Joep heeft een groot succes

Van m’n moeder, die nog altijd op het platteland woont, had ik al jong begrepen dat ik later muizen zou gaan vangen. Omdat dat nou eenmaal iets is wat katten doen, als ze de kans krijgen. Jagen zit in onze natuur en dat krijgt niemand er uit. En muizen vangen, daar schijnen tweebeners niet zoveel moeite mee te hebben omdat de meesten geen fan van die diertjes zijn. Maar vogeltjes, da’s een heel ander verhaal. Daar kan ik beter van af blijven volgens m’n personeel.

Babykitten

Dus dat ik later ook muizenvanger zou worden stond eigenlijk al vast toen ik geboren werd. Maar hoé ik dat zou moeten worden, dat heb ik nooit van m’n moeder geleerd. Ze mauwde alleen dat als ik daar klaar voor was, ‘t vanzelf wel zou komen.
Als babykitten was ik best wel goed in pootballen, dus toen ik wat groter werd heb ik nog even overwogen om me aan te melden bij het Nationale Kattenteam voor een opleiding om professioneel pootballer te worden in plaats van muizenvanger, maar ik kwam er al snel achter dat zoiets helemaal niet bestaat. En wat moet je dan met je jonge kattenleven, behalve eten, drinken, dutten en spelen? Daar is natuurlijk helemaal niks mis mee, maar als opgroeiende kitten wilde ik toch meer uit m’n leven halen om ergens op terug te kunnen kijken als ik later Seniorkat zou zijn.
En muizenvanger zou zeker hele mooie verhalen kunnen opleveren om aan volgende generaties kittens door te mauwen.

Ik begon binnenshuis alvast te trainen om m’n speelgoed te besluipen en te grijpen en dat leek bijna vanzelf te gaan, precies zoals m’n moeder gemauwd had. Misschien was ik klaar voor het échte werk. Ik wilde als kitten ook eigenlijk gelijk al naar buiten. Urenlang heb ik in de vensterbank gelegen en voor de buitendeur gezeten, maar m’n personeel mauwde met de nodige gramaticafouten dat ik eerst ‘geholpen’ moest zijn voordat ik de buurt mocht verkennen. En wat ze daarmee bedoelden begreep ik pas tegen het eind van de winter…
Nadat ik nog een maandje binnen was gebleven zwaaide op een mooie dag de tuindeur wijd open en mocht ik eindelijk naar buiten. Mét personeel, maar zonder de lijn met m’n tuigje. En ik moet zeggen, ik vond het best wel een beetje eng hoor, ik schrok van alles dat bewoog en ik moest wennen aan de geluiden en geuren om me heen. De tuin was wat mij betrof al groot genoeg om voorlopig mee te beginnen.
Maar al snel ontdekte ik het achterpad, helemaal vanaf de schuur van m’n buren langs de rest van het huizenblok. En daar kon ik heel hard rennen, om m’n conditie op te bouwen. Ik leerde klimmen op de schutting, m’n evenwicht bewaren op de plank die daar boven lag en ik begon op vliegen te jagen. Niet dat die écht lekker waren, maar ik kreeg ze wel te pakken…

Cursus

Al snel had ik de weg naar het weiland gevonden, en ik voelde gewoon dat daar muizen moesten wonen. Maar hoe ik die te pakken kon krijgen, daar had ik nog geen idee van.
Gelukkig wilde Luna Poes haar ervaring op FB delen, en ze bedacht de cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis?’ in 12 lessen. Daar heb ik heel erg veel aan gehad, en ik heb alle lessen ontelbare keren in het weiland geoefend. Ik wíst na de cursus gewoon dat ik het in me had om een hele goede Weilandmuizenvanger te worden, maar ik kon ze gewoon nergens vinden…
Even begon ik zelfs te twijfelen of ze wel echt bestonden. Maar het was te leuk om niet door het weiland te struinen, en van heel hard rennen door het gras kreeg ik een steeds betere conditie. Mocht ik ooit een muis tegen komen dan wist ik uit de cursus wel wat ik moest doen.
Maar ondanks de lol die ik in het weiland had, kwam ik na weken jagen nog steeds zonder muis thuis. En dat was best wel een flinke tegenvaller voor een aankomende Weilandmuizenvanger…

