Categorie archieven: Japie

Japie: Een furhaal met een staartje (1)

Het is een nacht als altijd. Tante Catootje ligt opgekruld in het zachte mandje naast Mo der hoofdkussen. Foppe houdt haar voeten warm. Via het kattenluik loop ik in en uit om zowel ons huis als tuin te bewaken terwijl iedereen slaapt. Na de gebruikelijke plaspauze van ons mens wast ze op de tast haar handen bij de wasbak in de donkere keuken en neemt gelijk een glaasje water. Tot zover is alles normaal. Net als Mo slaapdronken terug naar boven wil gaan, hoort ze een geluid dat er nooit is. Geritsel. Ze is acuut klaarwakker. Dat stond niet in mijn planning.

Geritsel

De volle maan werpt met spookachtig licht schaduwen over papieren zakken die op het aanrecht staan. Ze zijn gevuld met biologische bloembollen die Mo gisteravond vast heeft klaargezet om morgen te poten. De voorjaarsbloeiers gaan de bijen die vroeg in het jaar wakker worden rijkelijk van eten voorzien. Weer geritsel. Ze knipt het felle licht aan. Met grote ogen tuurt ze gespannen naar het werkblad om te zien waar het onbekende geluid vandaan komt. Bij de volgende ritsel rent ze naar de keukendeur en zwaait em open. Tussen de punten van haar vingers pakt ze één voor één de zakjes op en zwiept ze de tuin in.
Dat dat geen soelaas zou bieden had ik zo wel kunnen miauwen. Het deksel van de groenbak wordt extra aangedrukt voordat ook die naar buiten wordt gebracht. Als ze weer op adem is, durft ze dichterbij te komen. Het geluid komt nu overduidelijk uit de spoelbak. Er zou toch geen beest in de afvoer zitten?! Snel drukt ze de stop er op. Nog altijd heeft ze geen idee waar de toenemende herrie vandaan komt. Mijn broer en tante zijn nietsvermoedend op het rumoer afgekomen. Ik hou wijselijk mijn bek.

Kraalogen

Met een lange pollepel in haar hand opent ze voorzichtig een reusachtige la onder de gootsteen. Achteloos slenter ik richting de keukenkast, doe alsof ik van niets weet en help met meekijken. Achter in de hoek zie ik grote glanzende bruine kraalogen. Daar zit hij dus. Ik was em al kwijt. Mo heeft niets in de gaten. Behoedzaam haalt ze de bakken eruit waarin ze het afval scheidt. Haastig brengt ze ze naar de tuin, opgelucht dat hier niemand onverwacht uitspringt. Dan begaat mijn nieuwe furriend een stommiteit. Hij gaat verzitten. Mijn mens staat gelijk op scherp, pakt haar telefoon en schijnt met een extra lamp in de kast.
‘Japie, waarom doe je niets!’, gilt ze opeens. Happend naar adem kijkt ze ons met ogen als schoteltjes aan. ‘Jullie moeten dit oplossen!,’ zegt ze met schrille stem en weg is ze. Ze rent de trap op en sluit haar slaapkamerdeur hermetisch af. Daar zitten we dan met z’n viertjes. Foppe kijkt opgewonden rond. Hij heeft wel zin in een verzetje. De blik waarmee Tante Cato ons beschuldigend aankijkt zegt genoeg. ‘Je kan zo weg,’ meow ik tegen mijn grote bruine furriend, ‘de deur naar buiten staat nog open. Of gaan we Kat&Rat spelen?’

Om een lang furhaal kort te houden, volgende keer miauw ik hoe het afloopt.
Tenzij jullie niet meowsgierig zijn.

Koppie van Japie

Japie: terug van weggeweest


‘Het is zoooo lang geleden dat we iets van Japie hebben gehoord; bestaat die gozer nog wel?’ Ik hoor het jullie bijna denken. Ik heb destijds een tijdje vrij gekregen van Oom Bert om meowe inspiratie op te doen en omdat er thuis andere prioriteiten waren. Door mijn koudwatervrees voelde het nooit als een goed moment om terug te keren. Maar toen Oom Bert in de ziektewet terecht kwam, dacht ik ‘Waarom niet nu?! Het is nu of nooit weer!’ Ik mailde met Oom Bert en die vond het kattastisch dat ik weer over mijn avonturen wilde gaan meowen. Mijn furhaal stond al klaar. Maar toen werd opeens alles anders. Iedereen weet waarom. Het werd een afscheidsblog op mijn eigen Beestboekpagina die je hier kunt teruglezen.

