Tag archieven: dierenarts

kater Dorus over: mijn ellendige ellende (video)

ellende

Hajooooo iedeween. Daar ben ik weer. Uwes eigenste Dorussie.  Er isse ies aan de hand. Eg!! Ikke ben anders. Ziet uwes ook niet? Ikke ben jaarug weest. Einneluk ben ik folwasse.

Dootjes

Ikke hep een hoop kaarte gekjege… eg!!
Ikke weet nog nie wat er inne dootjes zitten. Maar daar kom ik snel agger hoor.  Laat ikke uwes vertellen wat mij afloop vrijdag is overkomen. Iedeween… pak zakdoekjes!! Want het isse verschrikkelijk gewoon.

Afspjaak

Vorige week zag ik dat er post was gekomen. Foor mij!! En opmijeens zag ik frauw met een praatding in haar hand. Ze zat mij aan te kijken. Ohoh… fauwte boel. Se sloot af met totte follegenne week Cynthia. Nou… ze zei tegen mij van die afspjaak staat voor jou Doortje.

Seppen

Afspjaak? Afspjaak? Welke afspjaak?
Ikke furgat dat frauw hat zegt datte ik een afspjaak had. Ik ging weer fjoluk de kartonne doos in de keuke sjope. Kreeg er voor op me kop, maar hoe kers. Ikke fin dat leuk.
We seppen nu een weekje ferder…omme pjesies te zijn naar vrijdag 1 mei omme 11 uur.
Ikke zat evve met mamsie te tjetten.  Mamsie had pas geleede een ooperaasie kjeeg aan haar bek. En ikke tjette iedewe dag met haar en Jiekie om te fjage hoe hut met haar was.
Foorige week saaturrdag moesse mijn mamsie weer met spoed naar de dokker omdat se een onsteekje in haar bek had. Jiekie en ik saten te huiwen. Maar mamsie is nu weer inne orde.

Oppetillen

Enniewee… ikke zat te tjette oppe feesboek met me mamsie. Me beertje en tijgertje liggen altijd inne woonkamer oppe vloer. Ikke peel veel met ze. Ze zijn mijn fjientjes. Opeens waren ze weg!! Ikke had zoies van huh?
Frauw zei dat we weg zouden gaan. We? Maar ik tjet met mammie hoor. Opeens tilde frauw mij op!! NEEEE ooooh ikke haat oppetillen! Laat me los. Frauw maakte nog een gemene opmerking van wat ben je toch een zware kameroolifant.
En daar moet ik mee samenwonen. Sniksnik.
Frauw liep met mij naar de zijkaamer. De froegere verboode kamer. Ooooh nee… daar stont me reiskooi. En ikke zag me beer en tijger er in. En opme-eens zat ik opgesloten. Ik zat in de gefangenis. Me mense deden hun buitenvacht aan want het was kauwt en het regende.

Krijse en gillen

Ikke werd door man opgetild en we gingen naar buiten. Ik begon gelijk de buitenwereld te vertellen dat ik, tegen mijn wil, uit me huis ben gehaald om op reis te gaan. Omdat het regende werd mijn kop nat. Ik leek wel een punkertje. Oooh als Jiekie en mamsie me maar niet zo zouden zien. Ooooh de schande!!
De bus kwam. En we stapte er in. We moeste maar 2 haltes mee. Nou… geloof me… iedereen in de bus wist dat ik in de bus zat!! Ikke gilde, nee… ik krijste de boel bij elkaar. Alsof ik gevild werd.
Na 2 haltes met de bus stapte we ofer inne tram. Toen maakte frauw eg een meene opmerking tege kondukteur. Datte ik een zwartrijder was. En die meneer moes lagge omdat hij zag datte ik zwart was. Nou ja!!! Ikje krijse en gillen. De volgende halte moese we er gelukkig alweer uit.
Na een paar stappe inne rege ware we binnen bij de dokker. Door die stomme kooroonafrauw was alles affeplak.
Opeens was tante Floor er. En ze riep me binnen. Me man bleef in wachtkamer zitte. Alleen frauw bracht me naar binnen. Nau… ze zat gelijk te zeure dat ik loot woog.

