Categorie archieven: Joep

Joep denkt na over Kerssemus

Deze week heb ik precies één keer in ‘t zonnetje kunnen liggen. Dat was dinsdagmiddag, precies een haf uur lang.
Toevallig lag ik ook nog op de goeie plek, in de vensterbank in de slaapkamer omdat ik net klaar was met m’n straatcontroledienst, dus ik kreeg de volle laag. En ik moet toegeven, het leek wel weer even voorjaar. Temperatuur was prima, en na m’n lunch en een dutje ben ik heerlijk gaan wandelen. Maar toen was de zon alweer weg…
‘t Schijnt dat ‘t bij het einde van ‘t jaar hoort, want m’n personeel hoor ik over ‘de donkere dagen voor kerstmis’. Ja, buiten. Want binnen branden allemaal kleine lichtjes in de kersemusseboom, en staan er kaarsjes die ze met een knopje op de onderkant kunnen aanzetten. O, en ook weer uit natuurlijk, als ze gaan slapen.

Buitendienst

Jammer genoeg heb ik de zon de rest van de week niet meer gezien. ‘t Was grauw en grijs, nat, en woensdag ben ik zelfs bijna uit m’n jas gewaaid toen ik de tuin uit wilde wandelen. WOESJ! Wind mee ‘t achterpad af was een makkie met de wind onder m’n staart maar ja, ik wilde natuurlijk ook wel weer een keer terug naar huis, en dat viel echt niet mee.
Gelukkig liggen alle blaadjes die van de bomen afgewaaid zijn nat langs de stoeprand, dus die vliegen niet meer rond zoals ze een tijdje geleden nog deden. Maar m’n haren, die op de heenweg recht overeind waren gewaaid, lagen allemaal plat toen ik weer thuiskwam. Poot voor poot heb ik uiteindelijk de voordeur weer bereikt, snorharen plat tegen m’n wangen. Ik was eigenlijk wel blij dat ik deze week straatcontrole vanuit de vensterbank had, want met dit weer buitendienst hebben was écht he-le-maal niks.

Kerssemus

En nou schijnt ‘t volgende week eindelijk kerssemus te zijn. Ik hoor m’n personeel over een witte kerst die er dit jaar waarschijnlijk echt niet gaan komen. Tenminste, niet waar ik woon. En dat vind ik best wel jammer, want van de buurtkatten heb ik gehoord dat het dan buiten helemaal wit is, en dat het een leuk geluid maakt als je er overheen loopt. ‘t Schijnt alleen wel koud te zijn aan de poten als je te lang buiten bent en je laat sporen na, dus iedereen kan zien waar je bent geweest. Wat m’n vrienden daarmee bedoelen weet ik niet, maar ze mauwden dat ik dat wel zou snappen als ‘t ooit nog ‘s wit gaat worden buiten.
Ik weet nog wel dat ik vroeger, toen ik vorig jaar nog huiskitten was, ineens door Senior op z’n arm mee naar buiten werd genomen omdat er allemaal witte dingetjes uit de lucht vielen. We hebben toen een tijdje buiten gestaan, en als ik omhoog keek zag ik allemaal wit spul uit de lucht vallen waar ik naar kon happen. Dat was heel leuk, want ik kon ze ook met m’n pootje vangen. Maar als ik ze dan te pakken had was m’n poot nat en dat spul weg. Echt, geen spoor meer van te vinden.

Doos

Het is nu ook de tijd dat m’n personeel niet meer zo vaak buiten op jacht gaat. Ze zijn gisteren nog geweest, en kwamen met een tas meer vangst terug dan ze normaal gemauwd doen. Want ‘t schijnt zo de laatste dagen voor kerssemus heel erg druk te zijn in de gebieden waar tweebeners jagen op eten, dus ze zorgen dat hun eigen voorraadkast gevuld is en dat ze tot volgende week genoeg in huis hebben. Mijn eigen voorraadkast zit nog lekker vol, dus daar hoef ik ook niet achteraan.
‘t Is zelfs zo dat er in een doos extra eten en lekkers voor andere dieren zit, die niet het geluk hebben dat ze een eigen huis met personeel hebben, zoals ik dat heb. Die wonen nu nog in een groot huis met allemaal andere dieren, en zitten te wachten tot er eindelijk personeel beschikbaar is. En ik hoop dat ze heel snel een eigen huis vinden, waar ze net zo gelukkig kunnen worden als dat ik ben.

