In tegenstelling tot het algemeen gangbare idee dat katten graag hoog zitten, wenste Bert laag te blijven. Hoger dan de vensterbank hoefde voor hem niet. En ik dacht, misschien is dit een kwestie van wennen, hij woont pas drie jaar hier, iedereen heeft een eigen tempo, wie weet wat er morgen gebeurt.
Daarom bleef het kattenmeubel op de slaapkamer staan waar het stond.
Elke ochtend wandelde Bert langs het meubel, of het er niet was. Ging hij ’s avonds mee naar bed, dan leek het meubel ook onzichtbaar voor hem.
Een kater met principes.
Beleefd
Inmiddels ook een kater met meer zelfvertrouwen, want daar hadden we samen flink aan gewerkt. Veel spelen, vaak winnen, complimenten, een basis-diploma huiskater. Onzeker was hij nog steeds, vooral bij iets nieuws, maar wat hem vertrouwd voorkwam, kon hij steeds beter en gemakkelijker aan.
Heerlijk om te zien, en ik werd er ook een beetje hoogmoedig van. Alsof ik dit teweeg had gebracht, en het niet Berts eigen moed en durf waren geweest.
Daarom hield ik vast aan dat meubel. Maand na maand, jaar na jaar, ik wees ernaar, ik klopte er enthousiast op, ik vertelde er verhalen over, als het had gekund met de afmetingen, was ik er ter demonstratie zelf in gaat zitten.
Bert luisterde aanvankelijk belangstellend, en toen ik doorging luisterde hij beleefd. Dan keek hij me aan en dacht intussen aan iets anders. Misschien aan zijn krabpaal beneden, die in zekere zin toch ook een meubel was, en daar had ik het niet over. Of aan het delen van meubels, we lagen samen op het bed en op de bank, en dan zou hij nu opeens in een kattenmeubel moeten gaan liggen in zijn upje, dankubeleefd, geen zin in.
Geleidelijk besefte ik dat ook Bert, de grote lieve knuffelkater, zijn eigen katerman-mysterie had. Onder zijn meegaandheid was, juist door het gegroeid zelfvertrouwen, het besef gekomen dat hij het recht tot weigeren bezat. En dat deed hij op zijn eigen zachtmoedige wijze, waarin hij volhardde. Nodig was dat wel, want ik bleek langzaam van begrip.
Foto
Pas na twee jaren van vragen en uitleggen, en bij de aanblik van het beleefd luisterende katergezicht, begon ik te begrijpen dat Bert geen zin had en geen zin zou krijgen in het kattenmeubel. Toen ruimde ik het op. Wel maakte ik pro memorie beneden een foto van Bert bij een deel ervan. Dat vond hij wèl goed.
En eerlijk waar, zonder dat meubel oogde de slaapkamer een stuk ruimer. Gezelliger ook. “Je had gelijk, Bert,” zei ik de eerste avond na het opruimen. Bert knorde tevreden. 100 punten voor de huiskater.