Weegding

Tante Floor zette me gelijk oppe weegding. Ikke zweer het uwes… die dingen zijn stom en nutteloos!! Ikke kreeg te hore dat ik te zwaar woog. 6.43 kilo!!
Ikke weeg 1 kielo te zwaar. Asse uwes dacht dat dat het ergste was? NEE!!
Tante Floor voelde me puik na. En ze zei dat ik… ik… ik mannetieten hep!! Menboops!! Frauw schoot in de lach. En om het nog erger te maken… tante Floor liet frauw MIJN menboops foelen!!
Oooh ikke schaamde me dood.
Nou moet ik op diejeet. Ikke krijg, om te beginne, minner noepies. Oooh zo erg.
En ik kreeg me prikkie. Nou blijf ik gesont zegt frauw.
Ikke was blij om weer thuis te zijn. En ik ging gelijk wat van me brokkies eten.

Follegenne keer kwijge jullie alles oofer me furrjaardag en zo te lesen.

Dit was het foor deze keer.
Ik sluit af met een dikke koes
Foor MammaLoes
Toedeledokie

Dorus

Kater Bolle over als je naar de dokter moet. En toch blij bent.

dokter

Maandag moest ik naar de dierendokter. Tenminste, dat vonden mijn mensen, en de dierendokter ook. Voor mij had het niet gehoeven, dat kan ik rustig zeggen. Ik voel me prima, er is niks met mij aan de hand.

Operazie

Bovendien had ik gehoord van Loes, dat ze een operazie kreeg aan haar tanden. Gelukkig is het goed gegaan en is ze weer thuis. Maar als je zoiets hoort dan wil je helemáál niet meer naar de dierendokter. Straks zou ik ook moeten blijven voor een operazie, nou nee bedankt.

O-ver-leg

Normaal doen wij thuis alles in o-ver-leg. Zo heet dat, dat we allemaal mogen zeggen wat we willen, of niet willen. Maar over de dierendokter heb ik nooit iets te zeggen. Ik word onder prootest in mijn reistas gezet en dan is het zover.

Maandagochtend kreeg ik niks te eten. En ik had ook al de hele nacht geen eten gekregen.
Toen kwam dus dat gedoe met die reistas, ik moest er van piepen. Iiiiieeeee mieieieiep! deed ik een paar keer. Maar ik mocht er niet uit. Ik ging in de trem, samen met mijn vrouw. Mijn man ging met de fiets.
Hij mocht geeneens mee naar binnen, hij moest op straat blijven. Wegens dat fierus. Dus ik was alleen met mijn vrouw. Ze moest mij afgeven aan de dokter toen ik aan de beurt was, ze mocht niet mee de kamer in. Dat was eerlijk waar best heel spannend. Voor mij en ook voor mijn vrouw.

Kale nek

Van de dokter kreeg ik een prik dat ik niet ziek word. De dokter keek overal waar je maar kan kijken waarvan je dat als kat helemaal niet wilt. En ik moest op de weegschaal.
Daarna deed ze met een masjientje mijn nek kaalmaken en ging ze daar prikken. Voor mijn bloed. Ik wil dat helemaal niet, het doet pijn. Maar ik bleef beleefd en alles ging in één keer goed.
De doktermevrouw keek ook nog naar mijn oren. Die zijn ineens een beetje kaal aan het worden, aan de buitenkant. En ik krab er veel aan. Ze kon niks vinden, ik heb geen sgimmel of beestjes of wat dan ook.
Toen de dokter klaar was met mij bracht ze me terug naar mijn vrouw. Ze zei dat ik erg lief was en dat ik de hele tijd keurig in mijn tas bleef. Behalve toen ik op de weegschaal moest. Ze zei dat ze wel wilde dat alle pasjenten zo lief waren. Daar was mijn vrouw best een beetje trots op. Raar hè, want IK ben degene die zo lief is!
We moesten nog wachten of alles goed was met mijn bloed. Ik heb bij mijn vrouw op schoot gezeten, in mijn tas.

Julia

Na een tijdje kwam er een meneer met een kat in een reismand binnen. De kat deed keihard miauwen, het klonk eksaktpresies zoals mijn Molletje klonk. De kat heette Julia, dat hoorde mijn vrouw. Julia klonk verdrietig en in de war en bozig tegelijk.
De dokter kwam Julia halen en haar man mocht mee naar binnen. Samen met nog een andere meneer die buiten had staan wachten. Ik was even onrustig en mijn vrouw aaide me, in mijn tas. Ze zei steeds dat alles goed was en dat ik haar grote jongen was.
Na een lange tijd kwamen de meneren van Julia maar buiten. Met haar mand. Die was leeg. De ene meneer had natte ogen.

