Tag archieven: buitenkater

kater Bolle over: als je zelf een buitenkater bent

buitenkater
Elke dag lees ik samen met mijn vrouw de krant. Er staan vaak verdrietige dingen in. Over mensen die oorlog maken, die vechten en die andere mensen kapot maken. Of dat er een aardbeeving is, of brand in de bossen.

Onderzoek

Soms staat er ook iets leuks in. Ik heb gelezen dat twee pingwin-mannen in de dierentuin een ei met een beebie erin hebben gekregen. Ze pikten steeds eieren van andere pingwins om op te broeden, of ze gingen op een steen broeden. Maar daar komt natuurlijk nooit een beebie uit. Nu hebben ze een ei gekregen dat ze samen uitbroeden. Binnenkort hebben ze dus hun eigen pingwinkindje. Dat is een mooi verhaal, vind ik.
Soms staat er wat over katten in de krant. Dat lees ik altijd ekstra goed, om te kijken of het klopt.
Deze week las ik over een onderzoek dat twee mannen hadden gedaan. De mannen zeiden dat katten veel te veel vogels vangen en eten. Dat is zielig voor vogels. En daarom zouden katten eigenlijk van de wet niet meer buiten mogen komen.

Vogel

Toevallig ben ik een kat die buiten komt. Als er geen mannen met stijgers in mijn tuin zijn, tenminste. Want dan durf ik niet, en het mag ook niet van mijn mensen.
En nou zal ik het maar eerlijk zeggen: ik heb nog nooit een vogel gevangen. Ik wist eigenlijk niet eens dat dat kon! Ik zou niet weten wat ik met een vogel moest doen. Daar zitten toch alleen maar veren en botjes aan, dat lijkt me helemaal niet lekker.

Beebies

Deze zomer hebben er in mijn tuin twee nestjes met kleine vogeltjes gezeten. Mijn vrouw zegt dat het kool-me-zen zijn. Ze kregen allebei twee kindertjes. De vogelbeebies waren heel klein en hadden nog geen echte veertjes maar een soort pluisjes. Ze vlogen in mijn tuin rond en aten van het eten dat mijn vrouw altijd ophangt. Soms zaten ze op de grond, buitenkateromdat ze nog niet zo goed konden vliegen. Alle kindertjes zijn groot geworden, ik heb ze niks gedaan. Waarom zou ik ook? Ik vind het prima als er vogels zijn, alleen duifen vind ik eng. Die maken zoveel lawaai als ze gaan zitten in de struiken en ze zijn ook best groot.
Bij de buurvrouw van de grote hond was in de zomer een vogelbeebie gekomen die nog niet goed kon vliegen. Een zwartwitte vogel, dat heet een ekster. Zijn ouders bleven de hele tijd in de buurt en riepen hem. Het was niet echt een beebie meer, maar hij kon nog niet goed vliegen. Hij zat steeds op de grond en probeerde te vliegen maar hij kwam niet hoger dan de onderste takken van een struik.
Hij heeft bijna een week wat van mijn natvoer gekregen en de buurvrouw heeft meelwormen voor hem gekocht. Het was gezellig, zo met de vogel in de tuin.
Na een tijdje heeft de buurvrouw hem hoog in een struik gezet, hij fladderde wat en ineens kon hij vliegen! Het was superspannend, we zaten allemaal te kijken hoe het ging. Hij vloog naar zijn ouders en met zijn drietjes vlogen ze weg.

Buitenkat

Dit vertel ik omdat ik vind dat dat onderzoek helemaal niet klopt. Die mannen zeggen dat er wel drie miljoen katten zijn in Nederland die een heleboel vogels vangen. Dat hebben ze uitgerekend omdat ze zagen hoeveel vogels zwerfkatten en wilde katten vangen. En als je dat allemaal bij elkaar optelt kom je op héél veel vogels.
Mijn vrouw zei meteen “Ja, en al die katten die nooit buiten komen dan?”. Als je binnen woont kun je natuurlijk geen vogels vangen, dat is best logies.
Maar je kunt ook een buitenkat zijn, en toch geen vogels vangen. Er was deze zomer ook een onderzoek dat zei dat nog maar 40 proosent van de katten jaagt. De rest weet niet meer hoe ze dat moeten doen. En die doen het dus niet meer. Ik ben zelf één van die katten. En zo heb ik mijn kinderen ook opgevoed. Mijn kinderen kunnen ook niet jagen. En zo komen er steeds meer katten die niet jagen, daar heb ik al eens over geschreven.
Als je zwerfkat bent dan móet je wel proberen om vogels of muizen vangen, anders heb je niks om te eten. Dat kun je ze niet verweiten, vind ik.
Katten kunnen er niks aan doen dat er veel zwerfkatten en verwilderde katten zijn. Geen enkele kat wil zwerven, en geen enkele kat wil verwilderen. Dat zijn katten die achter zijn gelaten door hun mensen of die verdwaald zijn. Of het zijn katers die zijn gaan zwerven omdat ze niet geopereerd zijn.

