Mijn mensen zeggen wel eens dat ik geen heel ondernemende katerman ben, dat find ik niet eerlijk want ik heb het keidruk met mijn tuin, met spieraal spelen, met mijn blog, met knuffelen en met rennen in mijn gras, hoe moet ik dan ook nog een ondernemer zijn?, ik weet echt wel dat dat beteekent dat je een fabriek of een winkel hebt, maar daar heb ik dus helemaal geen tijd voor!, en bofendien: ik heb nooit een zakenkaterman willen zijn.
Tuin
Mijn vrouw legde me uit dat mijn mensen iets anders bedoelen, dat ze bedoelen dat ik niet zo vaak iets nieuws of iets anders probeer, en dat klopt, maar waarom zau ik dat ook doen?, ik kan alles wat ik wil kunnen al lang!, en als ik iets nog niet kan is het vast niet leuk, zo zie ik dat.
Maar forige week heb ik toch zomaar iets gedaan dat ik nog nooit eerder had gedaan, het was in mijn tuin, en in mijn tuin durf ik veel meer dan in huis, dat komt omdat ik me in mijn tuin een beetje een tijger foel, en tijgers durfen alles, dat weet iedereen!, ik durf niet echt alles hoor, en ik ben natuurlijk ook geen echte tijger, maar tijgerKever durft wel veel meer dan gewone Kever.
Mijn mensen zitten nog niet zo vaak in mijn tuin, ik find het zelf niet erg als alles nat is, ik ga dan gewoon in mijn gras liggen of op het bankje, een klein beetje reegen find ik ook niet erg, ik heb zoooooveel haaren dat ik dat helemaal niet merk, maar mijn mensen zeggen dat ze niet buiten willen zitten als het reegent, en dat find ik jammer.
Als het droog is en de zon schijnt tetter ik net zo lang tot mijn vrouw naar buiten komt, meestal gaat ze dan op haar liefelingsstoel zitten, ik hau niet van die stoel, want hij foelt kaud en hard aan, foordat mijn vrouw er op gaat zitten legt ze er een doek op, ze heeft me een keer ferteld waarom dat is: “Omdat iemand – en ik zal geen namen noemen – steeds aan de stoel krabt is die helemaal gaan roesten. Erg hè Keef?! Daarom leg ik eerst een handdoek neer, anders krijg ik allemaal vlekken in mijn kleren.”
Bank
En nau bedacht ik deze week ineens dat die doek vast lekker zacht was, en toen mijn vrouw efentjes naar binnen ging sprong ik op de stoel, en ja hoor, presies wat ik dacht: het zit veel fijner dan wanneer je gewoon zo met je billen op de stoel zit.
Mijn vrouw kwam weer naar buiten en moest lachen, ze zei Welja Keveretti, wat ben je toch ook een avonturier!, ze gaf me een kus op mijn hoofd en daarna zei ze Waar moet ik nau zitten?, ja dat was efen moeilijk, ik wilde niet van die zachte stoel af, dat snappen jullie vast wel, gelukkig ging mijn vrouw ergens anders zitten, zo hoort het natuurlijk ook, en nu is haar stoel ook mijn liefelingsstoel geworden, maar alleen als mijn vrouw er eerst heeft gezeten, met die doek.
Een paar dagen later legde mijn vrouw zo een doek op het bankje om droog te kunnen zitten, en meteen nadat ze efen naar binnen ging sprong ik op de bank, op die zachte doek, toen ze weer buiten kwam sliep ik al bijna, ik lag heerlijk en ik deed net of ik niet hoorde dat ze er weer was, gelukkig begreep ze dat ik zo fijn lag en ging ze ergens anders zitten.
Trots
Mijn mensen zijn trots op me, dat ik zomaar nieuwe dingen durf en doe, ik kreeg heel veel kompliementen en ze hebben allemaal footoos van me gemaakt, en ik ben ook best een klein beetje trots op mezelf, in huis zau ik dat soort dingen nooit doen, maar in de tuin ben ik nau eenmaal een tijger, en iedereen weet dat tijgers graag zacht liggen en zitten, en dan fooral tijgerKevers!
***
Ik stuur iedereen die iemand mist hele zachte kopjes, ik zwaai naar alle sterren, ik fergeet niemand, ze zitten voor altijd in mijn hart, en ik BLIJF tetteren voor vreede!!
Om te beginnen wil ik eerst mijn grote vriend Kever nog bedanken dat ik voor mijn blog van vorige week zijn prachtige foto met de Stoel van Oscar mocht gebruiken. Zonder het op dat moment misschien te beseffen heb je de aanwezigheid én het gemis van deze Wijze Kater in één beeld weten te vangen…
Dank je wel, lieve Kever!
