Categorie archieven: Joep

Joep en de bijzondere snuffelzakjes

Al maandenlang krijg ik heel veel advertenties en suggesties voor vriendschapsverzoeken op Feestboek. En heel eerlijk gemauwd, ik vind ‘t helemaal niet erg als m’n personeel die wegklikt. Want wat moet ik met een volautomatische kattenbak als ik een prachtig mooi en enorm weiland naast m’n achtertuin heb, waar de buurtkatten en ik boodschappen voor elkaar achterlaten en geurvlaggen planten, om te laten weten dat we daar al controles hebben uitgevoerd?

En ik wil helemaal niet op vakantie naar een ver land dat ik helemaal niet ken, ik weet alles in m’n eigen buurt te vinden en dat is lekker vertrouwd. Dure auto’s, daar kan ik niks mee en een bril heb ik denk ik helemaal niet nodig want ik ruik m’n brokjes, snekkies en natvoer al zodra de verpakking open gaat.

Poezendame

Totdat ik een paar weken geleden een foto van een charmante zwart/witte poezendame zag staan. Haar personeel Sylvia heeft een eigen bedrijfje en zij, Sandy, doet de eindcontrole van alles dat de deur uit gaat. Maar het ging niet zo best met het bedrijfje, want de posts die ze deelden raakten ondergesneeuwd door de bedrijven die veel budget hebben om te adverteren. Dus ze dachten erover om maar te stoppen.
Nou hebben mijn personeel en ik een zwak voor kleine zelfstandigen en we willen altijd graag helpen, dus ik heb hun noodkreet op m’n eigen pagina gedeeld. Maar daar bleef het niet bij. Er moest natuurlijk ook iets besteld worden, dus de website van Hippe Snuffelzakjes werd van voor naar achter doorgespit. En van links naar rechts, en van boven tot onder. En ik moet zeggen, het was heel moeilijk kiezen hoor, want je kan wel mauwen dat een snuffelzakje een snuffelzakje is, maar het oog wil ook wat. Ik zag mezelf nog niet kathousiast worden van een stofje met zachte lieve kleurtjes, of iets met katten erop, of met lintjes er aan. Nee, ik wilde iets stoers! En alsof dat nog niet moeilijk genoeg was, welke geur moest m’n snuffelzakje eigenlijk hebben?

Tas

‘t Heeft toch wel een avondje gekost om een keuze te maken. Ik was intussen alweer in de vensterbank gaan liggen slapen, want het duurde me gewoon te lang. Ik liet de keuze wel aan m’n personeel over…
De volgende ochtend hoorde ik dat de bestelling geplaatst was. Het wachten kon beginnen. Omdat het bedrijfje eigenlijk bijna bij mij om de hoek zit, besloot m’n personeel de bestelling zelf op te halen, en vorige week zaterdag was het dan zover.
Ik kreeg een prachtige papieren tas, waar allemaal zakjes in zaten. Met stickers erop, zodat m’n personeel kon lezen wat er in zat. Hadden ze voor mij niet hoeven doen hoor, want zodra het zakje opengemaakt werd kwamen er héérlijke luchtjes vrij. De stof was lekker zacht, met wilde dierenprints. Tsja, ik wilde stoer, en dat heb ik gekregen…

Katdeautjes

Als extra zaten er ook nog drie katdeautjes bij. Een balletje met tijgerprint en ‘n rammeltje erin (hoe wisten Sylvia en Sandy dat ik van pootballen hou?) en een kleine gele muis. Kan ik mooi mee trainen voordat het muizenjachtseizoen weer losbarst. En er zat ook nog een extra snuffelzakje met ketnip bij. Met twee roze lintjes er aan. En roze en rode katten er op. Nou hoor ik je mauwen, Joep, da’s toch helemaal niet stoer? Nou, laat ik je verzekeren, zodra het zakje open ging heb ik er helemaal niet meer over nagedacht hoe ‘t er uit zag, ik duwde m’n neus in ‘t zakje, nam ‘m tussen m’n poten een heb er heerlijk mee gespeeld. Aan de lintjes getrokken, maar die zaten heel stevig vast en zitten er na een week nog steeds aan. Ik heb er in gebeten, tegenaan getrappeld, mee gerold en lekker ondergekwijld. Net zolang tot ik moe gespeeld in slaap viel, met het snuffelzakje tussen m’n poten…

