Ik ben een werkende kat en mijn beroep is controleur vensterbank. Dat werk doe ik op gevoel. Dan hop ik in de vensterbank en kijk naar de straat. Alles moet rustig zijn. Rust is goed.
In de eerste tijd dat ik hier woonde, had ik geen idee dat ik zoiets zou doen. Ik kwam uit het asiel en daar had ik maanden gewoond, dus dan ben je blij als je een huis krijgt en een beetje kunt wennen. Het was slapen, spelen tegen de spanning en leren hoe we samen moesten knuffelen. Daar heb ik ikweetniethoelang voor nodig gehad. Wennen kost tijd. En zelfvertrouwen krijgen helemaal.
Werk
Op een dag zat ik in de vensterbank naar de straat te kijken. Er liepen mensen. Eentje keek naar boven, naar mij. Ik miauwde. Toen liepen ze uit de straat en het was weer rustig. Dar kwam door mij. Van thuis kreeg ik knuffels en complimenten: “Goed gedaan, Bertje.”
En toen dat soort dingen vaker gebeurde, wist ik dat ik iets kon. Dus deed ik het vaker. En zo groeide ik in mijn werk. Dat kwam ook omdat ik meer zelfvertrouwen had.
Feesboek
Veel van mijn Feesboekvrienden helpen thuis mee. Boodschappen nakijken, op je man of vrouw letten dat ze geen gekke dingen doen, een pootje uitsteken als er gecomputerd moet worden, de tuin bewaken, nou van alles. En mijn verkering Loesje geeft zelfs worksjops en kurzus voor de meedietaasie, dat is ook werk.
Hoe kan dat nou?
Ik denk dat katten aan eemansiepazie doen. Dat ze wel een kat zijn dus geen mens, maar wel een persoon net als een mens. En dat we dus ook meetellen.
Dat zegt mijn vrouw en ik vind het ook. Bij mij thuis zijn we alletwee de baas dat hoort er ook bij. Ik wou alleen dat ik meer sneks kreeg maar daar helpt de eemansiepazie niet bij, dat is raar, als u het mij vraagt.