En dan ga ik nu verder waar ik vorige keer met m’n verhaal gestopt ben over m’n belevenissen op Pinksterzondag.
Wakker
Eigenlijk weet ik niet eens meer hoe lang ik tussen Simon en Leootje in heb liggen slapen, maar ik werd wakker van hele lekkere luchten die vanuit het huis ‘t balkon opkwamen. Ik schoot in de poten en rende naar de keuken, want misschien was ik nog op tijd om van de Chef te leren hoe ik de croutons van huisvliegen kon maken. Want zo rauw uit de poot vond ik ze eigenlijk niet écht heel erg lekker…
Helaas, Chef was al bezig om de kommetjes te vullen. En ik mocht de garnering erop te leggen, terwijl Chef de andere drie katten ging mauwen om te komen eten.
De verse catnipsoep met knapperige croutons van m’n aangeleverde tuinvliegen en gepaneerde pissebedden smaakte minstens zo lekker als ‘t rook, en terwijl Chef urenlang bezig was geweest in de keuken waren de kommetjes binnen een paar minuten leeg… Wat een heerlijke soep, daar had ik best nog wel meer van gelust! Maar Chef zei dat dit genoeg was voor vandaag, want anders zou ik alleen maar de hele middag slapen door teveel catnip. En ik had vanmiddag nog een belangrijke afspraak!
Auto
Een half uurtje later zat ik weer op de achterbank van de auto, naast drie porties verse catnipsoep en een zak met garnering. Op naar m’n volgende afspraak.
Gelukkig was het nog minstens drie kwartier rijden, dus ik kon nog lekker even m’n ogen dichtdoen. Want ondanks dat de soep een flinke tijd had doorgekookt, was de catnip toch behoorlijk binnen gekomen. Sterk spul hoor…
Voordat ik er erg in had stonden we al voor de deur bij de Blije Beesten Boel. Ik mauwde naar m’n personeel of zij de bakken mee wilde nemen, want Japie zat al samen met Foppe en Catootje voor de deur op me te wachten. Van de ene gezelligheid in de andere…
Op reis
De meegenomen soep werd in de koelkast gezet en ik kreeg een rondleiding van Japie door de achtertuin, die vele malen groter was dan die van mij, met heel veel planten, struiken en bomen. Als ik niet beloofd had om samen met Japie op jacht te gaan voor het avondeten bij de Haagse Katers, dan was ik hier in een boom geklommen om lekker te dutten. Maar helaas, misschien komt het daar een volgende keer nog wel ‘s van.
Het personeel van Japie, Catootje en Foppe had al wat te drinken en wat snekkies ingepakt en er werd een grote voorraadbox op de achterbank gezet om de buit in te vervoeren. Voor Japie was dit allemaal niks bijzonders, maar voor mij zou het de eerste keer zijn dat ik op Zilte Zeemuizen zou gaan jagen… En met een hele goede reden, want als we genoeg muizen hadden gevonden zou Chef Tiga vanmiddag de Hibatsjie op ‘t balkon opstoken voor een feestelijk diner waar Japie en ik ook voor uitgenodigd waren. Japies huisgenoten Catootje en Foppe hadden deze keer bedankt omdat het een beetje kort dag was, maar een volgende keer zouden ze zeker graag mee willen komen. Zeker nadat ze de soep van Chef Tiga geroken hadden.
Muizen
Het was nog een eindje lopen vanaf de parkeerplaats, maar gelukkig hadden we ons personeel mee om alles te sjouwen. Omdat ik hier nog nooit geweest was volgde ik Japie, die honderduit mauwde over de beste plekjes om Zilte Zeemuizen te kunnen vinden. Hij kende ze allemaal.
Ineens was Japie stil, stak zijn staart in de lucht, zakte een beetje door z’n voorpoten en nam een sprint terwijl ik ‘m verbaast nakeek. Hij had de eerste Zilte Zeemuis al te pakken en kwam vol trots naar me toe lopen. Voorzichtig snuffelde ik aan het diertje, wat rook ‘ie lekker zeg. ‘Kijk’ zei Japie, ‘dit is de eerste van vandaag. De volgende is voor jou, Joepie’.
Nou moet ik toegeven dat Japie een hele goeie praktijkleraar is. Alles wat ik in de voorgaande weken in de cursus van Luna Poes had geleerd maar zonder enig resultaat in het weiland achter m’n huis eindeloos had geoefend schoot door m’n kop.
Ik had goed naar Japie gekeken, en nu kon ik laten zien dat ik klaar was om een vanger in plaats van een jager te zijn.