Ketnip

Toen ik na m’n dutje weer wakker werd voelde ik me heerlijk relaxed. En ik had honger. Hebben jullie dat ook, als je met ketnip gespeeld hebt?
Terwijl ik wat brokjes zat weg te knabbelen had m’n personeel ‘t zakje op tafel gelegd om te drogen voordat ‘ie weer opgeborgen werd. Want zo gaat dat hier in huis met ketnipspullen, die laten ze niet slingeren. Ik mag nu elke dag een zakje uitkiezen om mee te spelen, maar soms heb ik er gewoon even geen zin in omdat ik liever naar buiten ga of omdat ik buurtcontroledienst heb. Of gewoon even lekker een dutje wil doen in de zon.
Toch heb ik in de afgelopen week ‘t meest met het zakje met de lintjes gespeeld, hoewel de combinatie van ketnip, matabi en valeriaan ook heel erg interessant is. Ik snap trouwens nog steeds niet dat er zóveel lekkere luchtjes in één zakje passen…

Dus, ik heb nog een hele hoop zakjes uit te proberen, naast de twee die de afgelopen week al favoriet waren. Maar daar heb ik nog alle tijd voor, want ondanks het lekkere weer van gisteren is ’t nog lang geen zomer…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep over zelfstandig worden

Nee, ik ga het vandaag niet weer over het weer hebben, want dat lijkt nog steeds niet op voorjaar. M’n personeel loopt te blaffen alsof ze een hele gesprekken met de nieuwe buurpuppy aan het voeren zijn en ze beginnen wat waterig uit hun ogen te kijken terwijl ze de leeftijd van snotneus toch al heel lang voorbij zijn. Dus ik denk dat het nu aan mij is om de taak van mantelzorgkater op me te nemen. Beetje extra aandacht geven, wat meer knuffels en kopjes, spinnen en dicht tegen ze aan liggen. Wedden dat ze zich dan na dit weekend weer een stuk beter voelen?
Gelukkig gaan ze nog wel de deur uit om brokjes te verdienen en op jacht te gaan naar eten, want dat moet natuurlijk wel gewoon door gaan. Net zoals ik nog steeds m’n inspectierondes doe, maar als die achter de rug zijn ga ik snel weer naar binnen want ik heb mantelzorgkaterwerk te doen. En vier poten plus twee oortjes om weer op te warmen.

Twee jaar

Tijd vliegt als ik zo druk bezig ben. Het duurt niet eens meer twee volle maanden voordat ik jarig ben, en over iets meer dan vier maanden woon ik alweer twee jaar op mezelf. In m’n eigen huis, met eigen personeel.
Natuurlijk was dat die eerste dagen even wennen, zo zonder m’n broertjes en zusjes. Soms vraag ik me wel ‘s af hoe ‘t met hun gaat. Zouden ze net zo’n leuk huis hebben als ik, ruimte om buiten te rennen, lekker eten en ‘n hele hoop knuffels krijgen? Zou ik ze herkennen als we elkaar ooit nog ‘s tegen komen?
M’n personeel vertelde dat het personeel van m’n moeder verhuisd is, dus ik denk dat zij ook niet meer in ‘t huis woont waar ik geboren ben. Maar ik weet niet of ze wel zo blij zou zijn als ik haar zou opzoeken, want hoewel ze heel lief was en ons als kittens veel geleerd heeft, vond ze ‘t op een gegeven moment toch hoog tijd dat we op eigen pootjes gingen staan. Ze ging ook steeds vaker op stap toen we niet meer bij haar kwamen drinken omdat we al beebiekitteneten kregen. M’n personeel vertelde me later dat dat er nou eenmaal bij hoort, bij zelfstandig worden.

