Categorie archieven: Joep

Joep wil Weilandmuisjager worden

Zoals elke jonge katermans heb ik inmiddels nagedacht over wat ik later wil worden als ik groot ben. Want er moet toch meer in een kattenleven zijn dan alleen maar slapen, eten, inspectierondes maken door de buurt, drinken, dutjes tussendoor doen, knuffelen, uit het raam kijken en spelen. Dat is een hele prachtige dagbesteding hoor, helemaal niks mis mee. Als je tenminste nog een babykitten bent, of het wat rustiger aan wilt doen omdat je een wat oudere kat bent die alles al gezien en meegemaakt heeft.

Maar ik ben nieuwsgierig. En sinds ik alleen naar buiten mag, barst ik van de energie om iets te ondernemen.

Ochtend

Dat begint tegenwoordig al rond 6 uur ‘s morgens. Dat lijkt vroeg, maar als ik ‘s avonds om 10 uur ga slapen dan ben ik om die tijd klaarwakker. Ik heb al lang in de gaten dat m’n personeel rond die tijd even uit bed komt om op hun eigen bak te gaan, en dan grijp ik m’n kans. Zodra de eerste klaar is begin ik met mauwen of de tuindeur van ‘t slot mag zodat ik naar buiten kan. En als ‘t droog is lukt dat altijd, zeker nu het al lekker vroeg licht is.
Eenmaal buiten begin ik dan eerst met de inspectie van m’n eigen achtertuin. Meestal ben ik daar zo mee klaar, want zolang de schutting en de tuinstoelen nog overeind staan en er geen bloempotten zijn omgewaaid is alles veilig.
Ik kijk sinds woensdag ook elke ochtend even of de zaadjes voor de bijen- en vlinderplantjes al boven de grond uitkomen. Nou weet ik inmiddels dat zoiets even duurt, maar ik ben gewoon wat ongeduldig. Ik verwacht hele mooie bloemetjes met lekkere luchtjes. Dus wachten duurt dan best wel lang…

Uitzicht

Als die eerste inspectie van de dag klaar is klim ik op de schutting en ga op m’n plank liggen. Zo heb ik een mooi uitzicht over ‘t weiland, en dan herhaal ik in gedachten stap voor stap alle lessen die ik de afgelopen weken van Luna poes heb geleerd in haar cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’. (Voor iedereen die de lessen gemist heeft of ‘t nog ‘s wil nakijken, mauw even aan je personeel door dat alle lessen te vinden zijn op haar FB pagina.)
Als beginnend jager lig ik dan te herhalen hoe ik veilig een Weilandmuis kan vinden, besluipen en vangen. Ik heb zelfs al plek gereserveerd in de vriezer thuis, voor alle muizen die ik te pakken krijg. Gewoon in een diepvriesdoos tussen de ijsjes en de krentenbollen van m’n personeel.

Zoeken

Maar de realiteit is nog even anders. Sinds ik helemaal alleen het grote weiland in durf, heb ik alle lessen van Luna elke dag geoefend. Uren heb ik door het weiland geslopen, in weer en wind. Gekeken, geluisterd en geroken, in opperste concentradinges. Maar ik ben een beetje bang dat ik het enige weiland in Nederland voor m’n deur heb waar geen enkele Weilandmuis te vinden is.
Toch geef ik niet op en blijf ik zoeken. Want ik wil heel graag Weilandmuisjager zijn voor het bedrijf van mijn vriend Japie, die huisleverancier wordt van het restaurant van vriend Nemo in ‘t hoge noorden. Er is zelfs al een hele echte Chef gevonden in de katsoon van mijn held Tiga, die nu al de lekkerste recepten uit z’n poot schudt waarvan ‘t water me door ‘t bekkie loopt.

Mijmeren

En terwijl ik zo op m’n plank lig te mijmeren over m’n toekomstige loopbaan als Weilandmuisjager, vraag ik me af of ik toch niet wat te ambitinogwat ben. Want dat mijn vader en moeder allebei boerderijkatten zijn is eigenlijk helemaal geen garantie dat ik ook een succesvolle muizenvanger ga worden. De enige muizen die ik tot nu toe ken zijn m’n speelgoedmuizen thuis, en die vang ik zelfs met m’n ogen dicht. Maar wat als ik nou ineens een échte Weilandmuis tegenkom? Komt dan, naast de belangrijke theorielessen van Loesje, ook m’n instinct naar boven en weet ik vanzelf wat ik moet doen? Of kan ik beter nog wat praktijklessen nemen, nu ik de theoriecursus heb afgerond?
Misschien wil ik wel te snel, te veel in te korte tijd, en moet ik gewoon eerst wat meer levenservaring opdoen. Mauwen met andere katten, over hoe zij hun muizen vangen. En een paar extra praktijklessen Hypnose nemen kan denk ik ook geen kwaad, en…

Weilandmuisjager

O wacht even. De tuindeur gaat open en ik wordt geroepen voor m’n ontbijt. Snel naar binnen, want al dat nadenken maakt best wel hongerig. En daarna even uitbuiken op de bank, of als de zon echt doorkomt lekker weer naar buiten, een dutje doen op de tuinstoel. En dan zie ik dan wel weer verder.
Ik ga in elk geval een échte Weilandmuizenjager worden. Is ‘t niet vandaag, dan wel morgen. Of overmorgen. Of volgende week. ‘t Gaat me gewoon lukken! Maar nu eerst even eten.