Saame

Het lijntje met mevrouw Bert bleef. Van de week kreeg ik een meel van haar, speciaal voor mij. Met een vraag van Ollie, of ik weer mee wil doen met de blog. Een blog waarin al het oude en nieuwe Saame komen. Ik keek mijn mens aan die tranen in haar ogen kreeg. De naam van de blog is zooo mooi, zei ze. En ze vertelde over Bolle, die ook voor de blog schreef en al een paar jaar een ster is. Dit miauwde Bolle onder meer over Saame:

Ik heb geleerd dat je er heel veel aan hebt als je samen bent. Niet alleen met mensen, maar ook met katten. Want samen kan je veel meer dan alleen. Als je samen verdriet hebt heeft iedereen een héél klein beetje minder verdriet. Als je samen bang bent is iedereen een beetje minder bang. En als je samen plezier hebt heb je nog veel en veel meer plezier.

Daarom ben ik hier weer. Japie in hoogst eigen kater. Om het Saame te doen. Om mijn poten uit te reiken naar Ollie voor wie alles nieuw en spannend is. Hij laat weten dat hij het moeilijk vindt, dat hij niet geschikt is als asielkater maar ook nog niet gewend is om huiskater te zijn. Lieve, dappere Ollie, misschien helpt het als ik furtel dat ik best een tijdje nodig had om te wennen daar waar ik nu woon.

Leerschool

Net als jij ben ik een kater van de straat. Egels hielpen mij met overleven. Ze leerden me hoe ik mijn stiletto’s kon uitslaan als ongenode gasten tè dichtbij kwamen. Een beetje zoals zij doen met hun grote prikkende stekels. Die les bracht ik in de praktijk toen ik tegen mijn zin in werd gevangen en mee moest naar een dokter. Ik heb die witjas (en iedereen in die kamer) de stuipen op het lijf gejaagd met blazen en sissen en grommen en met heel veel krabben en bijten. Want ook mijn hoektanden zijn vlijmscherp.

Ik was te wild voor in een asiel werd gezegd. Zo kwam ik in een pleeggezin terecht. Dan ben je wel een asielkat, maar toch is het anders. Want het is in een normaal huis waar poezen en mensen samen wonen. In een gastgezin leer je hoe je sociaal kunt doen. Was het toeval dat ik de katten in dat huis al kende van de tijd dat ik door tuinen banjerde? Zij vonden mij wel oké en ik hun ook. Dat was mazzel. Met het mens had ik meer moeite. Zij was degene die me in mijn nekvel had gegrepen en achter tralies stopte. Achteraf gezien kan ik niet anders miauwen dan dat ze best een snelle leerling was. Ze respecteerde de afstand die ik nodig had. En ze bleef lief tegen me praten, ook al maakten m’n nagels overuren. Eerlijk is eerlijk, lekkere hapjes hielpen daar wel aan mee. Iedere keer als ze met een bakje aankwam waarvan het water me in de bek liep, voelde ik van binnen iets veranderen. Het werd zachter, minder boos. En ook een beetje minder bang.

Saame is liefde

Om een lang furhaal kort te miauwen: zij wond mij om haar vingers met smikkels, heel veel lekkere smikkels. Omgekeerd wond ik haar om mijn poezelige poten, gewoon om wie ik was en nog altijd ben: Japie. We besloten zelfs een stap verder te gaan, door samen onze pootafdruk op een speciaal papier te zetten. Daarmee beloofden we voor elkaar te blijven zorgen, zolang als we kunnen. Na bijna drie jaar snappen we elkaar door en door. Af en toe hebben we nog wel eens een kattefietje. Als ze te lang in mijn jas wil kriebelen ofzo. Dan doe ik keihard BAM met mijn poot. Soms schrikken we er allebei van. Maar we maken het altijd weer goed. Dat heet liefde.