Zelfstandig

En ik moet eerlijk mauwen, dat zelfstandig worden heb ik aardig onder de wolfsklauw gekregen hoor. Okee, af en toe moet ik m’n personeel nog wel wat bijsturen en trainen, maar ze leren best nog wel snel voor hun leeftijd. Al heeft het een tijdje geduurd voordat ze doorhadden dat het niet hun huis is, maar ‘t mijne. Maar tegenwoordig ziet iedereen die binnenkomt dat gelijk aan het aantal krabpalen, mandjes, kussentjes en speeltjes, die allang niet meer in de twee speelgoedmanden passen die ik heb. En niet te vergeten aan de haren die ik, ondanks regelmatig kammen en borstelen, graag achterlaat op de stoelen en tegen de dikke gordijnen in de slaapkamer. Want eerlijk is eerlijk, daar kan geen stofzuiger of rubber handschoen tegenop. Het is tenslotte míjn huis.
Maar ik probeer m’n personeel ook best tegemoet te komen door tegenwoordig m’n kattenbak nog maar zelden te gebruiken. Want waarom zou ik, als ik zo’n heel mooi groot weiland achter m’n huis heb? Bijkomend voordeel daarvan is ook dat andere katten nu kunnen ruiken dat ‘t mijn weiland is. ‘t Heeft even geduurd, maar ik heb m’n plekje tussen de buurtkatten inmiddels wel gevonden.

Enigst Kater

Hoewel ik het heel errug leuk vind om samen met m’n vrienden buiten te spelen, ontdekken en stoeien, ben ik altijd weer blij dat ik Bewust Enigst Kater ben gebleven in een huis waar ik de baas ben. Ik wil m’n personeel ook echt niet delen, en m’n eten en speeltjes ook niet.
Heel af en toe probeert één van de buurtkatten wel ‘s op bezoek te komen, en dan deelt m’n personeel snoepjes uit. Míjn snoepjes! En ik vind het op zich helemaal niet erg als ze over de vloer komen, maar ‘t moet niet te lang duren. Als de snoepjes op zijn zet ik een hoge rug op, en dan weet ‘t bezoek al dat ‘t tijd is om te gaan en verdwijnen ze door de voor- of achterdeur.
Daarna is ‘t weer heerlijk rustig in huis, en heb ik alle tijd voor knuffels, kriebels, kopjes en aaien. Of ik ga lekker in één van m’n manden liggen, die ik ook met niemand deel. Voor een dutje, of om plannen te maken voor als ‘t weer zomer wordt. En dat lukt altijd ‘t beste zonder gemauw van andere buurtkatten aan m’n kop.

Vrienden

Nou zul je misschien denken dat ik nooit bezoek wil, maar in elk kattenleven zijn natuurlijk uitzonderingen.
Zo is er de hond van de overbuurvriendin, die wel ‘s meekomt als zij op bezoek komt. Zij (de hond hè, niet de overbuurvriendin) mag best m’n bakje eten leegmaken als ik uitgegeten ben en m’n waterbak leegslobberen. We spelen daarna dan een paar keer verstoppertje, en dat win ik altijd sinds ik weet dat als ik hoog ga zitten ze me niet kan zien. Blijft leuk.
En dan is er m’n grote vriend waarmee ik elk weekend snekkies deel. Gezellig samen, als katers onder mekaar, de laatste nieuwtjes bemauwen. Soms ga ik ook wel ‘s naar hem toe, met een rolkoffer vol met snekkies, want hij heeft een hele mooie tuin waar heel veel te beleven is. Ik kijk daar elke week weer naar uit.
Werk en plezier zijn ook heel goed te combineren als een andere grote vriend op bezoek komt of ik naar hem toe ga. Hij heeft een eigen bedrijf waar ik graag een pootje in meehelp, en we bedenken dan onder ‘t genot van wat snekkies, plannen om samen met anderen de koelwagens weer vol te krijgen als ‘t feest seizoen weer begint. Ik heb al veel van ‘m geleerd op ‘t gebied van muizen vangen, want als ervaren kater draait hij daar z’n poot niet voor om.

