De bank was stuk en toen weer heel en daarna kwam er weer wat anders dat was ook raar. Want alteit zat ik op de bank en ik haal de muis van de bank als ik speel en toen ging mijn vrouw opeens op de bank liggen en ze zegt: “Hè-hè.”
Van mij
De eerste keer dat het gebeurde heb ik meteen over de bank gerend, heen en weer en toen kwam ik weer op het tapeit daar ben ik blijfe liggen. Want ik wist de bank is van mij.
En dan snapte ze toen ook.
Maar daarna gebeurde het weer dat ze op de bank ging liggen. Steeds langer. En ik keek dan en ik rende en dan ging ik weer aapart liggen en kijken. Want de bank is toch van mij.
“We gaan oefenen met delen, Ollie,” zei ze en toen zag ik het. Een deken en gaan liggen en gewoon blijfe liggen. Nou ging ik toch kijken. Want wat is dat de bank delen. En ik liep naar mijn stuk en daar ging ik zitten. “Goedzo Ollie,” zei ze en toen: “Hè-hè.”
Eerlijk daar fond ik niks aan en daarom ging ik weer weg van de bank ik sprong in de fensterbank en daar moest ik nadenken. Want van wie is de bank?
Oefenen
Ik heb mijn eigen matjes in de fensterbank en ik heb mijn dekentjes en ik heb mijn doos en ik heb mijn meubel dat is zeker weete allemaal van mij. Daar komt nooit iemand aan dat kan gewoon niet.
En mijn vrouw heeft het bed daar mag ik ook op en de stoel daar ga ik ook in zitten en de badkamer alleen daar ga ik ook kijken.
Op het kleine tapeitje liggen we samen dat is in orde. Op het gewone tapeit ook.
Ze zegt van we kunnen best saame op de bank liggen. Maar ik weet dat niet. Want het is heel erg dichtbij en ik kan dan niet slapen en waarom ga ik dan anders op de bank liggen. Eerlijk waar het is iets moeilijks dat met de bank, en ik weet niet of ik daarmee kan oefenen.