Categorie archieven: Joep

Joep en zijn ervaring met de ketnipwijn

Vorige week zaterdag heb ik toch wat meegemaakt… Ik ben naar het Lichtjesfeest van Kianjo en Djoeke geweest. M’n blog was nèt af, en toen stond de bus die Belle gehuurd had al voor de deur om me op te halen. Altijd gezellig, want sinds de zomer zijn er eigenlijk geen grote feesten meer geweest, dus ‘t was kattastisch om zoveel vrienden al in de bus tegen te komen en de hele rit naar Brabant lekker met elkaar bij te kunnen mauwen. Ik had nog nooit een Lichtjesfeest meegemaakt, dus was wel heel nieuwsgierig naar hoe dat zou zijn…

Kerssemusseboom

Onderweg hoorde ik al de mooiste verhalen van vrienden die al eerder naar zo’n feest waren geweest, maar toen ik de bus uitstapte en de huiskamer inwandelde werd ik echt even stil. Zo’n mooie kerssemusseboom had ik nog nooit gezien, en er stond een heel dorp in de kamer, en ik rook allerlei lekkere luchten. Die kwamen niet alleen van de boom, maar ook van alle lekkere hapjes die overal klaarstonden.
Maar ja, m’n moeder heeft me geleerd dat ‘t niet netjes is om als ik ergens binnen kom gelijk m’n bekkie vol te proppen, dus ik heb eerst de boom ‘s goed bekeken, en het hele kerstdorp met huisjes en lichtjes. Want zóveel heb ik bij mij in huis niet staan, dus ik keek m’n ogen uit en genoot. En er was natuurlijk een hoop bij te mauwen met alle vrienden die al op ’t feest waren, en dat kan ook niet met een bek vol.

Nadat ik een paar uurtjes bijgemauwd had met iedereen die ik al kende, een bakje heerlijk Brabants water had leeggelebberd (want al dat gemauw maakt behoorlijk dorstig) en een hapje had gegeten, kwam er een stoere kater naar me toe die mauwde dat ‘ie mij van m’n blogs en FB  herkende. Ik had ‘m nog nooit eerder gezien en heel eerlijk, ik weet ook niet eens meer hoe hij heet. We raakten aan de mauw en hij wilde van alles van me weten. ‘t Leek wel of ik geïnterviewd werd, want hij gaf me weinig kans om iets aan hem te vragen. Dus de lol van een goed gesprek was er al snel van af.
Na een tijdje wilde ik wel weer terug naar ‘t feest, want daar was ik tenslotte voor gekomen. Maar ik kwam maar niet van ‘m af, dus ik besloot het vragenvuur te eindigen door ‘m uit te nodigen voor een drankje. Bij de bar zouden vast en zeker wel vrienden staan waar ik nog wat mee bij te mauwen had, zodat ik op een vriendelijke manier van m’n toch wel wat opdringerige ‘fan’ afscheid zou kunnen nemen.

Ketnipwijn

De stoere kater bood aan om in de rij te gaan staan om drinken te halen, terwijl ik met Djoeke en Kianjo stond te mauwen hoe mooi ik hun Lichtjesfeest vond. Dus ik bestelde nog een bakje van dat heerlijke water, en nadat de kater me die gebracht had nam hij afscheid en maakte zich uit de poten. ‘k Heb ‘m daarna ook niet meer gezien, en ik was opgelucht eindelijk van ‘m af te zijn.
Er zat een vreemd luchtje aan ‘t water dat voor me neergezet was, en toen ik m’n tong erin stak voor een eerste slokje vond ik het raar smaken. En na het tweede slokje wist ik zeker dat dit geen Brabants watertje was, maar de beroemde ketnipwijn moest zijn!
Nou ben ik inmiddels al een katermans van twintig maanden, en ik weet hoe lekker ketnip is. Maar dat ken ik alleen in de droge versie van m’n likbal, of m’n muizen. Maar in wijn? BLEUGH, dát was écht vies!
Na een paar minuten had ik ‘t gevoel alsof ik met dubbele tong begon te mauwen en er watjes in m’n oren zaten want iedereen klonk heel ver weg. En ik kreeg ook slaap, ik kon m’n ogen bijna niet openhouden.
Zo goed en zo kwaad als ‘t kon mauwde ik iedereen gedag omdat ik echt even een dutje moest doen en wankelde naar de kerssemusseboom, waar ik uiteindelijk in een hele diepe slaap viel.