Weilandfeest

En natuurlijk kijk ik er al naar uit om al m’n andere vrienden weer tegen te komen op m’n eigen Weilandfeest, dat dit jaar zeker gaat komen. Ik heb al wat plannetjes in m’n kop die ik nog verder moet uitwerken, maar daar heb ik alle tijd voor zolang het nog koud is buiten. En zolang de buurtkatten niet telkens binnen proberen te komen om m’n snekkies op te eten…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep denkt na over zijn leven

Ik weet het echt even niet meer. De ene dag lig ik met de warme zon op m’n vacht in de vensterbank, ‘t volgende moment kijk ik m’n personeel aan met zo’n blik van ‘je denkt toch niet écht dat ik nu naar buiten ga’ als ze de achterdeur voor me open doen.
Nou ja, soms wil ik best wel even een frisse neus halen, maar nog voordat ze de deur weer dicht doen glip ik snel weer naar binnen. ‘t Lijkt gewoon niet te willen lukken met ‘t voorjaar…

Personeel

Dus eigenlijk heb ik de afgelopen week bijna niks beleefd, en intussen begin ik me toch wel een beetje te vervelen. Natuurlijk is er genoeg te doen in huis, want af en toe zwiep ik de ballen van links naar rechts door m’n verlengde knikkerbaan, en soms geef ik m’n vis die boven de bank hangt een lel en grijp ‘m dan weer vast. Of ren ik achter wat speelgoed aan dat m’n personeel de gang in gooit. Maar dat doe ik eigenlijk meer om hullie in beweging te houden want dat speelgoed terugbrengen, daar begin ik niet aan.
Al een tijdje ben ik ook bezig om m’n personeel nieuwe dingen te leren. Zo snappen ze nu eindelijk dat als ik naast m’n snektoren ga zitten dat ‘ie dan gevuld moet worden. Soms doen ze dat één keer per dag, maar ik ben nu ze aan het trainen om dat elke keer te doen als ik er naast ga zitten. Want snekkies zijn nou eenmaal toch lekkerderder dan m’n brokjes, zelfs als ik er moeite voor moet doen om ze te pakken te krijgen. Maar ze trappen daar nog steeds niet in. ‘t Is zelfs zó errug dat als m’n bakje natvoer niet leeg is ze gewoon hun stoel niet uitkomen om de voorraadtrommel met lekkers te pakken. Dan mauwen ze iets van ‘eerst eten, dan pas snekken’. Tsja, m’n personeel is heel lief, maar soms best wel een beetje streng.

Eten

O, en over eten gemauwd… Krijgen jullie thuis ook natvoer, of alleen maar brokjes?
Zelf heb ik ‘t geluk dat ik alle twee krijg. Brokjes staan er eigenlijk de hele dag door, vier smaken die in een grote schaal door mekaar heen gemengd worden. Daar krijg ik elke dag een maatlepel vol van, en als ze op zijn wordt m’n bakje weer bijgevuld. En met op zijn bedoel ik dan dat de bodem van m’n etensbak te zien is hè. Dan kunnen er nog best wel tien of twintig of meer brokjes in liggen, maar als ik de bodem zie is voor mij m’n bak leeg. En dat laat ik dan ook duidelijk horen, als m’n personeel dat zelf even nog niet in de gaten heeft.
Eigenlijk best wel gek, want m’n schaaltje natvoer eet ik wel bijna elke dag helemaal leeg. Tenzij er weer iets met worteltjes of een andere groente in ligt. Dat vond ik vroeger wel lekker, maar tegenwoordig wil ik gewoon vlees of vis met een sausje. Of in gelei, da’s ook heel errug lekker. Okee, ik wil ook best wel een uitzondering maken als er kaas doorheen zit, maar al dat spul met groenten erdoorheen eet m’n personeel maar lekker zelf maar op. Misschien dat ik het over een tijdje wel weer lust, maar ik ben er nu gewoon even op uitgekeken.
En weet je wat ik ook heerlijk vind? Een stukje kip of zalm. Of een eitje. Vers gebakken in een beetje kokosolie, uit de oven of gewoon gekookt. Zolang het maar genoeg afgekoeld is voordat het opgediend wordt, want ik kijk wel uit dat ik m’n bek niet verbrand.