Hulp

Uit die doos gaat ook eten naar tweebeners. Niet om zelf op te eten, maar om aan diertjes te geven die niet samen in zo’n groot huis wonen maar elke dag buiten zwerven en ‘s nachts een warm en droog plekje moeten zoeken om veilig te kunnen slapen. Want die zijn er ook nog steeds, hoewel ik ze in mijn buurt nog nooit ben tegengekomen. Al m’n vrienden en ik hebben een eigen etensbak, een lekker warm mandje en een eigen voor- en achterdeur om naar terug te gaan. We boffen. Dus m’n personeel en ik vinden dat ook de dakloze diertjes geholpen moeten worden en rond de kerst juist nog meer dan in andere maanden. Want uit eigen ervaring weet ik dat er in dit seizoen weinig muizen te vinden zijn. En slapen met een knorrend buikje is niet goed.
Dus misschien kun je ook aan je eigen personeel mauwen of ze een paar blikjes, zakjes of snoepjes extra kunnen jagen als ze nog op pad moeten, voor al onze onbekende vriendjes die ‘t minder goed hebben dan wij zelf. Omdat het bijna kerssemus is en extra extra lief zijn voor elkaar schijnt er dan bij te horen.
Maar eigenlijk zouden we het hele jaar ook aan anderen moeten denken, of het nou tweebeners, blaffers, piepers, fluiters of mauwers zijn. Met elkaar delen is fijn, ook als je niet kunt zien dat je een ander heel blij maakt met iets dat je zelf kunt missen.

Ik hoop dat jullie een paar hele mooie kerssemusedagen hebben met iedereen die je lief is. En steek ‘s een poot, vleugel of hand uit naar anderen, die je al een tijd niet meer gezien hebt. Dan kunnen we proberen om er SAAME voor iedereen, met elkaar, een mooiere wereld van te maken.

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep en zijn ervaring met de ketnipwijn

Vorige week zaterdag heb ik toch wat meegemaakt… Ik ben naar het Lichtjesfeest van Kianjo en Djoeke geweest. M’n blog was nèt af, en toen stond de bus die Belle gehuurd had al voor de deur om me op te halen. Altijd gezellig, want sinds de zomer zijn er eigenlijk geen grote feesten meer geweest, dus ‘t was kattastisch om zoveel vrienden al in de bus tegen te komen en de hele rit naar Brabant lekker met elkaar bij te kunnen mauwen. Ik had nog nooit een Lichtjesfeest meegemaakt, dus was wel heel nieuwsgierig naar hoe dat zou zijn…

Kerssemusseboom

Onderweg hoorde ik al de mooiste verhalen van vrienden die al eerder naar zo’n feest waren geweest, maar toen ik de bus uitstapte en de huiskamer inwandelde werd ik echt even stil. Zo’n mooie kerssemusseboom had ik nog nooit gezien, en er stond een heel dorp in de kamer, en ik rook allerlei lekkere luchten. Die kwamen niet alleen van de boom, maar ook van alle lekkere hapjes die overal klaarstonden.
Maar ja, m’n moeder heeft me geleerd dat ‘t niet netjes is om als ik ergens binnen kom gelijk m’n bekkie vol te proppen, dus ik heb eerst de boom ‘s goed bekeken, en het hele kerstdorp met huisjes en lichtjes. Want zóveel heb ik bij mij in huis niet staan, dus ik keek m’n ogen uit en genoot. En er was natuurlijk een hoop bij te mauwen met alle vrienden die al op ’t feest waren, en dat kan ook niet met een bek vol.

Nadat ik een paar uurtjes bijgemauwd had met iedereen die ik al kende, een bakje heerlijk Brabants water had leeggelebberd (want al dat gemauw maakt behoorlijk dorstig) en een hapje had gegeten, kwam er een stoere kater naar me toe die mauwde dat ‘ie mij van m’n blogs en FB  herkende. Ik had ‘m nog nooit eerder gezien en heel eerlijk, ik weet ook niet eens meer hoe hij heet. We raakten aan de mauw en hij wilde van alles van me weten. ‘t Leek wel of ik geïnterviewd werd, want hij gaf me weinig kans om iets aan hem te vragen. Dus de lol van een goed gesprek was er al snel van af.
Na een tijdje wilde ik wel weer terug naar ‘t feest, want daar was ik tenslotte voor gekomen. Maar ik kwam maar niet van ‘m af, dus ik besloot het vragenvuur te eindigen door ‘m uit te nodigen voor een drankje. Bij de bar zouden vast en zeker wel vrienden staan waar ik nog wat mee bij te mauwen had, zodat ik op een vriendelijke manier van m’n toch wel wat opdringerige ‘fan’ afscheid zou kunnen nemen.

