Categorie archieven: Japie

Japie vertelt: eindelijk gereset

resetWaar we het nog steeds over moeten hebben is chip-tuning. Zeker met de op poten zijnde chipplicht voor alle Nederlandse katten. Deze keer wil ik jullie eens snorhaarfijn de ongekende mogelijkheden van chip-tuning uit de doeken doen.

Zoals jullie de afgelopen keren hebben kunnen lezen, doet mijn chip gekke dingen. Het minuscule ding onder mijn jas kan op afstand het kattenluik besturen. Althans, daar lijkt het op. Want als ik op de stoel in de kamer lig, doet het luik klikklakklikklak. Dat is raar, want eigenlijk kan dat alleen als je er met je kop heel dicht bij staat. Mijn mens denkt dat het Sjaak is die met het deurtje speelt waar hij ook een sleutel van heeft uit de tijd dat hij hier in levende lijve in en uit banjerde. Volgens witjas is mijn chip van slag en moet deze gereset worden. Dat is onlangs gebeurd.

PAW-er app

resetOm jullie gerust te stellen, je voelt er helemaal niks van! Het enige wat je als kat moet doen, is rustig blijven zitten. Of liggen. Dus het kon prima terwijl ik toch al lag te dutten. Het echte werk wordt gedaan door de PAW-er app die Mo op haar telefoon heeft geïnstalleerd. Na het invoeren van wat gegevens waaronder mijn chipnummer zijn we er samen goed voor gaan zitten. Dat is het meest lastige deel van het traject, want welke optie kies je? Op dit moment heeft de PAW-er app acht keuzes:
1. Chipreset; de aanleiding om hier aan te beginnen
2. Muisradar; voor wie het muisvangen beter onder de poot wil krijgen
3. Snuggelmodus; handig voor katten die vaker op schoot willen liggen
4. Eetlustregelaar; werkt twee kanten op, minder of juist meer eten
5. Knuffelsensor; voor een overdosis aan kopjes geven
6. Slaapadjuster; speciaal voor katten als Kever, die midden in de nacht spiraal spelen
7. Speelactivator; zelfs de meeste luie types onder ons kunnen niet meer stil blijven zitten
8. Klauterregulator voor het purfectioneren van je klautertechnieken in bomen en krabpalen

Keuzestress

Het slechte meows is dat je maar één optie per keer kunt selecteren. Het goeie meows is dat je na drie licht en donkers opnieuw kunt kiezen. Mo vraagt wat ik wil. Luid en duidelijk miauw ik dat ik dolgraag sneller naar boven wil kunnen roetsjen voor de inspectie bij het ochtendgloren. ‘Oké, optie 1 dus,’ zegt ze, terwijl ze op bevestigen klikt. ‘Wat nou, optie 1,’ schreeuw ik, ‘ik bedoel nummer 8!’ Alsof ze me niet heeft gehoord, gaat ze verder. ‘Prima, dan doen we over drie dagen de eetlustregelaar.’ ‘Neehee, nummer 8, de klauterregulator, ’ tetter ik in haar oor, ‘wat snap je niet aan acht?!’ ‘Maar dat pretvet moet er echt af, Japie. Je hebt toch gehoord wat witjas zei. Dat het gevaarlijk is voor jouw gezondheid.’

Furrassing

resetDrie donkers later opent Mo de PAW-er app. Voordat ze op vier kan drukken zet ik pijlsnel mijn poot op het vakje met de door mij felbegeerde regulator. Het feest kan beginnen. Als een raket sjees ik mijn boom in tot bijna in de top. Naar beneden gaat veel soepeler. Wauw, wat een uitvinding. Meerdere keren per dag oefen ik en ik merk dat ik steeds sneller heen en weer kan. Na drie dagen ga ik demonstratief bij het weegapparaat zitten. Voordat Mo de PAW-er app kan veranderen, wil ik haar laten zien dat mijn gewicht is veranderd. Dat voel ik aan mijn buik. Ze is met stomheid geslagen. De eerste zes is veranderd in een vijf. Dat is purfect meows. Ik heb haar overtuigd dat we nummer 8 aan moeten laten staan. Vanaf nu ga ik iedere week op het weegding. Als furrassing laten de cijfers zien dat mijn pretvet smelt als sneeuw voor de zon. Over optie 4 wordt niet meer gemiauwd. Het luik doet overigens nog steeds klikklakklikklak.