Stevige poot en heel veel kopjes!

Joep,

Aankomend Weilandmuizenjager

Joep is op afontuur in het weiland

weilandAl zolang als ik op mezelf woon heb ik het achterpad naast m’n tuintje heel interessant gevonden. Zelfs toen ik nog niet naar buiten mocht zat ik lekker op de vensterbank naar buiten te kijken en te fantaseren over hoe de wereld er daar uit zou kunnen zien.

Hekje

Gelukkig heb ik alleen maar een hekje naast de schutting aan het eind van m’n tuintje en kan ik dus genieten van het uitzicht. Maar de vraag is hoe lang nog want Senior heeft plannen om, als er met de nieuwe buren een andere schutting tussen de tuinen wordt geplaatst, het tuinhekje te vervangen door een hoge, dichte poort. Junior vindt dat helemaal niks omdat ze dan niet meer over het weiland kan uitkijken en ‘t gevoel heeft opgehokt te worden. Zij is ook al op een leeftijd dat ze niet meer net zo makkelijk over de schutting klimt als ik… En eigenlijk ben ik het helemaal met haar eens maar ja, zij heeft haar eigen voordeur ergens anders, dus de beslissing ligt bij Senior. Zelfs ík heb over die keuze weinig in de melk te brokkelen, want Senior beslist.

Eerste keer

Maar goed, even terug naar de mijmeringen over de buitenwereld toen ik nog klein was.
Ik begreep al snel dat er een pad achter m’n tuintje moest lopen, want ik zag soms grote en weilandkleine tweebeners voorbij komen. Maar van hoe het er verder uitzag had ik eigenlijk nog geen idee.
Daar kwam ik pas achter toen ik m’n eerste tuigje kreeg, en mee uit wandelen mocht met m’n personeel. Doodeng vond ik dat, die eerste keer buiten. Allemaal vreemde geuren en geluiden die ik nog niet kende. En beestjes, héél veel beestjes…
En pas toen kwam ik er achter dat naast ‘t achterpad een brede sloot ligt, met daarachter het enorme weiland dat ik vanaf de vensterbank in huis kon zien. Ik had nog geen idee hoe ik daar moest komen, maar voorlopig had ik m’n pootjes al vol genoeg met het ontdekken van alles wat ik op het achterpad tegenkwam.

Tot ergens in februari dit jaar ben ik aan het lijntje gehouden en mocht ik alleen samen met m’n personeel naar buiten. Soms ging ik ook wel ‘s op de arm van Senior mee als hij naar buiten ging en dan had ik een veel beter uitzicht omdat ik dan lekker hoog zat, veilig in z’n armen.
Nadat ik begin februari bij de lieve dierendoktermeneer was geweest en nog een paar weekjes binnen was gebleven mocht ik dan toch ook eindelijk helemaal alleen naar buiten.
Nou, die allereerste keer was niet écht een succes hoor. Toen de achterdeur eindelijk voor me open ging nam ik een spurt door de tuin met de bedoeling om met een sierlijke sprong over het tuinhekje op ‘t achterpad terecht te komen. Maar ja, in al m’n enthousiasme was m’n sprong te hoog en bleek ‘t achterpad te smal, dus ik schoot rechtdoor de sloot in voor m’n allereerste zwemles…
Sindsdien klim ik maar gewoon op ‘t tuinhekje en spring daar vandaan dan gewoon op ‘t achterpad. Ik leer best wel snel.

