Het is dus zo dat ik de laatste tijd meer speel. Dat komt door mijn nieuwe brokjes die moet ik van de dokter eete wegens de artroosie. En nou heb ik elke dag ook een meediesijn-snek. Het heeft mijn leefe anders gemaakt en anders daarmee bedoel ik beter.
Wat ik zeg, ik speel veel meer.
Jagen
Toen ik nog een jongere katerman was, toen deed ik jagen. Achter een propje papier rennen, de hele kamer door en weer terug. En dan het propje verscheuren. Vond ik het leukste dat ik kende.
Rennen! Jagen! Oer in mijn poote!
Graven
Maar ja dat was toen.
Nou ben ik seeniejor, wegens dat ik vijftien jaar ben. Mijn vrouw heeft gezegd dat de dokter zei dat ik een oude kater ben maar het is niet zo, ik ben in de kragt van mijn leefe.
Alleen het is wel zo dat ik geen jager meer ben.
Wel een graver.
Nou ik de soundmous heb is dat mijn liefste speelgoed. Ik wil er elke dag saame mee spelen en soms begin ik vast dan zit mijn vrouw nog aan haar werktafel maar als ik de muis PIEP laat doen dan weet ze: Bert moet speele. Dat doe je saame dus zij moet komen en dat doet ze dan ook.
PIEP
Met een muis aan een hengel kun je veel, en zo heb ik ontdekt dat ik een graver ben geworden. De muis moet diep onder het kraakpapier. Dan beetje bewegen.
KRAAK.
PIEP.
Ik kijk, want je moet als katerman je moment kiezen.
KRAAK. KRAAK.
PIEHIEP.
BAM
En dan ik: BAM.
EROP.
Ik pak de muis met mijn tanden, met mijn poote, ik schud ermee PIEP PIEP en als iedereen weet dat ik gewonnen heb dan laat ik los en wacht ik af.
De muis loopt dan weer weg. Naar achter de gordijnen. Of naar onder het kraakpapier. Ik zit te kijken en ik weet: straks doe ik weer BAM. Dan graaf ik de muis helemaal op en dan heb ik weer gewonnen.
Maar jagen, dat rennen, dat laat ik nou ofer aan de jongere katermannen en poezen. Ik ben een graver dat is gewoon zo.