Hamertjes

De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker van de schoonmaakploeg, die de restjes van wat een geweldig feest moet zijn geweest aan het opruimen was. Er zaten kleine hamertjes in m’n kop, en de lichtjes die de dag ervoor nog zo mooi straalden deden nu pijn aan m’n ogen.
‘t Eerste wat ik deed toen ik weer op m’n poten stond was een enorme grote bak water naar binnen slokken, die ik zelf had getapt. En daar knapte ik gelukkig wat van op.
Terwijl ik m’n best deed om te helpen met opruimen, hoorde ik de verhalen over het feest. Er was nog heel wat gebeurd terwijl ik onder de kerssemusseboom lag te slapen, en ik heb daar echt waar werkelijk helemaal niks van meegekregen.
Na een stevig ontbijtje begon ik me gelukkig steeds beter te voelen. Ik ging wat rond vragen of iemand wist wie die stoere kater op het feest was, maar niemand scheen ‘m te kennen…
Nou ja, wat ik van het feest heb meegemaakt voordat ik die twee slokjes nam was geweldig, dus ik hoop er volgend jaar weer bij te zijn. Alleen weet ik nu wel heel zeker dat ik ver weg blijf van de ketnipwijn, want die viel echt niet lekker. Ik hou ‘t liever gewoon bij water en limonade, want ik hoef helemaal geen stoere kater te zijn.
‘k Blijf liever gewoon wie ik ben…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep en zijn ervaring met Sinterklaas

Nou, ik hoop dat jullie deze nieuwe blog allemaal nog gewoon op je eigen vertrouwde plekje voorgelezen krijgen of zelf kunnen lezen, en dat niemand met Sinterklaas naar Spanje is vertrokken…

Vorig jaar in december was ik een klein kittenkatertje van net geen acht maanden oud en kwam ik nog niet buiten. Ik kende dus helemaal geen andere katten die mauwden over Sinterklaas en Zwarte Pieten, en ik wist werkelijk waar helemaal niet van hun bestaan af, omdat in mijn huis geen kleine kinderen wonen waar Sint en Pieten langs komen. En ik kreeg eigenlijk elke dag al wat lekkers en af en toe een nieuw speeltje, gewoon van m’n personeel dat bij me in huis woont, zonder dat ik ooit van Sinterklaas gehoord had.

Buurtkatten

Maar dit jaar was het anders, omdat ik de buurtkatten buiten hoorde mauwen dat hun hele huis op stelten stond. Overal lagen sinds een week of wat kartonnen dozen waar ze niet eens in mochten gaan liggen, inpakpapier dat ze niet mochten scheuren, cadeautjes die duidelijk niet voor katten bedoeld waren en alle tweebeners deden heel geheimzinnig.
En ik snapte daar niks van, want bij mij thuis was alles nog gewoon, zoals altijd. Gelukkig legde een buurkat uit dat er elk jaar een feest is op 5 december, vooral als er ook kindjes in huis wonen. Dan komen er ‘s avonds vreemde tweebeners, die er heel anders uitzien dan ‘t eigen personeel, en die gooien handen vol met vreemd ruikende mislukte bolletjes door de kamer heen, waar de kindjes dan achteraan rennen om die te pakken te krijgen en op te eten. En het is dan een enorme herrie in huis mauwden ze, dus dan maakten ze altijd liever dat ze weg kwamen.

Door de wijk

Afgelopen donderdag had ik met een paar buurtkatten afgesproken om na ‘t eten een wandeling door de wijk te gaan maken en bij alle huizen waar ‘t licht aan was naar binnen te loeren. En de buurkat had gelijk, het was druk in sommige woonkamers. Vrolijke muziek, lachende grote tweebeners en dansende kleine tweebenertjes. ‘t Zag er allemaal best wel heel gezellig uit, maar ik was blij dat ik met m’n vrienden lekker buiten stond omdat ik gewoon niet zo van al die drukte hou.
M’n buurkat mauwde dat er later die avond, als we weer naar huis zouden gaan, ook vast wel een katdootje en iets lekkers voor ons zou zijn, maar dat iedereen nu eigenlijk liever buitenshuis bleef tot het binnen weer rustig was.