Ontdekken

Inmiddels ken ik elke tuin langs de rechterkant op m’n achterpad en loop ik wel ‘s mee met Senior als ‘ie op bezoek gaat bij de buurman op de andere hoek van ‘t huizenblok. Bij hem mag ik niet naar binnen, dus ik wacht dan netjes in z’n voortuin tot Senior weer naar buiten komt. En dan wandelen we samen terug naar m’n voordeur. Want helemaal alleen weilanddurf ik nog niet zo goed, omdat aan die kant van m’n huis heel veel auto’s geparkeerd staan waar soms buurtkatten onder kunnen zitten. En aangezien ik nog steeds ‘die nieuwe’ in de wijk ben wil ik daar toch een beetje voorzichtig mee zijn, want ze zijn niet alleen heel erg groot maar ze lijken me ook niet echt vriendelijk. Dus eigenlijk ontloop ik ze voorlopig nog even liever.
Gisteravond vond ik dat het de hoogste tijd was om vanuit m’n tuintje ook ‘s linksaf over het achterpad te gaan. Er staat maar één huis, en daar houdt het pad ook op. Maar ik kon onder het hek naast de schuur door en toen kwam ik in een strookje niemandsland naast de sloot. Daar was een hoop te snuffelen en te ontdekken en voor ik het wist stond ik voor de brug over de sloot. Ik had daar al ‘s eerder gestaan, maar toen schrok ik zó van een buurtkat die blazend op me af kwam dat ik de sloot in sprong en naar huis ben gezwommen.

Weilandmuis

Maar nu was er geen kat te zien en stond ik helemaal alleen op nog onbekend terrein.
Misschien een beetje overmoedig liep ik over de brug en door de spijlen van het hek zo ‘t weiland in. Helemaal in het pikkedonker en ik bedacht dat dit hét moment kon zijn om nou eindelijk ‘s een echte Weilandmuis te vinden…
Ik liep steeds verder het weiland in. Zó ver zelfs, dat ik uiteindelijk niet meer wist waar ik was omdat ik het hek waar ik doorheen was gelopen helemaal niet meer zag. Maar er was geen muis te vinden, dus ik ben gewoon als een dolle door het gras gaan rennen. Héérlijk!

Thuis

M’n personeel zag me op een gegeven moment langs de sloot racen, steeds verder weg van ‘t hek vandaan. Daar werden ze een beetje onrustig van en zijn toen naar buiten gelopen om me op te halen omdat ze dachten dat ik de weg terug naar huis niet meer kon vinden. Hadden ze ook wel een klein beetje gelijk in, maar dat heb ik ze natuurlijk niet gemauwd. Ik was alleen dat hek even kwijt. Maar toen ik ze hoorde roepen holde ik gelijk op ze af en kroop tussen de spijlen door naar ze toe.
Eigenlijk wilde ik dezelfde weg terug nemen naar het achterpad, precies zoals ik op de heenweg had gelopen. Dus Junior is zo goed en zo kwaad als ‘t ging met me meegelopen over dat stukje niemandsland, terwijl Senior me al met snoepies stond op te wachten bij m’n achtertuintje. Dat was nog ’s lekker thuiskomen na m’n eerste weilandavontuur!
Ik hoef je denk ik niet te vertellen dat ik vannacht heerlijk geslapen heb, dromend over alle Weilandmuizen die er aan de andere kant van de sloot te vinden waren…

Plan

Vanmorgen was m’n personeel al vroeg uit de veren. Niet alleen omdat ik om 6 uur al stond te mauwen dat ik naar buiten wilde, maar ze hadden een plannetje bedacht. Want ze vonden dat ze me bij daglicht moesten wijzen hoe ik naar ‘t weiland kon komen, maar ook weer terug naar huis.
Nou is ’t altijd leuk om samen met je personeel iets te ondernemen, dus ik stond al klaar bij de achterdeur.
Tot m’n verbazing vertrokken we via de voordeur, en gingen rechtsaf. Dat was duidelijk een veel gemakkelijkere weg dan door dat niemandsland achter de schuur, en we stonden al heel snel voor de brug. Heel onopvallend ging ik vol overgave een paar grassprieten besnuffelen, terwijl ik vanuit m’n ooghoeken in de gaten hield of die grote kat van een paar weken terug niet toevallig in de buurt was. Want ik had vanmorgen geen zin in een derde zwemles.

Ontbijt

weilandZodra de kust veilig bleek huppelde ik de brug over richting het hek, waar m’n personeel al stond te wachten. Met gemak liep ik weer tussen de spijlen door en keek achterom of ze me zouden volgen, maar ze pasten er dus gewoon niet tussendoor. Jammer, maar aan de andere kant had dat ook wel weer een voordeel. Want dan zou ik eindelijk ‘s ongestoord m’n gang kunnen gaan in dat grote weiland zonder dat Juniorrazzi constant foto’s van me zou lopen te maken.
Maar ja, ik vond het toch ook wel weer een beetje sneu dat ze niet met me mee konden, dus ik ben eerst een paar minuten bij het hek gebleven zodat Junior even het moment van m’n eerste stappen in ‘t weiland bij daglicht op foto kon vastleggen. Leuk voor in het familie album.
Daarna heb ik weer een paar rondjes door het weiland gerend om vervolgens lekker in ’t natte gras te gaan liggen rollen. Kon ik best wel langer volhouden, maar toen zag ik dat m’n personeel aanstalten maakte om weg te lopen. Als een speer rende ik terug door ‘t hek heen, voor hun uit de brug over en ik heb in de voortuin op ze zitten wachten. Want ten eerste heb ik nog geen voordeursleutel en ten tweede had ik inmiddels wel trek in m’n ontbijt gekregen en daar had ik toch m’n persoonlijke blikopeners voor nodig.