Eksoot

In het onderzoek stond ook nog een heel moeilijk woord: eksoot. Mijn vrouw heeft me uitgelegd dat dat betekent dat een dier hier eigenlijk niet hoort. Maar katten wonen hier al meer dan tweeduizend jaar, dat is echt superlang.
Vroeger had je zelfs echte wilde katten, maar die bestaan niet meer in Nederland. Sinds kort wordt er af en toe weer eentje gezien. Dat mag dan weer wel, daar is iedereen heel entoesjast over. Maar wat denk je dat die wilde katten eten? Volgens mij geen diejeetbrokken van de dierendokter, zoals ik.
Wat ik niet eerlijk vind is dat katten de schuld krijgen dat ze muizen en vogels en insekten vangen. Terwijl wij daarvoor gemaakt zijn. Daar kunnen we niks aan doen, en daar hebben mensen ons eeuwen lang voor in huis gehaald. En ineens mag dat niet meer. Katten zijn al heel lang in Nederland, en nooit waren er problemen met vogels. Hoe kan het dan dat het nu ineens wel een probleem is?

Sijfers

Mijn vrouw wordt altijd boos van dat soort onderzoeken. Dat katten altijd de schuld krijgen van van alles en nog wat. Nooit honden, terwijl die ook op kleine dieren jagen zoals koneintjes en muisen en ook vogels. En op katten, dat weet ik toevallig zelf!
Ikzelf trek me er niet zoveel van aan. Die onderzoekers doen maar. Ik denk dat ze niet zoveel weten van katten, alleen van sijfers.
Nou moet ik wel eerlijk zeggen dat Pop, Beer en mijn Molletje wel eens een vogel vingen. Maar dat waren eigenlijk altijd vogels die ziek waren, of die hier tegen het raam aan waren gevlogen. Of die werden achterna gezeten door een ekster, of een kraai. En toen ze ouder waren deden ze het helemaal niet meer.

Mensen

Ik denk vaak dat mensen het grootste probleem zijn. Er zijn mensen die niet lief zijn voor elkaar en ook niet voor dieren. Die mensen maken heel veel kapot, overal op de wereld. Ze hebben gemaakt dat heel veel dieren geeneens meer bestaan. Ze maken overal dingen voor mensen, zoals fabrieken en wegen voor ootoos. En nu heel veel kapot is gemaakt door die mensen hebben wij katten het gedaan, en moeten we binnen blijven. Of nog veel enger: er wordt op ons geschoten. Dat je dood gaat dus. Dat mag op sommige plekken al, gelukkig woon ik daar niet.

Stijgers

buitenkaterNou, ik weet het allemaal niet meer.
Ik mag toch steeds niet naar buiten, vanwege die stijgers.
Maar ik verveel me als ik binnen ben. Ik wil graag naar buiten, dat ben ik gewend.
Ik vind het fijn om door mijn tuin te lopen, overal aan te snuffelen en soms een plasje te doen.
Ik wil mijn trap opklimmen om naar de sterren kijken en zwaaien.
Ik zit graag op mijn stoel of in mijn huisje en kijk dan naar de vogels en de muisjes en de vleermuisen. Ik zie vlinders en hommels.
Ik voel het zonnetje en de wind. Zo kan ik het beste nadenken.
En ik vang nooit iemand.

Voor Loesje

Ik wil ook graag Loesje veel beterschap wensen met haar oog! Haar oog is ontstoken. En nou moet ze elke dag zalluf in haar oog. Dat vindt ze natuurlijk helemaal niet fijn. Ik zou zelf superbang zijn, en mijn mensen ook. Dus ik wil hele grote kompliementen geven aan Loes en aan mevrouw Loes. Want mevrouw Loes doet de zalluf in Loes haar oog.
Ik doe duimen dat het oog van Loesje snel weer helemaal gezond en sterk is, samen met iedereen van de blog!

Kater Bolle: ik heb mensen, een huis en ook een tuin

huis tuin mensen

Ik heb tegenwoordig mensen en een huis. Maar ik heb ook nog een tuin! Ik ben dus een binnen- en een buitenkater.
In de deur die mijn mensen gebruiken om in mijn tuin te komen, zit een speciaal deurtje voor mij. Een kattenluikje heet dat, zeggen mijn mensen.

Regen

Als het regent ga ik liever niet naar buiten.
Ik heb een vreselijke hekel aan nat worden, dus ik probeer dat zoveel mogelijk te voorkomen.
Maar ja, soms ben ik buiten en dan gaat het ineens regenen. En dan word ik dus nat.
Bah, dat vind ik toch zó vies! Vooral als ik echt natte pootjes heb, jakkes.
Maar ik wil ook niet dat mijn mensen me afdrogen met een handdoek. Want dat hoort nou eenmaal niet, vind ik.
Dus al met al is het lastig als het regent, het buitenleven.

