Joep denkt na over Kerssemus

Deze week heb ik precies één keer in ‘t zonnetje kunnen liggen. Dat was dinsdagmiddag, precies een haf uur lang.
Toevallig lag ik ook nog op de goeie plek, in de vensterbank in de slaapkamer omdat ik net klaar was met m’n straatcontroledienst, dus ik kreeg de volle laag. En ik moet toegeven, het leek wel weer even voorjaar. Temperatuur was prima, en na m’n lunch en een dutje ben ik heerlijk gaan wandelen. Maar toen was de zon alweer weg…
‘t Schijnt dat ‘t bij het einde van ‘t jaar hoort, want m’n personeel hoor ik over ‘de donkere dagen voor kerstmis’. Ja, buiten. Want binnen branden allemaal kleine lichtjes in de kersemusseboom, en staan er kaarsjes die ze met een knopje op de onderkant kunnen aanzetten. O, en ook weer uit natuurlijk, als ze gaan slapen.

Buitendienst

Jammer genoeg heb ik de zon de rest van de week niet meer gezien. ‘t Was grauw en grijs, nat, en woensdag ben ik zelfs bijna uit m’n jas gewaaid toen ik de tuin uit wilde wandelen. WOESJ! Wind mee ‘t achterpad af was een makkie met de wind onder m’n staart maar ja, ik wilde natuurlijk ook wel weer een keer terug naar huis, en dat viel echt niet mee.
Gelukkig liggen alle blaadjes die van de bomen afgewaaid zijn nat langs de stoeprand, dus die vliegen niet meer rond zoals ze een tijdje geleden nog deden. Maar m’n haren, die op de heenweg recht overeind waren gewaaid, lagen allemaal plat toen ik weer thuiskwam. Poot voor poot heb ik uiteindelijk de voordeur weer bereikt, snorharen plat tegen m’n wangen. Ik was eigenlijk wel blij dat ik deze week straatcontrole vanuit de vensterbank had, want met dit weer buitendienst hebben was écht he-le-maal niks.

Kerssemus

En nou schijnt ‘t volgende week eindelijk kerssemus te zijn. Ik hoor m’n personeel over een witte kerst die er dit jaar waarschijnlijk echt niet gaan komen. Tenminste, niet waar ik woon. En dat vind ik best wel jammer, want van de buurtkatten heb ik gehoord dat het dan buiten helemaal wit is, en dat het een leuk geluid maakt als je er overheen loopt. ‘t Schijnt alleen wel koud te zijn aan de poten als je te lang buiten bent en je laat sporen na, dus iedereen kan zien waar je bent geweest. Wat m’n vrienden daarmee bedoelen weet ik niet, maar ze mauwden dat ik dat wel zou snappen als ‘t ooit nog ‘s wit gaat worden buiten.
Ik weet nog wel dat ik vroeger, toen ik vorig jaar nog huiskitten was, ineens door Senior op z’n arm mee naar buiten werd genomen omdat er allemaal witte dingetjes uit de lucht vielen. We hebben toen een tijdje buiten gestaan, en als ik omhoog keek zag ik allemaal wit spul uit de lucht vallen waar ik naar kon happen. Dat was heel leuk, want ik kon ze ook met m’n pootje vangen. Maar als ik ze dan te pakken had was m’n poot nat en dat spul weg. Echt, geen spoor meer van te vinden.

Doos

Het is nu ook de tijd dat m’n personeel niet meer zo vaak buiten op jacht gaat. Ze zijn gisteren nog geweest, en kwamen met een tas meer vangst terug dan ze normaal gemauwd doen. Want ‘t schijnt zo de laatste dagen voor kerssemus heel erg druk te zijn in de gebieden waar tweebeners jagen op eten, dus ze zorgen dat hun eigen voorraadkast gevuld is en dat ze tot volgende week genoeg in huis hebben. Mijn eigen voorraadkast zit nog lekker vol, dus daar hoef ik ook niet achteraan.
‘t Is zelfs zo dat er in een doos extra eten en lekkers voor andere dieren zit, die niet het geluk hebben dat ze een eigen huis met personeel hebben, zoals ik dat heb. Die wonen nu nog in een groot huis met allemaal andere dieren, en zitten te wachten tot er eindelijk personeel beschikbaar is. En ik hoop dat ze heel snel een eigen huis vinden, waar ze net zo gelukkig kunnen worden als dat ik ben.