Foto

Zeker weten dat ik nu vaker alleen naar ‘t weiland ga. Veel actiefoto’s zullen daar niet meer genomen kunnen worden, tenzij m’n personeel een échte camera gaat kopen met een enorme grote telelens. Maar dat zie ik nog niet zo snel gebeuren.
Dus als ik eenmaal m’n eerste Weilandmuis gevangen heb zal ik ‘m zeker mee naar huis nemen om uitgebreid op de foto te laten zetten. Want die wil ik dan natuurlijk heel graag met jullie delen. De foto dan hè, want die muis moet eerst even getest worden op kwaliteit en smaak voordat ‘ie de vriezer in gaat…

Stevige poot en kopjes van Joep

Joep weet heel feel over spelen

Leootje had het er al over in z’n blog van donderdag, en eigenlijk wil ik het daar vandaag toch ook nog even over hebben: speelgoed.
Al vanaf dag één dat ik op mezelf ging wonen heb ik speelgoed in huis. En dat is inmiddels best wel veel geworden in de afgelopen maanden…

Eefe niet

Net als bij Leootje thuis is er altijd wel iets te vinden waar ik even niet meer mee speel, omdat ik elke dag wel iets anders uit m’n speelgoedbak kan pakken om mezelf en m’n personeel urenlang te vermaken.
Soms sneuvelt er ook wel ‘s wat, omdat m’n personeel niet altijd uit hun doppen kijkt en hun pootmaatje heel wat groter is dan die van mij. Tsja, en als dat niet meer te repareren is verdwijnt ‘t in de prullenbak omdat je daar dan écht niemand meer een plezier mee kan doen.
Maar zodra ik in de gaten heb dat m’n personeel ook maar íets van m’n speelgoed weg wil doen omdat ik er al heel lang niet meer naar omgekeken heb laat ik ook dezelfde dag nog zien dat ik er nog steeds mee wil spelen. Net zoals Leootje en Simon. Dan kan ik het na een dag of wat intensief gebruik weer even links laten liggen, tot dat hele verhaal weer van voren af aan begint.

Balletjes

Eén van m’n favoriete speeltjes op dit moment zijn toch wel balletjes. Zoals bijvoorbeeld die ene van rubber met gaten erin, waar een witte speelgoedmuis in zit die al begint te piepen als ik langsloop. Da’s niet alleen nu heel erg interessant vanwege de cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’ die ik volg, maar die bal is lekker zacht en precies ‘t goeie formaat.
Heerlijk, als ‘ie vanuit de woonkamer met een enorme zwieper door de gang richting de slaapkamer wordt gegooid. Ik sta daar dan voor ‘t bed al klaar om te voorkomen dat ‘ie er onder rolt. En wanneer die bal hoog wordt aangegooid, vis ik ‘m met alle vier m’n poten uit de lucht nog voordat ‘ie de grond raakt.
Als er ooit nog ‘s een Nederlands Kattenelftal wordt geformeerd, kan ik zo als doelkat opgesteld worden. Er komt geen bal doorheen.

Wachten

Zo kan het dan gebeuren dat na een tijdje een flink aantal ballen voor het bed ligt, want vaak gooit m’n personeel alle ballen die ze kunnen vinden achter elkaar naar me toe. Meestal ga ik er dan, als de laatste gegooid is, gewoon tussen zitten en wacht tot ze komen om het spel te herhalen, maar nu in omgekeerde richting terug naar de woonkamer. Want ík ga die ballen natuurlijk niet terugbrengen als zíj ze gooien.