Ketnipwijn

De stoere kater bood aan om in de rij te gaan staan om drinken te halen, terwijl ik met Djoeke en Kianjo stond te mauwen hoe mooi ik hun Lichtjesfeest vond. Dus ik bestelde nog een bakje van dat heerlijke water, en nadat de kater me die gebracht had nam hij afscheid en maakte zich uit de poten. ‘k Heb ‘m daarna ook niet meer gezien, en ik was opgelucht eindelijk van ‘m af te zijn.
Er zat een vreemd luchtje aan ‘t water dat voor me neergezet was, en toen ik m’n tong erin stak voor een eerste slokje vond ik het raar smaken. En na het tweede slokje wist ik zeker dat dit geen Brabants watertje was, maar de beroemde ketnipwijn moest zijn!
Nou ben ik inmiddels al een katermans van twintig maanden, en ik weet hoe lekker ketnip is. Maar dat ken ik alleen in de droge versie van m’n likbal, of m’n muizen. Maar in wijn? BLEUGH, dát was écht vies!
Na een paar minuten had ik ‘t gevoel alsof ik met dubbele tong begon te mauwen en er watjes in m’n oren zaten want iedereen klonk heel ver weg. En ik kreeg ook slaap, ik kon m’n ogen bijna niet openhouden.
Zo goed en zo kwaad als ‘t kon mauwde ik iedereen gedag omdat ik echt even een dutje moest doen en wankelde naar de kerssemusseboom, waar ik uiteindelijk in een hele diepe slaap viel.

Hamertjes

De volgende ochtend werd ik al vroeg wakker van de schoonmaakploeg, die de restjes van wat een geweldig feest moet zijn geweest aan het opruimen was. Er zaten kleine hamertjes in m’n kop, en de lichtjes die de dag ervoor nog zo mooi straalden deden nu pijn aan m’n ogen.
‘t Eerste wat ik deed toen ik weer op m’n poten stond was een enorme grote bak water naar binnen slokken, die ik zelf had getapt. En daar knapte ik gelukkig wat van op.
Terwijl ik m’n best deed om te helpen met opruimen, hoorde ik de verhalen over het feest. Er was nog heel wat gebeurd terwijl ik onder de kerssemusseboom lag te slapen, en ik heb daar echt waar werkelijk helemaal niks van meegekregen.
Na een stevig ontbijtje begon ik me gelukkig steeds beter te voelen. Ik ging wat rond vragen of iemand wist wie die stoere kater op het feest was, maar niemand scheen ‘m te kennen…
Nou ja, wat ik van het feest heb meegemaakt voordat ik die twee slokjes nam was geweldig, dus ik hoop er volgend jaar weer bij te zijn. Alleen weet ik nu wel heel zeker dat ik ver weg blijf van de ketnipwijn, want die viel echt niet lekker. Ik hou ‘t liever gewoon bij water en limonade, want ik hoef helemaal geen stoere kater te zijn.
‘k Blijf liever gewoon wie ik ben…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep en zijn ervaring met Sinterklaas

Nou, ik hoop dat jullie deze nieuwe blog allemaal nog gewoon op je eigen vertrouwde plekje voorgelezen krijgen of zelf kunnen lezen, en dat niemand met Sinterklaas naar Spanje is vertrokken…

Vorig jaar in december was ik een klein kittenkatertje van net geen acht maanden oud en kwam ik nog niet buiten. Ik kende dus helemaal geen andere katten die mauwden over Sinterklaas en Zwarte Pieten, en ik wist werkelijk waar helemaal niet van hun bestaan af, omdat in mijn huis geen kleine kinderen wonen waar Sint en Pieten langs komen. En ik kreeg eigenlijk elke dag al wat lekkers en af en toe een nieuw speeltje, gewoon van m’n personeel dat bij me in huis woont, zonder dat ik ooit van Sinterklaas gehoord had.

