Het lijkt een dag als alle anderen. De zon kleurt de lucht met een warm oranje en roze gloed. Mussen en mezen wedijveren om het hoogste lied en kwetteren door elkaar.
Meeuwen op het dak krijsen dat de vis schaars is. Sinds de komst van een enorme plastic plasdoos in de slaapkamer staat er steevast file voor het ochtendtoilet. Terwijl Foppe graaft en graaft en nog meer graaft, start tante Cato met gymnastiek om haar conditie op peil te houden. Ze loopt rondjes over het kussen, doet een hordeloop over bulten die onder het dekbed uitsteken en slalomt tussen voeten door. Mijn broer is eindelijk klaar met graven en warmt zijn stembanden op met meows waarbij sirenes stil zijn. Mo kreunt en steunt en mompelt dat het nog midden in de nacht is. Tot zover is alles hetzelfde als altijd.
Gesmoorde knuffel
Waar ons mens zich normaal slaapdronken uit bed hijst, springt ze er nu uit. Nou ja, springen is een duur woord, maar jullie snappen het verschil. Neuriënd zet ze alles klaar. Ik kringel rond haar benen, Foppe blèrt, Catootje sist tegen Vriendje die ook al zit te wachten voor zijn ontbijt. Terwijl ze onze voerbakken klaarzet, vraagt ze of we weten welke dag het is. Vragend kijk ik Foppe aan, die acuut stopt met zijn gejammer. Mo wacht ons antwoord niet af, maar hijst me omhoog. Ze overlaadt mijn kop met ontelbare zoenen, ik druk mijn wang tegen de hare en ze zegt ’ik ook van jou’. Na een kroel die eindeloos lijkt te duren, kijkt ze me weer aan. Haar ogen zijn nat, net als mijn vacht. ‘Gefeliciteerd met je tweede verjaardag, allerliefste Japie’, klinkt het schorrig. Zou ze teveel geneuried hebben?
Ontbijt met kip
Ik ben beduusd van dit moment. Nog wat sniffend kondigt Mo aan dat we feest gaan vieren. En hoe! Het ontbijt is werkelijk waar furrukkulluk. Waar ik altijd mee eet met het dieetvoer van mijn broer krijg ik nu een driedubbele portie met kip in sappig water. Het kwijl drupt weer langs mijn kin als ik er aan terug denk. Als ik naar buiten loop om uit te buiken, zie ik dat mijn boom is versierd met gekleurde vlaggetjes die zachtjes wapperen in de wind. Magnum snuffelt vanuit zijn ren er vanavond een grote furrassing is voor mij. In mijn buik voel ik een rare kriebel beginnen. Een soort opwinding die groter groeit tot blije bubbels. Zo voelt het dus om jarig te zijn.
Feest
De hele dag gonst het van de bedrijvigheid. Als het eindelijk donker is, komen ze tevoorschijn. Van heinde en ver en uit alle hoeken komen mijn furriendjes. De tuin wordt steeds voller en iedereen kan er bij. Ze brengen knapperige kippenpootjes mee, sappige bosmuizen en mussen die eerder deze dag al van het dak vielen, omdat het zo warm is. CW en De Rossige imiteren Freddy Meowcury. Zodra ze ‘Don’t stop meow’ inzetten, gaat iedereen los. Degenen die onverwacht moesten afhaken nemen we in gedachten mee, zodat ook zij bij ons zijn. Tot diep in het donker dansen we en sjansen we, want van de stoere furhalen van Oopa Floris krijgen we allemaal inspiratie. Pas wanneer de vogels weer gaan kwetteren, sluit KeverT het feest af. Zijn spirituele muziek op het spiraal laat zelfs de meest luidruchtige gast stilvallen. Het is thuis om naar huis te gaan.
Dank jullie meow, lieve furriends, dat jullie mijn furjaardag tot een onvergetelijke dag hebben gemaakt.
Koppie van Japie