Alle katten hebben een stem, en allemaal klinken we weer anders. We kunnen allerlei dingen vertellen met onze stem, door hoog of laag of hard of zacht te praten. Of door verschillende geluiden en klanken te maken.
We kunnen elkaar allemaal verstaan, waar we ook vandaan komen. Alle katten op de hele wereld begrijpen elkaar. En het is echt niet zo dat we alleen maar miauw zeggen!
Zacht
Ik ben zelf best groot, maar ik heb een kleine stem.Dat komt omdat ik een groot lijf heb maar een klein hartje, zegt mijn vrouw. Ik praat ook niet zo heel veel.
Maar als ik wat zeg heb ik een zachte en hoge stem. En ik maak zachte, hoge geluidjes.
Knorretjes
Als ik op bed spring zeg ik altijd Prrrroe-iet. Dat betekent dat ik op bed ga springen. Ja, dat is best logisch toch?!
Als ik in mijn tuin ben, en mijn vrouw of man komt ineens naar buiten, kom ik aanrennen en maak een lange Prrrrrrrriet! Dat is omdat ik dan blij ben, en verrast.
Als ik andere katten zie die ik aardig vind, doe ik een piepje. Als ik ze niet leuk vind, nou… dan ga ik grommen. En dreigend mauwen. En als dat nog niet helpt ga ik krijsen.
Mijn mensen zeggen dat ze mijn stem kunnen herkennen, ook als ik krijs. Want ik krijs heel hoog. Net als mijn stem zeg maar, maar dan veel en veel harder.
Tegen mijn lieve Molletje maakte ik kleine knorretjes, met mijn mond dicht. Of ik deed heel zachte Prrt-jes terwijl ik haar kusjes gaf.
Tuuuut
Een tijd lang maakte ik ook een Tuuuut- geluid.
Dan kwam ik ’s avonds laat vanuit mijn tuin de woonkamer binnenlopen, ging bij mijn man zitten en deed Tuuuut. Dan ging mijn man met me naar de slaapkamer, waar mijn vrouw in bed lag.
Bij het binnenkomen deed ik nog een keer Tuuuut. En dan ging ik voor het bed staan, en deed nog een keer Tuuuut en sprong op bed.
Mijn mensen vonden het geweldig als ik dat geluid maakte. Ze noemden me altijd de tuutvogel.
Maar op een gegeven moment was ik er weer klaar mee, met dat tuut. Want ik ben natuurlijk geen vogel, maar een kat. En ik ben dus al helemáál geen tuutvogel!
Kleine katjes
Soms zeg ik een paar dingen achter elkaar. Proe–oep-oep. Prue-iep. Prrrrroet. Prroeeàp-àp!
Maar weet je wat het is? Het heeft geen zin om tegen mijn mensen te praten, want ze snappen het niet als het wat ingewikkelder wordt. Ze zeggen wel: “Meen je dat nou? Echt waar?”, maar dat is dan helemaal geen antwoord op wat ik zei!
Ik heb heus wel door dat ze net doen ALSOF ze me verstaan, maar dat ze eigenlijk geen flauw idee hebben wat ik vertel.
Meestal houd ik het dus korter als ik met mijn mensen praat. Alsof je tegen kleine katjes praat, zeg maar.
Mensen
Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik ook niet begrijp wat mijn mensen zeggen. Vooral niet als ze met elkaar praten.
Als ze iets tegen mij zeggen, heb ik dat meestal wel door. Vaak gebruiken ze dan ook eerst mijn naam, dus zo weet ik dat het voor mij bedoeld is. Mijn vrouw gaat heel hoog praten, alsof ik een beebiekatje ben.
Maar wat ze me nou precies vertellen – geen idee. Hoe ik het ook probeer, ik kan het niet verstaan.
Mijn man praat wat lager, en mijn vrouw wat hoger. En het lijkt er op dat ze elkaar wél begrijpen. Maar ik kan er geen touw aan vast knopen. En waarom ze er zoveel geluiden voor nodig hebben, dat vraag ik me ook vaak af.
Het gáát maar door, de hele dag.
Katten
Ach, het zal wel een andere taal zijn, denk ik dan. Een taal speciaal voor mensen.
Of mensen elkaar belangrijke dingen te zeggen hebben, daar ben ik nog niet over uit.
Soms denk ik zelfs wel eens dat die geluiden eigenlijk niks betekenen. Dat het gewoon klanken zijn, geen woorden.
Maar ik heb al wel door dat mensentaal een eenvoudige taal is, die niet veel voorstelt.
Zeker niet als je het vergelijkt met kattentaal, en hoe uitgebreid die is, en hoeveel we te vertellen hebben!