Koppie van Japie

Japie weet iets over kuren

kurenPfffff, dat het toch nog is gelukt om wat letters uit mijn duim te zuigen is een wonder. Het had nogal wat poten in de aarde. De computer waar ik mijn furhaal mee maak heeft kuren. Het oude barrel blijft maar updaten. Om dan na uren ratelen te zeggen dat er een fout is opgetreden en de update opnieuw gaat starten. Ik krijg er geen nagel tussen om ook maar één woord te typen. Dan is het apparaat nog erger van slag.

kurenEten

Wie ook kuren heeft, is mijn grote broer. Eerder meowde ik over onze avonturen bij witjas. Foppe zakte voor de apk en kreeg geen stempel in zijn poespoort. Dat furhaal kreeg een staartje. Hij moest steeds opnieuw terugkomen, omdat zijn jas is gaan slobberen en er uit ziet alsof er motten in wonen. Ik heb mijn poten vol aan zijn afwas. Hij eet alleen maar minihapjes en laat daar de helft van staan. Natuurlijk help ik mee. Ik ben de rotste niet. Het is zo zonde om restjes weg te gooien, vind ik.
Ons mens sjouwt zich licht en donkers een breuk aan emmers sop die nodig zijn om sporen uit te wissen als hij hoge nood heeft. Onder ons gemiauwd, elf van de tien keer haalt hij de plastic plasdoos niet.

Gezond

Verder zijn er zorgen om kwakkelende furriendjes. Nee, nee, geen kakelende, kwakkelende. Dat is als je tobt met je gezondheid. Onze oudste blogger heeft zelfs zijn koffer gepakt en kleurt nu de hemel mooier. Ook hier bied ik mijn helpende poot. Een jas met veel haar komt goed van pas. Die dept tranen als de beste. Daarnaast vind ik het spannend wat er met onze opperblogger aan de poot is.
kurenAl met al wist ik eerlijk gemiauwd niet zo goed of ik deze keer wel verder moest furtellen over ons kattenluik, dat nog altijd ieder donker klikklakklikklak doet. ‘Hallo lieverd,’ zegt mijn mens dan met een glimlach in haar verdrietige stem, ‘fijn dat je er weer bent.’ Misschien moet ik de pootleiding voor het resetten van mijn chip maar furstoppen. Mo wordt er blij van als Oom Sjakie gedag komt miauwen.
Of zou ik het kunnen gebruiken voor dat stomme apparaat dat maar blijft zeggen dat er een fout is opgetreden, maar er niet bij zegt wat voor fout. Misschien is chiptuning wel iets voor de pc. Dan is dat probleem tenminste opgelost. En kan ik volgende keer in geuren en kleuren furtellen over de ongekende mogelijkheden van deze nieuwe vinding.

Koppie van Japie
Extra veel voor iedereen die dat nodig heeft

Japie vertelt: bezoek van gene zijde

gene zijde
Jullie weten allemaal dat ik de jongste telg ben van BBB. Om misverstanden te voorkomen, de BBB die de laatste tijd voorpaginameows is, heeft niets van doen met BBB De Blije Beestenboel waar ik woon en deze naam al zo’n 15 jaar gebruikt. Die na-aper komt pas om de hoek kijken. Dit ter zijde.

Waarom ik BBB aanhaal, is omdat er veel meer familieleden zijn dan de huidige bewoners. Eén ervan is Oom Sjakie, een imposante rood-witte kater die net als ik asiel heeft aangevraagd. Iedereen kent Oom Sjaak; de hele buurt, alle fans op Beestboek en de lezers van de krant waar Sjaak voor blogde. Iedereen, behalve ik. Nou ja, ik ken hem een beetje, want hij komt ieder donker buurten. Hoe kan dat nou, hoor ik jullie denken. Oom Sjakie woont toch al een tijdje aan de andere kant van de Regenboogbrug? Dat klopt. Maar hij kleppert nog altijd met het kattenluik. Mijn broer en tante meowden er al eerder over op hun eigen Beestboek-pagina.

Slim ding

gene zijdeIn de grote deur die op de tuin uitkomt, zit een luik op kattenooghoogte. Dat is handig, want als mijn mens weigert voor portier te spelen, kan ik dat lage deurtje eigenpotig bedienen. Het enige wat ik nodig heb, is een pursoonlijke sleutel. Die sleutel zit diep verstopt onder mijn jas, zodat niemand hem kan pikken en ik hem nooit kwijt kan raken. Zo’n ding wordt een chip genoemd en is superslim. Want die chip kan dat kattenluik voor mij open maken. Zodra ik op kopafstand van dat kattendeurtje ben, ‘ziet’ die chip dat en voilà, het luikje klikklakt vanzelf van slot. Wel heeft dat luik eerst moeten leren wie er wel en wie er geen pursoonlijke sleutel heeft. Mijn furriend CW bijvoorbeeld zou maar wat graag mijn voerbak leeg vreten, maar hij heeft pech. Zijn sleutel past niet in ons slot. De enige die naast mij, Foppe en tante Cato naar binnen mag, is Oom Sjaak. Van die optie maakt hij nog altijd gebruik. Dat zit zo.

Eigen leven

Sinds het herfst is (en dat lijkt het al heel lang te zijn) horen wij ieder donker het luik van gene zijdeslot gaan. Dat is raar, want Foppe ligt bij ons mens op schoot, Cato naast haar op de bank en ik opgerold op een stoel. Mo deed er nieuwe batterijen in. Dat hielp niet. Ze maakte het luik van binnen en van buiten brandschoon. Er kwam een complete zandbak uit de motor en ook een halve Japie aan vacht. Deze grote schoonmaak had geen effect. Het luik bleef klik, klak, klik, klak doen. De fabrikant werd benaderd. Die heeft al eerder met succes geholpen toen dit deurtje fratsen had. Alle tips werden opgevolgd en toch bleef het luik iedere avond doen waar het zelf zin in had. Ze keek de instellingen van onze automatische deur na en realiseerde zich toen pas dat niet alleen wij drieën maar ook Oom Sjaak nog altijd toegang heeft. Sindsdien praat ze tegen hem als het slot weer uit zichzelf open en dicht gaat, terwijl wij liggen te ronken. ‘Fijn dat je er weer bent, lieverd’, zegt ze dan. Je kunt van alles vinden van dit onzichtbare contact. Wij zijn allang blij dat ze niet meer zo neurotisch doet over dat slot. Eind goed al goed, zou je denken. Tot we pas naar witjas moesten voor onze APK.

Chip van slag

Bij die keuring wordt alles gecheckt, ook je chip. Witjas gaat dan met een apparaat dicht gene zijdelangs je jas en bij een bliep is je chip oké. Bij mij ging de piep al bliepen voordat het apparaat in de buurt van mijn jas was. Dat hoort niet. Opeens ging er een lichtje branden bij ons mens. Zou dat de reden zijn waarom het luik iedere avond klik, klak, klik, klak doet?! De stoel waarop ik slaap staat dan wel in de woonkamer, maar er zit alleen maar een dun muurtje tussen mijn slaapplek en het luik.
Eigenlijk moet ik een nieuwe chip. Dat lost alleen het probleem niet op, want de oude chip kan er niet uit. Het slot zou gewoon open en dicht blijven gaan. Witjas heeft met een specialist gebeld en die heeft mogelijk een oplossing. Mijn chip kan misschien geresetted worden. Ik heb nu al trek in al die extra kipsnackjes die Mo me heeft beloofd als ik in de rammelbak mee moet. Ik weet nog niet wanneer ik er terecht kan, maar zodra ik meows heb, furtel ik jullie er alles over.

Koppie van Japie

Japie over: revanche? Of toch niet?

revancheHet had de nodige poten in de aarde, maar na een fikse workout zitten we dan eindelijk alle drie in een rammelbakkie. Als door een wonder heb ik net geen wortel geschoten.

Onderweg

Onderweg naar het gevreesde adres vraag ik honderduit. Of witjas ook van die lelijke dingen heeft gezegd tegen Foppe? Of tegen m’n tante Cato? Het zal toch niet dat hij zich tegenover haar heeft laten ontvallen dat ze een mislukte Britse Korthaar is? Haar bontjas is werkelijk waar beeldschoon. Als adonis in opleiding bij Oopa Floris zie ik heus wel dat de katers voor haar in de rij staan.
Geen van twee snapt waar ik het over heb. Al hebben ze een diepgrondige hekel aan dit soort uitjes witjas zelf is alleraardigst, beweren ze. En een zij bovendien. Ik ontspan me een beetje. Misschien valt het allemaal wel mee. Ik besluit om niet direct in de aanval te gaan. Dat kan altijd nog.