Toen de dokter weer kwam met de uitslag van mijn bloed zei ze dat alles helemaal piekoo belloo was. Ik was bijna drie ons afgevallen, daar kreeg ik kompliementen voor. Voor mijn oren heb ik zalluf gekregen. Als die niet werkt moet er een stukje van mijn oor worden onderzocht. En mijn tanden moeten schoongemaakt.
Mijn vrouw vroeg naar Julia en de dokter vertelde dat ze heel oud was. En dat het nu met dat fierus cooroonaa nog moeilijker is maar dat de meneren wel naar binnen mochten. Gelukkig maar, zei mijn vrouw.

Weer thuis

We gingen naar buiten. Daar stond mijn man op ons te wachten. Mijn vrouw vertelde hoe alles was gegaan, en toen gingen we eindelijk weer naar huis.
O wat was ik blij dat ik thuis was! Ik bleef dribbelen, naarbinnennaarbuitennaarbinnennaarbuiten.
Ik heb het hele huis bekeken en de hele tuin gekontrooleerd. Alles was in orde, eigenlijk was er niks veranderd.
Ik was nog teveel bezig met thuiskomen om te kunnen eten. Ik kreeg brokjes en natvoer, maar ik had er geen tijd voor. Ik wilde knuffelen en rondlopen. Als ik mijn mensen niet zag deed ik Prrriet? en dan kwamen ze meteen. We waren alledrie helemaal blij.
We hebben de rest van de middag in de tuin gezeten. Mijn mensen waren moe, en ik ook. Maar we waren vooral blij.

Want wij konden gewoon weer met zijn drietjes naar huis.

kater Dorus: over dokters en prikkies

dokter

Hajooo
Daar benne ik weer. Vandaag ga ik het onderjeander hep oof mijn aankoomende besoek naar Floor offe Joyce.

mijn broer

Frauw sei datte ik fandaag weer naar de dokkie moet foor mein laase prikkie.  Ikke wasse foor mijn eerse prikkie niet bang. Want ik was saam met mein broertje.  Iedereen weet nu dat mein broer niete ligaampies bij de mij meer is. Maar in mijn gedaggies is hij er wel hoor.

Ooh… ikke hep iedee, sul we nu allemaal eve swaai doen naar Poppy?
Swaai swaai Poppy. Sein de fliegjes lekker?

Mijn mensen zijn besorgt om mei. Ze zeg dat eerluk. Omdat Poppy onnewacht so siek wert.  Frauw segt dat er feel gepraat gaat worden. En datte ik binnesebuiten gekeert wor. Ikke wor ook heel vaak aait, se doet dat om te voel of ik niet kookunt heet ben sowals Poppy.

Stuiterbal

Nou moesse ik vrijdag 19 juli opeens naar ze dokter. Ikke sat een paar daag te hoese. En daar heppe ik mesiesijn voor gekreeg. Ikke kreeg van Tante Joyce een muis mette feertjes. So vetgaaf. Ze feertjes zat in zijn kont. Alleen ben ik hem nu een beetje kweit.  En mein hoessie isse ook weg. Gelukkie, want alse dat niet oofer sauw gaan sauw ik voor FIP getest moet word.
Ik mag, ommedat ik misschien het Fipvierus hep, voorloopig nog geen nieuw vriendje krijg. Want ik kan hem/haar besmet en frauw segt datte ze niet nog een kitten wil wegbreng doen. Dusse waarschijntje blijfe ik altijd alleen hier in huis. Isse priema hoor. Ikke ben stuiterbal fan beroep en speel eggiewaar heel feel.

Halfe jaar

Dan komme ik chelijk op ondjewerp mijn feesboek.  Waarom staat mein naam er nog niet. Nauw… datte is omdat mijn personeel nog bang is dat er iets ergs kan gebeur. Frauw wil eerst seker sein datte ik een halfe jaar wor.
Hette wor eggie ferandert, maar nu nog niet. Voor nu blijfe Oma Katrien haar mooie naam staan.