Samen

Gelukkig kreeg ik van mijn vriend Japie de uitnodiging om samen Zilte Zeemuizen te gaan vangen. En daar hoefde ik helemaal niet over na te denken, dus ik mauwde meteen dat ik graag wilde komen. ‘t Was precies wat ik nog nodig had, om met een ervaren jager in praktijk te brengen wat ik in theorie al van Luna Poes had geleerd.
Dat viel in ‘t begin best wel een beetje tegen. Als oudere kitten wilde ik te snel en te graag laten zien wat ik al wist, maar de ervaring van Japie leerde me vooral dat ik rustig en geduldig moest zijn om niet alleen te jagen, maar ook te vangen.
Het uiteindelijke succes van die middag met Japie heb ik in de vorige blog al gemauwd, dus daar weet je waarschijnlijk al van. Japie had er veel plezier in om zijn kennis ook te delen, en ik ben er trots op dat ik nu eindelijk ook muizen heb kunnen vangen.
Het duurde echt wel een paar dagen voordat ik na m’n Zilte Zeemuisavontuur weer met alle vier m’n pootjes op de grond stond en vol goede moed het weiland achter m’n huis weer in ging. Nu wist ik precies wat ik moest doen, maar vooral laten.
En het duurde dan ook niet lang voordat ik een echte Weilandmuis gevonden én gevangen had.

Vol trots liep ik het weiland uit, muis in bek, naar m’n personeel dat bij het hek stond te roepen dat het al ver na bedtijd was, en ik legde m’n allereerste Weilandmuis voor hun voeten. Ze begonnen bijna te juichen en huilen tegelijk, ik kreeg aaien en complimenten en natuurlijk moest Junior dit moment vastleggen met heel veel foto’s en filmpjes. Maar omdat het al donker was zijn die bijna allemaal mislukt.
Gelukkig heb ik er wel een mooi verhaal aan overgehouden om later, als ik een oude kater ben, te kunnen doorvertellen…

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep,

Allround Muizenvanger

De herrie-mannen in mijn straat

Op een dag werd ik wakker van keiharde geluiden in de straat en ik wist: nou zijn er mannen. Weeges vrouwen maken andere geluiden. En ze hebben niet van die schreeuw-stemmen.

Met herrie in de straat durfde ik niet meer in de fensterbank. Ik dacht dan zien ze me en wat dan, het was een gefoel van bang van nog froeger toen ik op straat moest wonen, oude gefoelens kunnen heel lang er zijn, dat weet ik zelf.
Dus ik bleef in de kamer.
Het was ook erge herrie. Er kwamen steigers vlakbij het huis, hele hoge en mijn vrouw zei niet tegen ons huis maar ik wist het helemaal niet zo zeker.

Pas ’s avonds toen ze weg waren durfde ik te kijken. Aan de oferkant waren de auto’s weg en daar stond nou een huis dat hadden de mannen voor zichzelf gemaakt. Dus daar gingen ze nou elke dag in wonen.
Mijn vrouw ging met ze praten en over de mannen telefoneren en meelen en toen wist ze dit duurt lang en als het lange voorbij is dan gaan ze weer weg. Wanneer presies weet niemand.

De eerste dagen bleef ik bang echt waar. Al die herrie, dat was gewoon te moeiijk. Alleen ik wist wel, de straat is ook van mij en als er zon is dan wil ik ook in de fensterbank kunnen liggen.
En toen gebeurde het zomaar op een middag.
Bijna alle herriemannen waren weg, dat hoorde ik. Er was nog een man, die hoorde ik lopen. En ik wist opeens van binnen, nou moet ik flink zijn en dat was ik want ik sprong gewoon in de fensterbank, keek, daarna liep ik naar mijn kussen en toen ik er zat keek ik naar die man en toen mijn vrouw riep “Bertje wat goed” keek ik naar haar en zo kwam ik op de foto.

