Tag archieven: dierendokter

kater Bolle over: naar de dierendokter gaan

dierendokterVorige week hoorde ik mijn mensen praten over “naar de dierendokter gaan”. Dat vond ik vreemd, want ik dacht dat de dierendokter alleen voor dieren was. Maar toen begreep ik ineens dat het de bedoeling was dat ik meeging.

Je snapt waarschijnlijk wel dat ik daar helemaal geen zin in had. Ik voel me prima, dus ik hoef helemaal niet naar de dokter. Dat vertelde ik natuurlijk aan mijn mensen.
Mijn vrouw zei toen dat we wel zouden zien hoe het zou gaan.

Geen eten

Woensdagochtend stond er geen eten voor mij. Mijn pleesmat was helemaal leeg.
Dat verbaasde me, maar ik dacht dat mijn mensen zich misschien hadden vergist.
Ik ging maar weer slapen, ook al had ik best een beetje honger.
Toen mijn man opstond, ging ik hem kopjes geven en alvast spinnen. Omdat hij me mijn eten zou geven. Maar mijn man aaide me, en dat was het.
Mijn vrouw lag nog in bed, maar ze was wakker. Dat kon ik merken. Daarom liep ik de slaapkamer is. Ik was al aan het spinnen, omdat ik zeker wist dat zij me eten zou geven.
Maar mijn vrouw keek me aan en aaide me. Ze zei dat ik een lieverd was. Dat was alles.

Priep

Vergissen is menselijk, zeggen ze. Dus ik bleef rustig en beleefd.
Ik heb één keer Priep gezegd, maar niet hard. En ik heb aan mijn krabplankje aan de deur gekrabd, terwijl ik naar mijn man keek. Zonder resultaat.
Na een tijd liep mijn vrouw met mij mijn tuin in. Ze aaide me, en ging weer naar binnen. Ik liep even door mijn tuin, maar het regende een beetje.
Daarom rende ik KEIhard weer naar binnen, blij dat ik eindelijk mijn eten zou krijgen.

In de tas

Meteen toen ik binnen kwam had ik door dat er iets aan de hand was. Mijn reistas stond klaar, waarschijnlijk voor als mijn mensen naar de dierendokter wilden gaan. Ik wist op dat moment wel duizend prosent zeker dat ik niet meeging, dus ik liep terug naar de achterdeur. Maar mijn vrouw tilde me op, en liep met me naar die tas.
Ik heb gefriemeld zoveel als ik kon, ik hield me overal aan vast en ik sloeg zelfs een nagel in het been van mijn vrouw.
En toch zat ik ineens in die tas.

Bang

Ik was bang. Want ik wilde niet naar de dierendokter. Ik dacht: Straks krijg ik daar weer een prik of een pil. En daar heb ik dus echt geen zin in. Of straks laten mijn mensen mij ergens achter, in die tas. En dan heb ik geen huis en geen mensen meer.  Ik trilde over mijn hele lijf, kleine rillinkjes. En ik deed af en toe piepen.
Mijn vrouw aaide me, in mijn tas. En ze zei dat alles goed was. Maar dat was natuurlijk helemaal niet waar. Want ik zat in die tas.

Uit de tas

Bij de dierendokter moest ik uit de tas komen. Van schrik liet ik allemaal haren los. Volgens mij heb ik wel een biljoen haren losgelaten.  De dokter was aardig, en ik ken hem al. Hij aaide me en zei dat ik er heel goed uitzag. Er was nog niks engs gebeurd. Ik ontspande een beetje.
Maar ja hoor, toen kwam de naald er weer aan.
Er werd een stukje haar onder mijn kin weggehaald, en toen werd mijn bloed gepikt. Daarna kreeg ik nog een prik. En ook nog een pil. Toen was ik er klaar mee, en wilde in mijn tas.
Ik wilde zó graag in mijn tas dat ik probeerde door het gaas heen naar binnen te klimmen.
De dierendokter zei dat ik later beter maar geen eksakte vakken kon gaan studeren omdat ik geen ruimtelijk inzicht had. Mijn mensen moesten lachen. Ik werd gewoon een beetje belachelijk gemaakt!
De dokter zei dat ik nog steeds te dik was, en mijn vrouw zei dat ze strenger zou gaan worden met mijn eten. Nóg strenger? Ik had al uren niks gegeten!

De uitslach

We moesten nog even wachten, waarom weet ik niet. Mijn vrouw zei vanwege de uitslach.
Ik was doodmoe, en mijn mensen ook. Mijn man zei dat hij bijna niet geslapen had, en mijn vrouw zei hetzelfde. Vanwege mij, zeiden ze. Mijn man zei dat hij ze-nuw-ach-tig was. Voor die uitslach.
Na een tijdje kwam de dokter. Hij zei dat hij kwam met het bloed van een jonge godenzoon. Alles was helemaal goed, nog beter dan de vorige keer. Alleen dat gewicht, dat moest wat minder.
Mijn mensen waren helemaal blij. Terwijl ik me afvroeg waar ze die godenzoon dan van kenden. Maar gelukkig konden we toen eindelijk weer naar huis.

Voel me prima

Ik heb geen flauw idee wat we nou precies bij de dierendokter hebben gedaan. Of wie die jonge godenzoon dan wel was, wat ik daar mee te maken had, en wat ik daar nou precies te zoeken had. Waarschijnlijk hebben de dierendokter en mijn mensen uiteindelijk tóch begrepen dat ik me prima voel.

Dat had ik ze zó wel kunnen vertellen, als ze me dat hadden gevraagd. Sterker nog: dat heb ik verteld. Maar ja, zo zijn mensen: ze luisteren niet.

Miljoenprosent zeker weten

Ik heb het hele huis en mijn hele tuin doorgelopen toen we weer thuis kwamen. Om te kijken of alles nog hetzelfde was. Gelukkig was dat zo. Ik heb mijn buikje rond gegeten en ben op het grote bed gaan slapen.
Maar ik heb me wel voorgenomen dat ik volgende keer echt helemaal-totaal-absoluut-volkomen-miljoenprosent-zeker-weten niet meega naar de dierendokter!!!