Opa Floris

Ik hep feel gehoort oof Oma Katrien. En ik hep haar fotoos zien. Enne ook van Opa Floris. Ikke fin het sjielig datte Opa Floris sein friendin kweit is. Maar ikke benne sein kleinkint. En datte fint hei fast ook leuk.

Dit wasse het weer foor deze keer.
Ikke sluit af met een dikke koes
voor MammaLoes
Toedeledokie

Dorus

kater Bolle over: naar de dierendokter gaan

dierendokterVorige week hoorde ik mijn mensen praten over “naar de dierendokter gaan”. Dat vond ik vreemd, want ik dacht dat de dierendokter alleen voor dieren was. Maar toen begreep ik ineens dat het de bedoeling was dat ik meeging.

Je snapt waarschijnlijk wel dat ik daar helemaal geen zin in had. Ik voel me prima, dus ik hoef helemaal niet naar de dokter. Dat vertelde ik natuurlijk aan mijn mensen.
Mijn vrouw zei toen dat we wel zouden zien hoe het zou gaan.

Geen eten

Woensdagochtend stond er geen eten voor mij. Mijn pleesmat was helemaal leeg.
Dat verbaasde me, maar ik dacht dat mijn mensen zich misschien hadden vergist.
Ik ging maar weer slapen, ook al had ik best een beetje honger.
Toen mijn man opstond, ging ik hem kopjes geven en alvast spinnen. Omdat hij me mijn eten zou geven. Maar mijn man aaide me, en dat was het.
Mijn vrouw lag nog in bed, maar ze was wakker. Dat kon ik merken. Daarom liep ik de slaapkamer is. Ik was al aan het spinnen, omdat ik zeker wist dat zij me eten zou geven.
Maar mijn vrouw keek me aan en aaide me. Ze zei dat ik een lieverd was. Dat was alles.

Priep

Vergissen is menselijk, zeggen ze. Dus ik bleef rustig en beleefd.
Ik heb één keer Priep gezegd, maar niet hard. En ik heb aan mijn krabplankje aan de deur gekrabd, terwijl ik naar mijn man keek. Zonder resultaat.
Na een tijd liep mijn vrouw met mij mijn tuin in. Ze aaide me, en ging weer naar binnen. Ik liep even door mijn tuin, maar het regende een beetje.
Daarom rende ik KEIhard weer naar binnen, blij dat ik eindelijk mijn eten zou krijgen.

In de tas

Meteen toen ik binnen kwam had ik door dat er iets aan de hand was. Mijn reistas stond klaar, waarschijnlijk voor als mijn mensen naar de dierendokter wilden gaan. Ik wist op dat moment wel duizend prosent zeker dat ik niet meeging, dus ik liep terug naar de achterdeur. Maar mijn vrouw tilde me op, en liep met me naar die tas.
Ik heb gefriemeld zoveel als ik kon, ik hield me overal aan vast en ik sloeg zelfs een nagel in het been van mijn vrouw.
En toch zat ik ineens in die tas.

Bang

Ik was bang. Want ik wilde niet naar de dierendokter. Ik dacht: Straks krijg ik daar weer een prik of een pil. En daar heb ik dus echt geen zin in. Of straks laten mijn mensen mij ergens achter, in die tas. En dan heb ik geen huis en geen mensen meer.  Ik trilde over mijn hele lijf, kleine rillinkjes. En ik deed af en toe piepen.
Mijn vrouw aaide me, in mijn tas. En ze zei dat alles goed was. Maar dat was natuurlijk helemaal niet waar. Want ik zat in die tas.

Uit de tas

Bij de dierendokter moest ik uit de tas komen. Van schrik liet ik allemaal haren los. Volgens mij heb ik wel een biljoen haren losgelaten.  De dokter was aardig, en ik ken hem al. Hij aaide me en zei dat ik er heel goed uitzag. Er was nog niks engs gebeurd. Ik ontspande een beetje.
Maar ja hoor, toen kwam de naald er weer aan.
Er werd een stukje haar onder mijn kin weggehaald, en toen werd mijn bloed gepikt. Daarna kreeg ik nog een prik. En ook nog een pil. Toen was ik er klaar mee, en wilde in mijn tas.
Ik wilde zó graag in mijn tas dat ik probeerde door het gaas heen naar binnen te klimmen.
De dierendokter zei dat ik later beter maar geen eksakte vakken kon gaan studeren omdat ik geen ruimtelijk inzicht had. Mijn mensen moesten lachen. Ik werd gewoon een beetje belachelijk gemaakt!
De dokter zei dat ik nog steeds te dik was, en mijn vrouw zei dat ze strenger zou gaan worden met mijn eten. Nóg strenger? Ik had al uren niks gegeten!