Thuis

Gelukkig was het droog die avond, maar na een uurtje of wat begon ik toch kouwe poten te krijgen. En daar hou ik niet van, dus ik nam afscheid van m’n vrienden en ben maar weer naar huis gelopen. Ik had wel trek in een paar brokjes, en m’n personeel was toch nog wakker want ‘t licht in de woonkamer was nog aan. Voor de zekerheid heb ik eerst even vanaf de tuintafel naar binnen zitten gluren of er écht geen drukte bij mij thuis was, maar m’n personeel zat gewoon lekker rustig in de bank en alles zag er vertrouwd uit.
Al snel ging de tuindeur open en na m’n vaste ritueel van eerst binnen aan de krabpaal m’n stiletto’s even aanscherpen werd ik opgepakt en kreeg ik een heleboel knuffels van Senior en werden m’n pootjes lekker opgewarmd in z’n dikke trui, terwijl Junior met snekkies voor me aankwam. Nou, dat was even rielekst thuiskomen, en snekkies zijn natuurlijk altijd nóg lekkerderderder dan m’n alledaagse brokjes.

Schapenmuis

Dat was nog niet alles, ik kreeg ook nog een pakje in m’n poten gedrukt. Nou ben ik zelf wat onhandig met pakjes openmaken, dus m’n personeel hielp een beetje mee en maakte het papier aan één kant voor me open. Ik stak m’n neus erin, want er kwam me een heerlijke lucht tegemoet die ik gelijk herkende: kattenkruid!
‘t Duurde niet lang voor ik het hele pakje open had en er een muis met een heel raar vachtje uit kwam. Volgens m’n personeel was dit een Duitse Schapenmuis, een soort die in Nederland best wel zeldzaam schijnt te zijn, maar over de grens veel voorkomt.
Nadat ik er een tijdje mee gespeeld had en de nieuwe muis helemaal goedgekeurd was, ging ik op zoek naar m’n oude grijze huismuis. ‘t Leek me best een goed idee om die twee kennis met elkaar te laten maken. En dan kon ik ze vannacht allebei meenemen als ik op ‘t grote bed ging slapen.

Muis

Maar hoe ik ook zocht, m’n oude muis was nergens te vinden! Terwijl ik toch zeker wist dat ik ‘m de laatste keer onder de eettafel had achtergelaten. Zelfs m’n personeel heeft mee lopen zoeken, maar zonder resultaat.
Nu heb ik m’n nieuwe muis maar als lokmuis op de bank gelegd, en ik hoop elke keer als ik de woonkamer inkom dat ik dan twee muizen aantref. Maar ook vanmorgen lag de Schapenmuis moederziel alleen op me te wachten.
M’n personeel heeft beloofd om me de komende dagen te helpen zoeken, meubels te verschuiven en alle kasten en lades na te kijken. En als we die grijze muis dan nog niet gevonden hebben, ga ik ‘m toch als vermist aanmelden.
Of weet iemand van jullie het adres van Sinterklaas in Spanje?

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep

Joep heeft nou 30 blogs

Het is voor mij een bijzondere dag want vandaag, op de dertigste van deze maand, mag ik precies m’n dertigste blog aan jullie presenteren.
Heel eerlijk, ik had niet gedacht dat ik ooit zo ver zou komen toen ik hoorde dat Bert over de Regenboogbrug was gegaan omdat z’n leef-tijd bij Mevrouw Bert op was. In de weken daarna keek ik niet naar de leptop om, ik had gewoon helemaal geen zin meer om nog een blog te laten opschrijven. Ik kon écht niks verzinnen dat leuk of interessant of belangrijk genoeg was om over te mauwen…

Boep

Inmiddels weet ik dat dat gewoon kwam omdat ik Bert kwijt was. Hij was m’n inspiratiebron, m’n leermeester (oooh, en best wel een beetje strenge hoor, als hij vond dat ‘t even nodig was) en m’n vriend. Ook al kenden we elkaar helemaal nog niet zo lang, voor mij leek het alsof Bert m’n hele leven al bij me was. Eigenlijk hetzelfde gevoel als dat ik had toen Bram plotseling vertrok. Want ook hij was net zo wijs als Bert en als jonge kittenkater wist ik toen al gewoon gelijk dat ik van allebei nog heel veel kon leren.
‘k Had me zelfs voorgenomen om, als ik eenmaal net zou oud en wijs zou zijn als Bram en Bert, dat ik m’n naam zou gaan veranderen in Boep. Want ik wist toen heel zeker dat de wijsheid die zij hadden en hun talent om prachtige letters te kunnen schrijven iets te maken moest hebben met de B waarmee hun naam begon.