Maar dat viel zo’n eerste keer toch helemaal niet mee hoor…
Het begon goed, ik stak m’n staart in de lucht, zakte door m’n pootjes en wilde net toeslaan toen mijn eerste eigen Zilte Zeemuis het op een lopen zette. Zigzaggend door de duinen, en ik rende achter ‘m aan. Gelukkig had ik al getraind in heel hard rennen over ‘t achterpad thuis, dus ik wist zeker dat ik ‘m te pakken kon krijgen. Ik zag, rook en hoorde alleen maar die ene muis… die ineens helemaal verdwenen was. Verbaast keek ik om me heen. Eigenlijk had ik ook geen idee meer waar ik was. ‘t Zal toch niet gebeuren dat ik verdwaald was? Straks zou ik worden omsingeld door hordes boze Zilte Zeemuizen, die me zouden ontvoeren naar een groot donker hol waar niemand me ooit nog zou kunnen vinden…
Ik verkatte me. Chef Tiga had vanmiddag nog zó gewaarschuwd om rustig aan te doen met de catnipsoep, omdat het best sterk spul was en ik misschien een beetje wieuw in m’n kop zou kunnen worden omdat ik ‘t niet gewend was…
Ergens in de verte hoorde ik Japie mauwen en ik ging op het geluid af. Gelukkig zag ik ook al snel Senior staan, die boven het duingras uitkwam. Ik schaamde me een beetje dat ik zonder muis terug kwam. Japie sloeg een poot om me heen en mauwde dat ik niet de beste jachtmethode had gebruikt, maar dat hij het me net zo vaak voor zou doen en uitleggen totdat ik het snapte.
Maar we konden nu beter naar een ander plekje gaan, want de muis die ik achterna gezeten had zou vast alle muizen in de buurt al ingepiept hebben dat we hier rondliepen…
Plan
Na een kwartiertje wandelen stopte Japie, want volgens hem stonden we nu op de meest ideale plek, waar heel veel Zilte Zeemuizen moesten zitten.
Nog één keer volgde een heldere uitleg van het aanvalsplan waarna Japie en ik, met de staarten in de lucht en de buiken door het zand, tussen de grashalmen door slopen. Japie had gelijk, de één na de andere muis werd in rap tempo samen binnengehaald. En we hebben ons personeel flink aan het werk gezet, want zij moesten al die muizen in de bak met stro, water en pindakaas zetten en zorgen dat ze niet zouden ontsnappen…
We hadden bedacht dat we wel drie Zilte Zeemuizen per katsoon nodig zouden hebben, en die hadden we binnen een half uurtje allemaal binnen.
Nog even snel wat drinken en een snekkie, en daarna de auto weer in. Terug naar de Haagse Katers, nu met onze zilte vangst voor diner…
Aan het begin van de straat roken we de Hibatsjie al. De bak met verse Zilte Zeemuizen werd naar de keuken gezeuld en de ogen van Chef Tiga begonnen al te glimmen nog voordat de eerste muis uitgepakt was. Hij was heel erg tevreden over de superverse levering van Muisbezorgd, het bedrijf van Japie. Maar toch werden we de keuken uitgezet, want de Chef had vandaag geen pottenkijkers nodig.
Nou ja, dat gaf mij mooi de tijd om even bij te mauwen met Chester, want daar was eerder vandaag niet veel tijd voor geweest. Hij vertelde over vroeger toen hij nog jong was, en hoe het is om met 3 andere katers samen in huis te wonen. En natuurlijk was ik toch wel heel erg benieuwd of de Chef elke dag van die feestmaaltijden maakte. Maar Chester is ook een hele wijze kater, dus hij deed toen net of ‘ie in slaap was gevallen…
Verhalen
Chef Tiga had het er maar druk mee om de Hibatsjie op het balkon in de gaten te houden en tegelijkertijd voor zes katers, die inmiddels wel trek begonnen te krijgen, in de keuken een complete feestmaaltijd te bereiden. En hoewel ik probeerde om elke keer als de deur open ging te zien wat er daar allemaal gebeurde, gaf Chef geen enkel keukengeheim prijs. Jammer. Misschien moet ik maar geduld oefenen totdat z’n eerste kookboek ooit uitkomt.
Het leuke van zo’n best wel onverwacht samenzijn was dat we elkaar heel wat te mauwen hadden. En hoewel ik de jongste van het hele stel was, met de minste ervaring in alles, had ik het gevoel er helemaal bij te horen. Ik luisterde aandachtig naar alle mooie levensverhalen, we lachten, huilden samen en soms waren we zelfs heel even stil. Samen met Simon en Leootje maakte ik nog een paar zoomies door het huis, behalve naar het balkon. Want daar mochten we nu niet komen omdat de Hibatsjie was opgestookt. We pootbalden in de gang, joegen met z’n allen achter één vlieg aan en zaten in de vensterbank naar buiten te kijken. Er was zelfs nog tijd voor een dutje, want een feestmaaltijd maken, dat duurt nou eenmaal even.