Hulp

Uit die doos gaat ook eten naar tweebeners. Niet om zelf op te eten, maar om aan diertjes te geven die niet samen in zo’n groot huis wonen maar elke dag buiten zwerven en ‘s nachts een warm en droog plekje moeten zoeken om veilig te kunnen slapen. Want die zijn er ook nog steeds, hoewel ik ze in mijn buurt nog nooit ben tegengekomen. Al m’n vrienden en ik hebben een eigen etensbak, een lekker warm mandje en een eigen voor- en achterdeur om naar terug te gaan. We boffen. Dus m’n personeel en ik vinden dat ook de dakloze diertjes geholpen moeten worden en rond de kerst juist nog meer dan in andere maanden. Want uit eigen ervaring weet ik dat er in dit seizoen weinig muizen te vinden zijn. En slapen met een knorrend buikje is niet goed.
Dus misschien kun je ook aan je eigen personeel mauwen of ze een paar blikjes, zakjes of snoepjes extra kunnen jagen als ze nog op pad moeten, voor al onze onbekende vriendjes die ‘t minder goed hebben dan wij zelf. Omdat het bijna kerssemus is en extra extra lief zijn voor elkaar schijnt er dan bij te horen.
Maar eigenlijk zouden we het hele jaar ook aan anderen moeten denken, of het nou tweebeners, blaffers, piepers, fluiters of mauwers zijn. Met elkaar delen is fijn, ook als je niet kunt zien dat je een ander heel blij maakt met iets dat je zelf kunt missen.

Ik hoop dat jullie een paar hele mooie kerssemusedagen hebben met iedereen die je lief is. En steek ‘s een poot, vleugel of hand uit naar anderen, die je al een tijd niet meer gezien hebt. Dan kunnen we proberen om er SAAME voor iedereen, met elkaar, een mooiere wereld van te maken.

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Wat ik kan met de nachtknuffel

Het is dus zo, ik slaap beneden als het nacht is en mijn vrouw slaapt boofe in de kamer daar. Dan heb ik ook rust in mijn kop weeges er gebeurt helemaal niks. Of bijna niks.

Want elke nacht komt ze een keer naar beneden om naar de badkamer te gaan. Dus dan loopt ze de trap af en dat hoor ik, dus als ze in de kamer staat dan ben ik wakker ook weeges omdat ik weet wat er komt.
Dat is de nachtknuffel.

Nacht

Hoe het kan dat weet ik niet maar wel dat alles anders is in de nacht. Ik ben ook anders. In mijn kop is het helemaal stil en rustig en mijn gefoel is zacht.
Ze komt bij me zitten en dan begint het aaien. Met liefe woordjes. En ik find het allemaal goed en fijn, ook met twee handen aan mijn lighaam en dat ze mijn zijkant gaat kussen en dat ze haar gezigt in mijn vagt stopt, ik ga knorren en een beetje rollen. En ik wil dan ook ofer mijn kop. Hoe het kan weet ik niet, maar alles is fijn. Toen ik hier pas woonde, deed ik niet aan de nachtknuffel, ik wist geeneens dat zoiets kon.
Dan ga ik mee naar de badkamer. Het is best donker maar we weten de weg. En daar komt weer een knuffel die hoort er ook bij.
En de knuffel erna in de huiskamer ook.

Ochtend

Alleen bij erna dan foel ik opeens genoeg. Dus dan sla ik eefe met een pootje of ik hap in een hand.
Nou dan houdt ze op en dan ga ik een brokje eete, zo eindigt dan de nachtknuffel, die is heel fijn en ik kan dan gewoon meer dat zei ik al, maar genoeg is genoeg, dat is ook weer zo.

Ik ga dan weer slapen. Tot ik uit de slaapkamer een geluid hoor, dat is de wekker, en dan ga ik naar boven, ik doe dan de ochtendknuffel maar die is anders weeges het is oferdag, dan is alles anders en ik dus ook.