Saame komen jullie er wel uit, Ollie. Ik heb mevrouw Bert leren kennen als een mens met heel veel lief en zacht en geduld en nog meer lief. Jullie doen het pootje voor pootje, in een tempo dat bij jou past. Ze houdt echt waar al van jou, geloof me maar.
Saame gaan we er een purrachtige blog van maken, met alle furrienden die op hun beurt ook weer hun furhalen delen. Je zult ontdekken dat we allemaal op onze eigen manier aan elkaar verbonden zijn. Dat is wat Saame doet.

Koppie van je spiksplintermeowe furriend Japie

Japie is de laatste tijd stiller

Ken je dat gevoel, dat je kop zo vol zit dat je het niet meer weet? Dat er zoveel woorden door je bol dansen dat het een warboel wordt? Dat letters door elkaar gaan en je geen zinnig woord meer kan miauwen? Zo voelt het in mijn kop. Al een tijdje.

Stiller

Dat maakt dat ik stiller ben op Beestboek. En niet meer zo vaak reageer op de blog. Ik wil het wel hoor! Want ik lees al jullie furhalen en berichten met veel liefde. Steevast krullen mijn snorharen mee omhoog met een grote glimlach. Maar als ik dan iets wil typen, blijven mijn poten steken boven het toetsenbord. De eerste letters beginnen al in de verkeerde volgorde. Moet je eens proberen om er met poten zo groot als de mijne letters tussen te proppen.
Ik kan jullie miauwen dat het meestal nog meer abacadabra wordt. Soms lukt het om een reactie te geven die nog ergens op slaat. Maar meest van tijd wis ik alles weer. Ik word er verdrietig van en ben bang dat jullie je afvragen waarom ik wel bij het ene furriendje reageer, maar niet bij het andere. Misschien denken jullie wel dat ik jullie niet meer leuk vind. Dat is absoluut niet waar. Integendeel zelfs. Misschien helpt het om het hier te miauwen. Zodat jullie weten waarom Japie minder van zich laat horen.

Inspiratie

Wat me nog meer frustreert is dat ik geen inspiratie heb om zelf furhalen te schrijven. Het is niet dat ik niks beleef, dat doe ik heus wel. Alleen zijn dat vaak dingen die anderen griezelig vinden. Die vinden het niet fijn om in geuren en kleuren te lezen hoe ik als patholoog anatoom autopsie verricht op mijn eigenpotig gevangen prooien. Van een muis kijkt niemand meer op. Zeker niet nu er zoveel enthousiastelingen zijn die zich verbonden voelen met Muisbezorgd. De door mijn tante Luna purrrfect opgezette online cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’ wordt massaal gevolgd door iedereen die de fijne kneepjes van het muizenvangvak in de poten wil krijgen. Als ik zou beginnen over de mammoeten onder de muisachtigen lopen bij iedereen de rillingen over de rug. Dus kan ik maar beter mijn bek houden over waar ik mee thuis kom.
Furhalen over witjas, omdat ik me weer eens in de nesten heb gewerkt, is iets waar je niet te vaak over moet miauwen. Ook dat schrikt af. Na het kattefietje met Louis die met ferme kracht mijn boom omver blies, klim ik alleen nog maar naar boven om naar de sterren te zwaaien. Diep onder mijn vacht ben ik best een braverikje. Behalve de keren dat ik kattenkwaad uithaal. Wat dat kattenkwaad is, miauw ik thuis niet. Wanneer ik na mijn nachtelijke avonturen binnen kom, eet ik mijn buik rond en val in diepe slaap. Zodra ik wakker ben, eet ik weer en glip door het luik de wijde wereld in. Waar ik uithang, furtel ik nooit. Zeker weten dat ik dan nooit meer op pad mag. Daar kan ik dus met geen woord over miauwen. Sommige dingen kun je beter voor je zelf houden.