In je hart

Intussen ben ik er achter gekomen dat het gevoel dat ik toen had, alles te maken bleek te hebben met iemand heel erg missen. Ik heb daar lang met m’n personeel over zitten mauwen, en zij herkenden het wel. Ze zijn al héél veel ouderderder dan ik en hebben al heel veel meer lieverds over de Regenboogbrug moeten laten gaan. Elke keer weer voelden ze die enorme leegte, zoals ik die ook had gevoeld in ‘t afgelopen jaar. Ze mauwden me dat alle mooie herinneringen die je samen gemaakt hebt zorgen dat iemand voor altijd in je hart blijft wonen, ook als je ze nooit meer kunt knuffelen, of kopjes geven. En dat ze stilletjes nog steeds naar al die mooie sterren knipogen, omdat andere tweebeners het vaak maar raar vinden als ze ineens naar een ster zouden gaan staan zwaaien.
Nou, ik vind dat helemaal niet raar hoor, en ik weet zeker dat iedereen die iemand mist daar ook niks raars aan zou vinden.

Letters

Toen Mevrouw Bert vroeg of ik weer wilde gaan bloggen was ik net bezig om alles wat ik in de weken daarvoor had gevoeld een plaatsje te geven. En hoe vaker ik weer achter de leptop zat te mauwen, hoe steviger en mooier dat plaatsje werd. Met Bert dicht bij me in de buurt kon ik alle letters weer laten intikken.
Want ik wist dat niet alleen hij, maar ook Bram met me mee zou kijken, zolang ik blogs blijf mauwen. Omdat echte vrienden elkaar nooit meer kwijtraken…

Kater

En zo ben ik alweer dertig blogs verder. De zeven zaterdagen nadat Bert vertrokken was en alle dagen daartussen in heb ik veel nagedacht. Over vrienden, over ‘t leven, over de Regenboogbrug. Maar ook welk natvoer favoriet is en waarom ik sommige speeltjes in huis helemaal niet leuk meer vind en andere juist ineens wel.
Ik denk dat ik in die tijd ook begon te veranderen, van de kittenkater die ik was naar de echte katermans die ik nu geworden ben. Da’s best nog wel even wennen hoor, want ik moet helemaal zelf gaan bedenken hoe ik me als kater moet gaan gedragen omdat m’n moeder me daar nooit iets over gemauwd heeft. Volgens m’n personeel ben ik gewoon nog even lekker aan ‘t puberen, maar ik heb echt geen idee wat ze daarmee bedoelen.

O, en ik denk nu dat ik toch m’n eigen naam maar hou, voor de rest van m’n leven. Ik ben er nou eenmaal aan gewend, en volgens mij kan ik ook met een naam die met een J begint prima wijs worden en blogs mauwen.

Zachte kopjes en ‘n stevige poot,
Joep

Joep over een krabpaal, eten en tactiek

Van de week is m’n krabpaal eindelijk weer naast de bank opgehangen. Je weet wel, die hele lange zak van Quapas, waar ik bijna helemaal vanaf de grond tot aan ‘t plafond in kan klimmen om een mooi overzicht te krijgen van alles. Niet alleen van wat er buiten in m’n achtertuin gebeurd, maar ik kan ook prima zien wat er op de eettafel staat en op ‘t aanrecht ligt. En dat laatste is best wel handig, omdat ik al regelmatig boven op de grote tafel m’n inspectie doe, maar ‘t nog steeds niet waag om vanaf de vloer op ‘t aanrecht te springen.

Lang

Dat komt eigenlijk door Senior. Want omdat hij heel lang is, staat het keukenblok ook een flink stuk hoger dan wat de standaard is, zodat hij niet gebukt aan ‘t aanrecht hoeft te staan. Fijn voor hem, maar tot nog toe onmogelijk voor mij. Want ik heb werkelijk geen idee waar ik op terecht kom. En dat aanrecht is ook niet zo heel diep, dus dikke kans dat ik dan, als ik er zomaar op zou springen, direct vol in de remmen moet om niet met m’n snufferd in de pollepelhouder te belanden, m’n stapel stenen etensbakjes om te gooien of door te schuiven tegen de witte tegeltjes op de achterwand. Want op zo’n aanrecht heb ik helemaal niks om m’n nagels in uit te slaan, dus dat wordt dan doorglijden tot ik ergens tegenaan bots of me in allerlei bochten wringen om gelijk weer naar beneden te springen. En heel eerlijk gemauwd, dat is me eigenlijk teveel moeite.

