Categorie archieven: Joep

Joep kijkt terug en vooruit

Vorig jaar rond deze tijd was ik net vier maanden oud en had ik binnen in m’n eigen huis nog zóveel te ontdekken dat ik helemaal geen belangstelling had om naar buiten te gaan. Buiten, dat was voor mij alles wat ik in de tuin zag vanuit de vensterbank, net voordat ik ging slapen. Want dat deed ik als beebiekitten heel graag. Dutjes, spelen, knuffelen, ontdekken. En eten natuurlijk.

Te jong

Ik had geen idee van wat tweebeners ‘seizoenen’ noemden want als de zon scheen ging ik daar lekker in liggen, ik keek naar de blaadjes die door de tuin waaiden, probeerde de regendruppels van het raam te likken en heb toen ik veilig op de arm van Senior even in de tuin was zelfs sneeuwvlokken gevangen. En ik vond ‘t eigenlijk best heel leuk om buiten te zijn. Dat wilde ik ook wel vaker, maar m’n personeel zei dat ik nog te jong was om alleen op stap te gaan. En dan kwam er ook nog iets over meisjespoezen en kittenallimentatie achteraan maar daar begreep ik helemaal niks van, dus dan ging ik maar weer spelen. Of slapen, of door het huis rennen…

Weiland

Intussen zijn we vijf maanden verder en heb ik m’n katerlijkheid bij m’n eigen lieve dierendoktermeneer achtergelaten in ruil voor een chippie, een slaapfeestje en een katerig gevoel toen ik thuis weer uit m’n reismand stapte. Dat moest wel een geweldig feest zijn geweest, alleen jammer dat ik me er helemaal niets meer van kon herinneren.
Maar toen het dit jaar dus echt voorjaar werd mocht ik eindelijk naar buiten. Eerst nog heel voorzichtig alleen in de achtertuin, samen met m’n personeel. Maar al snel leerde ik over het tuinhek te springen zonder in de sloot terecht te komen en ontdekte ik dat het lange achterpad een fantastische racebaan was om als een echte Joep Verstappen keihard overheen te rennen. En de schutting met horizontale planken was een prima klimrek om m’n evenwicht op te leren bewaren. Of om op het schuurdak te komen, want daarvandaan had ik het beste uitzicht van de buurt.
‘t Duurde daarna niet lang meer voordat ik de weg naar ‘t weiland ontdekte en kennis maakte met de buurkatten, die ik sindsdien vriendelijk goeiedag mauw als we elkaar tegenkomen. Behalve dan tegen die grote zwart-witte kater, aan wie ik m’n tweede onvrijwillige zwemles te danken heb. Hij en ik zijn nog steeds geen vriendjes want hij blaast naar me in ‘t voorbijgaan. Ik denk dat hij gewoon bang is dat ik boos op ‘m ben, maar dankzij hem heb ik inmiddels wel m’n snorkeldiploma en m’n slootvisvangpas gehaald. Misschien moeten we gewoon ’s een keer de tijd nemen om rustig met elkaar in gemauw te gaan, want ik geloof echt niet dat ’t een kwaaie is.

Zomer

‘t Wordt m’n tweede zomer dit jaar, maar de eerste waarin ik heerlijk buiten kan zijn. En dat is echt kattastisch want de temperaturen zijn nu al aangenaam, zelfs als het bewolkt is of regent. Maar wanneer de zon schijnt heb ik ‘t helemaal naar m’n zin. Dan zoek ik een lekker plekje in de tuin en als ‘t me te warm wordt ga ik onder ‘t afdak in de schaduw liggen. Lekker dutten of een beetje om me heen kijken, af en toe een grote bromvlieg uit de lucht meppen, luisteren naar de vogeltjes en niet te vergeten, de dagelijkse wasbeurten. Want nu ik zoveel buiten ben moet ik m’n vacht, en zeker m’n poten, vaker schoonmaken dan toen ik nog gewoon een huiskittenkater was. Maar ik heb ‘t er graag voor over…
Sinds kort heb ik ontdekt dat het niet alleen heerlijk is om overdag buiten te zijn, maar ook ‘s nachts. Dat heb ik geleerd van mijn Drentse vriend Zorro, die wel ‘s vertelde dat hij naar buiten loopt als z’n personeel gaat slapen. Lekker in de tuin genieten van de frisse lucht en de stilte. En vooral dat laatste leek mij ook wel wat, want als m’n personeel gemiddeld een heel bos per nacht in stereo omzaagt wordt ‘t voor mij als lichte slaper toch best wel moeilijk om m’n rust te pakken.