Uiteindelijk werd er een vaatje catnipwijn opengetrokken en mochten we het balkon op, waar Chef zes prachtige en goedgevulde etensbakjes had neergezet. Het zag er uit als een plaatje, en het rook zó verrrukkkullluk dat het water me uit de bek stroomde en m’n snorharen begonnen te trillen van genot. Op dat moment bedacht ik me dat samen soms ook best wel heel erg gezellig kan zijn.
Als voorafje kregen we gebonden catnipsoep, als hoofdgerecht gemarineerde Zilte Zeemuisfilets met een verrukkelijk sausje op een bedje van knapperige groenten en als bijgerecht superlekkere frietjes zoals ik nog nooit geproefd had. En in het toetje proefde ik zoveel tongstrelende verschillende smaken dat ik bij elk hapje met m’n ogen dicht zat te genieten. Zoiets zou ik best elke dag wel willen eten. Maar toen ik Chef Tiga om de recepten vroeg schudde hij z’n kop. ‘Gaat niet gebeuren kleine vent, da’s ‘t geheim van de Chef’. (Ik zou willen dat ik zijn sappige Haagse accent ook zou kunnen laten intikken door Junior, maar dat lukt haar gewoon niet…)
Misschien zou ik Chef Tiga kunnen ommauwen of hij in het najaar en de winter, als de muizenvangst een beetje sloom wordt, kookcursussen wil gaan geven. Of op z’n minst in een kookboek z’n lekkerste recepten voor beginnende Masterchefkattenkoks zou willen prijsgeven. Dat zou zeker een enorm succes worden tijdens de Kerstdagen.
Zondag
Het was een heerlijke zondag geweest. Zowel de kennismaking met Chef Tiga, Leootje, Chester en Simon als met Japie, Cato en Foppe hadden grote indruk gemaakt. En van de Zilte Zeemuisjacht had ik zoveel geleerd dat ik nu zeker wist dat ik een hele goeie Weilandmuizenvanger ben.
Het was intussen al maandagochtend geworden toen ik afscheid nam van mijn vrienden, en we spraken af om deze zomer een Groot Tuinfeest bij mij thuis te organiseren waar iedereen welkom is. Want Japie en ik zijn een heel goed team als ‘t om muizenvangen gaat, en Chef Tiga draait er z’n poot niet voor om als er heel veel gasten komen genieten van zijn heerlijke gerechten. Datum en tijd moeten we nog even overleggen, maar ik hou jullie op de hoogte!
Stevige poot en heel veel zachte kopjes van Joep, Allround Muizenvanger
Ik lag gewoon te liggen in de fensterbank, weeges er was zon en de klusmannen in de straat die waren weg, dus ik had weer rust en ook zon, dus ik lag er en alles was goed.
Maar daar kwam ferandering in.
Dokter
Mijn vrouw ging naar beneden en toen hoorde ik het al.
De dokter was er weer. En ik wist meteen nou gaat er iets gebeuren wat zal het zijn. De dokter kwam in de huiskamer en mijn vrouw zei: “Bertje ligt in de vensterbank.” Toen begon het moeilijke. Ze friemelde zichzelf langs de kastjes en pakte mij op. Dat doet ze nooit weeges ik hou er niet van, oppakken is grieselig, je bent in de lugt en je bent alle zekerheid kwijt.
Dus ik me vasthaken aan het matje.
Zij weer me losmaken.
Ik blazen.
Zij: Bertje toe nou.
Als huiskater verlies je alteit.
Zengg
Even later hing ik in de armen van mijn vrouw en ze had me vast en de dokter zat aan mijn flokken. Presies de moeilijke grote flokken op mijn heup, waar ik dus artroosie heb.
Ik foelde het opeens heel feel.
En toen zei ze ik ga scheren en het gebeurde ZENGGG ZENGGG ik hoorde en foelde het tegelijkertijd. Daarna ging ze kammen en dat foelde ik ook. En toen moest mijn andere heup van eefe kijken en daar ging ze ook kammen. En toen naar mijn hart luisteren.
En toen eindelijk mocht ik weer op mijn poote staan. Ik liep meteen de kamer uit en ging staan op de oferloop want ik moest wel weete wat de dokter ofer mij ging zeggen.
Dat ik er goed uitzag.
Dat ik snoepjes had ferdiend.
Dat ik echt seeniejor was.
Ik bleef gewoon staan. En toen ging ze weg. Dat wilde ik ook!!
