Net als alle andere katten, overal ter wereld, heb ik een leeftijd. Omdat ik een zwerfkat ben geweest, weten mijn mensen niet precies hoe oud ik ben. De dierendokter denkt dat ik een jaar of twaalf ben.
Dat zou kunnen, maar het zou ook niet kunnen, denk ik dan.
Kattengeheim
Ik weet zelf natuurlijk heel goed hoe oud ik ben. Maar dat zeg ik lekker niet! En weet je waarom niet? Omdat het me niet interesseert.
Wat maakt het uit of ik tien ben, of twaalf. Misschien ben ik wel dertien, of negen. Hoe oud ik ook ben, ik ben altijd gewoon mezelf.
Die twaalf jaar is iets wat mensen verzonnen hebben. Wij katten rekenen heel anders.
Dat is voor mensen veels te moeilijk om te begrijpen, hoe wij zelf rekenen. Dus dat leg ik maar niet uit. Bovendien is het een kattengeheim.
Genieten
Kijk, ik wil wel toegeven dat ik geen kitten meer ben. Dat kun je natuurlijk ook aan me zien, dus ik kan moeilijk doen alsof. Ik zou trouwens ook geen kitten meer willen zijn. Al dat geren en gespring en gespeel – veel te veel werk! Ik word al moe als ik er alleen maar aan denk.
Maar ik ben ook nog niet heel erg oud, zoals mijn Molletje was. Zo oud, dat je in de war bent in je hoofd, en dat je niet meer goed kan horen en zien, en dat je steeds meediesijnen moet krijgen.
Ik zit dus tussen kitten en heel oud in. Kort gezegd: ik heb mijn eigen leeftijd. En ik ben van plan van die leeftijd te genieten. Want je weet nooit precies hoe lang je leeftijd duurt. Je leeftijd kan zomaar ineens afgelopen zijn.
Molletje
Ik weet dat het zo kan gaan. Dat je ineens geen leeftijd meer hebt. Ik heb het meegemaakt met mijn Molletje. Eerst was ze heel oud en ziekjes, maar had ze nog een leeftijd. En toen was die leeftijd zomaar voorbij.
Ik heb daar heel veel verdriet om gehad, en heb haar een jaar lang nog gezocht. Want ik snapte het niet, dat ze geen leeftijd meer had. Nu weet ik dat het zo gaat. Maar ik ben het er niet mee eens!
Billy
Ik heb het nog een keer meegemaakt met een kat die bij ons in de tuin woonde. Op een dag, vorige lente, was hij plotseling in mijn tuin. En hij ging niet meer weg. Hij had heel erg honger, en zijn haren waren in de war en piekerig.
Mijn mensen hebben geprobeerd uit te vinden waar hij woonde. Maar niemand kende hem. Hij was, net als ik vroeger, een zwerfkat. Hij was groot en sterk en zwart met wit. Mijn mensen noemden hem Billy.
Hij was heel erg stoer, maar ook heel lief. Voor mij, en ook voor mijn mensen. Billy liet mij altijd weten dat hij wist dat het mijn tuin was, en dat hij op bezoek was. Als mijn vrouw met ons speelde, liet hij mij vóór gaan, en wachtte altijd netjes op zijn beurt. Als ik ergens van schrok, kwam hij snel naar me toen en gaf me een neusje. Om te laten weten dat alles goed was.
Hij wilde niet echt veel geaaid worden maar was altijd graag bij mijn mensen, en bij mij.
Hij sliep in de tuin, in een mand onder een afdakje, en kwam heel af en toe binnen.
Dat vond hij erg spannend. Ik ook!
Ambulans
Ik weet heus wel dat mijn mensen graag wilden dat Billy bij ons zou komen wonen. En we waren het aan het op-bou-wen. Zo heet dat, als je iets heel langzaam probeert. Het ging allemaal goed.
Maar op een dag hoorde mijn man een geluid uit de tuin komen. Hij dacht eerst dat het een hond was, maar het was Billy.
Hij huilde van de pijn, en kon zijn achterlijf niet meer bewegen. Mijn man heeft hem naar binnen gehaald, en de dierenambulans gebeld. Billy had erg veel pijn, en was superbang. Ik was bij hem, want ik was ook bang. En mijn man ook. We waren alle drie bang dat Billy geen leeftijd meer zou hebben.
Hartjes
De mensen van de ambulans zeiden dat Billy een em-bo-lie had. Ze hebben van alles geprobeerd, maar de volgende dag was de leeftijd van Billy op.
Nu ligt hij hier in de tuin begraven. Mijn man heeft een kuil gegraven, en daar ligt Billy. In een kleed met hartjes er op, en met de veren waar hij zo graag mee speelde.
Mijn mensen moesten huilen, en ik ook.
Ik snapte het niet goed, en mijn mensen ook niet. ’s Ochtends had mijn vrouw nog met Billy gespeeld, en ’s middags werd hij zo ziek.Hoe kan het, dat zomaar ineens je leeftijd op is?
Nadenken
Ik heb die middag op het graf van Billy gelegen, en nagedacht. Ik denk dat het zó zit: je weet nooit precies wanneer je leeftijd over is. Dus is het het beste om daar maar niet over te piekeren. Morgen kan alles anders zijn.
Dus is het belangrijk dat je vandaag doet wat je graag wilt. Dat je je mensen, of je broers en zusjes, een knuffel geeft. Of dat je met je veren speelt. Of dat je superlekkerlang slaapt. Of dat je geaaid wordt door je mensen. Of dat je in het zonnetje ligt, en helemaal warm wordt. Of dat je heerlijk smult van je eten. Dat je leeft!
Dat heb ik allemaal bedacht toen ik op het grafje van Billy lag. Dat grafje ligt vlakbij het graf van Pop, Beer en mijn Molletje.
Allemaal hadden ze een leeftijd. Maar die leeftijd ging voorbij.
Ik begrijp nog steeds niet waarom, en ik ben het er nog steeds he-le-maal niet mee eens!
Maar ik weet nu dat het zo is.
Snap je nu waarom ik mijn leeftijd niet wil vertellen?
Dat komt omdat ik het niet precies weet.
Mijn leeftijd is nu.