Dienst

Dus voordat ik tegen middernacht naar buiten ga eet ik nog een hapje, lebber wat uit m’n waterbak, mauw m’n personeel welterusten en dan ga ik in m’n tuin zitten om, als ‘t helder weer is, op m’n gemak naar de sterren te kijken die naar me knipogen en fonkelen. En dan knipoog ik terug naar allemaal, maar nog ‘s extra naar die sterren waarvan ik van naam ken…
Daarna ga ik de buurt- en tuin inspectie doen. Die dienst is ‘s nachts een stuk rustiger, omdat er dan heel weinig verkeer en tweebeners op straat zijn. Soms kom ik een buurkat tegen en dan lopen we al mauwend over onze belevenissen van die dag een eindje met elkaar op. Omdat m’n buurkatten allemaal een stuk ouder zijn dan ik weten ze mooie plekjes te vinden die ik zelf nooit ontdekt zou hebben, en mauwen ze door in welke huizen de aardige tweebeners wonen. Maar ik weet dankzij hun nu ook bij welke huizen ik een eind uit de buurt moet blijven.
Na een tijdje samen gaan we dan ieder weer onze eigen weg, want net als ik zijn m’n buurkatten ook allemaal lekker op zichzelf, zeker ‘s nachts.

Terug

Wanneer de zon opkomt ga ik terug naar m’n eigen tuin om op de dekenkist voor ‘t raam te dutten tot ik hoor dat m’n personeel wakker is. Soms duurt het even voordat ze doorhebben dat ik ‘t tijd vind voor m’n ontbijt, maar als ik te lang moet wachten voordat de achterdeur open gaat dan is een zacht mauwtje genoeg om die deur heel snel open te krijgen.
Het is ons vaste ochtendritueel tegenwoordig, bij binnenkomst krijgt m’n personeel kopjes en ik krijg aaien en knuffels terug. Zij vertellen dat ze me gemist hebben en blij zijn dat ik weer thuis ben, en ik mauw tegen hun dat ik honger heb.
Ook daarom hebben we geen kattenluik in de deur, want dit is elke keer weer een heerlijk moment om samen de nieuwe dag te beginnen. Maar wat belangrijker is, m’n etensbak wordt direct daarna gevuld met overheerlijk natvoer. Daar kan ‘s nachts écht geen rauwe muis of dikke bromvlieg tegen op. Ik eet liever thuis.

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep.

Joep heeft grote plannen

Ken je dat? Dat je over de hele week geen zinnig woord weet te mauwen omdat het van dat flutweer was en je eigenlijk vaker binnen hebt liggen dutten dan dat je iets meegemaakt hebt…

Buiten

Hoewel ik moet toegeven, ik ben toch wel buiten geweest. Vooral als de zon even scheen, of tussen de buien door. Maar het weiland in om muizen te vangen, daar had ik de afgelopen week even geen zin in. De doos in de vriezer tussen de ijsjes en de krentenbollen zit al bomvol met Weilandmuizenbiefstukjes en andere smakelijke delen, dus het was helemaal niet nodig om er nog meer te vangen. Daarbij, de muizen hadden het al moeilijk genoeg met al die regen in het eerste deel van de week…
Nee, ik heb als ‘t even kon voornamelijk in de tuin gezeten of m’n straat- en achterpadcontroles gedaan, want ondanks het slechte weer blijf ik die wel uitvoeren. Maar ook daar was weinig te beleven, hooguit wat tweebeners en andere huisdieren gezien, die een hele goede reden hadden om de straat op te gaan.
En omdat ik overdag best wel wat had liggen dutten wilde ik tegen de tijd dat m’n personeel ging slapen naar buiten. Dat is iets wat ik nog nooit gedaan had, maar na een groot deel van de dag binnen te hebben gezeten leek het me heerlijk om ‘s te gaan ontdekken wat er buiten in het donker gebeurd. Even een frisse neus halen, heen en weer wandelen over het achterpad, wat tuinen inspecteren en dan precies op tijd voor ontbijt weer via het slaapkamerraam naar binnen. Bijkomend voordeel van een paar nachtelijke uurtjes buiten was dat m’n personeel heel gemakkelijk wakker te krijgen was. Een nat kopje of een paar koude pootjes op een arm zijn een prima manier om ze snel wakker te krijgen.

Dutten

En na het ontbijt was ‘t dan weer hoog tijd om nog even te dutten. Terwijl m’n personeel in de woonkamer zat had ik het grote bed helemaal voor mezelf alleen. Ik ben zelfs twee keer onder het dekbed tegen een kussen aangekropen omdat ik koude oren had, dus m’n personeel was even lekker bezig om me te zoeken. Ik mauw dan altijd heel zachtjes als ze me roepen, om ze een klein beetje te helpen. Maar soms spelen ze gemeen en rammelen ze met de snoepjesdoos of scheuren de verpakking van een lekker staafje open, omdat ze weten dat ik dan binnen 0,04 seconden naast ze sta. Ik trap daar elke keer weer in, maar het is altijd de moeite waard.
Gelukkig brak tegen het eind van de week wat vaker de zon door en ben ik overdag ook vaker naar buiten gegaan. Niet alleen om te genieten van de warmte op m’n vacht, maar ook om even uit te waaien. Ik hoefde alleen m’n neus maar in de lucht te steken om te weten wat de buren aten of wie er in de buurt was. En het lekkerste is om dat met m’n ogen dicht te doen, dan lijken alle geuren om me heen nóg sterker.

Feest

Met al dat relaxen in de zon begon ik ook te bedenken wat ik allemaal op m’n feest wilde gaan doen. Want daar heb ik jullie nog helemaal niks over verteld, maar het is een idee dat ik een paar weken geleden ineens in m’n kop kreeg na een geweldig gezellige dag met vrienden, toen ik waarschijnlijk iets te diep in een glaasje catnipwijn had gekeken…
Ik heb helemaal geen ervaring met het organiseren van een feest en eigenlijk is m’n tuin veel te klein als jullie allemaal willen komen. Maar ik denk erover om aan de overbuurvrouw te mauwen of we een paar partytenten in haar weiland mogen neerzetten. En als ze dat goed vind dan wordt het dus geen tuinfeest maar een weilandfeest.
De voorlopige datum is zaterdag 27 juli, tegen die tijd is de regen hopelijk alweer weggetrokken en schijnt de zon volop.
O, en ik ga geen persoonlijke uitnodigingen sturen naar jullie, al m’n katten- en hondenvrienden zijn welkom. Ook jullie katten- en/of hondenhuisgenoten mogen natuurlijk meekomen, maar andere huisgenoten met een vacht, verenkleed, schubben of schild kunnen helaas niet mee omdat dat wat praktische problemen en veiligheidsrisico’s geeft.
Het gaat niet alleen een feest worden om elkaar te ontmoeten, bij te mauwen of te blaffen onder het genot van een hapje en een drankje. Wie zin heeft kan zich inschrijven voor de workshop ‘Slootsnorkelen voor beginners’ (die ik zelf ga geven), en ik hoop nog een paar vrienden te strikken voor het geven van de workshops ‘Weilandmuis vangen in de Praktijk’, ‘Koken met Kattenkruid’ ‘Legaal Bankroven’ en ‘Leeuwentemmen voor Beginners’.
Als je zelf iets heel erg goed kunt wat je anderen ook graag zou willen leren én je hebt op zaterdag 27 juli tijd om te komen, mauw of blaf dat dan even aan me door zodat ik het programma kan maken.

Senioren

Verder heb ik het plan om ook nog wat sport- en spelevenementen toe te voegen, waaronder een behendigheidsparcours voor katten en honden, graafwedstrijden en een hordenloop.
Maar ook aan de oudere gasten wordt gedacht, want er komt een aparte tent waarin de senioren hun wijsheden kunnen doorvertellen aan de jongere gasten, een geluidsdichte loungetent om heerlijk te dutten en een waterbar om lekker rustig bij te mauwen of te blaffen.
En ‘s avonds is er een grote barbecue en een kampvuur om snekkies op te roosteren. Ik zit er zelfs aan te denken om slaapplaatsen te regelen voor diegenen die pas op zondag terug willen naar huis, als daar belangstelling voor is.

Allemaal grote plannen voor het feest, dus kijk in je agenda of je er zaterdag 27 juli bij kunt zijn. Over vervoer ga ik nog even nadenken, maar mocht je daarbij willen helpen, laat maar weten.
En wil je zelf een workshop geven, hou je niet in om je kennis en ervaring te delen.

Stevige poot, zachte kopjes en hopelijk tot ziens op ‘t feest!

Joep.

Joep heeft een groot succes

Van m’n moeder, die nog altijd op het platteland woont, had ik al jong begrepen dat ik later muizen zou gaan vangen. Omdat dat nou eenmaal iets is wat katten doen, als ze de kans krijgen. Jagen zit in onze natuur en dat krijgt niemand er uit. En muizen vangen, daar schijnen tweebeners niet zoveel moeite mee te hebben omdat de meesten geen fan van die diertjes zijn. Maar vogeltjes, da’s een heel ander verhaal. Daar kan ik beter van af blijven volgens m’n personeel.

Babykitten

Dus dat ik later ook muizenvanger zou worden stond eigenlijk al vast toen ik geboren werd. Maar hoé ik dat zou moeten worden, dat heb ik nooit van m’n moeder geleerd. Ze mauwde alleen dat als ik daar klaar voor was, ‘t vanzelf wel zou komen.
Als babykitten was ik best wel goed in pootballen, dus toen ik wat groter werd heb ik nog even overwogen om me aan te melden bij het Nationale Kattenteam voor een opleiding om professioneel pootballer te worden in plaats van muizenvanger, maar ik kwam er al snel achter dat zoiets helemaal niet bestaat. En wat moet je dan met je jonge kattenleven, behalve eten, drinken, dutten en spelen? Daar is natuurlijk helemaal niks mis mee, maar als opgroeiende kitten wilde ik toch meer uit m’n leven halen om ergens op terug te kunnen kijken als ik later Seniorkat zou zijn.
En muizenvanger zou zeker hele mooie verhalen kunnen opleveren om aan volgende generaties kittens door te mauwen.

Ik begon binnenshuis alvast te trainen om m’n speelgoed te besluipen en te grijpen en dat leek bijna vanzelf te gaan, precies zoals m’n moeder gemauwd had. Misschien was ik klaar voor het échte werk. Ik wilde als kitten ook eigenlijk gelijk al naar buiten. Urenlang heb ik in de vensterbank gelegen en voor de buitendeur gezeten, maar m’n personeel mauwde met de nodige gramaticafouten dat ik eerst ‘geholpen’ moest zijn voordat ik de buurt mocht verkennen. En wat ze daarmee bedoelden begreep ik pas tegen het eind van de winter…
Nadat ik nog een maandje binnen was gebleven zwaaide op een mooie dag de tuindeur wijd open en mocht ik eindelijk naar buiten. Mét personeel, maar zonder de lijn met m’n tuigje. En ik moet zeggen, ik vond het best wel een beetje eng hoor, ik schrok van alles dat bewoog en ik moest wennen aan de geluiden en geuren om me heen. De tuin was wat mij betrof al groot genoeg om voorlopig mee te beginnen.
Maar al snel ontdekte ik het achterpad, helemaal vanaf de schuur van m’n buren langs de rest van het huizenblok. En daar kon ik heel hard rennen, om m’n conditie op te bouwen. Ik leerde klimmen op de schutting, m’n evenwicht bewaren op de plank die daar boven lag en ik begon op vliegen te jagen. Niet dat die écht lekker waren, maar ik kreeg ze wel te pakken…

Cursus

Al snel had ik de weg naar het weiland gevonden, en ik voelde gewoon dat daar muizen moesten wonen. Maar hoe ik die te pakken kon krijgen, daar had ik nog geen idee van.
Gelukkig wilde Luna Poes haar ervaring op FB delen, en ze bedacht de cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis?’ in 12 lessen. Daar heb ik heel erg veel aan gehad, en ik heb alle lessen ontelbare keren in het weiland geoefend. Ik wíst na de cursus gewoon dat ik het in me had om een hele goede Weilandmuizenvanger te worden, maar ik kon ze gewoon nergens vinden…
Even begon ik zelfs te twijfelen of ze wel echt bestonden. Maar het was te leuk om niet door het weiland te struinen, en van heel hard rennen door het gras kreeg ik een steeds betere conditie. Mocht ik ooit een muis tegen komen dan wist ik uit de cursus wel wat ik moest doen.
Maar ondanks de lol die ik in het weiland had, kwam ik na weken jagen nog steeds zonder muis thuis. En dat was best wel een flinke tegenvaller voor een aankomende Weilandmuizenvanger…

Samen

Gelukkig kreeg ik van mijn vriend Japie de uitnodiging om samen Zilte Zeemuizen te gaan vangen. En daar hoefde ik helemaal niet over na te denken, dus ik mauwde meteen dat ik graag wilde komen. ‘t Was precies wat ik nog nodig had, om met een ervaren jager in praktijk te brengen wat ik in theorie al van Luna Poes had geleerd.
Dat viel in ‘t begin best wel een beetje tegen. Als oudere kitten wilde ik te snel en te graag laten zien wat ik al wist, maar de ervaring van Japie leerde me vooral dat ik rustig en geduldig moest zijn om niet alleen te jagen, maar ook te vangen.
Het uiteindelijke succes van die middag met Japie heb ik in de vorige blog al gemauwd, dus daar weet je waarschijnlijk al van. Japie had er veel plezier in om zijn kennis ook te delen, en ik ben er trots op dat ik nu eindelijk ook muizen heb kunnen vangen.
Het duurde echt wel een paar dagen voordat ik na m’n Zilte Zeemuisavontuur weer met alle vier m’n pootjes op de grond stond en vol goede moed het weiland achter m’n huis weer in ging. Nu wist ik precies wat ik moest doen, maar vooral laten.
En het duurde dan ook niet lang voordat ik een echte Weilandmuis gevonden én gevangen had.

Vol trots liep ik het weiland uit, muis in bek, naar m’n personeel dat bij het hek stond te roepen dat het al ver na bedtijd was, en ik legde m’n allereerste Weilandmuis voor hun voeten. Ze begonnen bijna te juichen en huilen tegelijk, ik kreeg aaien en complimenten en natuurlijk moest Junior dit moment vastleggen met heel veel foto’s en filmpjes. Maar omdat het al donker was zijn die bijna allemaal mislukt.
Gelukkig heb ik er wel een mooi verhaal aan overgehouden om later, als ik een oude kater ben, te kunnen doorvertellen…

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep,

Allround Muizenvanger

Joep en zijn afontuur op Pinksterzondag

Om te beginnen wil ik eerst mijn grote vriend Kever nog bedanken dat ik voor mijn blog van vorige week zijn prachtige foto met de Stoel van Oscar mocht gebruiken. Zonder het op dat moment misschien te beseffen heb je de aanwezigheid én het gemis van deze Wijze Kater in één beeld weten te vangen…
Dank je wel, lieve Kever!
En dan ga ik nu verder waar ik vorige keer met m’n verhaal gestopt ben over m’n belevenissen op Pinksterzondag.

Wakker

Eigenlijk weet ik niet eens meer hoe lang ik tussen Simon en Leootje in heb liggen slapen, maar ik werd wakker van hele lekkere luchten die vanuit het huis ‘t balkon opkwamen. Ik schoot in de poten en rende naar de keuken, want misschien was ik nog op tijd om van de Chef te leren hoe ik de croutons van huisvliegen kon maken. Want zo rauw uit de poot vond ik ze eigenlijk niet écht heel erg lekker…
Helaas, Chef was al bezig om de kommetjes te vullen. En ik mocht de garnering erop te leggen, terwijl Chef de andere drie katten ging mauwen om te komen eten.
De verse catnipsoep met knapperige croutons van m’n aangeleverde tuinvliegen en gepaneerde pissebedden smaakte minstens zo lekker als ‘t rook, en terwijl Chef urenlang bezig was geweest in de keuken waren de kommetjes binnen een paar minuten leeg… Wat een heerlijke soep, daar had ik best nog wel meer van gelust! Maar Chef zei dat dit genoeg was voor vandaag, want anders zou ik alleen maar de hele middag slapen door teveel catnip. En ik had vanmiddag nog een belangrijke afspraak!

Auto

Een half uurtje later zat ik weer op de achterbank van de auto, naast drie porties verse catnipsoep en een zak met garnering. Op naar m’n volgende afspraak.
Gelukkig was het nog minstens drie kwartier rijden, dus ik kon nog lekker even m’n ogen dichtdoen. Want ondanks dat de soep een flinke tijd had doorgekookt, was de catnip toch behoorlijk binnen gekomen. Sterk spul hoor…
Voordat ik er erg in had stonden we al voor de deur bij de Blije Beesten Boel. Ik mauwde naar m’n personeel of zij de bakken mee wilde nemen, want Japie zat al samen met Foppe en Catootje voor de deur op me te wachten. Van de ene gezelligheid in de andere…

Op reis

De meegenomen soep werd in de koelkast gezet en ik kreeg een rondleiding van Japie door de achtertuin, die vele malen groter was dan die van mij, met heel veel planten, struiken en bomen. Als ik niet beloofd had om samen met Japie op jacht te gaan voor het avondeten bij de Haagse Katers, dan was ik hier in een boom geklommen om lekker te dutten. Maar helaas, misschien komt het daar een volgende keer nog wel ‘s van.
Het personeel van Japie, Catootje en Foppe had al wat te drinken en wat snekkies ingepakt en er werd een grote voorraadbox op de achterbank gezet om de buit in te vervoeren. Voor Japie was dit allemaal niks bijzonders, maar voor mij zou het de eerste keer zijn dat ik op Zilte Zeemuizen zou gaan jagen… En met een hele goede reden, want als we genoeg muizen hadden gevonden zou Chef Tiga vanmiddag de Hibatsjie op ‘t balkon opstoken voor een feestelijk diner waar Japie en ik ook voor uitgenodigd waren. Japies huisgenoten Catootje en Foppe hadden deze keer bedankt omdat het een beetje kort dag was, maar een volgende keer zouden ze zeker graag mee willen komen. Zeker nadat ze de soep van Chef Tiga geroken hadden.

Muizen

Het was nog een eindje lopen vanaf de parkeerplaats, maar gelukkig hadden we ons personeel mee om alles te sjouwen. Omdat ik hier nog nooit geweest was volgde ik Japie, die honderduit mauwde over de beste plekjes om Zilte Zeemuizen te kunnen vinden. Hij kende ze allemaal.
Ineens was Japie stil, stak zijn staart in de lucht, zakte een beetje door z’n voorpoten en nam een sprint terwijl ik ‘m verbaast nakeek. Hij had de eerste Zilte Zeemuis al te pakken en kwam vol trots naar me toe lopen. Voorzichtig snuffelde ik aan het diertje, wat rook ‘ie lekker zeg. ‘Kijk’ zei Japie, ‘dit is de eerste van vandaag. De volgende is voor jou, Joepie’.

Nou moet ik toegeven dat Japie een hele goeie praktijkleraar is. Alles wat ik in de voorgaande weken in de cursus van Luna Poes had geleerd maar zonder enig resultaat in het weiland achter m’n huis eindeloos had geoefend schoot door m’n kop.
Ik had goed naar Japie gekeken, en nu kon ik laten zien dat ik klaar was om een vanger in plaats van een jager te zijn.