Toen Bert zijn poot dwars zette (11)

In tegenstelling tot het algemeen gangbare idee dat katten graag hoog zitten, wenste Bert laag te blijven. Hoger dan de vensterbank hoefde voor hem niet. En ik dacht, misschien is dit een kwestie van wennen, hij woont pas drie jaar hier, iedereen heeft een eigen tempo, wie weet wat er morgen gebeurt.

Daarom bleef het kattenmeubel op de slaapkamer staan waar het stond.

Elke ochtend wandelde Bert langs het meubel, of het er niet was. Ging hij ’s avonds mee naar bed, dan leek het meubel ook onzichtbaar voor hem.
Een kater met principes.

Beleefd

Inmiddels ook een kater met meer zelfvertrouwen, want daar hadden we samen flink aan gewerkt. Veel spelen, vaak winnen, complimenten, een basis-diploma huiskater. Onzeker was hij nog steeds, vooral bij iets nieuws, maar wat hem vertrouwd voorkwam, kon hij steeds beter en gemakkelijker aan.
Heerlijk om te zien, en ik werd er ook een beetje hoogmoedig van. Alsof ik dit teweeg had gebracht, en het niet Berts eigen moed en durf waren geweest.
Daarom hield ik vast aan dat meubel. Maand na maand, jaar na jaar, ik wees ernaar, ik klopte er enthousiast op, ik vertelde er verhalen over, als het had gekund met de afmetingen, was ik er ter demonstratie zelf in gaat zitten.
Bert luisterde aanvankelijk belangstellend, en toen ik doorging luisterde hij beleefd. Dan keek hij me aan en dacht intussen aan iets anders. Misschien aan zijn krabpaal beneden, die in zekere zin toch ook een meubel was, en daar had ik het niet over. Of aan het delen van meubels, we lagen samen op het bed en op de bank, en dan zou hij nu opeens in een kattenmeubel moeten gaan liggen in zijn upje, dankubeleefd, geen zin in.

Geleidelijk besefte ik dat ook Bert, de grote lieve knuffelkater, zijn eigen katerman-mysterie had. Onder zijn meegaandheid was, juist door het gegroeid zelfvertrouwen, het besef gekomen dat hij het recht tot weigeren bezat. En dat deed hij op zijn eigen zachtmoedige wijze, waarin hij volhardde. Nodig was dat wel, want ik bleek langzaam van begrip.

Foto

Pas na twee jaren van vragen en uitleggen, en bij de aanblik van het beleefd luisterende katergezicht, begon ik te begrijpen dat Bert geen zin had en geen zin zou krijgen in het kattenmeubel. Toen ruimde ik het op. Wel maakte ik pro memorie beneden een foto van Bert bij een deel ervan. Dat vond hij wèl goed.
En eerlijk waar, zonder dat meubel oogde de slaapkamer een stuk ruimer. Gezelliger ook. “Je had gelijk, Bert,” zei ik de eerste avond na het opruimen. Bert knorde tevreden. 100 punten voor de huiskater.

Mila maakt thuis beebieplantjes

Lieve allemaal, het is zo heel erg miezerig oferal. Zelf vind ik daar niks aan want ik heb het liefst de zoomer of de lente waar je buiten kan zijn bij de plantjes.

Dat je lekker frisse lucht kan opsnoffen terwijl je in de stoel buiten ligt. Of ergens tussen de plantjes want dat kan natuurlijk ook nog. Ik mis de zon best wel zo heel veel. En het duurt nog even voordat hij terug komt van ze vakanzie naar de andere kant. Ik stond op ze vensterbank naar buiten te kijken. Het was op de bovenverdieping want daar zie ik alles zo heel veel beter. Als ik naar buiten kijk zie ik alles en dan bedoel ik ook alles.

