liefste mijn brokjes ’s nachts en dit stukje van de ochtend was nog een beetje nacht, dus vandaar.
Even later kwam mijn vrouw ook.
De dag was begonnen.
Nacht
Die plek in de vensterbank boven is biesonder. Er ligt een handdoek voor mij dus ik weet zeker dat ik er ook mag liggen. Ik ga er alleen heen als mijn vrouw in bed ligt te slapen dan zijn we toch een beetje samen.
Soms zie ik de maan.
De sterren.
Er zijn geen mensen en geen foguls.
Er is gewoon nacht en de nacht is mooi.
Daarna spring ik uit de vensterbank.
Nou dat hoor je en mijn vrouw roept dan: “Bert!” Het klinkt anders dan gezellig op bed komen. Maar ik weet wat ik moet doen. Eefe mijn kop om de deur steken. Dan gaat het altijd hetzelfde.
Ze zegt eerst: “Kan het wat zachter?” En daarna: “Nu ga ik weer slapen.”
En zo weet ik, als huisdier zijnde helpt het om even te staan en te blijven luisteren en dan komt het weer in orde, BONK of niet.