Het is twee weken geleden dat die meneer een mes in de knie van Mo heeft gezet. Ik had een krabbeltje meegegeven om aan hem te laten zien. In mijn kattenbelletje stond dat hij heel voorzichtig met mijn mens moest zijn, omdat ik anders al mijn furrienden zou optrommelen om hem met onze vlijmscherpe stiletto’s te laten kennis maken. Achteraf schaam ik me enorm dat ik zulke dreigende taal heb gebruikt. Liefde en begrip werkt veel beter. Toch denk ik dat het ook wel iets heeft geholpen, want de meneer met het mes was deze keer uiterst lief voor Mo. Hij heeft haar als een prinses behandeld en haar knie met heel zacht verband ingepakt.
Rooster
Ze komt thuis met twee extra benen, van glanzend blauw staal. Die zijn minder eng dan ik van te voren had bedacht. Foppe verfoeit ze en duikt onder. Over de hulptroepen ben ik minder enthousiast. Die komen te pas en te onpas buurten. Eentje is zelfs zo brutaal om de hele nacht mijn plek op de bank bezet te houden. Dat is het moment om de koppen bij elkaar te steken. Tante Cato weet purrcies wat ons te doen staat. We mogen Mo geen seconde uit het oog verliezen en moedigen haar aan bij alle oefeningen. Een strak schema hangt in onze mand wie wanneer wat doet. We wisselen elkaar continue af met furpleegpoezen. Met succes. Zelfs Foppe zet zijn angst opzij. De stalen benen verdwijnen al gauw in een hoek. De hulptroepen taaien af. Inmiddels zijn we zover dat mijn broer en ik af en toe vrijaf hebben, terwijl tante Cato ons mens nauwlettend in de gaten houdt. Dames onder elkaar werkt soms beter.
Vrijdagavond is mijn eerste vrije avond. Ik kan gaan en staan waar ik wil. Eindelijk tijd om in mijn boom klimmen en met volle aandacht te zwaaien naar de sterren. Door het strakke werkschema heb ik ze een beetje verwaarloosd. Fonkelend verlichten ze de donkere hemel. Zachtjes fluister ik hun naam terwijl mijn staart zwaait en zwaait. Opeens zie ik dat ze zich langzaam opzij bewegen en herschikken. Ingespannen tuur ik naar dit bijzondere tafereel. Het is net alsof ze een ereboog vormen. Vanuit de verte zie ik een meowe ster aankomen. Als hij langs alle sterren van de erehaag is gevlogen sluit de kring zich voorzichtig. De sterren scharen zich om de meowkomer heen om hem welkom te heten. Het laat mijn hart zowel warm voelen als ineen krimpen. Ik weet niks van een meowe ster.
Meowe sterren
Onthutst ga ik terug naar binnen om me dicht tegen Mo aan te nestelen. Keer op keer streelt ze mijn vacht tot ik wat kalmer ben. ‘Heb je Bram gezien?’, vraagt ze met waterige ogen. Verschrikt kijk ik op. Is het Bram? Mijn katlega van de blog die altijd van die zachte letters maakt op Brammiezaterdag? Hoe kan de aardbol nu zonder Bram, onze Minister van Gefoelige Saake die de wereld zoveel liever en mooier maakt?! Bram die net als onze lieve Pita Piraat alles met één oog overziet en alles veel scherper waarneemt. Hoe kan zijn familie nou zonder Bram en zijn furrienden thuis en overal?
De avond erna klauter ik opnieuw omhoog. ‘Dag stoere Bram,’ fluister ik naar de sterren, ‘dank je meow voor alle freede die jij over de wereld uitstrooit.’ Ik zie dat hij niet alleen is. Er is nog een meowe ster bijgekomen, die de schitterende straal van Bram stevig vasthoudt. Mijn pluimstaart zwaait harder dan hij kan als ik opnieuw naar de hemel fluister: ‘Dag purrachtige Panda, dank je wel voor alle vreugde die jij verspreidt. We blijven jullie dichtbij voelen, jongens. Liefde is de brug die ons voor altijd furbindt.’
Zachte kopjes vol troost van Japie