Ik ben nou dus aan het oefenen met flink zijn. Veel herriemannen tegelijk kan ik niet. Eentje wel en misschien twee ook, of drie. Mijn erfaring is dat flink zijn betekent dat je moet oefenen en ook dat je steun van thuis nodig hebt en dat heb ik ook.

Leootje: Stan is alle dagen heel druk

Ajooo liefe allemaal!
Hier is Leootje weer fanuit de pragtege stat fan Den Haag!
De tweefoeters zijn druk geweest joh!
Se hebbe feel spulle in kratte meegenoome smorreges heul froeg en se kwaame sonder spulle en heelemaal moe laat in de middag weer terug!
Fre der kaamer is ook bijna heelemaal leeg!
Geen plestiek en eelastiek meer op de gront en geen auwe sok meer om mee te speele.
Wij finde het saai.
Fre is tros op der eige en de tweefoeter sijn ook tros op haar weeges der kaamer is op-geruimt.
Ik ben toen se allemaal so druk aan het loope waare lekker in een leege krat gaan sitte gewoon omdat het kan.
En Chester sat lekker hoog in de krappaal weeges hij was bang dat se ginge struikele oofer hem.

Balkon

En de tweefoeters hebbe ook nog gedaan wat of te dat ik fan se froeg:
Se hebbe fanaf beneede het keuke-balkon gefootoograa-feert weeges ik wau jullie laate sien hoe of te dat se dat in mekaar hebbe geset foor ons!
We kunne nu gewoon op allebij de balkons!
En bij het keukebalkon sijn de tuine dus daar loope beneede andere katte en er sijn onwijs feel foguls!
Soms sitte we der allefier, soms doen we omstebeurt.
Tiga en Simon sijn fan de in-spek-zie en die sijn altijt elleke dag eefe op het balkon weeges de konterolle.
Se sijn heel blij dermee en omdat we een ekstera stukje fan het huis derbij hebbe is het nau groter en kunne we weer niewe liefelings-plekke maake foor ons-zellef.
As de balkondeur oope is weeges het reegent en het waait niet dan sit Tiga het liefste daar buite.

Niet alleen de tweefoeters waare druk.
Ik was ook druk weeges ik hat een interfiew geplent met alweer een inwoner fan het Katshuisch!
Deese keer wilde ik de kleine grappege Stan interfiewe weeges hij heeft heele inter-res-sante pootjes!
En het is egt heus waar een heele liefe knul, der sit geen kwaat in egnie alleen…
Hij… is … een … beetje.. Alle..Dagen..Heul..Druk!!
Toen ik klaar was met me interfiew kon je me opfeege egt heus waar!
Hoe dat kwam leese jullie hieronder.
Pak je snek, pak er nog één en ga lekker sitte en fermaak je met soofeel onsguldige blijtsgap.
Hier is… Stan de Man!

Stan

Leo:
Ajooo liefe Stan de Man!
Ik heb heeeel feel fraage aan jou.
Ga lekker sitte.
Ik mogt snoepies meeneeme uit de snoepiestrommel fan Ome Joop de Koning.
Wil je er ook een paar?

Stan: “Ja ja ja ja ja ja, snoepjes, ja ja, snoe, ja ja jajajajajajjaja”

Leo: Assebief!
Stan: “…..” (mond vol)

Leo:
Mijn tweefoeters segge se hebbe je footoos gesien fan toen je nog heeeel klein was en in de kitten opfang sat.
Wil je daar iets oofer fertelle?
So as:
Waar was je met wie en en wat is der gebeurt dat je naar de kittenopfang moest?

Stan:
“Ik was net geboren, geboren, net echt, geboren dus.
En nog zo klein, megaklein, echt heel klein, zo klein zelfs dat ik nog niet eens bij mijn moeder had kunnen drinken.
Dus miste ik de eerste, het allereerste drupje, zo lekker drupje moedermelk die zo belangrijk is tegen ziektes.
Ziektes ja, van die enge dingen.
Ziek zijn.
Niet leuk.
Ziek zijn.
Gelukkig was mijn broertje er ook.
Broertje. Lief broertje. “

Leo:
Wat was jouw naam in de kitten opfang?