Mooi weer

Maar in de zomer, als het mooi weer is, dan ben ik heel veel in mijn tuin.
Er staan allemaal manden en dozen. En er is een klein houten huisje. Dat huisje staat naast het grafje van Molletje, en Pop en Beer. En Billy ligt er vlakbij begraven.
Ik denk in dat huisje na over het leven en de liefde, en het waarom van alles. Daar kan ik lang over peinzen, want ik ben een heel gevoelige katerman. En niet dom, ook al zeg ik het zelf.

Wapperen

Als het echt héél warm is, slaap ik zelfs buiten. Ik slaap dan in mijn huisje, of in een mand. Heerlijk vind ik dat, een beetje kamperen lijkt het wel. O, over kamperen gesproken: ik heb zelfs een eigen kattentent!
Mijn mensen vinden het niet gezellig. Maar als ik vraag of ze ook in mijn tentje willen, zeggen ze nee.

Ik heb ook nog een mooi grasveldje.
Daar ga ik liggen als de zon schijnt. Dan blijft mijn onderkant een beetje koel van het gras, en de bovenkant wordt lekker warm van de zon.

Vaak ga ik dan op mijn rug liggen, met alle vier mijn pootjes wijd. Alles lekker laten wapperen.
En even pronken met mijn gezellig ronde, pluizige, blonde buik. Ik ben trots op mijn buik, en vind dat iedereen hem mag zien!

Eten

In mijn tuin groeit allerlei lekker eten.
Tussen de tegels komen mieren naar boven. Ik ga zitten wachten, en elke keer als er eentje naar boven komt, lik ik hem op.
Er zit niet veel vlees aan, maar het zijn er wel een heleboel. Ik zie het dan ook meer als een tussendoorsnekje, een soort eenhapskrekkertjes.
Er zijn nog meer insecten in de tuin. Die eet ik ook als ik ze te pakken krijg. Maar heel soms zit er eentje tussen die niet lekker is.
Ik zag een keer een soort gestreepte vlieg, met een stekel er aan. Hij liep door het gras. Mijn vrouw zag het ook, en zei “Bolle, je gaat toch niet….” maar toen had ik hem al ingeslikt.
Het deed pijn, en ik spuugde hem weer uit. Ik heb een half uur zitten spugen, en ik ging aan het gras likken. Mijn mensen waren een beetje paniekerig, en ik kreeg natvoer voor mijn neus gezet.
Dat heb ik opgegeten, en toen deed mijn mond geen pijn meer.
Een half uur later liep er weer zo’n prikding door het gras.
Ik wilde hem weer opeten, want misschien was déze wel lekker. En ik vind het zonde om goed voedsel te verspillen. Maar mijn vrouw zette er een beker overheen zodat ik hem niet kon eten. Ze zei iets over ezels en stenen en twee keer ofzo, maar ik denk dat het erom ging dat ze die prikker zelf op wilde eten. Kinderachtig vind ik dat, want ik zag hem het eerst.
Vogels vang ik niet, want daar kan ik niet bij. Ik kan toch zeker niet zo hoog in de lucht springen?
Muizen vang ik ook niet, want die zijn veel te snel.
Ratten lukt me weleens, maar dat heb ik al een keer verteld.

Water

Water drink ik ook in de tuin. Er staan allemaal bakken, dus ik heb keuze genoeg.
Het fijnste vind ik het als het water al een tijdje heeft gestaan en helemaal ondoorzichtig groen is. Dan weet ik zeker dat het lekker is, en schoon.

Voeten

O ja, en dan heb ik ook nog mijn wc in de tuin. Tussen allemaal struiken.
Ik ga altijd op dezelfde plek, en laat het dan zo liggen. Dan weten andere katten dat het mijn tuin, mijn huis en mijn mensen zijn.
Af en toe loop ik door mijn eigen toilet heen, per ongeluk. Dat kan de beste gebeuren, vind ik. Slijt er vanzelf weer af. En dan ga ik naar binnen, op bed liggen bijvoorbeeld.
Nou, dan moet je mijn vrouw horen! Dan gaat ze met vieze doekjes mijn voeten schoonmaken.
Die doekjes die stinken naar citroen ofzo, daar worden mijn voeten pas écht vies van!
Ik verzet me dan ook altijd, want ik wil geen citroenvoeten. Maar meestal wint zij uiteindelijk.

Binnen

Al met al vind ik dat ik een mooie tuin heb. En ik vind het altijd jammer als het te koud of te nat wordt om buiten te zitten.
Maar ik loop elke dag wel even een rondje, om alles te controleren. Ik geef alles kopjes, ik krab overal eventjes, en ik ga naar mijn wc.
Dat hoort nou eenmaal zo als landeigenaar, vind ik.
En daarna kruip ik binnen lekker bij de verwarming.