Buurtkatten

Maar dit jaar was het anders, omdat ik de buurtkatten buiten hoorde mauwen dat hun hele huis op stelten stond. Overal lagen sinds een week of wat kartonnen dozen waar ze niet eens in mochten gaan liggen, inpakpapier dat ze niet mochten scheuren, cadeautjes die duidelijk niet voor katten bedoeld waren en alle tweebeners deden heel geheimzinnig.
En ik snapte daar niks van, want bij mij thuis was alles nog gewoon, zoals altijd. Gelukkig legde een buurkat uit dat er elk jaar een feest is op 5 december, vooral als er ook kindjes in huis wonen. Dan komen er ‘s avonds vreemde tweebeners, die er heel anders uitzien dan ‘t eigen personeel, en die gooien handen vol met vreemd ruikende mislukte bolletjes door de kamer heen, waar de kindjes dan achteraan rennen om die te pakken te krijgen en op te eten. En het is dan een enorme herrie in huis mauwden ze, dus dan maakten ze altijd liever dat ze weg kwamen.

Door de wijk

Afgelopen donderdag had ik met een paar buurtkatten afgesproken om na ‘t eten een wandeling door de wijk te gaan maken en bij alle huizen waar ‘t licht aan was naar binnen te loeren. En de buurkat had gelijk, het was druk in sommige woonkamers. Vrolijke muziek, lachende grote tweebeners en dansende kleine tweebenertjes. ‘t Zag er allemaal best wel heel gezellig uit, maar ik was blij dat ik met m’n vrienden lekker buiten stond omdat ik gewoon niet zo van al die drukte hou.
M’n buurkat mauwde dat er later die avond, als we weer naar huis zouden gaan, ook vast wel een katdootje en iets lekkers voor ons zou zijn, maar dat iedereen nu eigenlijk liever buitenshuis bleef tot het binnen weer rustig was.

Thuis

Gelukkig was het droog die avond, maar na een uurtje of wat begon ik toch kouwe poten te krijgen. En daar hou ik niet van, dus ik nam afscheid van m’n vrienden en ben maar weer naar huis gelopen. Ik had wel trek in een paar brokjes, en m’n personeel was toch nog wakker want ‘t licht in de woonkamer was nog aan. Voor de zekerheid heb ik eerst even vanaf de tuintafel naar binnen zitten gluren of er écht geen drukte bij mij thuis was, maar m’n personeel zat gewoon lekker rustig in de bank en alles zag er vertrouwd uit.
Al snel ging de tuindeur open en na m’n vaste ritueel van eerst binnen aan de krabpaal m’n stiletto’s even aanscherpen werd ik opgepakt en kreeg ik een heleboel knuffels van Senior en werden m’n pootjes lekker opgewarmd in z’n dikke trui, terwijl Junior met snekkies voor me aankwam. Nou, dat was even rielekst thuiskomen, en snekkies zijn natuurlijk altijd nóg lekkerderderder dan m’n alledaagse brokjes.

Schapenmuis

Dat was nog niet alles, ik kreeg ook nog een pakje in m’n poten gedrukt. Nou ben ik zelf wat onhandig met pakjes openmaken, dus m’n personeel hielp een beetje mee en maakte het papier aan één kant voor me open. Ik stak m’n neus erin, want er kwam me een heerlijke lucht tegemoet die ik gelijk herkende: kattenkruid!
‘t Duurde niet lang voor ik het hele pakje open had en er een muis met een heel raar vachtje uit kwam. Volgens m’n personeel was dit een Duitse Schapenmuis, een soort die in Nederland best wel zeldzaam schijnt te zijn, maar over de grens veel voorkomt.
Nadat ik er een tijdje mee gespeeld had en de nieuwe muis helemaal goedgekeurd was, ging ik op zoek naar m’n oude grijze huismuis. ‘t Leek me best een goed idee om die twee kennis met elkaar te laten maken. En dan kon ik ze vannacht allebei meenemen als ik op ‘t grote bed ging slapen.

Muis

Maar hoe ik ook zocht, m’n oude muis was nergens te vinden! Terwijl ik toch zeker wist dat ik ‘m de laatste keer onder de eettafel had achtergelaten. Zelfs m’n personeel heeft mee lopen zoeken, maar zonder resultaat.
Nu heb ik m’n nieuwe muis maar als lokmuis op de bank gelegd, en ik hoop elke keer als ik de woonkamer inkom dat ik dan twee muizen aantref. Maar ook vanmorgen lag de Schapenmuis moederziel alleen op me te wachten.
M’n personeel heeft beloofd om me de komende dagen te helpen zoeken, meubels te verschuiven en alle kasten en lades na te kijken. En als we die grijze muis dan nog niet gevonden hebben, ga ik ‘m toch als vermist aanmelden.
Of weet iemand van jullie het adres van Sinterklaas in Spanje?