Taktiek

Ik hoef ook helemaal niks van het aanrecht te pikken, want ik krijg elke dag wel wat lekkers. Plus dat Junior al heeft gezegd dat als ik aan het menseneten kom, dat zij dan ook met mij mee gaat eten. En volgens mij meent ze dat écht.
Ik heb al ‘s een stukje zalmfilet van haar geruild met een strookje tonijnfilet van mij, en dat vond ze prima smaken.
En sinds ze op etiketten van mijn blikjes in m’n voorraadkast heeft gelezen dat die ook geschikt zijn om door mensen gegeten te worden, haal ik ‘t niet in m’n kop om zelf aan het eten van m’n personeel te komen. Ik kijk wel uit, dan ben ik zo door m’n voorraad heen…

Ik bedel ook nooit als m’n personeel aan ‘t eten is. Nee, ik heb een hele slimme taktiek bedacht om te laten weten dat ik soms ook wel lust wat zij op hun bord hebben: gewoon tussen hun stoelen in op de grond blijven zitten en dan bij elke hap die ze nemen heel zielig omhoog kijken. Van de één naar de ander.
Dat werkt veel beter dan op tafel springen en te proberen om eten van hun bord af hengelen, want dan word ik zonder pardon van tafel gezet en is de kans op een extra hapje helemaal verkeken.

Krabpaal

Dus ik ben heel blij dat die krabpaal er nu weer hangt. Dan kan ik gewoon heel onopvallend zien wat m’n personeel gaat maken en op tafel heeft staan. En als me dat interessant lijkt, klim ik langzaam vanaf het plafond naar beneden, loop zonder naar ze te kijken als de koelste kater van de wereld met m’n staart omhoog naar m’n drinkbak, neem een paar slokjes, knabbel wat brokjes en dan neem ik m’n positie in tussen de stoelen.
Als ik geluk heb en ‘t eten is niet gezouten of gekruid, dan lukt het altijd wel om iets in m’n eigen etensbak te krijgen als zij klaar zijn met eten. Beetje groente, of een stukje vlees of vis. Ik wil alles best wel ‘n keer proberen, want ik hou van afwisseling.
En als hun eten niet voor mij geschikt is, dan krijg ik als de tafel afgeruimd is vaak wel een paar kleine snekkies.
Dus hoe dan ook, ‘t levert altijd wel wat lekkers op. Als je maar door hebt hoe je zoiets moet aanpakken.

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep heeft een probleem met zijn Feestboek

Bijna anderhalf jaar geleden kreeg ik m’n eigen FeestBoek pagina. Onder personeelstoezicht natuurlijk, want ik was toen nog veels te jong om zelf allenig de hele wereld over te gaan. Ik had ook nog helemaal geen snekkies gegeten van leptopgebruik, dus alle hulp was welkom. Want ik mauwde geen tweebenerstaal, en ik had m’n personeel hard nodig om m’n verhalen om te zetten naar letters die tweebeners met een beetje ervaring konden lezen. Of voorlezen, natuurlijk.

Leptop

Niet alleen dat, maar als kittenkater kreeg ik het ook niet voor elkaar om maar één letter op het toetsenbord in te tikken. Die dingen zijn gewoon niet gebouwd op kattenpoten. Ik kon wel met één stiletto een letter aantikken, en als dat had gemogen zou ik nu volgens een perfect 2-nagelsysteem kunnen tikken, maar m’n personeel voelde er niks voor om elke letter voor me te spellen. En volgens hun hier zou ‘t op den duur ook teveel toetsenborden gaan kosten.
Dus kwam er leptoptijd, waarin ik samen met m’n personeel op het scherm kon meekijken.
We begonnen altijd met een foto uitzoeken en ik mauwde daar dan iets over terwijl m’n personeel het vertaalde naar tweebenerstaal. Dat kreeg ik dan weer teruggemauwd om te checken of het verhaal klopte. Want als startende sjoernalist moest ik daar natuurlijk wel streng op blijven, vond ik.

