Categorie archieven: Uit het leven van Bert

Hoe ik weet dat er zon komt (of niet)

Bert in de zon

Meestal weet ik het, of er zon komt of niet en daar moet ik wel wat voor doen, dat weet ik niet vanzelf. Ik zal uitleggen wat ik doe.

Als het regent, dan regent het en dan doe ik niks wegens dat het dan dutjesweer is. Gezellig op de bank liggen en af en toe wakker worden, een brokje eten, een knuffel en een lief woordje krijgen en dan weer verder met het volgende dutje.

Aan het werk

Maar op een gewone dag als ik denk: het kan dat er zon komt, het kan van niet, dan ga ik aan het werk. Dit doe ik:

  • Eerst ga ik aan de voordeur ruiken, daar heb ik buitenlucht. Is de lucht helemaal dik en ruikt het heel erg naar de straat, dan weet ik het heeft geregend of het gaat weer regenen. Maar als de lucht naar niks ruikt, dan is er kans op zon.
  • Wat ik ook doe is in de vensterbank springen en naar de lucht kijken. Heb ik weinig wolken dan is het poosietief. Dan hoef ik alleen te wachten tot de zon begint. Maar heb ik veel wolken en ook van die donkere dat het licht in de huiskater aan moet, nou dan weet ik het wel.
  • En wat ik ook heb, is van binnen een gefoel voor oer. Als er iets in mij zegt: Bert, blijf erbij, dan weet ik dat er iets gaat gebeuren. Iets goeds anders zei mijn oer wel dat ik onder de tafel moest liggen en op een dag met zon doe ik dat nooit.

Nazomer

Het leefe is nou wel anders in de nazomer. De zon is anders. De warmte is anders. Dus ik moet nou beter opletten, in de zomer is er vanzelf zon maar nou is het belangrijker voor me.
Als het komt is het een streep. Dan ga ik in die streep zitten of staan. En daarna verdwijnt die streep weer, dat hoort ook bij de nazomer, maar die warmte heb ik nog wel in mijn vacht, dus dan ben ik een tefreden jongen. Ik wist dat er zon kwam en die kwam ook en dan is het leefe fijn.

Soms heb ik het gewoon druk ’s nachts

van opzij

“We gaan vroeg naar bed, Bertje,” zei mijn vrouw tijdens de avondknuffel. Ik vond het goed. Boven is van alles te doen.

Eerst ging ik gezellig op het bed liggen, op mijn kussen. Even meeslapen, een knuffel en een lief woordje, ik ben een katerman die van dat soort dingen houdt.
Toen dacht ik: o ja.

Kaboem

Ik herinnerde me de dozen onder de tafel. Van mezelf ben ik geen kater die in dozen zit, maar deze doos daar spring ik in en dan friemel ik mezelf er weer uit. Het trekt me aan al moet ik zeggen: er in komen gaat gemakkelijk, eruit is moeilijker.
Dus dat deed ik. “Bertje!” riep mijn vrouw vanuit het bed.
Toen was ik net in de kast gesprongen dus van schrik sprong ik er meteen uit, met alle vier mijn grote brede poten KABOEM op de houten planken. Ze riep weer. Maar ik foelde het is niet voor knuffels, dus ik ging naar beneden, kijken hoe het daar was.
Nou ik zat net in de vensterbank naar de autolampen te kijken, toen ik op de trap iemand hoorde komen. Ja hoor mijn vrouw.
Ze keek naar mij,
ik keek naar haar.
“Ik wilde je even zien,” zei ze. Ik deed niks.
Toen ging ze weer naar het bed.
Even later dacht ik aan liefe woordjes en toen rende ik keihard de trap op, mijn poten roffelden over de treden en ze was nog wakker.

Druk

Ja, soms heb ik het gewoon druk ’s nachts. Dan ga ik op en af het bed, en in en uit de doos en de kast, ik weet niet waarom, het gefoel is er dan gewoon en wat moet, dat moet dus dat doe ik dan. En die ochtend kreeg ik mijn gewone ontbijt en daarna ging ik een dutje doen, om bij te komen.