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep

Joep heeft nou 30 blogs

Het is voor mij een bijzondere dag want vandaag, op de dertigste van deze maand, mag ik precies m’n dertigste blog aan jullie presenteren.
Heel eerlijk, ik had niet gedacht dat ik ooit zo ver zou komen toen ik hoorde dat Bert over de Regenboogbrug was gegaan omdat z’n leef-tijd bij Mevrouw Bert op was. In de weken daarna keek ik niet naar de leptop om, ik had gewoon helemaal geen zin meer om nog een blog te laten opschrijven. Ik kon écht niks verzinnen dat leuk of interessant of belangrijk genoeg was om over te mauwen…

Boep

Inmiddels weet ik dat dat gewoon kwam omdat ik Bert kwijt was. Hij was m’n inspiratiebron, m’n leermeester (oooh, en best wel een beetje strenge hoor, als hij vond dat ‘t even nodig was) en m’n vriend. Ook al kenden we elkaar helemaal nog niet zo lang, voor mij leek het alsof Bert m’n hele leven al bij me was. Eigenlijk hetzelfde gevoel als dat ik had toen Bram plotseling vertrok. Want ook hij was net zo wijs als Bert en als jonge kittenkater wist ik toen al gewoon gelijk dat ik van allebei nog heel veel kon leren.
‘k Had me zelfs voorgenomen om, als ik eenmaal net zou oud en wijs zou zijn als Bram en Bert, dat ik m’n naam zou gaan veranderen in Boep. Want ik wist toen heel zeker dat de wijsheid die zij hadden en hun talent om prachtige letters te kunnen schrijven iets te maken moest hebben met de B waarmee hun naam begon.

In je hart

Intussen ben ik er achter gekomen dat het gevoel dat ik toen had, alles te maken bleek te hebben met iemand heel erg missen. Ik heb daar lang met m’n personeel over zitten mauwen, en zij herkenden het wel. Ze zijn al héél veel ouderderder dan ik en hebben al heel veel meer lieverds over de Regenboogbrug moeten laten gaan. Elke keer weer voelden ze die enorme leegte, zoals ik die ook had gevoeld in ‘t afgelopen jaar. Ze mauwden me dat alle mooie herinneringen die je samen gemaakt hebt zorgen dat iemand voor altijd in je hart blijft wonen, ook als je ze nooit meer kunt knuffelen, of kopjes geven. En dat ze stilletjes nog steeds naar al die mooie sterren knipogen, omdat andere tweebeners het vaak maar raar vinden als ze ineens naar een ster zouden gaan staan zwaaien.
Nou, ik vind dat helemaal niet raar hoor, en ik weet zeker dat iedereen die iemand mist daar ook niks raars aan zou vinden.

Letters

Toen Mevrouw Bert vroeg of ik weer wilde gaan bloggen was ik net bezig om alles wat ik in de weken daarvoor had gevoeld een plaatsje te geven. En hoe vaker ik weer achter de leptop zat te mauwen, hoe steviger en mooier dat plaatsje werd. Met Bert dicht bij me in de buurt kon ik alle letters weer laten intikken.
Want ik wist dat niet alleen hij, maar ook Bram met me mee zou kijken, zolang ik blogs blijf mauwen. Omdat echte vrienden elkaar nooit meer kwijtraken…

Kater

En zo ben ik alweer dertig blogs verder. De zeven zaterdagen nadat Bert vertrokken was en alle dagen daartussen in heb ik veel nagedacht. Over vrienden, over ‘t leven, over de Regenboogbrug. Maar ook welk natvoer favoriet is en waarom ik sommige speeltjes in huis helemaal niet leuk meer vind en andere juist ineens wel.
Ik denk dat ik in die tijd ook begon te veranderen, van de kittenkater die ik was naar de echte katermans die ik nu geworden ben. Da’s best nog wel even wennen hoor, want ik moet helemaal zelf gaan bedenken hoe ik me als kater moet gaan gedragen omdat m’n moeder me daar nooit iets over gemauwd heeft. Volgens m’n personeel ben ik gewoon nog even lekker aan ‘t puberen, maar ik heb echt geen idee wat ze daarmee bedoelen.