Moe
Erna foelde ik me raar moe, ook in mijn geestelijk gezond. Spinnen lukte niet meer, ook niet toen ik later op bed erbij ging en knuffels kreeg.
Midden in de nagt werd ik wakker en mijn vrouw ook. “Bertje toch,” zei ze. “Daar ga ik wat aan doen.” En toen kreeg ik opeens een snek, er zat spul in om kalmer te worden, maar ik heb het gewoon genomen. Iets in mij zei doe nou maar. Het was Bach Rescue Remedy, dat heb ik weleens eerder genomen. Ik find, je hoeft je niet te schaame als je wat extra nodig hebt foor de ondersteuning.
De dag erna kwam de ochtend. En misschien kwam het door het spul of door de nieuwe dag, maar bij de ochtendknuffel kon ik weer spinnen. Dus dat was niet stuk. Oferdag moest ik extra slaape wegens ik heb nou gaten in mijn vagt en de dokter was geweest, dat zijn grote erfaringen als je een seeniejorkater met angstklachten bent. Dan moet je tijd neeme om dat te verwerken en dat doe ik ook.
Het gaat best goet met me proojékt fan de interfiews maar het is wel een uit-daaging.
Het pat fan een interfiewende sjoernaalist gaat niet oofer kattesnoepies.
Daar wil ik wel eerlek oofer weese.
Deese week font ik het wel lasteg.
Ik sou Henk interfiewe en Henk is een Prinses.
Nou.
Ik dagt dat Carolien sig sou gedraage as een prinses maar die gedroeg sig eigelek as een grappege brutaale in de poep rollende meid.
En ik dagt dat Joop sig sou gedraage as een egte kooning maar die was heel aardeg en ik mogt se pot met snoepies heelemaal leeg-eete.
Se hadde me allebei gewaar-sguwt foor Prinses Henk en dat ie wel fan se kapsesoones hat.
Dus ik wist een beetje wat ik fan Henk moest ferwachte en ik was der seenuwagteg foor.
En inderdaad:
Dit werd het lastegste interfiew tot nu toe uit mijn lange karrie-jére fan drie interfiews!
Weeges Prinses Henk was een beetje booseg omdat ik hem niet as eerste hat ge-interfiewt.
Hij (of zij of diens, dat weet ik nog steets niet) fint sigsellef egt heus waar heul belang-rijk!
Henk
Toen ik Prinses Henk ontmoette sat ie heelemaal opgedoft op een aangekleede krui-waage.
Assof het se troon was en hij was der ook heul tros op.
De geur fan meek-up en parrefum was niet te harde.
Fan te foore hat Carolien me al gewaar-sguwt dat ik der niks fan moes segge wilde ik nog een interfiew hebbe met deese Prinses..
Maar goet.
Ik laat jullie niet langer in de spanning sitte.
Hier is mijn diepte-interfiew met Prinses Henk uit het Katshuisch!
Leo:
Ajoooooo wel eedele harige majesteit Prinses Henk!
Allereerst bied ik u mijn verontguldig.. ehh.. mijn fernotsgul..
eeh… allereerst seg ik SORRIE dat ik u niet als aller-eerste had ge-interfiewt!
Ik wist helemaal niet dat u dat so graag wilde!
Dat heeft niemant me fertelt. Stom he..
Dus eh.. Nouja.
Nu ben u de derde en 3 is een geluksgetal, is het dan so weer goet?
Ben u nu nie meer boos?
Henk: “…..”
Leo:
Osjips…
Okee… dan ga ik het interfiew nu beginne… *haalt diep adem*
Hier komt de eerste fraag:
Prinses Henk, hoe is het met u, met uw gesont en met uw leefe op het moment?
Henk:
“Even wachten.
Kan iemand wat aan de belichting doen?
Even mijn pumps aantrekken, shit, verkeerde tutu…ik ben zo terug.”
……Tien minuten verstrijken….
Henk:
“Weet u wat het is met de media?
Ze kijken nooit langer dan hun snorharen zijn.
En dan kom je uit bij Koning Joop en Carolien de trien.
Terwijl ik, prinses Henk, geknipt ben voor een diepte interview.
Maar nee…eigenwijs Leootje. Eigenwijs.
Maar afijn, wat gedaan is is gedaan. Hoe stom ook.
Het gaat redelijk met me.
Mijn haar zit niet, mijn nieuwe tutu nog niet bezorgd en niemand om mijn gouden koets te duwen. Maar het gaat best hoor, maakt u zich over mij maar geen zorgen.”
Leo:
Ben u een echte prinses?
Henk:
“Is koning Joop een echte koning?
Is de paus katteliek?