Aanpak

Aandachtig kijk ik toe hoe tante Cato de APK ondergaat. Als een statige dame zit ze keurig rechtop als witjas in haar oren kijkt, haar tanden inspecteert en met een dopje tussen haar vacht wroet. Na een ‘ziet er allemaal keurig uit’ en een prik krijgt ze een mooie stempel in revanchehaar poespoort. Zo doet ze dat dus. Netjes blijven zitten, dan is het snel achter de rug.

Mijn grote broer Foppe heeft een andere aanpak. Stokstijf blijft hij in het bakkie zitten. De reisbox moet worden opengeschroefd. Onder hem is het zeiknat door gutsende zweetpoten. Hij mag in het bakkie blijven zitten, terwijl witjas achter zijn oortjes kriebelt en lieve woordjes kirt. Ondertussen bevoelt ze stiekem zijn strakgespannen lijf. Hij zakt voor het examen en krijgt alleen nieuwe pillen. Ik wil wel zo’n leuk plaatje in mijn poespoort en besluit het te doen zoals tante Cato.

Mijn aanpak

‘Dag knapperd’, begint ze. Dat is nog eens een binnenkomer. ‘Jij bent dus Japie. Ik heb zoveel over je gehoord. Leuk om je eindelijk eens in het echt te zien.’ Het ijs is gelijk gebroken. Ik duw mijn warrige haardos tegen haar hand als teken van vriendelijke groet terug. Zachtjes dwalen haar vingers door mijn vacht die er weelderiger uitziet dan werkelijk is. Mijn scherpe hoektanden zijn sneller dan het licht als ze een grote klit aanraakt. Dat zal haar leren. Het stempeltje in mijn poespoort is opeens minder belangrijk. De rest van het onderzoek onderga ik met argwaan. Ik hoor heus wel dat ze concludeert dat ik te dik èn te lui ben. Mo neemt het voor me en zegt dat ik niet lang kan rennen omdat mijn longen kapot zijn (geweest). Met een koud ding luistert witjas aandachtig. Ze klinken inderdaad schraal. Daarna gaat ze met een ander apparaat over mijn bast en mompelt dat er iets geks met mijn chip is. Witjas neemt zowel voor Foppe als voor mij contact op met revancheeen specialist over hoe nu verder. Daar horen we later meer over. Na een prik, een compliment dat ik echt een mooie kerel ben en dapper bovendien krijg ik toch die felbegeerde stempel en mag terug in het bakkie. Onderweg naar huis maak ik in mijn kop een lijst voor de volgende keer.

Tips & tricks
Tip 1. Trap niet in liefkozingen van witjas. Op het moment dat je aandacht verslapt, nemen ze beslissingen over je. Terwijl ik genoot van kriebels gaf mijn mens toestemming om met een eng zoemding vervilte stukken uit mijn jas te scheren. Weet je hoe koud zo’n blote buik is midden in de winter? Eerlijk gemiauwd lucht het ook wel op om verlost te zijn van die strakke jas.
Tip 2. Laat niet aan je blote buik voelen. Voor je het weet betasten ze je pretvet en hebben daar een oordeel over.
Tip 3. Ga niet op een weegapparaat staan. Die cijfers zeggen rare dingen. Mensen geloven die cijfers nog ook.
Tip 4. Zorg ervoor dat je wel door de APK komt. Anders moet je terug, zoals Foppe.
Tip 5. Daar had ik eigenlijk mee moeten beginnen. Zorg ervoor dat je mens je nooit in zo’n bakkie stopt. Trap niet in snackjes. Deze moet ik heel goed onthouden!
Tip 6. Bij thuiskomst heel klaaglijk en zielig doen. Dan krijg je geheid lekkers.
Doe er je voordeel mee. Een gewaarschuwde kat telt voor twee.

Koppie van Japie

Japie over: kat en muis

kat en muisDaar zit ik dan. In dat hermetisch afgesloten bakkie waar ik wel in kan draaien, maar verder geen kant op kan. Door de tralies heen ziet de wereld er blokkerig uit. Het bakkie staat op de mat bij de voordeur. Vanaf hier heb ik zicht op de keuken en de trap. ‘We gaan zo weg’, zei Mo naar wat het lijkt een eeuwigheid geleden. De smaak van de extra kipsnackjes die ik als beloning kreeg, is allang verdwenen.