O, en ik denk nu dat ik toch m’n eigen naam maar hou, voor de rest van m’n leven. Ik ben er nou eenmaal aan gewend, en volgens mij kan ik ook met een naam die met een J begint prima wijs worden en blogs mauwen.

Zachte kopjes en ‘n stevige poot,
Joep

Joep over een krabpaal, eten en tactiek

Van de week is m’n krabpaal eindelijk weer naast de bank opgehangen. Je weet wel, die hele lange zak van Quapas, waar ik bijna helemaal vanaf de grond tot aan ‘t plafond in kan klimmen om een mooi overzicht te krijgen van alles. Niet alleen van wat er buiten in m’n achtertuin gebeurd, maar ik kan ook prima zien wat er op de eettafel staat en op ‘t aanrecht ligt. En dat laatste is best wel handig, omdat ik al regelmatig boven op de grote tafel m’n inspectie doe, maar ‘t nog steeds niet waag om vanaf de vloer op ‘t aanrecht te springen.

Lang

Dat komt eigenlijk door Senior. Want omdat hij heel lang is, staat het keukenblok ook een flink stuk hoger dan wat de standaard is, zodat hij niet gebukt aan ‘t aanrecht hoeft te staan. Fijn voor hem, maar tot nog toe onmogelijk voor mij. Want ik heb werkelijk geen idee waar ik op terecht kom. En dat aanrecht is ook niet zo heel diep, dus dikke kans dat ik dan, als ik er zomaar op zou springen, direct vol in de remmen moet om niet met m’n snufferd in de pollepelhouder te belanden, m’n stapel stenen etensbakjes om te gooien of door te schuiven tegen de witte tegeltjes op de achterwand. Want op zo’n aanrecht heb ik helemaal niks om m’n nagels in uit te slaan, dus dat wordt dan doorglijden tot ik ergens tegenaan bots of me in allerlei bochten wringen om gelijk weer naar beneden te springen. En heel eerlijk gemauwd, dat is me eigenlijk teveel moeite.

Taktiek

Ik hoef ook helemaal niks van het aanrecht te pikken, want ik krijg elke dag wel wat lekkers. Plus dat Junior al heeft gezegd dat als ik aan het menseneten kom, dat zij dan ook met mij mee gaat eten. En volgens mij meent ze dat écht.
Ik heb al ‘s een stukje zalmfilet van haar geruild met een strookje tonijnfilet van mij, en dat vond ze prima smaken.
En sinds ze op etiketten van mijn blikjes in m’n voorraadkast heeft gelezen dat die ook geschikt zijn om door mensen gegeten te worden, haal ik ‘t niet in m’n kop om zelf aan het eten van m’n personeel te komen. Ik kijk wel uit, dan ben ik zo door m’n voorraad heen…

Ik bedel ook nooit als m’n personeel aan ‘t eten is. Nee, ik heb een hele slimme taktiek bedacht om te laten weten dat ik soms ook wel lust wat zij op hun bord hebben: gewoon tussen hun stoelen in op de grond blijven zitten en dan bij elke hap die ze nemen heel zielig omhoog kijken. Van de één naar de ander.
Dat werkt veel beter dan op tafel springen en te proberen om eten van hun bord af hengelen, want dan word ik zonder pardon van tafel gezet en is de kans op een extra hapje helemaal verkeken.

Krabpaal

Dus ik ben heel blij dat die krabpaal er nu weer hangt. Dan kan ik gewoon heel onopvallend zien wat m’n personeel gaat maken en op tafel heeft staan. En als me dat interessant lijkt, klim ik langzaam vanaf het plafond naar beneden, loop zonder naar ze te kijken als de koelste kater van de wereld met m’n staart omhoog naar m’n drinkbak, neem een paar slokjes, knabbel wat brokjes en dan neem ik m’n positie in tussen de stoelen.
Als ik geluk heb en ‘t eten is niet gezouten of gekruid, dan lukt het altijd wel om iets in m’n eigen etensbak te krijgen als zij klaar zijn met eten. Beetje groente, of een stukje vlees of vis. Ik wil alles best wel ‘n keer proberen, want ik hou van afwisseling.
En als hun eten niet voor mij geschikt is, dan krijg ik als de tafel afgeruimd is vaak wel een paar kleine snekkies.
Dus hoe dan ook, ‘t levert altijd wel wat lekkers op. Als je maar door hebt hoe je zoiets moet aanpakken.

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep