Categorie archieven: Uit het leven van Bert

Oopa Floris vertelt over vroeger… Feestje!

FeestjeHaai laaileuters en knollevreters,
hier ben ik weer Oopa Floris.
Hebben jullie ook zo’n goede zin?
Goed zo want vandaag gaan we een feestje bouwen.
Wat zeg je Loes?
Bedanken voor de kaart.
Welke kaart, van een fan?
Ja natuurlijk weet ik dat.
Hee piepeltjes van mijn fanclub.
Keigaaf die kaart.
Ik zeg Keibedankt.
Nog meer Loes?
Niet, nou dan hup polonaise.
Ik ben keigoed in feestjes bouwen.
Hee Loes opstaan uit die mand en huppakee.
Hoezo feestje voorbij?
Welk feestje?
feestjeKarnaval…?
Hee wat maak jij me nou?
Als ik een feestje wil bouwen dan bouw ik een feestje.
Piepeltjes van de hotseknotse ik ben een feestneus.
Ik ben een feestvarken!
Wat zeg ik, ik ben een feestleeuw
Whaaaaa haaaaa kom maar op met die geit!
Weten jullie wel wat een feestje is?
Loes wat is een feestje?
Loes hellep ikke…
Ikke ben het vergeten!
Keisjips.
Wat nou slapen.
Moet ik dutten?
Hee don’t joe bie in de wurrie
Ik kom terug.
Echt wel.
Ik ben nog lang niet versleten
Echt nie…..
Ja ja truste!

WAKKER!!
Oopa is wakker en klaar voor het leven.
Zo Loes en nu?
Iets vertellen over vroeger?
En feestjes….
Nou lissen toe Oopa want mijn kop is fris.
Vroeger was de mooiste tijd.
Oopa was een feestneus, echt wel.
Lekker dansen en sjansen.
Frisse poten en aan iedere poot…?
Hee raad eens mee?
feestjeJuist ja VIJF poezedames!
Dan sloop ik over de schutting.
Onder het raam ging de toeter aan.
Krijsen! Ik zeg KRIJSEN met die bek.
Hee je moet de dames wel laten weten dat je er bent.
En dan hup verzamelen en pootjes van de grond.
Samen springen, sjansen, krijsen en soms….
Tikkie tegen de billen.
Hee dat moet kunnen.
Tikkie, tikkie whaaaa haaaa.
Ik ben wel Oopa Floris dun irste!
Maar meek noo misteek jonge katermannen.
Luister naar Oopa zijn wijze raad.
Nooit met open klauwen slaan.
Gewoon een beleefd tikkie
Hee die poezedames worden gek.
Echt wel!
Dan in de polonaise samen, hallekiedee
Vroeger, onze goede ouwe tijd….
Nu is de wereld oud. Is Oopa oud.
Loes…..
Loes hellep ik weet niet meer waar ik ben?
Wie ik ben?
Wat moet ik met die gekke feestneus?
Ik ben alles kwijt!
Loes wie ben ik?
Ik ga krijsen?
Wie, Oopa Floris?
Ben ik dat?
Ja natuurlijk ben ik dat.
Ik ben wel oud maar niet deement!
Toch Loes?
Wel deement!
Sjips.
Truste!

Hoezo wakker worden?
Ik heb een kater.
Whaaaa haaaaa horen jullie mij?
Oopa heeft een kater.
Ja ja die Oopa, altijd in voor een…?
Voor een…?
Loes help mij nou eens!
Wat nou grapje?
Hee het leven is geen feest.
Of wel?
Piepeltjes van alle feestneuzen.
Mijn kop probeert mijn eigen feest te volgen.
Maar soms loop ik uit de maat.
feestjeWhaaaa haaaaaa ik moet krijsen.
Maar ik zit nooit bij de pakken neer.
Ik ben een ouwe feestneus dus ik zeg nog één keer.
Doen jullie mee…
Poten omhoog, allemaal graag.
Uit die luie stoel kom op.
Hup hup Loes jij ook met die poten in beweging.
En…..zak eens lekker deur!
Poot omhoog…
Poot omhoog…
Uhhhh…
Poot en nog wat..?
Sjips alles nat.
Loes…
Loes, werk aan de winkel!
Feestje voorbij…

Toedeliedookie

Dus ik zat diep achter de kastjes

kastjesAls huiskater zijnde woon je natuurlijk in het hele huis, en het is dan ook stom vind ik dat ik niet op de berging mag komen dat is toch ook mijn huis? Maar het mag niet. Misschien is dat de allerfeiligste plek van mijn vrouw net zoals ik ook een allerfeiligste plek heb.