Eerste speelgoed

M’n allereerste speelgoed heb ik ook nog steeds, hoewel het al een paar keer op de nominatie heeft gestaan om weggegeven te worden.
Ik kreeg ‘t van de broer en schoonzus van Senior: een pluchen kaasblok met een balletje erin. En een knikkerbaan, die vanuit praktische overwegingen onder de salontafel gelegd werd zodat m’n personeel er hun nek niet over brak. Ik denk dat met dat speelgoed ook m’n liefde voor pootbal is begonnen, dus ‘t mag nóóit weg.
Maar daar bleef ‘t niet bij. Al snel kwam m’n personeel thuis met een uitschuifbare telescoophengel, waar veertjes aanhingen. Iets heel anders dan balletjes, maar ik kon m’n jachtinstinct ook daar prima op oefenen. En leren om te balanceren, want als ik met m’n voorpoten op de hengel ging staan dan boog ‘ie zo leuk door…
Tot drie keer toe heb ik ‘m op die manier in stukken gebroken, maar elke keer wist Senior ‘m weer te maken met Duct Tape zodat ik er nog steeds mee kon spelen. Tot de hele hengel bijna van tape aan elkaar hing. En toen ik ‘m voor de vierde keer brak was ‘ie écht kapot en belandde ‘ie toch in de vuilnisbak. Vond ik prima, want met al die lagen tape boog ‘ie toch ook helemaal niet meer zo lekker door.
Gelukkig heb ik nog genoeg andere speeltjes aan een stokje. Die hangen allemaal onder de eettafel, dus ze vallen voor m’n personeel niet zo op als ik er een tijdje niet mee speel.

Veren

Kattenveertjes ben ik trouwens ook dol op maar die raak ik regelmatig kwijt, onder de bank of een kastje. Of m’n personeel gaat er per ongeluk op staan, en dan rollen ze niet meer zo best. Maar ik weet dat in de voorraadkast nog een zakje ligt met nieuwe, in alle kleuren en maten. Dus daar kan ik voorlopig wel mee vooruit zolang er nog geen stoffer onder de bank of de kastjes doorgehaald is door m’n personeel.

Dozen

Met dozen heb ik niet zoveel, maar met tassen des te meer. Ik heb er nu twee voor mezelf, waar de handvatten van losgeknipt zijn zodat ik daar niet in verstrikt kan raken tijdens ‘t spelen. En natuurlijk de papieren zakken, hè. Want die knisperen zo lekker als ik erin duik om er vervolgens de hele woonkamer mee door te schuiven.

Palen

Ook de krabpalen ontbreken natuurlijk niet in m’n huis. Toen ik nog heel klein was kreeg ik een klein kittenpaaltje, waar ik prima mee uit de poten kon. En een platte van karton, waar ik eigenlijk nooit naar omkeek tot ik ‘m pasgeleden weer ontdekte in ‘t hoekje naast de bank. Inderdaad, net toen m’n personeel ‘t idee had om dat ding weg te doen. Best een leuk ding hoor, en ‘t voelt heel anders dan het sisal op m’n krabpaal.

Al snel was m’n eerste krabpaal te kort, en kwam er een hoger exemplaar. En een krabton, waar ik ook nog ’s lekker in kon liggen. Later kwam er nog een stellage bij, waar ik niet alleen m’n nagels aan kon scherpen maar waar ook een holletje en een plank op zit. Best een luxe, al is ‘ie niet zo groot. O, en Junior kwam een paar maanden geleden nog thuis met een grote sisal bol op een vierkante plaat. Die staat nu ook onder de eettafel, maar ik ben er nog niet echt aan toegekomen om uit te testen hoe die vorm aanvoelt om m’n nagels op te scherpen.

Zak

Pas toen m’n personeel met een bijna twee meter lange krabzak thuis kwam die aan het plafond kon worden gehangen, wist ik zeker dat m’n huis een écht kattenhuis zou worden.
In ‘t begin vond ik het heen-en-weer slingeren van die krabzak best wel eng, dus m’n personeel besloot om het onderste stuk op m’n nieuwe krabpaal vast te zetten. Tsja, en toen was er geen houden meer aan, want tijdens m’n zoomies door ‘t huis kon ik nu ook helemaal tot aan het plafond komen. Had ik gelijk een mooi overzicht in m’n woonkamer én de keuken.
Dankzij die krabzak heb ik leren klimmen maar belangrijker, ik kon ook oefenen om weer naar beneden te klauteren. Al koos ik soms ook wel ‘s de weg van de minste weerstand hoor, door me vanaf ‘t plafond in de bank te laten ploffen om daarna op topsnelheid weer verder te gaan waar ik met m’n zoomie gebleven was.

Vis

M’n vang- en vechttrainingen oefen ik sinds kort met Nemo, een oranje-wit gekleurd visje dat met een elastiek aan ‘t plafond boven de bank hangt.
Ik kan ‘m besluipen en naar beneden trekken. En als ik ‘m dan weer loslaat vliegt ‘ie alle kanten uit, zodat ik moet springen om ‘m opnieuw te pakken te krijgen. Of ik geef er een flinke mep tegen en vang ‘m uit de lucht zodra ‘ie mijn kant weer opzwaait. En als ik ‘m dan weer tussen m’n voorpoten vast heb krijgt ‘ie er op de bank flink van langs met m’n achterpoten. Nemo begint dan ook al een beetje pluizig te worden…
Daarna laat ik ‘m weer los zodat ‘ie kan ontsnappen, maar ik krijg ‘m toch altijd wel te pakken, zodat het kat-en-visspel weer van voor af aan kan beginnen.
In gedachten stel ik me stiekem voor dat deze Nemo geen vis maar een Weilandmuis is, waar ik achteraan jaag. Ook een hele goeie oefening zolang ik nog geen echte muis heb kunnen vinden.