De uitslach

We moesten nog even wachten, waarom weet ik niet. Mijn vrouw zei vanwege de uitslach.
Ik was doodmoe, en mijn mensen ook. Mijn man zei dat hij bijna niet geslapen had, en mijn vrouw zei hetzelfde. Vanwege mij, zeiden ze. Mijn man zei dat hij ze-nuw-ach-tig was. Voor die uitslach.
Na een tijdje kwam de dokter. Hij zei dat hij kwam met het bloed van een jonge godenzoon. Alles was helemaal goed, nog beter dan de vorige keer. Alleen dat gewicht, dat moest wat minder.
Mijn mensen waren helemaal blij. Terwijl ik me afvroeg waar ze die godenzoon dan van kenden. Maar gelukkig konden we toen eindelijk weer naar huis.

Voel me prima

Ik heb geen flauw idee wat we nou precies bij de dierendokter hebben gedaan. Of wie die jonge godenzoon dan wel was, wat ik daar mee te maken had, en wat ik daar nou precies te zoeken had. Waarschijnlijk hebben de dierendokter en mijn mensen uiteindelijk tóch begrepen dat ik me prima voel.

Dat had ik ze zó wel kunnen vertellen, als ze me dat hadden gevraagd. Sterker nog: dat heb ik verteld. Maar ja, zo zijn mensen: ze luisteren niet.

Miljoenprosent zeker weten

Ik heb het hele huis en mijn hele tuin doorgelopen toen we weer thuis kwamen. Om te kijken of alles nog hetzelfde was. Gelukkig was dat zo. Ik heb mijn buikje rond gegeten en ben op het grote bed gaan slapen.
Maar ik heb me wel voorgenomen dat ik volgende keer echt helemaal-totaal-absoluut-volkomen-miljoenprosent-zeker-weten niet meega naar de dierendokter!!!

Hoe het was toen de dokter hier kwam

dierenarts

“Straks komt de dokter voor je,” zei mijn vrouw ’s morgens. “Het is voor de controle.” Het klonk gewoon. Maar ik voelde me toch raar.

In huis

Andere mensen in huis dat heb ik liever niet. Ze horen er niet, vind ik. Dus dan hoeven ze er ook niet te zijn en als ze er toch zijn, dan moeten ze snel weg. Zeker helemaal als het om monteurs gaat.

Ik heb best ervaring met bezoek en heel soms kan het toch. Maar niet vaak. In huis daar horen alleen mijn vrouw en ik te zijn.

Zo zie ik dat.

Vrouw

Dus een dokter voor mij, dat vond ik niks. De vorige keer deed ze me in een dekentje en ze keer naar mijn tanden. Ze had sneks meegenomen maar ik moest toch heel erg verschrikkelijk bijkomen ook al omdat het zo snel ging. Als kater kun je soms weinig beginnen tegen een vrouw.

Dokter

Dit was een andere vrouw, ik bedoel een andere dokter.  Ze friemelde minder fijn aan me.  Opeens gaf ze een prik. Ik ging onder tafel zitten dan mag niemand aan me komen. Toen ging ze over mij praten met mijn vrouw.

En toen ik even op mezelf lag toen wilde ze naar mijn tanden kijken, precies waar ik die operazie heb gehad. Ze zei dat het tandvlees rood was en bijna paars en dat ik er last van had en dat er iets moest gebeuren. Ik vond van niet. Zij van wel.

Meteen toen ze weg was gingen mijn vrouw en ik bankhangen daar ontspande ik weer van.

Avond

En nou moet ik vast weer een operazie. Er zit een kies die raar is. En het gaat niet vanzelf over.  Ik weet ook wel dat ik me vroeger beter voelde en dat eten toen gemakkelijker was.  Mijn vrouw zegt dat het best in orde gaat komen en dan aait ze me zachtjes en zegt dat ze voor me zorgt en dat ze van me houdt, en dan geloof ik het ook.