Monteur

Die van mij is achter de kastjes.
Als ik daar lig, kan er niks gebeuren.
Het is een lange rij met kastjes en daarachter hangen gordijnen dus dat is twee keer bescherming tegen een monteur.
Daarom zat ik er gisterochtend.

Eerst leek er niks aan de hand. Ik kreeg gewoon mijn ochtendsnek en de knuffel en liefe woordjes dus dat was goed.
Alleen toen foelde ik iets. Toen ik naar mijn vrouw keek, wist ik dat het haar gefoel was en dat er iets ging gebeuren. Ze zag me kijken en zei: “Ja Bertje, er komt een monteur naar de lamp kijken. Die is misschien stuk en ik kan het niet zelf maken. Dus we hebben hulp nodig. Het moet veilig in huis zijn.” En ze zei nog veel meer iets over de elektriek maar toen zat ik al helemaal diep en ver achter de kastjes. Verstopt.
Veilig.

Hobbiehoek

De monteur kwam en ik hoorde zijn stem. Hij was er al eerder geweest. Dat was poosietief want toen ging hij weer weg en ik hoefde niet mee. Je weet het nooit met monteurs.

Hij deed wat met de lamp, die kon opeens weer aan, ik zag het licht ook komen waar ik lag.
Ze gingen praten.
En toen hoorde de monteur de trap af lopen naar de voordeur, die ging open en weer dicht en toen kwam mijn vrouw weer terug de kamer in.
“Kom je, Bertje?” vroeg ze.
Maar Bertje is niet gek!! Voor de zekerheid bleef ik nog een hele poos achter de kastjes. Pas toen ik echt van binnen wist: nou kan het, toen liep ik de kamer in. Op de krant in mijn hobbiehoek ging ik me zitten wassen. Wat een gedoe als je zo aan de dag begint, eerlijk echt waar voor mij hoeft het niet een monteur in huis.

Woei woei de hele nacht door hoorde ik het

woei
Wind is gewoon, en ik snap wind. Als ik in de vensterbank lig, zie ik de bomen bewegen en dat weet ik: wind. Soms hoor ik het. Maar nou was het anders.

Storm

Storm is keiharde wind zo keihard dat er van binnen iets van oergefoel komt. Je foelt: er is misschien een gefaar wat moet ik doen.
Zal ik achter de kastjes gaan zitten.
Zal ik gaan rennen.
Zal ik naar de voordeur gaan om dichterbij de storm te zijn.
Zal ik op bed gaan liggen waar mijn vrouw slaapt of juist weer niet.
Ik wist het niet dus ik deed van alles en niks tegelijkertijd.
Wel bleef ik de hele nacht beneden, ook omdat ik aalert was en eerlijk waar ook wegens dat ik het niet zo goed wist.

Gewoon

Mijn vrouw deed gewoon. Ze sliep de hele nacht door. Ik ben een paar keer gaan kijken in de slaapkamer want als zij bang is dan foel ik het ook maar dat was nou niet zo.
Dus dan ging ik weer naar beneden.
Woei woei de hele nacht om het huis heen.
Alle ramen waren dicht.
In de straat klonk de wind keihard.
Het was storm.

Ik heb ekstra brokjes op dat is wegens dat ik een eemozie-eter ben, en ook al heb ik helemaal niet zoveel tanden meer ik kan best brokjes eete en helemaal als ik aalert ben.

Oer

Toen werd het overdag en er kwam licht.
Mijn vrouw kwam uit bed en naar de huiskamer en ik kreeg knuffels en liefe woordjes. En een lekkere snek voor ontbijt. Dus toen foelde ik me weer beter.
Ik ging een dutje doen op de bank. En daarna sprong ik in de vensterbank om naar de straat te kijken, daar was nog steeds veel wind maar toch anders.
Nou is het er nog. En ik heb geleerd, dat ik dan wel een binnenkater ben maar in mij zit nog steeds veel oer, en dat is eigenlijk best stoer.