Idee

Ik zie de mensen lopen met hun viervoeter. Ik zie de huizen verderop in de straat, er staan autoos en fietsen. Ik zie ook de fogels in de boome zitten. Normaal zie ik alleen de struiken voor het huis of de schutting in de tuin.
Maar op de bovenste verdieping kan ik zo heel erg ver kijken en dat vind ik heel spannend. Ik zit er graag net als dat ik graag naar de visjes kijk. Alleen is het zo dat er nu geen volle struiken meer staan, ze zijn kaal aan het worden door het weer. Dat gaat zo elk jaar en elk jaar vind ik het zo heel jammer dat de blaadjes en bloemetjes weggaan.
Het bracht me op een idee! Wat nou als ik zelf eens plantjes of bloemetjes een ga zaaien maar dan binnen. Bij mij in huis is het lekker warm en ik denk dat de plantjes dat wel zo heel erg fijn vinden.

Plantjes

Ik ging meteen naar mijn vrouw toe. Het ging met zo heel veel miauws en tetters zo van: ‘meh meh meh’. Mijn vrouw noemt het de kleine schaapjes tetter omdat die dat ook doen zo van meh. Ik ben een poesedame en geen schaapje maar ik vind het wel zo heel schattig klinken. Alleen ik had een zo heel ander doel met mijn tetter.
Na wat knuffels, kusjes en woordjes heb ik mijn vrouw verteld over mijn idee met de plantjes. Natuurlijk vindt mijn vrouw dit een goed idee want zij houdt ook zo heel veel van plantjes. Ik zal eens even kijken wat ik nog heb liggen zei mijn vrouw. Ik liep achter haar aan de zolder op. Meh meh kwam er zo inees uit. Ik vind saame dingen doen zo heel gezellig. Mijn vrouw was aan het rommelen op de zolder maar kon niks vinden. Ik ging aan de andere kant rommelen en toen zag ik ies. Ik ging meteen mauwen zo van: Hier! Hier is het!

Kweekbak

Mijn vrouw kwam naar me toe: Goed zo meisje! Ik had de kweekbak gefonnen en nou kan ik plantjes maken. Ik tetterde de hele tijd meh meh omdat ik zo heel blij was. Mijn vrouw ik liepen naar het kleine kamertje met de kweekbak. Daar zette we het neer. Ik deed zo eerst eefe een kontroole om te kijken alles er was. Een bak en een deksel voor erop. Dat was er. Nu moet er natuurlijk grond in, aarde. Aarde voor de zaadjes en natuurlijk de zaadjes. Ik wist niet eens of we nog zaadjes in huis hadden. Maar na een tijdje zoeken vonden we aarde in de schuur en zaadjes in de keukenla.

Daar gingen we dan. De bak ging eerst op tafel staan. Daar ging de aarde in en de aarde deden we verdele door de hele bak. Met mij pootjes deed een beetje trappelen zodat de aarde er goed in zit. Daarna kwamen er mini gaatjes in de aarde. Mijn vrouw deed dat met een stokje. Er zijn tien gaatjes gemaakt en in die gaatjes zijn de zaadjes gestopt. Nu kwam het belangrijkste. De zaadjes moesten weer een dekentje hebben van aarde dus ik moest met mijn pootjes weer op de aarde trappelen.
Ik vond het zo heel erg spannend want nou hebben we beebieplantjes gezaaid.
Ik deed het trappelen zo heel erg voorzichtig zodat de zaadjes lekker warm zitten. Er moet ook nog water bij maar eerst deed ik nog eefe een laatste kontroole van de aarde. Ik snofte een keer, voelde met mijn pootje of de aarde goed was en ik deed de deksel eefe kontroolere of die ook klaar was. Alles zag er zo heel goed uit. Nu was het dan tijd voor water. Er ging een zo heel klein beetje water bij de zaadjes en daarna deden we de deksel erop. Nu gaan de zaadjes eerst lekker warm slaape en als ze wakker worden dan gaan ze inees zo heel hard groeien.

Mooi

Ik hoop dat ze zo heel mooi gaan worden en heel groot en heel sterk. Als het zover is dan laat ik dat zeker eefe zien want dat vind ik zo heel erg mooi.
Voor nu geef ik iedereen een zacht neusje en tetter ik mee voor alle liefde in de wereld.