Stan:
“Sambal hahahhahah, Sambal…Sambabal, Sambaballie.
We hebben wat gelachen over mijn naam.
Leuke naam. Grappige naam. Die naam.”

Leo:
Wat weet je nog fan de kitten opfang?

Stan:
“Ik ben een vrolijk ventje hoor.
Mij krijg je niet klein.
Ik zing vaak.
Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk.
Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk was ik nooit!
Hahahah.
Ken je dat liedje?
Is van Herman van Veen, van Alfred Jodocus Kwak.
Grappig die Kwak.
Alfred Jodocus Kwak.
Heel grappig. Zo vrolijk.
Echt heel vrolijk”

Leo:
….. ehm.. ok folleges mij dwaalt ie af..
Ehem. Stan, fent. Frientje.
Kijk eefe naar mij.
Hier ben ik. Ja goetso.
Follegende fraag:
Waarom ben je naar het Katshuisch gebrag?

Stan:
“Ik wil graag wereldkampioen op de 100 meter vrije muis worden, maar ik had kromme voorpootjes. Echt jongen, krom die van mij.
Niet normaal.
Krom als een rotonde.
Zo krom als een handboog.
Wil ik ook nog op; handboogmuizen.
En in het Katshuisch maken ze alles wat krom is weer recht.
Rechtdoor. Rechtop. Recht door zee.
Rechtsaf. Echt kei recht.”

Leo:
Weet je nog hoe dat ging?

Stan:
“Dat ging al best een tijdje hoor.
Eerst waren ze nog krom, lieten ze me slapen, stonden ze recht.
Bam! Ineens.
Keigaaf.
Maar mijn spieren, pezen en botten snapten nog niet echt wat er gebeurd was.
Die moesten nog wennen.
Zoals ik ook moest wennen.
Wennen duurt altijd veel te lang vind ik.
Wennen moeten ze eigenlijk verbieden.
Ja, verbieden dat wennen.
Ja. Nu zijn we een paar maanden verder en mag ik bijna in training voor het NK 100 meter muizen. Want eerst het NK, dan het EK en dan het WK.
Opbouwen noemen ze dat. Opbouwen duurt ook te lang.
Moeten ze ook verbieden. Ja. Verbieden.”

Leo:
Was je bang?

Stan:
“Ik heb het nu wel gehad hoor.
Dat mag ik je eerlijk zeggen. Ik ben altijd eerlijk trouwens.
Ik heb een hekel aan niet eerlijk. Eerlijk duurt het langst.
Maar mijn tweevoeter zegt dat ik nog heel even door moet zetten.
De laatste loodjes wegen het zwaarst zei ze me.
Nou, ook dat moeten ze verbieden; laatste loodjes.
Ik heb al een petitie online staan; No More Laatste Loodjes.
Tekenen zou ik zeggen. Met een handtekening.
Niet met een tekening van een boom of zo.
Of van een kat.
Hoewel ik plaatjes van katten altijd wel heel mooi vindt.
Wat vroeg je me ook alweer?
O ja. Klaar met mijn poten in het verband. Klaar.
Zoals een kip na twee uur in een braadpan. Klaar.”

Leo:
Folleges mij was tie niet bang, daar zei die niks oofer.
Het sal wel..
Nou heb ik trek in kip, potferdoorie..
Ennieweej.
Stan. Kijk me es aan, ja dat was een flinder.
Heel mooi.
Hier ben ik.
Folgende fraag kerel, we sijn bijna klaar.
Hoe hebbe se gesorreg dat jij je tuis-foelde?

Stan:
“Mijn tweevoeter is zo lief.
Ik ben op haar. En we knuffelen wat af hoor.
Heerlijk zoals ze door mijn haren strijkt.
Dat is dan ook het enige wat ze strijkt hhahahah.
Wat ben ik toch een grapjas.
Altijd alles van de zonnige kant in zien.
Zien is gaaf. Ben blij dat ik niet blind ben.
Mijn aangenomen broers en zus zijn dat wel.
Danny Blind, Yvonne Blind en Rob.
Zo blind als een vink. Of zijn die niet blind?  hmmm…moeilijk moeilijk moeilijk.”

Leo:
Wie fan de bewooners sijn je beste friende en waarom?

Stan:
“Gaaf. Gaver. Gaafst.
Ik vind ze allemaal gaaf. Ik lig ook gewoon met iedereen.
IEDEREEN.
Maakt mij niets uit wat ze van me vinden.
Ik vind hen namelijk altijd geweldig.
Ik speel vaak met Puck. Of met Rob.
Of met eigenlijk iedereen die ik tegenkom.
Maar mijn tweevoeter, daar knuffel ik het vaakst mee.
Heerlijk knuffelen! Knuffelen is gaaf, gaver, gaafst.”

Leo:
Doe jij feel speele en wat speel je dan?

Stan:
“Hou op, schei af. Speel je feel?
Man, ik leef ervoor.
Ik ben in topconditie ondanks dat ik wel veel last heb van mijn neusje.
Gek ding hoor, ik nies wel eens wat bloed.
Daarom stopte de tweevoeter afgelopen week een staaf erin.
Zo. Bam. In mijn neus.
Ze draaide het rond en heeft het opgestuurd in een speciale zak.
Ze zei dat ze wil weten wat er in mijn neus zit.
Dat vond ik raar.
Dat doe ik toch ook niet bij haar.
Daarom lik ik haar wel heel veel af, en ook in haar neus.
Wat je zaait zal je oogsten.
Toch? In mijn neus.
Hahahah. Soms ziet ze ze echt vliegen.
Weet je trouwens wie ook heeft gevlogen?
Puck, mijn vriendje.
Echt jongen, vanuit Spanje.
Gewoon bovenin de lucht.
Kei hoog. Zo hoog, ik zag hem niet eens.
Kan je nagaan. Zo hoog.”

Leo:
Wat heb je tog om je poote sitte!
Stan:
”VERBAND!!!!
Dat van die laatste loodjes. Zei ik je net toch?
Niet geluisterd? Of wellicht niet gehoord?
Want horen kan totaal iets anders zijn dan luisteren.
Ik kan bijvoorbeeld horen dat ik die muis niet mag vangen.
Maar dan luister ik niet. Snap je? Heb je ‘m door?
Hahahaha.
Ik ben weer zo grappig.
De grappigste thuis.
Ik kom niet meer bij met mezelf. Hahhahahaha”

Simon

Leo:
Maar waarom is dat en wat kan je ermee doen?

Stan:
“Oke, ik leg het je uit. Luister je?
In dat verband zit een brace.
Dat heeft ervoor gezorgd de afgelopen maanden dat mijn pootjes niet weer krom kwamen te staan. Nu zijn ze allebei geopereerd en zit er eigenlijk alleen nog steunverbandje om heen.
Mijn chirurg vindt het doodeng om me los te laten.
Snap ik wel, vrolijke vent dat ik ben.
Ze vindt me nogal druk omdat ik nogal hard ren.
Ik ren naar hier, ik ren naar daar.
Altijd voor zessen klaar.
Hhahaha.
Maar ik moet natuurlijk wel fit blijven voor het NK 100 meter muizen.
Dus ren ik gewoon door.
Maakt me niet uit wat ze zeggen.
Ik hoor ze wel, maar ik luister niet hahahhahahah.”

Leo:
Wat doen de tweefoeters foor jou?
Stan:
“Alles! Nie normaal nie.
Alles.
Ze zegt het niet, maar ik denk dat ik al zeker 8000 euro heb gekost hahaha.
Lekker hoor.
Ik ben het waard.
Meer dan waard.
Waardevol.
Mega waardevol.”