Met mijn oore kan ik toevallig van alles hoore

ooreMet mijn oore kan ik toevallig van alles hoore

Gisteren en de dag ervoor is er niemand aan de deur geweest en er kwam niemand in huis die hier niet hoort dus mijn vrouw en ik waren weer gewoon saame en ik kon dutjes doen.

Dutjes!
Daar hou ik heel veel van.
Een dutje is geen slaape. Dat is weer anders.
Dutjes is slaape met gezelligheid, dus dat je ook je oore open hebt. Ik kan dat van mezelf.

Mijn gewone dag gaat zo, dat ik ’s morgens wakker ben als er daglicht is. Dan eet ik wat brokjes en ik scheur soms een beetje, en ik ga in de vensterbank zitten gewoon om te kijken.
Dan komt mijn vrouw naar beneden. Ik krijg knuffels, liefe woordjes en een ontbijt-snek en dan ga ik uitbuiken en dan…
het eerste dutje. Dat doe ik op de bank, daar lig ik het gemakkelijkste. Maar op de footoo lig ik op het tapijt voor de spiegel, daar doe ik mijn dutje in de late middag als mijn vrouw terug is van eefe weg gaan en ik heb kriebeld gehad dat ik helemaal diep in de ontspanning zat. Ik lig er ook tijdens de welterustenknuffel maar dan ben ik helemaal wakker dus dat telt niet mee voor een dutje.
Ik doe wel de hele dag dutjes, behalve als ik bang ben dan kan ik niks.

Waarom is een dutje zo fijn:

  • ik foel me warm en tevreden van binnen, dat ik een thuis heb en dat alles helemaal in orde is
  • ik foel me saame omdat ik kan hoore wat mijn vrouw doet dus dan weet ik dat ze er is en wat ze doet en ook dat ik om een knuffel kan vragen wanneer ik wil en die krijg ik dan bijna altijd

Dus ik ben een dutjes-katerman en eerlijk waar ik ben er ook best goed in. Een dag met een dutje dat is een goede dag, vooral als je je oore open houdt.

Ik moest weer aan de meediesijn

meediesijn“Het spijt me Bertje,” zei mijn vrouw. “De postbode komt en ik kon het pakje nergens anders laten bezorgen.” Ik foelde me bang. Was het wel de postbode of ging er iets heel moeilijks gebeuren?

Voordeur

Dat gefoel van bang was er opeens toen dese week mijn vrouw opeens naar de voordeur ging. Er was niemand. Maar ik zat rechtop en dacht dit is niet goed. Ik foelde het gefoel in mij groter worden en toen kon ik ineens niet meer nadenken en toen wist ik nou ga ik achter de kastjes liggen daar ben ik feilig.

En daar lag ik dus.
Uur na uur na uur na uur, ik weet geeneens hoe lang.
Heel lang.

Liefe woordjes

Toen ik eindelijk weer in de kamer durfde, lukte het alleen heel foorzichtig. Ik was onzeker. Ik wist het niet zo goed meer.
Er was nog steeds geen postbode geweest en ook niks anders engs dus dat kwam dan nog maar ja wanneer. Dan is foorzichtig het beste.
Ik kreeg heel zacht aaien en liefe woordjes dat hielp heel erg maar het was pas na het afondeete dat ik me weer gewoon Bertje foelde.

Meediesijn

De dag erna was er niks.
Maar ik kreeg wel meediesijn om van binnen sterker te worden want de postbode komt vandaag, zei mijn vrouw, en daar was niks aan te doen. En door de meediesijn kon ik er ook een beetje beter teegen, al wist ik van binnen zeker dat ik liefer niemand en niks aan de voordeur heb.

Deur

Het is allemaal gekoome sinds mijn operazie aan mijn tanden. Dat was voor mij heel moeilijk dat ik naar de dokter moest in een taksi en dan wat ze allemaal deden en toen moest ik naar huis  weer in een taksi en daarom wil ik dus nooit meer in een taksi. En je weet het nooit misschien heeft die postbode ook wel een taksi dus daarom mag er niemand aan de deur komen. Dat is mijn mening en ik woon hier ook.

updeet

De postbode is geweest en ik kreeg inhaal-knuffels en nou ben ik weer bijna wie ik was.