Inmiddels loopt ‘t water me alweer door de bek als ik denk aan de verse muizensateetjes met ketnipsaus die Chef Tiga vorig jaar zo heerlijk kon klaarmaken op de Hibatsjie. En dan verlang ik alleen nog maar meer naar de zomer, met feesten en vrienden. Met lekker veel zon op m’n bast en lekkere lome temperaturen. Rennen door ‘t weiland, op zoek naar muizen. Lekker buiten zijn, en alleen naar binnen gaan om een hapje te eten. Want de terrasservice in m’n tuin was vorig jaar ronduit slecht, dus daar wil ik voor komende zomer nog ‘s serieus over gaan mauwen met m’n personeel. Er stond genoeg te drinken voor me, maar eten ho maar. Terwijl zij wel lekker aan de tuintafel zaten te eten. Dat kan toch niet?

Voorjaar

‘t Kan nou toch niet lang meer duren voordat ‘t voorjaar wordt. In m’n eigen tuin zitten er alweer knoppen in m’n kersenboom, en in de tuin van de gemeente staan rare gele toeters op lange groene stelen. En dan schijnt de lente er toch echt aan te komen. Dat mauwen de buurtkatten tenminste, en die lopen al heel wat meer jaartjes langer buiten als ik.
Voorlopig nu eerst maar even ontbijten en daarna lekker een dutje doen. En vanmiddag ga ik weer een eindje wandelen, ‘s kijken of ik nog meer groen in m’n buurt kan ontdekken.
Misschien sla ik dat dutje zelfs wel over en ga ik na ‘t eten gelijk weer naar buiten. ‘k Kan natuurlijk ook lekker luieren op m’n catwalk in de tuin, of op het dak van m’n schuur. Vandaag heb ik alle tijd, want m’n agenda is nog helemaal leeg.

Zachte kopjes en ‘n stevige poot,
Joep

Joep kreeg een vreemde cactus

Toen ik op mezelf ging wonen kreeg ik een mandje van m’n personeel. Maar die heeft een hele tijd staan verstoffen, omdat ik van huis uit helemaal geen mandjes gewend was en er, in m’n eigen huis, dus helemaal niet naar om keek. Ik lag de eerste dagen veel liever naast die mand, op een kussentje onder de eettafel. Dat kwam omdat ik nog een ienieminibeebiekatertje was en niet doorhad hoe ik zelf op de grote bank kon komen. Want dat leek me een heerlijk plekje, maar ik durfde toen nog niet te springen…

Als m’n personeel op die bank zat tilden ze me er ook op, om in hun armen geknuffeld te worden. En soms viel ik dan bij ze in slaap als ik moe was van het spelen en ‘t ontdekken in m’n huis. Maar het gebeurde ook wel ‘s dat ik helemaal geen zin had om te knuffelen, en dan ging ik op een ander plekje op de grote bank liggen. Het duurde dan ook niet lang voordat ik een blauw-wit dekentje kreeg, dat wel 4x werd dubbelgevouwen en ingestopt tussen de kussens van de bank. En dat werd míjn plekje in de woonkamer.

Een zak

Na een tijdje ontdekte ik dat ik in m’n eigen huis ook kon klimmen, en vanaf toen sloeg ik gewoon m’n nageltjes in de bank of ‘t beddengoed en klom dan pootje voor pootje naar boven. Zo kon ik zelf uitmaken waar ik wilde gaan liggen, en dat beviel me prima. Klimmen deed ik ook veel liever dan springen. Dat vond ik gewoon een beetje eng, omdat ik niet wist wat ik aan ‘t eind van m’n sprong zou tegenkomen. Maar als ik gewoon op m’n gemakkie naar boven klom, kon ik altijd eerst even kijken of het daar wel interessant genoeg was om te gaan zitten of liggen. En of dat er misschien iets nieuws te ontdekken was.
‘t Duurde dan ook niet lang voordat m’n personeel met een enorme grote zak thuiskwam, die ze aan het plafond naast de bank ophingen. Daar kon ik naar hartelust in klimmen vertelden ze vol trots, maar ik vond het een doodeng ding want hij zwieberde van links naar rechts en van voor naar achter toen ik er de eerste keer in wilde klimmen…