Poot getekend, mienister van zachte zaake,

Milamuis

Belle en het verhaal van de muizen

Hallo allemaal, hier Belle, vandaag mag ik jullie het verhaal vertellen over muizen.
Wij, Moby, Dopey en ik vangen heel graag muizen.
Dat is echt onze grootste hobby… zoooooo leuk om te doen.

Onze vrouw

En hebben we een muis gevangen dan moeten we dat natuurlijk ook aan onze vrouw laten zien. Maar ze is er echt waar niet altijd blij mee omdat we ze heel graag mee naar binnen willen nemen.
Want zeg nou eerlijk zoiets moois en lekkers laat je niet zomaar buiten liggen.
Vrouw zegt altijd dat ze aan ons doen en laten zien of we een muis hebben of niet.Dus we proberen ons zo gewoon mogelijk te gedragen als we met de muis in onze bek naar binnen gaan. En dat lukt best goed hoor.
Ik, Belle, heb een keer een muis mee naar binnen gebracht en in de keuken los gelaten… vrouw had het niet in de gaten, hihihihihi.
Maar het muisje zat in ene keer vast tussen boven in de lamp ze was echt waar zooooo snel. Dus ik de lamp in de gaten aan het houden en tja toen had vrouw het ook in de gaten.
Ze vroeg nog: ‘Belle wat zit je toch naar boven te kijken’ en toen keek de muis net naar beneden en vrouw gaf een gil.
Maar ja hoe krijg je een muis daarboven weg? Vrouw de ladder erbij en een emmertje onder de lamp gehangen zodat de muis erin kon springen.
Het was wachten, wachten en nog eens wachten. Toen heeft vrouw de lamp los gemaakt van het plafond en wat we toen zagen?
Helemaal niks… de muis was verdwenen. We hebben hem ook nooit meer gevonden!!!

Onhandig

Onze Dopey heeft een muis mee naar binnen gebracht en rende daarmee meteen naar boven. Vrouw erachter aan en de muis gevangen.
Wij blijven dan ook altijd kijken hoe ze dat doet… nou zo onhandig jullie willen het niet weten. De muis met de veger op het blik en dan met de veger de muis vast houden. We konden haar al verteld hebben dat het niet goed zou gaan maar goed ze is nogal eigenwijs hoor.
Onder aan de trap verschoof de veger van het het blik en zag de muis kans om er tussenuit te gaan… hup de keuken in en natuurlijk met ons erachter aan. De muis was erg slim en kroop achter het gasfornuis en de koelkast… vrouw alles aan de kant geschoven maar helaas geen muis. Vrouw valletjes gezet maar het was toch wel een hele slimme muis (dat wist Dopey natuurlijk ook niet vantevoren) hij trapte er niet in.
Het heeft 4 dagen geduurd en eindelijk op een avond kwam de muis tevoorschijn en onze held Dopey heeft hem gevangen en klem gezet.
Vrouw heeft toen maar en doosje gepakt en de muis erin gezet en voren tussen de struiken vrij gelaten.

Lekker

Onze Moby is een heel ander verhaal, hij vangt ook graag muizen maar vindt ze ook erg lekker.
Zo zat hij voor het keukenraam met een muis in zijn bek. En omdat vrouw het keukenraam niet open wilde maken slikte hij de muis gewoon helemaal af.
Alleen het staartje hing nog uit Moby´s bek.
Wij dachten echt dat vrouw flauw zou vallen zooooo vies vond ze het.
Maar dat was nog niks want een paar dagen later zat Moby in de tuin op het gras en was aan het kauwen.
Vrouw had het gezien en riep naar Moby maar ja hij had geen tijd.
Dus liep ze naar hem toe en boog over hem heen.
Meteen begon ze weer van die rare geluiden te maken en wij dachten jaaaaaa daar komt een haarbal. Ze kon nog net zeggen bahhhhh Moby.
Onze Moby had het kopje van de muis afgebeten en zat dat lekker op te smikkelen. Vrouw heeft toen, met heel veel rare geluiden makend het lijfje van de muis begraven in de tuin.

En nu begrijpen jullie waarom onze vrouw niet wil dat wij muizen vangen.
Maar of ze het nu wil of niet wij blijven het gewoon doen omdat het zo leuk is.

Liefs Belle, Moby, Dopey