Furhalen

Ik zou zo graag van die mooie furhalen willen kunnen schrijven zoals mijn furriendjes van de blog dat doen. En tegelijkertijd weet ik dat dat iets is dat bij hen hoort. Ik heb mijn manier van schrijven. Joedoejoe zou Leootje miauwen. Inderdaad, ik ben gewoon ik, een kater die woont in een huis waar het leven veel te serieus geleefd wordt. Dat voel ik aan alle letters die uit het toetsenbord komen.
Soms denk ik dat ik beter kan stoppen met mijn furhalen. Mogelijk hebben we wel genoeg geschreven. Maar ja, dat is ook weer zo wat. Over een tijdje komen er misschien weer spontaan gezellige letters uit mijn toetsenbord. Of dat zo is en wanneer weet alleen de tijd. Misschien is onze stilte een stilte voor de storm en barsten we binnenkort weer van de creativiteit. Daarom voor nu een koppie. Voor jullie allemaal.

Koppie van Japie

Japie: van geen feest naar wel feest

Allemiauws furriendjes, mijn vorige furhaal heeft nogal wat losgemaakt. Er kwamen ongeruste kattenbelletjes binnen met de vraag of het Mo echt niet lukte om die beestjes er zelf uit te halen? Ik kan jullie geruststellen, daar is mijn mens best handig in.

Bijtertjes

Ze zal wel moeten, met zo’n stoere kater als ik, die een voorliefde heeft voor hoog gras, dichte struiken en bergen blaadjes. Laten dat nu net de broedplekken zijn van die beruchte beestjes. Mijn voorgangers in de BBB-familie hadden zelden een teek. Uitgerekend ik met mijn lange jas blijk een magneet te zijn voor die kleine bijtertjes. Uren-, dagenlang heeft mijn mens mijn dikke jas uitgeplozen. Als ze er eentje signaleerde, vouwde ze voorzichtig alle haren opzij, zodat ze er met de tekentang bij kon. Net als ze het haakje om die gluiperd heen schoof, voelde ik kriebels. Ik weet niet of dat door haar vingers kwam, door de tekentang of door de naarling zelf. Maar door de kietel was mijn poot niet te stoppen en deed scratch, scratch, scratch, zo over haar hand. Na het plakken van pleisters begon ze vol goede moed van voor af aan. Tientallen heeft ze er gevangen. Ze kropen door mijn jas, in mandjes, tussen paperassen op het bureau, over de vloer en in bed. Ik kan jullie miauwen dat het geen feestje was. We gingen naar witjas, omdat ik na de massale aanval van die ieniemienie onderkruipertjes slap op de poten stond en niet meer wilde eten. Ik denk dat ik gewoon misselijk was van alle snackjes die ik kreeg als afleiding tijdens het peuteren. Inmiddels voel ik me weer kiplekker.

Furjaardag

Dat is maar goed ook, want ik leg net de laatste poot aan de voorbereidingen van het feest voor mijn grote broer. Als jullie dit lezen is furjaardag van Foppe al voorbij. De meesten van jullie liggen nu waarschijnlijk hun roes uit te slapen of moeten bijkomen van hun kater. Want dat we feest gaan vieren dat weten we zeker. Het wordt een knalfuif. Degenen die mijn broer beter kennen, weten dat het niet zo vanzelfsprekend is dat hij negen lentes op zijn teller mag bijschrijven. Zijn buik is chronisch ziek en ieder ander zou alleen al van het paardenmiddel dat hij iedere dag moet slikken richting Regenboogbrug gaan. Foppe niet, Foppe is een echte bikkel en laat ons allemaal versteld staan. Hij leeft al tweeënhalf jaar in reservetijd. En eerlijk gemiauwd gaat het op dit moment behoorlijk goed met hem. Gelukkig maar, dan kan hij zelf ook met volle teugen van het feest genieten.