Verveeld kijk ik maar wat om me heen. Wat moet ik anders? Mijn broer sprint de trap af. Katzijdank is hij niet gesmolten onder dat dikke dekbed. ‘Hey, Foppe’, begin ik, maar het moment is voorbij voor ik er erg in heb. In een flits zie ik tante Cato in tegenovergestelde richting gaan. ‘Nu even niet’, snauwt ze. Typisch mijn tante. Even later komt ons mens er achter aan, met zo’n zelfde bakkie als waar ik in zit bungelend aan haar hand. Ik heb werkelijk waar geen idee wat hier gaande is.

Woonkamer

Daar is tante Cato weer. Met Mo hijgend in haar kielzog. Dit tafereel herhaalt zich. Keer op keer. Trap op, trap af en weer terug. ‘Kom jongens’, hoor ik ons mens zeggen, ‘we gaan met z’n allen. We zijn zo weer terug en dan krijgen jullie wat lekkers.’ Langzaam begint het me kat en muiste dagen. We hebben een familie-uitje. Mijn broer en tante gaan mee voor mijn Algemene Poezen Keuring. Het wordt tijd dat ze opschieten, want ik heb het wel een beetje gehad in dit bakkie.
De eerstvolgende keer dat ik Foppe zie, hou ik hem halt. ‘Kun je niet gewoon bij me komen zitten’, vraag ik hem. ‘Ik zit hier al uren en begin het een beetje zat te worden.’ ‘Nee joh’, meowt hij met een knipoog, ‘dit hoort er bij als je naar witjas moet. Wij vragen toch niet om die APK? Laat Mo ook maar even zwoegen.’
Dat wekt mijn interesse. Ik ga er eens goed voor zitten. Ik pers mijn neus door de tralies om maar niets van het spektakel te missen. Jammer dat ik niet kan zien hoe het er in de woonkamer aan toe gaat. De geluiden helpen om beeld te krijgen bij het spelletje dat Foppe speelt. Stoelen worden verschoven. De tafel gaat van zijn plek. De stoelen gaan naar de andere kant van de kamer. De tafel gaat terug. ‘Nee, niet onder de bank, Foppe!’, smeekt ons mens. Maar het is al te laat. Zelf heb ik er de nodige keren onder klem gezeten. Mijn broer kan dan wel slanker zijn dan ik, zelfs hij kan er niet eigenpotig onder vandaan. Het logge gevaarte is nauwelijks van zijn plek te krijgen.
Een halfuur later zakt Mo, met wangen in de kleur van overrijpe tomaten, neer op de onderste tree. Haar eerst nog fatsoenlijke kapsel hangt in natte sliertjes langs haar gezicht. Foppe zit ineen gedoken in het blauwe bakkie dat gebroederlijk naast me staat. Van zijn stoerdoenerij is niks meer over. Van mij mogen we weg. Des te eerder is die APK achter de rug. ‘Alleen je tante nog, Japie’, verzucht Mo. Vanuit mijn ooghoek zie ik een grijze bontjas onder de keukenkastjes vandaan kruipen. Tante Cato kijkt om zich heen, twijfelt een moment en maakt dan een cruciale fout. Ze trekt een sprint en slaat haaks de hoek om om de trap op te sjesen. Nietsvermoedend loopt ze regelrecht in het hol van de leeuw.

Deurtje

Mo, die daar zit bij te komen van de workout met Foppe, maakt een snoekduik. Tante Cato gilt alsof haar leven er van af hangt. Met poten die alle kanten op maaien houdt ons mens haar in de houtgreep. Ze propt mijn tante in een gereedstaand bakkie, maar net voor ze het deurtje in het slot kan draaien, ziet Cato haar kans schoon. Dat er zoveel oerkracht in mijn poezelige tante zit, had ik niet verwacht. Ik zou er spontaan bang van worden. Ze beukt het traliewerk opzij en weg is ze. Het kon wel eens lange zit worden.

Koppie van Japie

Pssst
Het lijkt er op dat Cupido mijn wensen heeft verhoord. Er zit een Valentina bij de reacties die ik meer dan leuk vind. Ze is alleen een beetje ‘hard to get’. Wordt vervolgd.

Psssssst
Wij zijn stiller dan jullie van ons gewend zijn. Dat is omdat we minder schermtijd van Mo hebben gekregen. Ze is druk met andere dingen en dan wil ze de schermpjes niet voor ons aanzetten. Zo flauw.