Leo:
Mijn tweefoeters segge 8000 is egt seerieus heul feel.
Assie wil hellepe weeges der sijn der meer so as Stan dan mag je hier kijke waar je je saksentje kan geefe:
https://www.katshuisch.nl/Steun-het-Katshuisch/

Wil jij nog een snoepie Stan?
Hier neem er meteen seeven. Assebief!
Omdat je het waart ben!
Ik neem er ook een stuk of 10, ik begin een beetje moe te worde.
Jee wat is dat joch druk!
We sijn bijna klaar.
Stan, kijk me aan.
Ja ik sag dat fogultje ook!
Kijk me aan, de laatste fraage, hou fol.
Komen se:
Ga je in de toekomst met bloote poote leefen of blijf het so?

Tiga

Stan:
”Nee man, ik ben nu echt bijna klaar.
Nog een week of drie denk ik en dan zie je mij met blote poten door de tuin rennen.
Lekker rennen! Ik hou van rennen.
Kan ik mijn energie kwijt.
Ik heb ADHD.
Zeggen ze. Hhahahah…Ik? ADHD?
Ik dacht het niet he. ADHD is voor katten die heel druk zijn.
Nou kan je veel van mij zeggen, kei veel zelfs, maar druk ben ik niet.
Wacht … ik ga even een stukje rennen.”

Stan rent door de kaamer en hij rent nog harder dan me doofe broer Simon astie de zoemies heeft.
Hij maak alleen wat meer hobbeltjes.
Wooowww!
Wat knap Stan!
Hoe foelt dat nau?
Ik fint het sooo knap dat jij dermee loope kan!

Stan: (hijgt)
“Man, noem jij dat lopen?
Ik noem dat rennen!
Als de wind, als een speer, als een aal.
O nee, die zwemt. Dat vind ik niks.
Zwemmen, mijn vacht helemaal uit de plooi.
Nee geef mij maar rennen.
Rennen met een hoofdletter R.
O, maar dat staat er ook. Hahahahahhah”

Leo:
Follegende week ga ik jullie tweefoeter Jan interfiewe.
Stan, heb jij nog een fraag aan Jan die ik hem stellen kan?

Stan: “Jazeker, ome Jan, gaan we de volgende keer weer via de Mac naar huis??
Vind ik altijd zo gezellig ome Jan.
Met pootjes in vers verband lekker door de curry van muisnuggets.
Dan kom ik niet meer bij. Whoehahhahah.”

Leo:
Sins wanneer heeft de Mék muisnuggets?
Tiga staat daar tog niet in de keuke?
Nouja, dat is een ondersoek foor de follegende keer.
Terug naar Stan.

Hey Stan!
Sulle we foordat ik gaa saame een spelletje doen?
Jij mag segge wat we gaan doen!

Stan:
“Rennen!!!”

Leo:
Ik doe mee!

Chester

Stan:
“Ik versta je niet!! Ren eens door!”

Leo:
Wooooaoaoaaaaoooowwww dat was mijn interfiew met de snelle Stan de Man.
Soodeknetter wat is die gooser DRUK en snel afgeleit.
Ik ben kapot.
Ik kan niet eens meer me snoepie pakke.
Waar is me stoel.
Ik .. ga.. me.. wa… zzzzzzzzzzzz… rrRRrrr….
Zzzzzzzzzzz RRRRR zzzzzzzzzzzzzzzzzz RRRRRR zzzzzzzzzzzzzzzz RRRRRRR……

Mila doet een snektest

Lieve allemaal, ik moet eefe bijkome van alle liefe reejakzies van mij vorige letters. Wat een boel liefe en zachte woordjes kwamen er.