Vrienden

Op die manier hebben we een hele lange tijd bijna dagelijks iets gepost over een belevenis op die dag. Uiteindelijk waren Junior en ik elke dag wel even bezig om iedereen te antwoorden, en ik kreeg volgers op mijn pagina uit Zuid-Afrika, Canada, een paar Verenigde Staten en andere landen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar ook dichter bij huis werd ik ‘ontdekt’.
Volgers werden Vrienden, waarmee lief en leed gedeeld werd. En zo begon mijn wereld steeds groter te worden dankzij andere katten en hun personeel, maar ook met blafvrienden en hier en daar een fladder- en knaagvriend wisselde ik graag van gedachten.
Er kwamen ook tweebeners zonder huisdier die vrienden werden, terwijl ik écht geen allemanstweebenersvriendje ben. Maar zo naast m’n eigen personeel, in de vertrouwde veiligheid van m’n eigen huis, mauwde ik er op los alsof ik iedereen al jaren kende. Dat was altijd gezellig, zo saame met z’n allen.

Verandering

’n Week of 6 geleden begon er iets te veranderen op m’n FeestBoek, zonder dat ik daar blijkbaar iets aan kon doen. De mensen in het bedrijf bij wie ik m’n pagina had aangemaakt vonden blijkbaar dat ik nog meer vrienden nodig had, en deden de meest vreemde voorstellen. Soms moest ik wel 25 verzoeken om te volgen wegklikken voordat ik de berichten van m’n eigen lieve vrienden zag. En dat vrat best wel veel tijd. Ik merkte dat ik FeestBoek op deze manier toch niet meer zo leuk vond als voordat die andere mensen zich ermee gingen bemoeien, en ik zat een heel stuk minder samen met m’n personeel achter de leptop om m’n verhaaltje te doen…

Misschien zag die grote baas van FeestBoek dat als een uitnodiging om nog meer rotzooi op m’n pagina te gooien, want ineens kreeg ik ook allerlei advertenties te zien waar ik helemaal geen belangstelling voor had. Zoals van een bedrijf dat vond dat ik wel een haartransplantatie kon gebruiken. Ik snap niet waar ze het idee vandaan halen, want zowel ik als m’n personeel zijn prima tevreden over onze vacht.
Ik kreeg een uitnodiging om te komen werken bij de overheid. Maar ik heb al een heerlijke baan, lekker dicht bij huis, met prima arbeidsvoorwaarden. En of ik belangstelling had voor een vakantiehuis op Curaçao, naar een dansfeest wilde komen of yoga wilde leren. Nee, nee en nog ‘s nee.
Net zo min als dat ik aluminimale deuren in m’n huis wil laten zetten, schoenen of een nieuw huis wil kopen of naar de sportschool wil. Ik heb m’n eigen trainingsparkoers naast m’n huis, lekker in de buitenlucht. Dus ook allemaal nee.

Advertenties

Ik geloof ook nooit dat m’n personeel blij zal zijn als ik de auto ga inruilen bij een garagebedrijf aan de andere kant van ‘t land. En ik hoef helemaal geen brilletje, ik zie alles wat ik wil zien en de rest ruik ik wel, dus die aanbieding van een brillenwinkel tweehonderd kilometer de andere kant op, die heb ik ook weg laten klikken.
Maar ik ben een beetje bang dat ik met alleen wegklikken niet meer van al die advertenties af kom. Nee, m’n personeel moet aangeven waarom we die reclame niet willen zien, dan laten weten dat we ‘m niet meer willen zien en dán pas kunnen we ‘m afsluiten. Maar dat geduld hebben we na 28 ongevraagde advertenties vaak niet meer, dus ik doe op dit moment nog maar weinig met m’n eigen Feestboekpagina.

Drukte

Stilletjes hoop ik dat het ook allemaal ooit over gaat, die drukte op m’n pagina. Net zo plotseling weer verdwijnt als dat het er ineens onverwachts op stond. En dat ik, als ik ‘m over een tijdje weer ‘s open, gelijk de berichten van m’n eigen lieve vrienden weer zie zonder al die gekkigheid er omheen die ik eerst moet wegklikken. Want ik mis m’n Feestboekvriendjes toch wel…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep