Categorie archieven: Uit het leven van Bert

Ik maakte een geluid en dat ging van BONK

bonk

Het is dus zo, dat ik ’s nachts op bed slaap en uit het raam kijk en soms lig ik ook in de vensterbank op de overloop. Dan kijk ik hoe de dag begint. Daarna spring ik eruit. BONK.

Geluid

Dat BONk kan ik niet helpen.
De overloop is van hout en er liggen geen kleedjes of kussens dus nou ja, een kater van vijf kilo en nog wat die springt, ook al is het best laag, die kater maakt met zijn vier poten een geluid, vooral als het nog best vroeg is, dan is alles stiller.
Vanmorgen dus weer.

Uit de slaapkamer kwam een stem: “Bertje?”
Ja, wie anders. Maar goed. Ik loop dan altijd even richting slaapkamer dat ze ziet dat ik het inderdaad ben.
Mijn vrouw vroeg: “Kom je even op bed?”
Ik dacht aan mijn brokjes, en ging de trap af. Want ik eet het liefste mijn brokjes ’s nachts en dit stukje van de ochtend was nog een beetje nacht, dus vandaar.
Even later kwam mijn vrouw ook.
De dag was begonnen.

Nacht

Die plek in de vensterbank boven is biesonder. Er ligt een handdoek voor mij dus ik weet zeker dat ik er ook mag liggen. Ik ga er alleen heen als mijn vrouw in bed ligt te slapen dan zijn we toch een beetje samen.
Soms zie ik de maan.
De sterren.
Er zijn geen mensen en geen foguls.
Er is gewoon nacht en de nacht is mooi.
Daarna spring ik uit de vensterbank.
Nou dat hoor je en mijn vrouw roept dan: “Bert!” Het klinkt anders dan gezellig op bed komen. Maar ik weet wat ik moet doen. Eefe mijn kop om de deur steken. Dan gaat het altijd hetzelfde.
Ze zegt eerst: “Kan het wat zachter?” En daarna: “Nu ga ik weer slapen.”
En zo weet ik, als huisdier zijnde helpt het om even te staan en te blijven luisteren en dan komt het weer in orde, BONK of niet.

En opeens wist ik dat genoeg ook genoeg is (video)

genoegIk ben een kater die weet wat hij wil en dat is goed, zegt mijn vrouw, alleen vind ik het zelf gek dat het zo helemaal opeens kan veranderen. Dat had ik deze week met de propjes.

Treenen

Het begon dat ik een propje op het tapijt vond.
Propjes zijn leuk. Klein en stevig papier, dus ik kan ermee vechten en rollen en in bijten en ik win altijd. En ik kan ze ook vangen, dan tik ik ze met mijn poot en dan heb ik ook gewonnen.
Die dag heb ik veel met propjes gespeeld.
En de dag erna ook, mijn vrouw deed goed mee, dat ze het propje precies gooide dat ik erbij kon en dat het toch moeilijk was. Dat is voor het atleetiese gefoel. Het is ook treenen en na het spelen ben ik moe en dan heb ik pauze met een dutje nodig.
Dan slaap ik goed, hoor. Zo, nou.
En ik word lekkker wakker van dat ik weer wil spelen. Elke dag weer.

Stom

Wat gebeurde er?
Ik zat klaar.
Mijn vrouw zat klaar.
Ze gooit een propje.
Dus normaal ga ik meteen in de aksie.
Maar nou zei mijn gefoel: nee. Niks doen. Ik wilde niet meer. Ik dacht wat is dat eigenlijk stom, met propjes spelen, daar ben ik geen veertien jaar voor geworden, deze jongen doet het niet, echt waar niet.
Mijn vrouw gooide een propje en nog een en nog een en het duurde nog best lang voor ze het snapte.
Dus nou spelen we niet meer met propjes.
Omdat ik het stom vind.

(tekst gaat verder onder video)

Het leefe

Na een heel lang dutje begreep ik het beter. Zo gaan die dingen in het leefe. Genoeg is genoeg en wat genoeg is dat foel je opeens. Ik had het ook met een snek uit de post, eerst lustte ik het heel graag en daarom kocht mijn vrouw dozen vol en toen opeens zei mijn gefoel: genoeg. De dozen staan nog in de keuken, maar ik eet andere sneks.
Weten wat je wil, dat weet ik dus.

Hoe is mijn karakter eigenlijk?

karakter

Kever schreef over zijn karakter, Loes dacht na over haar karakter en toen dacht ik opeens, ja wie ben ik eigenlijk?

Denken

Eerst wist ik het niet.
Toen dacht ik dat ik gewoon Bert ben
Daarna ging ik lang in de spiegel kijken en diep, diep denken tot mijn kop er zeer van deed, en toen deed ik een dutje en toen ik wakker was, ging ik voor een knuffel en adfies naar mijn vrouw. Nou weet ik er meer over.

Foelen

Van mezelf ben ik een gefoelige kater, dus dat ik alles heel erg foel en dat is poosietief wegens dat ik ekstra goed kan genieten, dat is dus mijn talent. Als de zon schijnt dan ga ik in de warmte liggen en dan ben ik meteen gelukkig. Als mijn afondeten komt of ik krijg een snek, dan ben ik ook gelukkig want ik eet graag lekker.
Maar het moeilijke is dat ik ook snel bang ben en dat ik dus angstklachten heb.