Natuurlijk ben ik een echte prinses.
Prinses Henk voor al uw gala en glamourzaken.”
Leo:
Wat is uw ferhaal Prinses Henk?
Henk:
“Ik ben geboren bij een Poolse dame die een cattery in Duitsland had.
Samen met mijn zeven andere broers en zusters.
Helaas zijn we nu nog maar met z’n drietjes.
De rest is allemaal overleden.
Vreselijk natuurlijk.
Het leed wat mij op jonge leeftijd al ten deel viel, ik kan er een boek over schijven.
(Binnenkort op de markt, maar ik wacht nog op mijn tweevoeter die heeft beloofd de spelfouven eruit te halen).”
Leo:
Hoe bent u in het Katshuisch terechtgekomen en wanneer was dat?
Henk:
“In september 2022. Kaatje, Grietje en ik waren denk ik een week of 14.
De Poolse tweevoeter werkte wel twee banen om rond te komen en als ze dan eindelijk thuis kwam moest ze onze troep opruimen.
Of eigenlijk, de troep van Kaatje en Grietje, want ik was toen al een dame.
En troep maakten we, eh … ZE, want we vielen nogal eens in onze eigen poepjes.
Ik bedoel natuurlijk ZE!! Kaatje en Grietje.
Die lieve Poolse dame had het heel moeilijk dat al onze broertjes en zusjes waren overleden.
Ze is direct gestopt met haar cattery.
Terwijl ze net begonnen was. Wel heel sneu voor haar.“
Leo:
Moest u heel erreg wenne of ging alles fansellef?
Henk:
”We kregen alles in het Katshuisch, hadden direct ons eigen appartementencomplex wat ze de Tweede Kamer noemen.
Na een paar weken mochten we ook de tuin in… daar spelen Kaatje en ik nogal vaak.”
Leo:
U ben dus prinses Henk en u heeft een tutu, ben u gember neutraal of ben u dreg-kwien?
Henk:
“Ik ben een prinses.
Heel soms ben ik voetballer, of model, maar meestal voel ik me het fijnst in de rol van prinses.”
Leo:
Mag ik weete waarom uw tutu so belang-rijk foor u is?
Henk:
“Jij likt toch ook altijd netjes je vacht voordat je de deur uitgaat?
Nou ik ga ook graag goed gekleed op pad.
En een tutu staat mij nu eenmaal geweldig.
Trouwens, een broekpak, broekrok, minirok, navelltruitje, skinny jeans, bodywarmer, korte spijkerbroek, hotpants, lange handschoenen, stilleto’s, mantelpak, hoedje en zijden sjwals staan me ook geweldig.”
Leo:
Word u geplaag met de tutu of falt het mee?
Henk: “Als lid van het koninklijk huis heb je altijd te maken met roddel en achterklap.
Daarom vraag ik ook altijd aan degene die mijn gouden koets moet duwen of het wat sneller kan. Dan hoor ik het niet.”
Leo:
As u geplaag wort dan moet u het segge hoor weeges wij hebbe hier de flag fan de reegeboog en die segt JOEDOEJOE en dat het gewoon goet is.
Henk:
“Als u denkt dat ik van regenbogen hou dan hebt u het mis.
Ik hou van mezelf. Dat en vooral. En ik heb nu eenmaal veel gezichten.”
Leo:
Waarmee moete de tweefoeters u hellepe?
Henk:
“Ze scheren mijn buik en mijn billen, ik heb me toch een partij krullen daar joh.
En soms gaat het niet helemaal lekker met de ontlasting en dat mag ze schoonmaken.
Verder ben ik vaak verkouden en dus helpt ze me met pijnstilling en beloofd ze nieuwe pumps.
Ik moet zeggen; ze houdt wel woord.
Ik heb op mijn kamertje wel 15 exemplaren staan.
Ik hou er zo van.”
Leo:
Fint u dat heel erreg dat se dat doen?
Henk:
“Nee man! Lekker. All eyes on me babe!”
Leo: …..
ehem..
Moet u faak naar de wittejas?
Henk:
“Een paar keer per jaar denk ik, als ik weer erg verkouden ben, willen ze luisteren naar mijn longen. Ik zou willen dat ze eens wat vaker gewoon naar mij zouden luisteren.”
Leo:
Ben u bang foor de wittejas?
Henk:
“Ik ben voor niemand bang.
Maar ik heb dan ook veel security om me heen.
U snapt het wel; een prinses in het wild daar vliegen ze op af.
En het valt niet mee om met die pumps aan een sprintje te trekken.
Maar sinds de security er is gaat het stukken beter.
En die wittejas, laat ik het zo zeggen, erg flatteus is het niet en een hakje eronder zou niet misstaan, maar bang, nee dat niet.”