Cactus

Gelukkig had m’n personeel dat al snel opgelost, en kon ik vanaf de vloer helemaal tot aan het plafond naar boven. En zo ontdekte ik dat je op grote hoogte veel meer uitzicht hebt om van alles goed in de gaten te kunnen houden.
Om een lang verhaal wat korterderder te maken, vorig jaar werd er ineens een hele grote doos bezorgd en is m’n personeel een tijdje bezig geweest om de inhoud daarvan in elkaar te zetten. Maar uiteindelijk stond ‘ie er, m’n eigen cactuskrabpaal. Van de vloer tot aan het plafond, met plankjes om op te zitten, en bijna bovenin een soort mandje. Dit leek een klimpaal 2.0, en een hele mooie aanvulling op m’n eerdere lange klimpaal.
Maar om heel eerlijk te zijn, ik moest er echt wel even aan wennen. De cactus staat naast de tuindeur, en geeft een prima overzicht van de woonkamer, de keuken en een stukje tuin. Alleen ‘t weiland kon ik, sinds de schutting met de buren er staat, niet meer zien. En dat was dan wel weer jammer. Eigenlijk had ik ‘m zelf liever aan de andere kant van m’n woonkamer gehad, pal naast het grote raam, maar dan zou de deur van de kast van m’n personeel niet meer open kunnen…
Toen de zomer zo’n beetje voorbij was en het wat kouder werd ben ik dat mandje ‘s gaan uitproberen, omdat ik al gemerkt had dat het boven in die cactus warmer was dan helemaal beneden op de vloer. En eerlijk? Vanaf dat moment was ik niet meer uit dat mandje te krijgen…

Mandje

Nou heeft mijn personeel weinig mauwtjes nodig om me te snappen, dus het kleedje in de vensterbank in de slaapkamer werd ook vervangen door een mandje. En dat ligt me toch heerlijk! Ik kan vanaf de ochtend tot ergens in de middag heerlijk in de zon liggen, als die tenminste weer ‘s wil schijnen. En ‘t is een kattastische werkplek als ik straatcontrole vanuit huis heb, want ik zie alles en iedereen voorbij komen. En ‘t grote voordeel is dat hoe ik me ook in dat mandje draai en uitrek, ik kan er niet uitvallen omdat m’n oude krabpaal met twee verdiepingen er tegen aan staat. M’n personeel gebruikt de bovenste plank van die krabpaal om op te hangen als we samen naar buiten kijken, of als ik even tijd en zin heb om met ze te knuffelen of te spelen. En als ze op jacht zijn geweest zie ik precies wanneer ze weer thuiskomen en kan ik op m’n gemak naar de voordeur wandelen om de tassen te inspecteren. Want ook dat moet nog steeds gebeuren.

Werkplek

Sinds een weekje heb ik in de vensterbank in de woonkamer nu ook mandje staan. Eentje van takken, dus die rekt niet mee als ik m’n poten strek. Maar er ligt een lekker zacht zwart dekje in, dus ook die heb ik goedgekeurd. Tot verbazing van m’n personeel, want ze lieten het kleedje waar ik altijd op lag onder de mand liggen zodat ik nog kon kiezen . Ze hadden nooit gedacht dat ik ooit nog ‘s een mandjeskater zou gaan worden, en nu heb ik er zelfs drie in huis, waar ik graag gebruik van maak.
De mand in de slaapkamer is nu m’n werkplek geworden, die in de woonkamer is om te relaxen met uitzicht op m’n tuintje, het achterpad en ‘t weiland, en m’n cactusmand is de plek waar ik ga liggen als ik eigenlijk niet gestoord wil worden. Hij hangt zó hoog, dat Mamarazzi Junior een krukje moet uitklappen om op te gaan staan, en dan kan ze nét over de rand kijken om te aaien en natuurlijk weer foto’s te maken. Senior kan er wel gewoon bij want die is een stuk langer, maar ik maak ze altijd wel duidelijk als de aaitijd om is, want dan tik ik met m’n poot tegen hun hand en dan weten ze al genoeg. Maar dat was gewoon een kwestie van m’n personeel goed opvoeden…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Joep heeft zin in de lente

Donderdag was er ineens zon. En blauwe lucht met witte wolken. Tenminste, dat laatste vertelde m’n personeel me, want zelf zie ik niet alle kleuren die zij zien. Maar ik kan wel heel goed in ‘t donker kijken, en dat kunnen zij dan weer niet. Ik merk dat zij, net als ik, heel blij worden van zon en mooie blauwe luchten en witte wolkjes. Dat voel ik gewoon, en dan genieten we saame. Lekker buiten in de tuin, alsof het alweer voorjaar is. Verschil is alleen nog dat m’n personeel met een dikke jas aan in de tuinstoelen zit, dus ik denk dat het nog niet zo ver is.