Oer

Ik ben ook oer dat is dat er soms in mij iets wakker wordt en dan ga ik rennen of scheuren met papier of heel diep miauwen echt keihard dat mijn vrouw zegt nou-nou en dan ga ik toch door want het is mijn oer.

Knuffel

Maar ik ben ook een knuffelkater, dus ik wil elke dag een ochtendknuffel, een knuffel na het afondeete, een welterustenknufel en dan ook tussendoor. Dus op vaste tijden en dan ekstra. Knuffels zijn voor het fijne gefoel van samenzijn, dat ik niet alleen ben en dat ik feilig ben en een thuis heb en gewoon ook omdat het een supergefoel is op mijn vacht, dan ga ik meteen spinnen.
Alleen ik heb ook tijd voor mezelf nodig, dus ’s nachts als ik het huis voor mezelf heb, ga ik mijn eigen katermandingen doen. Dan moet ik alleen zijn.

Onzeker

Dus mijn karakter is het eene en ook het andere en eigenlijk weet ik het nou nog niet. Mijn vrouw zegt: “Je bent een onzekere kater, Bertje” en eigenlijk is dat ook wel zo. Dus dát kan ik zeggen van mijn karakter, dat weet ik toch iets van hoe ik ben.

Zal ik gaan verharen of juist niet

verharen

Het is een rare tijd zegt mijn vrouw en ik vind dat ook omdat ik niet weet of ik moet gaan verharen ja dan nee.

Losse haren

Eerst begon ik met wat haren los te laten, gewoon als ik op het tapijt lag te slapen, zoiets gaat vanzelf dat is de natuur. Als ik wakker was en in de vensterbank ging zitten, ruimde mijn vrouw de haren op. Van binnen foelde ik toch: in de zomer hoor je een zomervacht te hebben.
Alleen toen werd het niet echt zomer. Ik bedoel dat hele warme kwam niet. Vorig jaar lag ik dagen achter elkaar voor het waaiding en toen had ik een hele dunne zomervacht, je kon er geloof ik gewoon doorheen kijken.

En nou is dat hele warme er niet. Mijn vacht is gewoon dik gebleven. Als er een warme dag is, laat ik wat haar gaan en duurt het langer dan gaat er meer haar en net als ik denk: nou ga ik over op de zomervacht, dan is het weer kouder.
Ja hou ik natuurlijk meteen op, Bertje is niet gek. Warm blijven is voor mij superbelangrijk.
Maar mijn oer zegt: zomer is zomer, weg met die vacht.

Ja en nee

Dus ik weet het eigenlijk niet zo goed. Iets in mij zegt nee, iets in mij zegt ja. Daarom doe ik elke dag wat haren weg maar ook weer niet te veel dus zoiets is best moeilijk.

Iedereen denkt dat verharen vanzelf gaat en dat is ook wel zo, maar het is ook zo dat je oer in je allerbinnenste zeker moet weten dat het tijd is. Ik ben al heel erg lang huisdier en dat is een fijn leefe, maar ik ben ook zeker weten dier, dat blijft zo, dus dan heb je een oer waardoor je dingen doet of juist niet.

En mijn oer weet het nou eefe niet.
Dat is toch raar?

Dus ik zeg: “Dat zeg ik”

zeg ik
Praten met je vrouw dat is belangrijk als je huisdier bent. Ik doe het ook. Maar soms denk ik: luistert ze eigenlijk wel?

Gezellig

Ik moet eerst zeggen wat goed gaat. Dat zijn de kleine gesprekken voor de gezelligheid dus dat het niet uitmaakt wat je zegt samen. Dan lig ik op het tapijt met de pootjes gestrekt en dan aait ze me zo heel zacht en langzaam dat ik heel erg moet spinnen en dan gaat ze praten.
“Fijn is dat, hè Bert.”
Dan zeg ik niks en dat hoeft ook helemaal niet want ze praat gewoon door en ze zegt liefe woordjes en ik krijg compliementen en al die tijd lig ik gewoon en ik spin en daarna stopt het en dan lig ik heel erg intens te genieten.
Dus ik hoor alles en ze weet het en ik hoef niks te zeggen en we zijn alletwee tefreden met hoe het is.

Dat zeg ik

Nou kan het ook anders gaan.
Dat is vooral als ik iets anders wil dan zij, of dat ik eete wil en zij doet langzaam.
Ik: Mewww!!
Dan vraagt ze: “Heb je trek?”
Ja, dat zeg ik net.
Dan ga ik bij de deur naar de keuken staan, ik kijk naar haar, ik kijk naar de keuken, ik kijk weer naar haar en ik zeg: Mewww!!
Ja dat snapt ze.

Of ook:
Ik: Meeewww!
En zij: Wil je bankhangen en knuffels doen?
Ja, dat zeg ik dus net.
Dus ik blijf voor de bank staan en ik kijk naar haar en ik zeg het nog een keer: Meewww!
Dan komt ze.

Kan eefe duure

Een vrouw praat ook voor de gezelligheid en dat is best poositief want dan heb je als huisdier zijnde ook meer gezelligheid, en dat is een fijn gefoel.
Maar wanneer je als huisdier zijnde zelf iets wilt dan kan het eefe duren eer ze je snapt dus dan moet je hetzelfde nog een keer zeggen en nog een keer. Dat heb ik geleerd en dat doe ik thuis ook.