Dat had ik niet ferwacht en zeker niet omdat Bram eigenlijk de mienister van gefoelige saake is. En toen zei Bertje iets tegen me en ook een paar van jullie. Waarom kan een poesemeisje hier geen mienister van gefoelige saake zijn? Dat is een goede fraag want ik weet het eigenlijk niet zo en ik heb nog geen erfaring. Ik heb het alleen gezien van mijn broer.
Maar dan denk ik aan mijn liefe fukeer Kever en hij is altijd kei dapper dus dan kan ik toch ook dapper zijn als poesemeisje. Dus eigenlijk wil ik het best proberen om de eerste poesemeisje als mienister van zachte saake te zijn. Is dat iets? Zachte saake? Of blijft het gewoon gefoelige saake? Denke jullie mee aan welke het beste klinkt. Dan begin ik alvast met iedereen een zacht neusje te geefe voor wie het nodig heeft. Ik doe het zacht zodat je fagt niet in de war komt. Kever weet ook hoe dat werkt omdat hij een liefe furkeer is.

Snektest

En om een beetje de traadiezie voort te zetten heb ik ook mijn aller eerste snektest. Nu ben ik dan wel een poesemeisje dus ik schrok niet. Ik heb tafelmanieren, zo heet dat. Fandaag ga ik fertellen wat ik heb gesnekt. Het is van het merk Whiskas en het heet Crunch. Dat betekent dat het kraakt. Als mijn vrouw met het bakje rammelt weet ik dat daar lekkers inzit. Ik ben niet kieskeurig en ik lust bijna alles dus kom maar op met de sneks.
Als eerst ga ik netjes zitten en wachten op de trap. Daar zit ik fijn en daar krijg ik altijd mijn sneks. Nou meestal dan. Dit keer heb ik dus de crunch en deze ken ik al omdat ik dit vaker heb gehad. Maar voor jullie wil ik deze nog een keertje testen zodat je weet of je het in de winkel gaat halen. Nu heb ik wel een diskleemer, dat wil zeggen dat het belangrijk is. Ik heb een prachtige rolpoesmodel, namelijk mama Loes. Ik hou van Loes en van haar fantastische levenswerk. Als ik een jaartje meer ben wil ik dolgraag een maatje meer zijn. Ik wil heel graag een mooie buik en een prachtig levenswerk.
Dus als je op diejeet bent dan is deze blog misschien niet voor jou, de andere bloggen wel dan sla je nu gewoon eefe over en dan zie ik je in de volgende blog. Ik ga nu door met het testen van de sneks.

Klein

Allereerst heb ik honger, dat heb ik altijd alleen laat ik dat niet merken omdat ik een poes ben. Maar ik zou best de hele bak op kunnen. Ik wil ook altijd eten. Als je het bakje met crunch hebt, schrik dan niet als je het bakje open doet en erin kijkt want ze zijn heel klein. Daar moest ik eefe aan wennen maar verder zien ze er goed uit. Ze zijn in verschillende kleuren, bruin, oranje en lichtbruin. De smaken zijn met kip, kalkoen en eend. Zelf hou ik het liefst van vis. Verse witte vis van de visboer is het lekkerst. Maar deze smaken lust ik ook.
Ik krijg ongeveer een half handje vol omdat ze zo klein zijn. Ze ruiken heerlijk naar vlees. Dus dat is een goed teken en zeker als je maatje meer wilt zijn. Ik ga rustig door mijn poten heen zitten en pak één a twee tegelijk in mij bek. Ik kraak ze met mij kiese en geniet van de smaak. Ik proef echt de zachte eend. Dames doen jullie ook eefe opletten dat je niet doet kwijle als jongens want dat hoort niet zo. Als je bek leeg is pak je weer nieuwe en dat doe je tot alles op is. Zo doe ik het ook en dan geniet je echt van de crunch sneks.
Met vis doe ik het anders want dan wil ik eigenlijk zoveel mogelijk in mij bek hebben zodat ik alleen maar vis proef maar dat is niet netjes. Als ik denk ik dat alles op heb, doe ik nog eefe een rustige tjek. Ik snuf netjes te trap af of er nog iets ligt. Wanneer ik alles op heb gegeten ga ik eefe uitbuiken. En dan denk ik aan de snekjes.

Blij

Hier is waar ik dan aan denk: Ze smaken lekker naar vlees, ze ruiken ook echt naar vlees, ik vind ze wel te klein maar als ik de volgende keer een handje vol krijg wil ik daar nog over na denken. Ze zien er raar uit maar dat maakt niet uit. Ik kan ze makkelijk oppakken met mij bek en dat is heel belangrijk. Je gaat er van kwijlen dus gepast eten en zorgen dat niet heel je bek onder kwijl zit. Het doosje is tussen de twee en drie euro in voor honderd gram en je kan het overal kopen. En ik vind ook dat je drinke erbij moet hebben want ik krijg wel altijd dorst van deze snekjes.
Misschien is dat een motievaazie om gezond te blijven ook met drinken. Ben ik nu blij als ik deze snekjes eet? Ja! Dan weet ik zeker dat ik het goed doe. Van lekker eten word ik blij en ik heb nu een klein maar mooie leefeswerk opgebouwd en dat wil ik graag zo houden. Ik hoop dat jullie iets aan mij snektest hebbe en dat jullie ook mooie leefeswerke hebben.
Ik ga de blog afsluiten met een zacht mauwtje voor wie het kan gebruiken, een liefe tetter voor freede en een ‘zaterdag mauw’ naar onze liefe sterren.

Tica en Izzy waren dieven

Hallo allemaal, Arme mevrouw Dorus is nog altijd ziek.. zooooo zielig. Gelukkig heeft ze veel hulp van Dorus en zijn manmeneer. Onze Dopey heeft de 1e keer zijn verhaal mogen doen.
Nu vonden wij, Tica en Izzy het tijd om ook eens iets te vertellen.

Kraak

Wij zijn de twee oudsten van het hele stel, 16 jaar oud en we schelen 10 dagen met elkaar. Ik, Tica ben 5 december 2008 en Izzy 26 december 2008 geboren. Nu zijn wij de rust zelf maar ooit zijn wij ook jong geweest en hebben we streken uitgehaald. Je zou het niet zeggen maar het is echt waar. Toen wij jong waren gingen we op dievenpad, hihihihihihi, bij de buren. Wij waren daar al eens geweest en hadden ontdekt dat zij dingetjes op de salontafel hadden staan die kraakten en dat was wel heel leuk
Dus die wilden we wel heel graag hebben.

In de tuin van mijn vrouw en de buren stond een schutting die aan de onderkant ver genoeg open was om doorheen te kruipen. Onze vrouw en de buren hadden het niet eens in de gaten.

Snoepje

Izzy

Onze vrouw vond in de woonkamer chocolaatjes, keurig netjes in papier verpakt. Het verschilde per keer, een merci chocolaatje, een kersenbonbon, een rittersport chocolaatje. Vrouw vond het wel raar want dit had ze helemaal niet in huis.
Maar ze kon ook niet ontdekken wie dat het daar neergelegd had. Zo slim waren we wel. En de buren vonden wel eens een snoepje op de grond want dat verloor Izzy onderweg, twee snoepjes meenemen was net iets te veel.
En de buurvrouw gaf de buurman de schuld ervan dus dat was handig.
Voor ons ging het heel gemakkelijk, hup onder de schutting door en dan liep Tica de woonkamer rond om te kijken of er niemand was en in de tussentijd sprong Izzy op de salontafel en jatte de snoepjes. Daarna snel naar huis om het in de woonkamer neer te leggen.

Tica

Betrapt

Maar zo slim als wij dachten te zijn waren we toch niet. We werden namelijk op heterdaad betrapt door de buren alleen wisten wij dat niet. Op een middag gingen we weer kijken of er iets te halen viel.
We hadden niet in de gaten dat de buren muisstil op de bank naar ons zaten te kijken.
En zo kwam dus een einde aan het verhaal van de verloren en gevonden snoepjes want meteen erna werd de onderkant van de schutting dicht gemaakt en konden we er niet meer onder door.
Nu is ons dieventijdperk voorbij en liggen we liever lekker rustig op ons dekentje in een stoel te dromen over de tijd dat we jong waren.

Een dikke knuffel voor jullie allemaal en we hopen dat mevrouw Dorus snel weer beter is.