Knuffels

Toch kan ik de lente alweer bijna ruiken. En ik zie ‘t ook denk ik, want in m’n tuin zitten alweer hele kleine puntjes op de kale takken. Die schijnen groen te zijn, of wit, of een kleur daar tussenin. Daar komen als ‘t weer wat warmer wordt dan ineens allemaal kleine blaadjes uit, die steeds groterderder groeien, tot alle takken weer bedekt zijn met groen. En dan weet ik ‘t helemaal zeker dat het weer voorjaar is geworden.

Gisteren was weer nat en grauw en veuls te koud om lekker veel buiten te zijn, dus ik ben binnen boven in ‘t mandje van m’n kaktuskrabpaal gaan liggen nadenken. Over wat ik allemaal ga doen als de lente weer komt. Want als jonge katermans wil ik natuurlijk wel goed voorbereid zijn als ik straks weer vaker naar buiten ga.
Want dan wil ik spelen, nog meer leren en ontdekken. Zwemmen in m’n wedstrijdbad naast ‘t achterpad. Rennen door ‘t weiland daarnaast, op zoek naar muizen. Boompje klimmen, slootje springen en verstoppertje spelen in ‘t hoge gras, saame met m’n vrienden. Alleen nog maar thuiskomen om te dutten na een lange dag, of om te eten als ik honger heb. Of omdat ik aan de stem van m’n personeel hoor dat ze me missen als ze m’n naam roepen. Want ook als straks de zon vaker gaat schijnen en ‘t buiten weer lekker warm wordt, wil ik tijd maken om met m’n personeel te knuffelen. Gewoon, omdat dat heel errug lekker is.

Buiten

Als dan de lente weer zomer wordt dan komen er hopelijk ook weer feesten. Ik kijk er nou alweer naar uit om al m’n vrienden weer te ontmoeten, bij te mauwen onder ‘t genot van een hapje en een drankje. Dan wordt ‘t ook weer flink aanpoten met Japie, want zijn bedrijf Muisbezorgd gaat ‘t dan nóg drukker krijgen met al die grote bestellingen. Ik sta alweer te trappelen om de poten uit de mouwen te steken om ook dit feestseizoen de koelwagens vol te kunnen afleveren. En ik hoop natuurlijk dat Chef Tiga dan ook weer van de partij is. Hij heeft deze wintermaanden vast een heleboel overheerlijke recepten verzonnen waar ‘t water me nu alweer van uit de bek loopt bij de gedachte alleen al…
Misschien ga ik dit jaar m’n tweede weilandfeest wel organiseren, want het was vorig jaar zó ontzettend gezellig. Maar ja, ga ik dan weer voor die grote dubbele wokkelglijbaan, of ga ik op zoek naar een ander spektakel? En zou Leootje dan ook wel weer voor een live verbinding willen zorgen? En zou iedereen die er vorig jaar bij was ook wel weer willen komen?

Binnen

Terwijl ik nu al m’n gedachten door zit te mauwen en de letters op de leptop verschijnen kijk ik naar buiten. De lucht is grijs en ‘t regent. Alweer. Of nog steeds?
Zo te zien heb ik nog heel veel tijd om te bedenken wat ik allemaal weer ga doen als de winter voorbij is. Dat heeft nog helemaal geen haast dus straks ga ik eerst maar ‘s lekker ontbijten en daarna een dutje doen. En als ik dan wakker wordt en de zon is er nog steeds niet, ga ik met m’n personeel spelen. Of knuffelen. Of misschien wel allebei. Want ik denk dat ‘t nog wel even kan gaan duren voordat ‘t weer lente wordt…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep