Categorie archieven: Uit het leven van Bert

3 tips om goed te kunnen ontspannen

ontspannenNou ik de laatste tijd veel meer speel, nou moet ik ook meer aan ontspanning doen. Wegens dat ik een oudere jongen ben en geen kitten die gaan de hele tijd door, nou ik dus niet. En ontspannen kan ik goed, echt waar.

Toen zei mijn vrouw Bert leg eens uit hoe je dat doet. Niet iedereen kan het zo goed als jij. Dus hier komen mijn tips dan kan iedereen het.

Tip 1

Neem er tijd foor. Ik heb overdag en ook als het afond is en als de nacht begint efenfeel tijd als iedereen en ik neem er tijd foor.
Dus het is niet van nou-moet-het en snel-snel.
Ik ga rustig zitten of liggen of hangen en dan doe ik gewoon niks meer. Ik ben waar ik ben en nergens anders. Ik denk aan dingen maar dat maakt me niks uit.
En het maakt me ook niks uit hoe lang ik zit of lig of hang. Dus ik doe niet aan tijd.
Dat helpt heel goed bij het ontspannen.

Tip 2

Warme pootjes.
Als ik beneden aan de voordeur ruik dan krijg ik vaak koude pootjes. Dat is spannend en dan ga ik weer naar de huiskamer die is warmer. Met koude pootjes kan ik niet ontspannen. Ze moeten warm zijn. Soms doe ik bij een knuffel mijn achterpoote in de hand van mijn vrouw. Dan worden ze warm en eerlijk waar het is ook een gezellig gefoel. Soms friemelt ze aan mijn poote dat is eefe leuk en dan kijk ik van genoeg-hoor en dan houdt ze gelukkig op.
Dus warme pootjes zijn belangrijk voor het ontspannen.

Tip 3

Gewoon doorgaan. Dus niet denken van ik heb fogels in de straat ik moet kijken, nee liggen is liggen en ontspannen is doorgaan met ontspannen.
Ik zie de fogels best wel en het doet wat met me dus dan heb ik ekstra inspanning nodig om te blijfe liggen en dat lukt dan ook. Dus het is gewoon doorgaan en niet oferal op reageren.

Dit zijn mijn drie tips. U hoeft dus geen talent te hebben om te ontspannen, het is zo dat u het alleen hoeft te willen en dat u blijft oefenen. Dan lukt het zeker weete.

Waarom ik een pil minder neem

pil minderBertje toch, zei mijn vrouw, ik weet niet of dat goed is. Ze belde de dokter en wat gebeurde er: de dokter zei dat ik misschien gelijk had. Dat ze op mij moest fertrouwen. Wat was er aan de hand?

Pillen

Ik heb dus nou een poos artroosie. Daarfoor heb ik een pil en ook mobiele brokjes en nou kan ik weer spelen en de trap weer lopen dus dat is goed.
Alleen toen kreeg ik ook weer een aanval van het groonies alfleesklier. Dat komt en het gaat wegens dat het groonies is. Het is een moeilijk gefoel. Ook met buikpijn. Dus toen kreeg ik een tweede pil erbij en dat was superspul, binnen een uur foelde ik me beter. Dan eet je lekkerder. Je slaapt beter.

Weer mezelf

Dat groonies gaat heel langzaam weg. Die pil helpt. Aaien helpt. Rustig-aan doen helpt. Slaape.  Steun van Boofe helpt. En dan duurt het gewoon zolang het duurt.
Mijn vrouw zei deze keer was het ongeveer twee maanden en dat ik nog bezig ben langzaam ferder weer mezelf te worden.

Vertrouwen

Op een dag van forige week kreeg ik weer de medisijnsnek met de tweede pil. Uit mezelf kwam een diep weten van eet een beetje.
Dus ik at de helft van de snek op.
Mijn vrouw zag er meteen raar uit in haar gezicht. Ik kreeg een andere smaak, ik hoefde het het, weer een andere smaak, hoefde ik ook niet.
De dag erna wist ik van eet een klein beetje.
Dus ik at de helft van de helft van de snek op.
Mijn vrouw moest nadenken.
Ze belde de dokter.

De dokter zei dat ik dat eerder had gedaan dat ik uit mezelf met een pil stopte en dat mijn vrouw op mij moest vertrouwen en moest afwachten wat er gebeurde.
Dus die ene pil kwam niet meer.
Wat gebeurde er?

Niks.
Ik foelde me gewoon. De buikpijn bleef weg. Ik had de pil dus niet meer nodig en ik wist dat, heel diep van binnen.
Misschien is het instink van mijn oer, dat kan best.

Opmerking mevrouw Bert
Het gaat hier om een halfje Cerenia dat Bert kreeg. Ik had net een stapel dozen als voorraad gekocht toen Bert zijn besluit nam. Dus als hij een terugval had gekregen, was er genoeg.

Waarom kijken is ook spelen is, echt waar

spelenHet kan komen door mijn pillen of door mijn brokjes van de dokter, maar de laatste tijd speel ik elke dag. Ik wil elke ochtend spelen en ook elke afond en ik speel op mijn manier dat is ook met kijken.

Aksie

Soms zegt mijn vrouw: “Steek eens een pootje uit, Bert.” Want we spelen saame en ik heb ontdekt dat zij op de ene manier speelt en ik op de andere manier en dan gaat het vaak saame en soms is het anders. Zij denkt, spelen is aksie. Dat ik achter de muis ren of met mijn poot tegen de muis sla of met mijn tanden bijt of wat dan ook.
Ik weet, kijken is ook speele. Dat ga ik nou uitleggen.

Muis

Wat ik nou het leukste find speele is muis aan de hengel.
We gaan dan naar waar ik altijd met mijn krant scheur, daar kan ik het beste spelen.
Ik ga zitten.
Zij ook.
Dan begint de muis te loope. Ik weet best dat het door de hengel komt en dat mijn vrouw die beweegt maar ik kijk alleen naar de muis daar gaat het om.

Die loopt ofer de krant.
Soms zit de muis onder de krant dan bibbert hij en dan foel ik spanning mijn staart is dan ook anders en ik zit en ik kijk en ferder weet ik niks meer.
Wat nou, wat nou.
De muis springt op de rand van mijn doos en dan istie weg en daar istie weer. Ik zit en kijk en dat duurt een hele tijd wegens dat de spanning in mij aan het groeien is en dat is een aapart gefoel het is van binnen en je kunt het ook aan me zien zegt mijn vrouw maar daar gaat het niet om.

Kijken

Dat gefoel van spanning groeit en groeit en dan opeens BAM zet ik mijn poot op de muis. Of ik doe HAP en dan heb ik de muis. Ik rol met de muis. Ik zet mijn andere poot er ook BAM op. Dan heb ik gewonnen.

Maar de muis ontsnapt en soms moet ik dan weer kijken en dan heb ik steeds meer spanning van binnen foordat ik wat kan doen.
Dus ik wil zeggen spanning hoort bij het speele, het is ook speele, het is ook superfijn en een pootje meteen uitsteken dat kan gewoon niet, ik hoop dat iedereen dat nou snapt. Kijken is ook speele.

Toby en zijn gefoel over katten

kattenWoef! Hallo allemaal, dit is mijn tweede keer hier op de blog. De eerste keer was heel goed gegaan. Daar vertelde ik dat een hond ben en dat mijn broer Kater Bram is. Toen kwamen de vragen. Oe bal, bal, bahhal. Ik wil snacken. Zie je mij? Zie je de bal?, ik wil snacken. Doe er maar veel koekjes in want die heb ik nodig.

Waar was ik? Oja, de vragen. Ik ben een hond, hoe zit dat met katten? Hoe denk ik erover en wat is mijn gevoel erbij. Dat zijn natuurlijk serieuze vragen want er zijn mega veel honden die achter katten aanrennen, plagen, soms zelfs pakken en bijten. Maar bij mij is dat niet zo. Ik zal de vragen beantwoorden, gaan we daarna dan naar buiten? Jaaa??? Er zijn nieuwe geurtjes en daar wil ik heen. Oh en ik moet ook nog even langs het parkje naar mevrouw schaap voor koekjes. De vragen.

Pup

Hoe ben ik met katten?
Ik klets graag tegen ze en ik wil ze altijd graag begroeten. Dan ren ik naar ze toe en dan blaf ik. Maar misschien kan ik beter bij het begin beginnen waarbij ik een kat leerde kennen. Ik kattenwas een pup, een paar maanden oud toen ik bij Bram kwam wonen. Ik had nog nooit katten gezien. Waar ik woonde waren alleen maar honden. Toen ik voor het eerst bij Bram kwam vond ik hem er raar uit zien. Ik weet nog dat hij in de kamer stond en ik op de grond werd neergezet. Hij keek mij aan met één oog en begon te blazen. Nou ik heb dat nog nooit meegemaakt dus ik dacht dat hij mij begroette. Ik deed heel voorzichtig en ik liep naar hem toe om hallo te zeggen toen hij ineens een poot tevoorschijn haalde. Deze kwam mijn kant op en ik schrok best.
De eerste week was best lastig hoor want Bram liep telkens weg of die poot kwam weer. Volgens mij wilde hij geen vriendjes zijn. Elke dag deed ik voorzichtig met mijn ochtend groetje naar hem, net zolang totdat hij geen poot meer gebruikte. Na een lange tijd werd Bram makkelijker en kon ik hem beter begroeten. Het was nog steeds lastig maar beter dan eerst.

Broer en zus

En ineens komt mijn vrouw met Bram’s vrouw binnen lopen met een heel klein baby poesje. Nou, ik was kei blij, ik wilde meteen snoffen en kijken wie het is. Ik was wel een beetje voorzichtig hoor wegens dat katten anders kunnen zijn. Het is een meisje en ze heet Mila. Mila was helemaal niet bang van mij en ze kwam met haar snoet naar mijn neus om mij te snoffen. Dat kende ik helemaal niet. Mijn staart begon meteen te kwispelen en te draaien omdat ik heel blij ben. Spontaan gaf ik haar een lik op haar snoet. En ze deed helemaal niks! Geen blaas geluid, geen poot, alleen een raar soort grom geluid vanuit haar binnen. Nu weet ik dat het spinnen heet maar toen wist ik dat nog niet. En ze deed ook iets raars met haar pootjes. Die trappelde namelijk in de lucht. Alsof ze een bedje opmaakte zoals ik dat wel eens doe.
Nou, toen ging er een hele boel likken over haar snoet en toen wilde ik haar helemaal wassen en mooi maken en begroeten. Maar vooral ook kletsen tegen haar. Zij is mijn allereerste poezenvriendin en zusje want nu zijn we broer en zus. Dit is mijn ervaring met katten die nu mijn broer en zus zijn.

Katten buiten

kattenDan heb ik ook buiten katten. Daar is het best moeilijk omdat ik zelf heel veel te kletsen heb en altijd vrolijk ben. Dus zodra ik buiten ben ga ik blaffen en zeg ik goedendag. Mijn vrouw heeft een halsband met een lijn voor me zodat ik niet meteen achter andere katten aanren. Eerst wilde ik dat nog wel eens doen omdat ik meteen hallo wilde zeggen. De buurtpoes van tegenover was niet zo gediend van mijn snelle actie. Zij werd meteen boos en ze maakte zich groot. Ze gromde naar me en ze deed ook blazen. Dat was dus geen slimme zet van mezelf!
Maar ik kan het niet laten. Ik wil altijd vrolijk zijn en iedereen overal begroeten. Soms vind ik dat tussen honden en katten lastig te begrijpen. Want wij honden weten van elkaar dat we willen snoffen om zo elkaar te kunnen begroeten. Maar katten willen dat niet. Nou, niet allemaal. Sommige wel. Mila vind het heel fijn als ik haar een lik geef en goedendag zeg. Er zijn ook buurtkatten die helemaal niks doen, die niet eens naar me kijken. Misschien zijn ze in dromenland. Ik moet nodig naar mevrouw schaap met de koekjes want het is mijn tijd.

In de volgende blog vertel ik verder over de vragen en hoe het gaat. Voor nu koekjes en een fijne week!

Bibi en Filos over speelgoed en speel goed

speelgoed Bibi: kan jij goed zoeken
Filos: nou, als het beweegt wel
Samen vertellen dan maar

Meehelpen

Mevrouw Lieve Loesje maakte letters op de blog om samen te zoeken naar bezuinigingen. Als twee nieuwkomers hier willen wij graag meehelpen.

speelgoed
Bibi

Kom Bibi we gaan zoeken. Zoeken naar bezuinigingen. Weet jij hoe ze eruit zien of hoe ze ruiken. Ik weet het niet maar laten we maar beginnen met overal te kijken en te snuffelen. We rennen gewoon door het hele huis. Wie weet komen we ze dan tegen. Hopsakee, we roetsjen over de tafel, de bank en de stoelen. We kijken in kastjes. Gluren onder de bank. We zien alleen maar balletjes en muizen. Speelhengels en speelslierten.
In het touwtje van de speelhengel met veren zitten knopen. Is dat een bezuinigings-iets? De hengel was kapot. Maria-mens heeft het weer gemaakt en niet meteen een andere gekocht. Ik vind het flauw, zegt Bibi. Dit is niet echt wat mevrouw Lieve Loesje bedoelt volgens mij.

Dozen

speelgoed
Filos

We hebben kartonnen dozen waar we mee kunnen spelen. Een doos om in te springen. En een doos die lijkt op een tunnel. Daar kunnen we doorheen rennen, maar ook onder kruipen en je verstoppen. Dát is misschien wel een serieus ding. Wij zijn jong en speels en willen steeds iets anders om mee te spelen, maar we hoeven niet persé nieuw speelgoed om goed te kunnen spelen. Een papieren zak of een doos is ook heel leuk.
We hebben ook een echte tunnel uit de winkel. Eentje van stof. Een super ding. Wij rennen er razend snel doorheen. We kruipen er halverwege in of uit. Bibi doet acrobatische kunsten ermee. Ze springt dan óp de tunnel. De tunnel veert mee en zo duikelt ze koppeltje met de tunnel om zich heen. Hij is heel stevig. Duurzaam noemt Maria-mens het. Die maken we niet snel kapot.
Maar het allerliefst spelen we samen met het Maria-mens op de grond. Ze legt dan een stuk dun papier neer. Neemt een stokje met sliert of een muis eraan. Daarmee beweegt ze heel zachtjes onder het papier. Het ritselt. Meow! Is dat even spannend. Wij staren ernaar van een afstandje. Sluipen naderbij. Dan ssjoeff erop af. Met een grote sprong, poten in de aanval en hebbes! Gevangen die muis. We rennen met de muis in onze bek door de kamer. Dan ritselt het opnieuw onder het papier. Nog een muis? En weer één en weer. Het papier-spel zouden we de hele dag wel kunnen spelen.

Warm

Spelen met elkaar maakt blij en warm van binnen. Het is niet duur maar toch heel kostbaar. En je hoeft er niet op te bezuinigen.