Mooiste katdo

We zijn zo blij dat veel van zijn furriendjes uit het hele land komen. Door de online cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’ heeft tante Luna een flinke voorraad muis die helemaal op mag. Masterchef Tiga is al weken bezig met het uitdenken van furrukkullukke hapjes. Ollie uit Limburg neemt zijn specialiteit mee: vlaai met ketnip. Ik mag het hier misschien niet schrijven, maar het zou zomaar de beste speeskeek kunnen zijn die we ooit hebben geproefd. Speciaal voor Foppe heeft KeverT meowe muziek gecomponeerd. Ik zie het al helemaal voor me hoe straks met zijn allen bij elkaar kruipen om zachtjes mee te zingen met zijn cattudes. Ik kan niet wachten tot het donker wordt. Dan fonkelen de sterren op hun mooist. Iedereen die wil, mag boven in mijn boom klimmen om naar ze te zwaaien. Deze keer zwaai ik speciaal naar Oom Sjaak, die mij de weg wees naar de tuin waar ik nu mag wonen en waar ook dit feest is. Zo zijn we allemaal bij elkaar. Want Saame, dat is toch het allermooiste katdo dat er is?!

Koppie van Japie

Japie: hoe ik me in de nesten werk

‘Jeetje, Japie, wat heb jij uitgespookt?! Ga je maar gauw opfrissen.’ Balen dat Mo me heeft zien binnenkomen. Ik deed nog zo mijn best om op kousenpoten door het kattenluik te gaan. Tevergeefs. De klik van het slot heeft me verraden. En dat terwijl het allemaal haar eigen schuld is. Zo begon het:

Terug naar huis

‘Kom eens jongens, ik wil jullie wat leuks vertellen.’ Foppe en tante Cato lijken het enthousiasme van Mo niet te delen. Ze blijven liggen waar ze liggen. Aarzelend kom ik dichterbij. Ik vind het onbeleefd om niet te luisteren en ben stiekem wel meowsgierig. Opgewonden gaat ons mens verder. ‘Je vriend komt terug, Japie.’ Ik heb geen idee wie ze bedoelt. Al mijn vrienden zijn er toch gewoon?! Hier op de blog, buiten in de buurt en op Beestboek. Zodra ze begint over onze laatste tikkie-actie weet ik het weer. Het gaat om een van de Stekels. Die ene die toen zo aan het hoesten was. Stekel is hersteld van een pittige longontsteking, heeft weer vet op de botten en is klaar om op vrijerspoten te gaan. Tijd om het restaurant en het liefdesnestje op orde te maken.

Opfrisbeurt

Mo legt een fris tafellaken neer, trekt een zak verse brokken open en vult de voerbak tot aan de rand. Ook de liefde van de egel gaat immers door de maag. Daarna verschoont ze de bedden. In ieder rommelig hoekje in de tuin staat een huisje, zodat Stekel kan kiezen. Tevreden gaat ze terug naar binnen. Nu begint het echte werk, want ik weet dat ze één plek is vergeten. Om geen slapende egels wakker te maken, heb ik nooit gemiauwd dat ik ze ook wel eens onder een enorme stapel blaadjes heb zien schooieren. Door de aanhoudende regen is de ooit knisperende berg geslonken tot een miezerig hoopje. Met mijn grote poten graaf ik de modderige boel op zodat er weer wat luchtigheid in komt. Ik laat me neerploffen, draai op mijn rug en woel heen en weer. Na een tukkie ben ik tevreden. Het ligt best lekker. Dat is het moment waarop ik door het kattenluik ga.

Kriebels

Ik stink een uur in de wind. Dat ruik ik zelf heus wel. En het kriebelt. Dorre takken, stekelige blaadjes en…. beestjes. Nare beestjes kan ik jullie meowen. De gluiperds kruipen door mijn jas en zetten hun scherpe tanden zonder pardon in mijn vel. Hoe ik ook krabbel, ze bijten zich steeds dieper vast en doen zich te goed aan mijn bloed. De volgende dag voel ik me wat slapjes. Zin in ontbijt heb ik niet. Eén tip voor alle lezers: ga altijd eten als je mens je roept. Want bij de mijne gaan alarmbellen rinkelen als ik niet tevoorschijn kom. Even later word ik van mijn bed gelicht. Mo is in alle staten als ze niet één, niet twee, maar steeds meer teken moet lospeuteren. Voor ik het weet zit ik in de rammelbak richting witjas. Ik heb me flink in de nesten gewerkt.

Koppie van Japie

Pssst Inmiddels gaat het weer purrrfect met me. Het is dus niet zo potig om in een tekennest te gaan liggen. Hoe kon ik dat nou weten?