Meow furriendjes, daar ben ik weer. Een weekje later dan ik eerder miauwde. Dat kwam door het spannende vakantiefurhaal van mevrouw Loesje en mijn katlega Dorus. Ik heb mijn tante Cato gevraagd of wij ook op vakantie gaan. Dat is goed voor mijn opvoeding, voegde ik er aan toe, om met de woorden van de mamsie van Dorus te miauwen. Tante Cato was heel duidelijk, je klimt maar wat hoger in je boom. Daar kun je ook je horizon verbreden. In mijn boom zit nou net het probleem. Ik zal jullie miauwen hoe dat komt.
Ziektewet
Weten jullie nog dat ik in de ziektewet zat? Een gedoetje met een staart waar extra gaten in zaten?! Met mijn staart gaat het trouwens weer purrfect en met de neus van mijn mens ook. Door het kattefietje kon ik eventjes niet in mijn boom. U weet wel die boom die zo feestelijk versierd was voor mijn tweede furjaardag. Met vlaggetjes en ballonnen en lichtjes. Alleen de lampjes hangen er nog in. Dat is gezellig voor als ik zin heb in een avondklimmetje. Ik dwaal af. Terug naar de ziektewet. Terwijl ik beroerd in de hoogste mand van de krabpaal lag, liet mijn broer weten dat hij de honneurs zou waarnemen en alle controles zou doen. Warm van de koorts dacht ik dat dat een goed idee was. Iemand moet de boel toch in de gaten houden.
Verstijfd
Vanuit mijn uitzichtpunt keek ik toe hoe Foppe onder de struiken door sloop, langs Magnum wandelde voor een goedemiauw en achter de kliko’s keek. Daarna klauterde hij de boom in. De boom waar hij nog nooit in was geklommen. De boom waar nog nooit iemand anders dan ik in naar boven was gegaan. De boom waar ik al in zat toen ik nog een verweesd en verwilderd kitten was. MIJN boom dus! Ik verstijfde.
Gekraakt
Rustig blijven, dacht ik nog. Het hoort bij ons werk als controleur. Foppe neemt mijn taak alleen maar tijdelijk waar. Daar hoort dit ook bij. Het is en blijft mijn boom. Dacht ik.
Ik heb het verkeerd gedacht. Sindsdien is het hek van de dam. Mijn boom wordt om de haverklap gekraakt. Door Foppe, door CW en door De Rossige. Die witte met rode vlekken, waarvan ik dacht dat hij mijn furriend was. Hij sjeest met het grootste gemak een paar keer per dag naar boven. Ik durf er niks van te miauwen. Iedereen weet wat er met mijn staart is gebeurd. Maar al zou ik er iets van miauwen hij luistert toch niet. Misschien kan Leo de raasende rieporter van de Haagse Katers dat eens uitvogelen. Hij heeft ervaring met zijn broertje Simon. Die hoort echt niks. De Rossige doet maar alsof. Denk ik.
Uit protest ben ik gestopt met klauteren. Dan maar geen controle. Ze kunnen allemaal de boom in.
Koppie van Japie