Leo:
Heeft u een liefelingsbewooner en waarom is perresies die bewooner uw liefelings?
“Dat is toch wel mijn zus Kaatje.
Die snapt tenminste hoe ik wens te spelen.
En zij doet ook nooit moeilijk als ze aan de beurt is om mijn gouden koets te duwen.
De rest zit allemaal te zeiken dat het geen gouden koets is maar een aangeklede kruiwagen.”
Leo:
(het is maar goet dat ik me mont hou want het is inderdaat een aan-gekleede kruiwaage!)
Ehem.
Wat is uw liefelings-eete en waarom?
Henk:
“VEeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel… O….
Maakt niet uit hoor…ik eet alles, zolang ik het zelf maar mag voorproeven.”
Leo:
En welleke snoepies sijn uw liefelings?
Henk:
“Veeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeelllllllllllllllllll”
Leo:
OooooOOOoooOoooh U hout net sofeel fan snoepies as ik!
Krijg u faak snoep omdat u een belang-rijke prinses ben?
Henk:
“Ik krijg altijd als eerste, omdat ik altijd vooraan sta. Of is dat niet wat u bedoeld?”
Leo:
Mag ik ook een snoepie?
Henk:
“Nee.”
Leo:
Oh.
Ehem.
Zou u nog een tutu wille hebbe of een rose jurkje met een tie-jaaaraa?
Henk:
”Er is altijd ruimte voor nog een tutu, maar een rose jurkje zal me ongetwijfeld ook heel goed staan.”
Leo:
Wie sal ik de follegende week interfiewe?
Henk:
“Prinses Henk”
Leo:
Rob of Stan? Of heeft u een heel ander idee?
Henk:
“Prinses Henk”
Leo:
Dankiewel Prinses Henk foor dat u de tijt heb wille neeme om mijn fraage te be-antwoorde.
Ik loop nog eefe naar Koning Joop om een snoepie te haale weeges ik moet eefe bij-koome.
Poehee, het is maar goet dat se me hadde gewaarsguwt dat ik niks oofer se aangekleede kruiwaage mogt segge weeges hij denk egt dat ie in de goude koets sit!
Nouja. Iedereen mag sijn wie die wil sijn en in het gefal fan Henk is het Prinses Henk.
Ik kreeg geen footoo mee fan Henk in se tutu weeges hij font dat ie er niet mooi op stont.
Via se tweefoeter ben ik toch nog aan een paar andere fotoos gekoome en omdat se hem heeft omgekogt met snoepies en een paar naalt-hakke mogt ik die footoos wel laate sien.
Ik wil jullie allemaal fraage om al die freemde kostgangers fan het Katshuisch te steune en erfoor te sorrege dat se sofeel snoepies hebbe dat sellefs Prinses Henk se niet op kan.
Weeges se woone daar allemaal met een héndiekep en se moge er sijn wie se wille sijn.
Sellefs als ze zich ied-en-tie-fie-seere as Prinses met een goude koets en een tutu.
As u dat wil doen dan kan u hier teregt: https://www.katshuisch.nl/Steun-het-Katshuisch/
Follegende week interfiew ik kleine Stan het stoere roode kaaterjongetje.
Ik wil naamelek weete wat er tog steets op se foorpoote sit!
Ons huis
Foordat ik het fergeet!
Er was ook nog niews uit ons huis in de stat fan Den Haag!
Wij hebbe ons tweede balkon aan de keuken-kant er eindelek bij gekreege!
Onse tweefoeters hebbe kij-hart gewerrekt en nou is het balkon een kooi geworde en we kunne nu daar naar buite sonder dat se bang sijn dat we naar beneede falle.
Follegende keer laat ik daar de footoos fan sien.
Ze wille het eerst nog een beetje netjes maake en een fotoo maake fanaf beneede sodat jullie kunne sien hoe het is gemaakt.
Ferder sijn de tweefoeters nog steeds aan het opruime.
Dat komt het is lente en dan ruime tweefoeters graag op.
Wij finde het reuze interessant weeges elleke keer hebbe we weer wat anders om aan te snuffele of om op te sitte.
Foor alle updeets kan je het beste onse feestboek en instaa in de gaate houde.
Heel feel liefs fan Leootje en Chester, Tiga en Simon natuurlek!
Lieve allemaal, het is heel raar want nu ben ik hier, Mila en ik ben Brams zusje. Voordat ik verder ga over hoe het leven zonder Bram is heb ik nog eerst een paar woordjes te mauwen.