Dop

En dan heb ik nog niet eens verteld over m’n speelgoed dat uit zichzelf kan bewegen of geluid maakt. Komt een volgende keer wel, want terwijl ik deze blog zit te mauwen aan Junior zie ik dat er een flessendop op de grond is gevallen die ik nu toch echt eerst even door de kamer moet tikken tot ‘ie onder de koelkast in de keuken ligt…

Dikke knuffel van Joep

Joep: mijn allereerste verjaardag

Wat gaat zo’n week toch eigenlijk snel hè? Voor je ‘t weet is het alweer zaterdag…
Hoewel er weer veel te mauwen valt over van alles en nog wat in de afgelopen week wil ik juist vandaag nog wel even terugkijken op gisteren, want voor m’n personeel was dat blijkbaar een feestdag. Dus voor mij ook.

Ronde

Gisteren begon zoals gewoonlijk. Want sinds kort wil ik graag voor ‘t ontbijt al m’n eerste ronde door de achtertuin en over ‘t achterpad maken.
Zodra iemand van m’n personeel uit bed komt om op hun eigen bak te gaan grijp ik m’n kans, zeker als ‘t niet te koud is, om te mauwen of de tuindeur voor me open mag. Heerlijk, om dan in de ochtendschemering een frisse neus te halen wanneer ‘t net een beetje licht begint te worden.
Dat is ook een fantastisch moment om de lessen ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’ van Luna poes in praktijk te brengen, hoewel ik heb gemerkt dat ik sommige lessen ook heel goed binnen kan oefenen. Ik ben inmiddels al heel bedreven in m’n antenne gebruiken, m’n personeel onzichtbaar te besluipen en m’n neus in hun zaken te steken. Alleen wil ‘t met het vinden van een échte muis in ‘t weiland nog steeds niet zo best lukken. Maar ik blijf volhouden, en kijk al uit naar de volgende lessen.

Personeel

Toen ik dus gistermorgen weer binnen kwam voor ‘t ontbijt, stond m’n personeel me in de keuken op te wachten. En dat vond ik een beetje vreemd want meestal is het óf Senior, óf Junior die me eten komt geven, brokjes bijvult en m’n water ververst. Maar ze staan er ‘s morgens nooit allebei tegelijk.
Niet dat ik er een probleem van maakte, want m’n ontbijt werd direct bij binnenkomst geserveerd. Al moest ik wel even twee keer snuffelen, want boven op m’n natvoer lagen een paar van m’n favoriete snoepjes!
Terwijl ik zat te genieten van dit heerlijke extraatje zo vroeg op de vrijdagmorgen, nam m’n personeel hun beker koffie mee naar de eettafel. Ik voelde hoe ze naar me keken terwijl ik at en hoorde hoe ze herinneringen ophaalden aan toen ik hen net in dienst had genomen. En dat de tijd zo snel voorbij is gevlogen. Ik begreep er weinig van, maar ik had het dan ook eigenlijk te druk met m’n etensbak om er veel aandacht aan te willen schenken. Prima combinatie hoor, natvoer met een paar snoepjes. Wil ik best elke dag krijgen.

Knuffel

M’n personeel begon net aan hun tweede bak koffie toen ik m’n etensbak helemaal schoongelikt had. En zoals elke morgen na m’n ontbijt liep ik naar Senior, streek langs z’n benen en sprong over de rechter armleuning van z’n stoel om achter hem langs naar de linkerleuning te lopen. Vaste prik, want dan tilt ‘ie z’n linkerarm op zodat ik m’n billen op die armleuning kan vleien, terwijl ik m’n voorpoten op z’n bovenbeen zet.
Knuffeltijd!

Pakjes

Maar zoals gemauwd, gisteren was anders. De knuffels waren er wel, maar er was nóg meer. Want er lagen twee pakjes op tafel. Ik snuffelde er aan, maar het rook helemaal nergens naar.
Omdat ik geen idee had wat ik ermee aan moest, maakte Junior het kleinste pakje open. Er kwam een, best wel sjiek, grijs borstharnas uit, met een lange lijn. Maar wat moest ik daar nou toch mee? Ik mag al wekenlang alleen naar buiten, zo’n ding had ik om toen ik nog een babykitten was en nog niet alleen de tuin in of het achterpad op mocht…
Heel eerlijk gezegd, ik vond het propje papier waar ‘t harnas in had gezeten eigenlijk veel interessanter en gaf ‘t een lel zodat het van tafel op de grond viel. Want elke knuffelsessie moet toch even onderbroken kunnen worden voor een stevig potje pootbal tussendoor.

Propje

Na een paar minuten had ik het propje onder de stoel getikt, en kroop ik weer op schoot bij Senior voor nóg meer knuffels. De borstel werd er zelfs bijgepakt, en ik zat weer te genieten.
Maar Junior was nog niet klaar. Het tweede pak werd opengescheurd, al ik had weinig belangstelling voor het vreemde ding wat daar uit kwam. De kleur was wel mooi blauw, er zaten slierten achterop en ‘t kon open. Maar ik had geen idee wat ‘t was.
Junior zette dat ding in de bank en toen moest ik wel op onderzoek uit. Heel voorzichtig besnuffelde ik ‘t van alle kanten, maar er zat geen beweging in. Toch werd ik steeds nieuwsgieriger, want ik kon er een poot inzetten. En m’n kop paste er ook in. En nog een poot. Ik stapte helemaal tussen de twee helften in, en liep er aan de andere kant weer uit. Maar wat was hier nou zo leuk aan?
De prop papier waar dat ding in gezeten had vond ik veel interessanter. Nóg groter dan die andere, die nu onder de stoel lag. Maar een nieuw potje pootbal moest nog even wachten, want ik had eerst nog een knuffelsessie af te ronden.

Op stap

Om een heel lang verhaal wat in te korten, die twee dingen die ik gisteren gekregen heb zijn dus om een keer mee op stap te kunnen gaan met m’n personeel. Een harnas om in onbekend gebied met ze te gaan wandelen en een rugzak waar ik lekker in kan zitten of liggen als ik geen zin meer heb om te lopen.
Junior heeft ‘t idee dat ik ‘t misschien wel leuk zou kunnen vinden om samen met m’n personeel verder te kijken dan m’n eigen tuin, achterpad en ‘t weiland aan de overkant van de sloot. Ze weet al dat ik het heerlijk vind om in de auto mee te rijden om dan vanuit m’n reismand te kijken naar alles wat voorbij komt.
Senior heeft zo z’n bedenkingen, want volgens hem heb ik ‘t al prima naar m’n zin in m’n eigen buurt, dichtbij huis en hoef ik niet zo nodig verder weg dan ik zelf kan aanlopen.

Ik heb dus weer iets om over na te denken. Want ben ik wel de échte huiskat die de rest van z’n leven dicht in de buurt wil blijven? Of ben ik diep in m’n hart eigenlijk toch een avonturier die met z’n personeel op stap wil naar plekken waar ‘ie zelf nooit zou komen?
Een combinatie van die twee lijkt me eigenlijk wel een optie om te overwegen. Gelukkig kan ik er nog even over nadenken.
Want vandaag ga ik eerst even bijkomen van gisteren, die bijzondere vrijdag waarop m’n personeel het nodig vond om m’n allereerste verjaardag te vieren.
Was heel erg gezellig en vooral lekker, maar vanmorgen zaten er geen snoepjes meer over m’n ontbijt. Het is dus weer gewoon een alledaagse zaterdag.
Toch best wel een beetje jammer…

Dikke knuffels, een stevige poot en/of een zacht kopje,
Joep.

Joep: ik ben een alleen-thuis-kater

alleen-thuis-katerNooit geweten dat bloggen zó ontzettend leuk is. Niet alleen het schrijven, maar ook alles daarna. Want wat heb ik een boel lieve reacties gehad vorige week, en ik heb ze allemaal met heel veel plezier voorgelezen gekregen en beantmauwt. Tenminste, ik hoop dat we écht niemand vergeten zijn…

Bewust

Dus, vol goede moed staat hier nu m’n tweede blog voor je neus. Er is zóveel wat ik graag wil delen met je, da’k moet uitkijken om niet tien dingen door elkaar te willen mauwen naar Junior. Dan raakt ze zeker de draad kwijt en dat zou m’n verhaal er niet leesbaarder op maken!
Daarom hou ik ‘t voor vandaag maar even bij één onderwerp: Bewust Enig Kitten zijn.
Soms vragen mensen aan m’n personeel waarom ze maar één kitten in huis hebben gehaald. Want het lijkt een ongeschreven regel te zijn dat één kitten alleen nooit gelukkig kan worden omdat ‘ie een speelmaatje mist, waardoor hij of zij het huis gaat slopen of zich zal gaan vervelen. Met alle gevolgen van dien.

Delen

Nou, misschien ben ik dan een hele rare, maar in mijn geval gaat dat niet op. Ik vind het juist heerlijk om alleen te zijn en moet er écht niet aan denken om m’n leven en m’n huis met een ander te moeten delen dan m’n eigen personeel.
Ik denk dat ik de keuze om enig kitten in huis te willen zijn al gemaakt heb toen ik geboren werd en m’n broertjes en zusjes leerde kennen… Lieve kittens hoor, alleen best wel een beetje druk.
Net voordat ik bij m’n moeder uit huis ging was ik alleen nog met m’n twee broertjes uit het nest over. M’n drie zusjes hadden toen al een eigen woonruimte met personeel gevonden, dus dat scheelde gelijk al een hoop gemauw in huis.
M’n moeder was een strenge poes met veel ervaring, die ook heel erg lief voor ons was. Al bleek dat ze na ruim tien weken duidelijk wel helemaal klaar was met onze opvoeding. Ze liet ons ook steeds vaker en langer alleen. En ik kon dat, zo jong als ik was, toen al best wel begrijpen.
In die tijd heb ik veel van haar geleerd en wist ik al precies hoe ik me later als kitten des huizes zou moeten gaan gedragen als ik eenmaal goed personeel had gevonden.
Ik had al ‘s verhalen gehoord dat kittens vaak met z’n tweetjes of meer een eigen huis krijgen, maar daar moest ik zelf absoluut niet aan denken. Dus ik had m’n zinnen gezet op personeel dat juist op zoek was naar zo’n einzelgänger als ik.
En ik moet zeggen, die heb ik gevonden en ik ben heel tevreden over ze.
Okee, we hebben in het verleden wel ‘s wat onenigheid gehad omdat ik al heel snel naar buiten wilde om m’n nieuwe buurt te verkennen, maar m’n personeel vond me daar nog veels te jong voor.

Bestwil

Pas later begreep ik dat ze dat voor m’n eigen bestwil niet konden doen omdat m’n maandelijkse toelage absoluut niet toereikend zou zijn om al zo jong een eigen gezin met kittens te moeten onderhouden…
Maar voor de rest heb ik vanaf dag één absoluut geen klagen hier als enig kitten. M’n huis is klein maar lekker overzichtelijk, ik heb kleedjes en dekjes gekregen op plekken waar ik het liefste lig, de tijden om te knuffelen, geaaid te worden en te slapen kan ik zelf bepalen, het eten is prima, ik heb een grote mand vol met speelgoed én zes plekken in huis waar ik legaal m’n nagels aan mag scherpen.
Want ik ben natuurlijk niet van plan om m’n eigen meubels in huis naar de gallemiezen te krabben, die liggen veels te lekker.

Sloper

Van nature ben ik namelijk helemaal geen sloper, maar ik zal wel eerlijk toegeven dat ik vorig jaar zomer het horrengaas voor ‘t raam in de slaapkamer een keer aan reepjes heb getrokken.
Daar schaam ik me best wel voor, en ik hoop dat m’n moeder dat nooit te weten komt want dan staat ze in no-time voor m’n deur om me in m’n eigen huis alsnog een flinke draai om m’n oren te geven. Want zó heeft ze me niet opgevoed.
Maar dat gaas hing me gewoon even in de weg toen ik daar op de vensterbank wilde liggen… Wist ik veel dat het van die slappe zooi was die niet tegen nageltjes kon!

Karakter

Natuurlijk is er helemaal niks mis mee als je als kat graag gezelschap wilt hebben van een andere viervoeter omdat je je anders te barsten verveelt. In dat geval kun je zeker je personeel gewoon zo snel mogelijk een speelmaatje in huis laten halen.

Maar wat mij betreft hoeft dat dus écht niet.
Zelf denk ik dat ‘t gewoon met iemands karakter te maken heeft.
Net als bij tweebeners, daar heb je er ook bij die heel erg sociaal zijn maar toch ook heel graag alleen hun eigen gang gaan en daar gelukkig van worden. Terwijl anderen het liefst zoveel mogelijk andere tweebeners om zich heen verzamelen om afleiding te hebben.
En dat is allebei helemaal prima, zolang iedereen zijn of haar eigen keuze daarin maar kan en mag maken. Want dat vind ik heel erg belangrijk.

Al met al heb je nu inmiddels vast wel begrepen dat ik zelf dus heel gelukkig ben, als enig kitten in huis. Alleen maar niet eenzaam, want ik heb Senior, die bijna altijd thuis is en Junior, die heel vaak langskomt. Dus als ik dat wil kan ik alle aandacht van die twee krijgen. Maar ik kan door die vrijheid ook juist heel erg genieten van alle rustige plekjes in huis. Dat geeft me de mogelijkheid om heerlijk te dutten zonder gestoord te worden. En ik kan dan ook lekker nadenken, over alles wat ik voorgelezen krijg, zie of hoor.
Dan heb ik daarna weer wat om over te mauwen met m’n personeel en met jullie.

Heel veel kopjes en neusjes,

Joep.