Het is nazomer en ik heb een slaap-dekentje

nazomer
Als binnenkater en huisdier zijnde ben ik toch oer genoeg om te foelen: het weer is nou anders. De nacht doe ik nou op een andere manier.

Lucht

Bij mij thuis staat overdag het raam open dan ruik ik de lucht. Het is geen zomerlucht meer. Kouder en het ruikt anders. Wanneer ik in de vensterbank zit, zie ik dat het leefe ook anders is. Mensen hebben meer kleren aan. Folgens mij is het ook drukker.
Aan de voordeur ruik ik dat het kouder gaat worden.

Dekentje

Thuis slaap ik op een andere plek als de nacht begint.
Eerst had ik op het bed een handdoek.
Toen kwam daar een kussen op.
En nou heb ik daar een dekentje op, van wol, dat dekentje is nog van Tim geweest dus het is goed spul en het slaapt warm en gezellig.
Elke avond als de nacht begint, ga ik mee naar boofe om te slapen. Op het bed op mijn eigen stuk en dan krijg ik nog eefe een welterustenknuffel en mijn vrouw zegt dat ik haar wakker mag maken als er wat is en dan gaan we slapen.

Straat

Ik slaap supergoed op het wollen dekentje. Soms kan ik geeneens slapen omdat ik aan het spinnen ben omdat het zo fijn ligt. Dat is best raar. Mijn lichaam wil slapen maar het doet spinnen.
Dan slaap ik lekker lang tot ik wakker word.
Het is dan nog donker, als ik naar beneden ga.
Ik eet wat brokjes en doe de eerste controle van de straat. Er zijn altijd auto’s en soms zie ik een hond met zijn mens wandelen.

De dag

Dan wacht ik tot mijn vrouw naar beneden komt. Ik krijg een ochtendknuffel en ontbijt en dan is de nacht voorbij, wegens dat de dag is begonnen. En ik heb dan weer superfijn geslapen.

Bram zag iets in zijn tuin

tuin

Hoi lieve allemaal, mijn vacht is weer normaal aan het doen en mijn vrouw doet niet meer plukken. De zomer is ook ineens weg gegaan zonder iets te zeggen. Want het heeft echt kei veel geregend. Als ik wakker word en ik doe mijn roetiene, dat is eerst eten en drinken en dan daarna even op de bak, dan mag ik daarna altijd naar buiten in de tuin voor kontroole. Nu ging mijn vrouw mee op kontroole want ze was er weer.

Bij de binnendeur kijk ik haar al aan en mauw ik dat ik heel graag naar buiten wil. Mijn vrouw weet dit maar meestal krijg is voordat ik naar buiten ga een kus op mijn kop geplant. Dat hoort gewoon zo. Ik vind het ook fijn als ik die krijg want dan weet ik dat ik veilig ben en dat alles is zoals het is. Ferandering vind ik moeilijk. Daarom vind ik het zo fijn dat mijn vrouw gewoon hier komt en dat we nog steeds saame dingen doen.

Naar buiten

Buiten is het fris, ik foel het aan mijn vacht. De wind is kouder dan een paar dagen geleden. Het is maar goed dat ik niet al mijn bilharen kwijt ben anders had ik hele koude billen. Mijn kop steek ik omhoog de lucht in en ik snof. Ik ruik de wind en ik voel kleine mini druppeltjes water. Ik ruik ook eten, folgens mij is het kip want kipgeur ken ik. Terwijl ik sta tuinte snoffen foel ik ineens dat ik op de bak moet. Het is mijn oer-bak-gefoel. Dan moet ik gewoon even buiten op de bak een plasje maken in mijn tuintje bij de bomen.
Eerst loop ik naar de bak en tjek of alles nog klopt. Dat er geen andere beestjes in mijn tuin zijn. Er is een flinder maar die mag blijven want die weet de weg. De flinder zit op een struik die speesjaal voor hem of haar gemaakt is. Knap he. Ik wist niet eens dat flinders zo mooi kunnen zijn. Dees flinder is oranje met nog wat ander kleurtjes. Het is heel raar maar bij dees flinder lijkt het alsof het ogen op de vleugels heeft. Het heeft de kleuren wit en zwart en roze maar ook paars en een heel klein beetje geel. Ik vind het heel speesjaal om te zien. Zou zij ook kunnen kijken met die ogen? Misschien is dat een fraag voor de denksteen of binnen op de paal. Van mijn vrouw heb ik net geleerd hoe de flinder heet. Ik wist niet eens dat ze ook namen hebben. Dees flinder heet Dagpauwoog. Ik vind het een mooie naam die past bij een mooie flinder.

De boom

Nu ga ik eerst naar de perenboom. Mijn vrouw heeft me verteld welke boom het is. Voor mij maakt het niet uit zolang ik maar kan graven want ik moet nog steeds een oer-bak-plasje tuinmaken in mijn tuintje. En dat doe ik ook. Ik foel dat de aarde best nat is. Mijn poote foelen koud en nat aan. Nou ja, voor mij is het al herfst anders komt er niet zoveel regen ineens. Ik loop naar het boompje en snof er een keer aan. Ik ruik geen andere dieren meer. Dan kan ik gaan graven.
Met mijn voorpoote maak ik een gat in de aarde. Dat doe ik door mijn voorpoote om de beurt van voor naar achter te veege net zoals je op je eigen bak doet. Dan kijk ik of het goed is. Is het gat diep genoeg, dan ga ik zitten anders ga ik even door tot het groot genoeg is. De flinder vliegt verder en ik ga naar binnen voor een snek en een dut want het is best koud buiten en dat maakt me een beetje moe. Fijn wiekent allemaal en tot de volgende blog.

Over de kleur van mijn vacht en mijn katermansproet

katermansproet

Toen ik kitten was toen zag ik er anders uit dan nou ik seeniejor ben, alleen van mij als kitten heb ik geen footoos. Dus ik weet niet heel zeker of ik toen al een katermansproet had.

Als kitten had ik vast een stip bij mijn neus. Want mijn sproet is best groot, eigenlijk nog veel groter dan de neus van een kitten. En soms zegt mijn vrouw dat de sproet groter is en nou ook meer over mijn neus gaat.
Dat kan best.

Zwarte neus

Als je ouder wordt als katerman zijnde, dan gaat je vacht en hoe je bent ook anders worden. Van Tim, de kater die hier voor mij woonde, weet ik dat zijn neus steeds donkerder werd. Als jonge katerman was zijn neus gewoon rose en als oudere katerman werd die helemaal zwart, het ging heel langzaam en op een dag was het zo.
Dus je moet goed opletten met je vacht.

Witte vacht

Ik heb heel veel rode stukken in mijn vacht en ook heel veel witte stukken. Mijn rug is rood en mijn buik is wit. En op mijn kop en op mijn poote heb ik wit en rood en mijn staart is weer rood met een paar beetjes wit dus eigenlijk ben ik een witte katerman met rode vacht en ook een rode katerman met witte vacht dat is mijn mening. Loesje zei Bert je mag zijn zoals je wilt zijn dan is het goed. Maar mijn vrouw zei: kijk naar je sproet Bert, je bent van jezelf een rode katerman, daar moet je eerlijk over zijn.
En dat is ook waar.

Sproet

Ik weet geeneens hoe het verder gaat met mijn sproet. Misschien krijg ik wel een neus die helemaal rood is of ook helemaal zwart net als bij Tim. Als je ouder wordt dan verander je, dat weet ik zeker, en ik ben al 14 jaar dus misschien gaat het nou serieus beginnen. Daarom ga ik mijn sproet in de gaate houden, zeker weten, want je weet nooit!!