Allereerst wil ik Mevrouw Oscar heel feel troos kopjes geefe wegens dat Oscar een ster is geworden. Ik weet zeker dat Oscar feilig is aangekomen want mijn broer is er ook net als Panda en Loes. Daarnaast hoop ik dat Japie een fijne vakanzie heeft want soms heb je dat gewoon nodig. Ik wens Mevrouw en Meneer Dorus sterkte toe. En van Joep vind ik het kei stoer dat hij net als mijn grote broer een saurus is geworden. Een heuse Joepweilandmuisefangersaurus! Nou dat is een hele naam maar hij is perfekt voor jou.
Roepen
Hoe is het nu zonder Bram. Als poesedame vind ik het moeilijk ook om hier te zijn. Toen Bram wegging dacht ik dat hij gewoon thuis zo koome en dat was nie zo. Hij kwam niet meer terug. Ik heb feel geslapen op die dag omdat ik dat altijd wel doe maar nu was het anders. In mijn hoofd en hartje wist ik wel dat hij naar Regenboogland ging maar ik wilde het niet weten. Ik deed alsof het niet zo was en dat hij gewoon thuis zou komen.
De eerste dagen zonder Bram heb ik heel feel gemauwd, echt waar. Van boven tot beneden heb ik alleen maar gemauwd en geroepe naar Bram zo van: ‘waar ben je Bram?’, ‘je bent toch gewoon thuis’ en van ‘ben je gewoon ferstopt?’
Maar waar ik ook deed mauwen, er kwam geen mauw terug.
Broer
Het werd pas echt toen ik mijn mensen zag. Zij waren de hele tijd in traane de hele dag door en dan elke dag. Ik werd de hele tijd opgepakt en geknuffeld. Nou vind ik dat wel fijn maar ik merkte dat het anders was en mijn fagt werd telkens nat van de traane.
Mijn hartje traande eefe hard mee want hoe stom hij als broer soms kon zijn of eigenwijs, ik miste hem. Hij was er voor me toen ik gefonde werd in de bossen. Hij deed mij ferzorge en zorgde ervoor dat ik uit zijn bak mocht eete. Hij deed mij bescherme en dat doen grote broers. Ik heb heel feel geluk dat hij mij broer is.
Ik vind nog steeds dat hij mij grote broer is maar nu een sterbroer. Ik kreeg van iedereen liefe woordjes over mijn broer en toen wist ik, hij zit bij iedereen in de hart. Presies daar waar hij hoort want zo is hij ook naar iedereen. Liefe voor alles en iedereen.
Traadiezie
Nu is het zo dat het thuis stil is zonder Bram maar toen bedacht ik me iets. Hoewel ik nu ook traane heb vind ik het fijn dat ik Brams traadiezie mag voortzetten. Net als mijn grote broer hou ik ook van bijen en hommels en ik heb Bram al als hommel gezien. Zo foelde het voor mij. Nu was hij dan mienister van gefoelige saake hier maar dat is hij nu daar.
Misschien kan ik dat ook zijn hier. Dat iedereen ook weet van: Mila is ook gefoelig en heeft ook een zachte hart want dat is zo. Alleen weet ik niet zeker of ik al klaar ben voor zo’n grote belangrijke taak.
Want naast mienister zijn heb ik thuis ook andere taken en dingen gekregen. Zo is mijn roetiene inees heel anders en heb ik andere taken gekregen.
Eerst deed Bram de tuinkontroole maar nu doe ik het. En ik weet dat Bram heel presies was in de tuin en dat alles hoort zoas het hoort. Dat ferdwaalde dieren de weg weer kunnen finde en dat ik ook bijvoorbeeld de snektesten doe.
Hij nam alles heel seeriejeus en dat maakt mij heel tros als zusje want ik keek echt tegen hem op. Soms deed hij wel eens met Kever zonnebaade en dan moest ik als poesedame eefe mauwen dat de buik niet altijd in de zon hoefde omdat dat gewoon veel netter was, nu heb ik alleen mijn Kever die ik af en toe in de gate hou met de pikante foto’s.
Sommige traadiezies hou ik erin omdat dat voor mij respek naar mij broer is zoals het swaaie naar de sterre. Ik doe mauwe naar de sterre en ik mauw mee voor freede.
Saame
Ik moet zeker mijn draai nog gaan finde op de blog maar ik ben poesietief dat me dat wel gaat lukken want ik ben hier saame met jullie allemaal en dat maakt het speesjaal. En ik vind het heel biesonder dat ik een kans krijg om mijn afontuure te deele. Dank je wel Bertje en mevrouw Bertje.
Ik wens iedereen een warm en een fijne week, ook onze liefe sterfriende en voor iedereen die het nodig heeft. Tot de folgende blog. Het was heel spannen om mij ferhaal te doen.