Maar dat viel zo’n eerste keer toch helemaal niet mee hoor…

Het begon goed, ik stak m’n staart in de lucht, zakte door m’n pootjes en wilde net toeslaan toen mijn eerste eigen Zilte Zeemuis het op een lopen zette. Zigzaggend door de duinen, en ik rende achter ‘m aan. Gelukkig had ik al getraind in heel hard rennen over ‘t achterpad thuis, dus ik wist zeker dat ik ‘m te pakken kon krijgen. Ik zag, rook en hoorde alleen maar die ene muis… die ineens helemaal verdwenen was. Verbaast keek ik om me heen. Eigenlijk had ik ook geen idee meer waar ik was. ‘t Zal toch niet gebeuren dat ik verdwaald was? Straks zou ik worden omsingeld door hordes boze Zilte Zeemuizen, die me zouden ontvoeren naar een groot donker hol waar niemand me ooit nog zou kunnen vinden…
Ik verkatte me. Chef Tiga had vanmiddag nog zó gewaarschuwd om rustig aan te doen met de catnipsoep, omdat het best sterk spul was en ik misschien een beetje wieuw in m’n kop zou kunnen worden omdat ik ‘t niet gewend was…
Ergens in de verte hoorde ik Japie mauwen en ik ging op het geluid af. Gelukkig zag ik ook al snel Senior staan, die boven het duingras uitkwam. Ik schaamde me een beetje dat ik zonder muis terug kwam. Japie sloeg een poot om me heen en mauwde dat ik niet de beste jachtmethode had gebruikt, maar dat hij het me net zo vaak voor zou doen en uitleggen totdat ik het snapte.
Maar we konden nu beter naar een ander plekje gaan, want de muis die ik achterna gezeten had zou vast alle muizen in de buurt al ingepiept hebben dat we hier rondliepen…

Plan

Na een kwartiertje wandelen stopte Japie, want volgens hem stonden we nu op de meest ideale plek, waar heel veel Zilte Zeemuizen moesten zitten.
Nog één keer volgde een heldere uitleg van het aanvalsplan waarna Japie en ik, met de staarten in de lucht en de buiken door het zand, tussen de grashalmen door slopen. Japie had gelijk, de één na de andere muis werd in rap tempo samen binnengehaald. En we hebben ons personeel flink aan het werk gezet, want zij moesten al die muizen in de bak met stro, water en pindakaas zetten en zorgen dat ze niet zouden ontsnappen…
We hadden bedacht dat we wel drie Zilte Zeemuizen per katsoon nodig zouden hebben, en die hadden we binnen een half uurtje allemaal binnen.
Nog even snel wat drinken en een snekkie, en daarna de auto weer in. Terug naar de Haagse Katers, nu met onze zilte vangst voor diner…

Aan het begin van de straat roken we de Hibatsjie al. De bak met verse Zilte Zeemuizen werd naar de keuken gezeuld en de ogen van Chef Tiga begonnen al te glimmen nog voordat de eerste muis uitgepakt was. Hij was heel erg tevreden over de superverse levering van Muisbezorgd, het bedrijf van Japie. Maar toch werden we de keuken uitgezet, want de Chef had vandaag geen pottenkijkers nodig.
Nou ja, dat gaf mij mooi de tijd om even bij te mauwen met Chester, want daar was eerder vandaag niet veel tijd voor geweest. Hij vertelde over vroeger toen hij nog jong was, en hoe het is om met 3 andere katers samen in huis te wonen. En natuurlijk was ik toch wel heel erg benieuwd of de Chef elke dag van die feestmaaltijden maakte. Maar Chester is ook een hele wijze kater, dus hij deed toen net of ‘ie in slaap was gevallen…

Verhalen

Chef Tiga had het er maar druk mee om de Hibatsjie op het balkon in de gaten te houden en tegelijkertijd voor zes katers, die inmiddels wel trek begonnen te krijgen, in de keuken een complete feestmaaltijd te bereiden. En hoewel ik probeerde om elke keer als de deur open ging te zien wat er daar allemaal gebeurde, gaf Chef geen enkel keukengeheim prijs. Jammer. Misschien moet ik maar geduld oefenen totdat z’n eerste kookboek ooit uitkomt.
Het leuke van zo’n best wel onverwacht samenzijn was dat we elkaar heel wat te mauwen hadden. En hoewel ik de jongste van het hele stel was, met de minste ervaring in alles, had ik het gevoel er helemaal bij te horen. Ik luisterde aandachtig naar alle mooie levensverhalen, we lachten, huilden samen en soms waren we zelfs heel even stil. Samen met Simon en Leootje maakte ik nog een paar zoomies door het huis, behalve naar het balkon. Want daar mochten we nu niet komen omdat de Hibatsjie was opgestookt. We pootbalden in de gang, joegen met z’n allen achter één vlieg aan en zaten in de vensterbank naar buiten te kijken. Er was zelfs nog tijd voor een dutje, want een feestmaaltijd maken, dat duurt nou eenmaal even.

Uiteindelijk werd er een vaatje catnipwijn opengetrokken en mochten we het balkon op, waar Chef zes prachtige en goedgevulde etensbakjes had neergezet. Het zag er uit als een plaatje, en het rook zó verrrukkkullluk dat het water me uit de bek stroomde en m’n snorharen begonnen te trillen van genot. Op dat moment bedacht ik me dat samen soms ook best wel heel erg gezellig kan zijn.
Als voorafje kregen we gebonden catnipsoep, als hoofdgerecht gemarineerde Zilte Zeemuisfilets met een verrukkelijk sausje op een bedje van knapperige groenten en als bijgerecht superlekkere frietjes zoals ik nog nooit geproefd had. En in het toetje proefde ik zoveel tongstrelende verschillende smaken dat ik bij elk hapje met m’n ogen dicht zat te genieten. Zoiets zou ik best elke dag wel willen eten. Maar toen ik Chef Tiga om de recepten vroeg schudde hij z’n kop. ‘Gaat niet gebeuren kleine vent, da’s ‘t geheim van de Chef’. (Ik zou willen dat ik zijn sappige Haagse accent ook zou kunnen laten intikken door Junior, maar dat lukt haar gewoon niet…)
Misschien zou ik Chef Tiga kunnen ommauwen of hij in het najaar en de winter, als de muizenvangst een beetje sloom wordt, kookcursussen wil gaan geven. Of op z’n minst in een kookboek z’n lekkerste recepten voor beginnende Masterchefkattenkoks zou willen prijsgeven. Dat zou zeker een enorm succes worden tijdens de Kerstdagen.

Zondag

Het was een heerlijke zondag geweest. Zowel de kennismaking met Chef Tiga, Leootje, Chester en Simon als met Japie, Cato en Foppe hadden grote indruk gemaakt. En van de Zilte Zeemuisjacht had ik zoveel geleerd dat ik nu zeker wist dat ik een hele goeie Weilandmuizenvanger ben.
Het was intussen al maandagochtend geworden toen ik afscheid nam van mijn vrienden, en we spraken af om deze zomer een Groot Tuinfeest bij mij thuis te organiseren waar iedereen welkom is. Want Japie en ik zijn een heel goed team als ‘t om muizenvangen gaat, en Chef Tiga draait er z’n poot niet voor om als er heel veel gasten komen genieten van zijn heerlijke gerechten. Datum en tijd moeten we nog even overleggen, maar ik hou jullie op de hoogte!

Stevige poot en heel veel zachte kopjes van Joep, Allround Muizenvanger

Joep blijft oefenen en goed ook

Om te beginnen wil ik vandaag toch ook eerst nog even stil staan bij Oscar, een hele wijze kater die dinsdagavond na een respectabele leef-tijd van 19 jaren over de Regenboogbrug is gegaan…
Ik ben er aan de ene kant heel verdrietig over, want ik had Oscar graag nog veel beter willen leren kennen. Aan de andere kant weet ik dat hij nu nooit meer al z’n medisijnen hoeft in te nemen om zonder pijn en andere ongemakken eindeloos te kunnen rennen en spelen met al zijn vriendjes en vriendinnetjes die al eerder een mooie ster werden.

Stoel

Maar ik ben ook dankbaar.
Dat ik de mooie woorden die hij elke week doormauwde voor zijn blog bij Bert nog altijd kan teruglezen. En dat ik Oscar heb ontmoet op het Grote Stoelendansfeest dat onze vriend Kever begin deze maand speciaal voor hem in z’n tuin heeft gehouden. Met een hele mooie stoel in het midden van de tuin, speciaal voor Oscar, zodat ‘ie alles goed kon zien en met iedereen die er was een paar korte of lange mauwtjes kon wisselen.
Het was een feest dat niet alleen kattastisch was, maar ook heel indrukwekkend. Want in een paar uur heb ik zóveel mooie wijze woorden van Oscar zelf meegekregen en die zullen de rest van m’n leven bij me blijven…
Dank je wel lieve Oscar. Voor alles wat je met mij en al je vrienden en vriendinnen hebt willen delen.
En die mooie stoel in de tuin bij Kever blijft voor altijd jouw stoel, dat weet ik zeker…

Jagen

Nu ik m’n hart met jullie gedeeld heb over het vertrek van Oscar, wil ik toch ook nog graag iets heel anders doormauwen, iets leuks. Want Oscar was behalve een hele realistische kater ook een hele positieve, die ondanks alles ook heel erg van z’n leven kon genieten. En dat is precies wat ik vorig weekend gedaan heb.
Zoals jullie misschien weten ben ik hard bezig aan een loopbaan als Weilandmuizenvanger. Maar omdat ik, ondanks de kattastische cursus van Luna Poes en heel veel oefenen, nog steeds geen muis heb kunnen vinden ben ik op de dagen dat het droog is sinds een tijdje druk bezig in de tuin met het vangen van vliegen en kruipende beestjes die ik daar tegenkom. Zelfs de dikke bromvliegen die ik in huis zie sla ik met gemak uit de lucht. En omdat m’n personeel die toch niet lust eet ik ze lekker zelf op.
Al moet ik toegeven, rauwe bromvlieg is nou niet écht een delica… uhhh… delikat…. nou ja, lekker. Maar om m’n vangst nou door m’n personeel in de prullenbak te laten gooien is ook weer zo’n verspilling.

Ik had vorige week zaterdag net m’n tweede grote vlieg achter de kiezen (ik heb natuurlijk niet tegen m’n personeel gemauwd dat ik die zelf van buiten mee had genomen) en stond eigenlijk al op ‘t punt om te gaan slapen toen Junior riep dat ik een dringend berichtje had gekregen.
Nieuwsgierig geworden liep ik al een beetje slaperig terug naar de woonkamer, waar ik te horen kreeg dat Chef Tiga pissebedden en vliegen nodig had voor de verse catnipsoep die hij aan ‘t maken was voor de zondagse lunch. Of ik die nog even voor ‘m kon vangen en afleveren.
Nou, je snapt dat ik gelijk klaarwakker was. M’n eerste echte opdracht, en dan ook nog ‘s van de Chef der Cheffen… Wat een eer! En wat een mooie kans om misschien van hem te leren hoe ik die rauwe bromvliegen veel lekkerder kon maken.

Zeemuizen

M’n personeel begreep de ernst van de spoedbestelling van de Chef gelukkig helemaal. Ik mauwde tegen Junior of ze even contact wilde opnemen met Japie, de eigenaar van Muisbezorgd, om te vragen of ik m’n vangst bij hem kon afleveren voor verder transport of dat ik ‘t zelf bij de Chef kon afgeven. Terwijl Senior druk bezig was om een paar bakken met deksels en een zaklantaarn te zoeken, reageerde Japie al dat het beter was om de bestelling direct bij de Chef te bezorgen. En omdat ik dan toch al halverwege zou zijn, vroeg Japie of ik zin had om daarna samen met hem Zilte Zeemuizen te gaan vangen.
Ik wist toen al dat het een paar onvergetelijke Pinksterdagen zouden worden…
Bij wijze van hoge uitzondering mocht ik zaterdagavond laat nog naar buiten. Senior had de lamp midden in de tuin gezet en zei dat er zóveel vliegen op ‘t licht af zouden komen om meer dan genoeg croutons van te kunnen maken.
Om een lang verhaal wat in te korten, toen de zon opkwam had ik twee bakken vol met vliegen, klaar voor transport. De pissebedden waren wat moeilijker te vinden, maar ik kon onder wat oud snoeihout toch nog een paar poten vol te pakken krijgen. Chef Tiga kon tevreden zijn.

Het duurde even voordat ik m’n personeel wakker had gemauwd om weer naar binnen te kunnen, maar toen eindelijk de tuindeur open ging stond er al een stevig ontbijt voor me klaar en kreeg ik complimenten en aaien omdat ik zo hard doorgewerkt had. Senior controleerde nog even of de deksels wel goed op de bakken zaten voordat hij ze in de koelkast zette, maar daarna was ‘t toch echt wel hoog tijd voor een welverdiend dutje.

Zoomies

Zondagmorgen om kwart over negen zat ik alweer met al m’n haren netjes op een rijtje en schoongelikt in de auto, naast m’n vangst op de achterbank, onderweg naar Chef Tiga. En heel eerlijk, ik was best wel zenuwachtig want ik had de Chef en zijn broers nog nooit in levende lijve ontmoet. Het liefst was ik ook gewoon in de auto blijven wachten tot m’n personeel de bestelling had afgeleverd, maar daar trapten ze niet in. Ze vonden dat ik niet zo kittenachtig moest doen, en terwijl Junior de bakken pakte nam Senior me op z’n arm en zwaaide de voordeur al open…
Binnen vijf minuten maakten Leootje, Simon en ik zoomies door hun hele huis, via de gang, de woonkamer, het balkon en weer terug. We rolden en sprongen over elkaar heen alsof we dat al jaren deden.
Na een half uurtje heel erg druk doen met z’n drietjes kwam Chester ‘s kijken wat al die herrie in huis was en schudde langzaam z’n kop toen ‘ie ons zag. Dat was volgens Leootje het moment dat we maar beter even stilletjes op het balkon konden gaan hangen om vogels te kijken.
We kregen Cosmosnekkies en wat te drinken, en daarna ben ik tussen Leootje en Simon als een blok in slaap gevallen…

Natuurlijk is m’n Pinksteravontuur daarmee nog niet afgelopen, maar Junior mauwt met de nodige spelfouten dat ‘t wel een héél erg lange blog zou gaan worden als ik nu alles wil vertellen. Dus ik ga volgende week verder waar ik gebleven ben.
Voor nu, maak er een kattastisch mooi weekend van en geniet van elk moment. Precies zoals Oscar gedaan heeft. Vanavond als ik de sterren zie zal ik naar hem zwaaien. En naar Bram. En Loesje. En naar al die andere mooie sterren in de lucht.

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep

Aankomend Weilandmuizenvanger