KeverT schreef gisteren over wijze dingen. Over de toekomst die gaat komen waarvan je niet weet hoe en wat. Dat die groeit op wat er gisteren gebeurde en vandaag. Bij de post zat een kaart.
Met mijn naam en die van tante Cato in vrolijke letters. Poeslief staat er op dat we worden uitgenodigd voor onze apk die binnenkort nodig is. Ik hou daar niet van. Je weet het nooit met die witjassen. Bovendien heb ik andere zorgen aan mijn kop.
Het is wat langer dan een dag geleden dat dit begon en heeft nog steeds invloed op wat ons vandaag en morgen te wachten staat. Jullie moeten weten dat er heel wat voor nodig is om mijn mens boos te krijgen. Maar Mo kleinerend mevrouwtje noemen dat zet echt kwaad bloed. De stoomwolken uit haar oren waren in de wijde omtrek te zien. Ze furdient een Oscat dat ze ondanks alles beleefd is gebleven. Degene die dat tegen haar zei, mag blij zijn dat ik er niet bij was. Ik had hem met liefde kennis laten maken met mijn stiletto’s. Dit gebeurde er in een spreekkamer.
Salto
‘Ach mevrouwtje,’ begint de meneer, ‘het is de leeftijd.’ Bloedserieus vertelt hij dat ze een knie heeft van een oude vrouw. Of man, dat is niet helemaal duidelijk. Hij praat over ene Arthur Rose. Ze moet er maar mee leren leven, voegt hij er aan toe. Niet meer buigen en voortaan alles op een krukje doen.
Tja, daar legt Mo zich niet zomaar bij neer. ‘Ik ben 57, meneer, geen 87!’, reageert ze met opeengeklemde kaken. Ze wil weten of hij zorg voor dieren heeft. En of hij zelf wel eens iets in het huishouden doet. Het blijft verdacht stil aan de andere kant van het enorme bureau als ze uitlegt dat het leven niet vanaf een krukje geleefd kan worden. Zeker niet omdat het niks met die zogenaamde Arthur te maken heeft.
De klachten ontstonden na een val, vijf jaar geleden alweer. Je weet wel, toen ze over de kop ging met kickbiken. Geen aanrader trouwens, om een salto te maken en onelegant op het asfalt neer te ploffen. Alle aandacht ging destijds uit naar haar arm, die niet meer zo veel kon. Dat is inmiddels verleden tijd. Nu is haar knie aan de beurt die door aanhoudende zwelling geen zin meer heeft om te buigen. Alle jaren van oefenen met een fysiotherapeut heeft daar niets aan veranderd.
Kapot
De meneer is niet zomaar overtuigd dat er iets mee aan de poot is. ‘U loopt als een kievit,’ begint hij weer. Na een show van door de hurken gaan en niet meer omhoog kunnen komen, brokkelt zijn overtuiging af. Want ja, waarom kan de ene knie dit wel en de andere niet als ze allebei even oud zijn? Daar heeft hij geen antwoord op. Een film van de binnenkant laat overduidelijk zien dat het echt kapot is. En daar gaat diezelfde meneer morgen wat aan doen.
Eerlijk gemiauwd vind ik het een beetje spannend. Want hij gaat haar wel met een mes te lijf. Daarna krijgt ze extra benen om mee te lopen. Ook komen er extra benen in huis om Mo te helpen. Jullie weten, van menselijke hulptroepen *) worden wij allemaal heel nerveus. Mijn broer al helemaal. Sinds de stalen benen dreigend in de kamer staan, heeft hij last van paniekaanvallen. Ik weet niet wat ik er van moet denken. Dat is dat onzekere wat KeverT benoemt: je weet niet hoe en wat.
Eén ding weet ik wel, over die uitnodiging van witjas hoef ik me voorlopig niet druk te maken.
Koppie van Japie
*) noot voor iedereen die nu gaat vragen of ze iets kunnen doen. Alles is geregeld. Als er extra hulp nodig is, dan vraagt Mo daar zelf om. Echt waar!