Lieve allemaal, allereerst wil ik jullie allemaal bedanken voor alle liefe woordjes op mij feesboek van afgelopen Woensdag. Ik foelde me niet alleen en ik was niet meer zo bang. Nog maar een klein beetje. Maar ik wist dat jullie aan mij dachten toen ik bij de witte jas was. Want wat is er nou gebeurd met mij. Dat ga ik je vertellen, nou weet ik het mediese ook.
Muise
Vorig wiekent, ik weet niet meer welke dag het was, was ik kei fijn aan het spelen. Zoals je weet hou ik van mijn Whiskas muise. Daar doe ik alles mee. Die bijt ik, sleep ik in mijn bek mee en spuug ze ergens uit waarvan ik denk, daar hoor je te zijn als een echte prooi. Dat doe ik het liefst elke dag en dan de hele dag door.
En al helemaal als ik oer ben want dan komen er mauwen uit mijn lijf waarvan ik niet eens wist dat ik het kon. Maar ik kan het dus wel. Het klinkt trouwens als een brul van een echte leeuw! Dan wil ik dat altijd zo foele als ik een muis in mijn bek heb. Maar nu komt het dus.
Afspraak
Ik was zo kei fijn bezig en ineens zei mijn lijf van ‘ho jonge!’ en toen zakte ik door mijn achterpoote en viel ik op de grond neer alsof ik kei wiew was. Maar ik was niet wiew want dat doe ik niet elke dag. Mijn kop was kei duiselig daarna en ik mauwde in paniek naar mijn mensen zo van ‘help! Er is iets’ en ‘wat gebeurt er nu?’
Mijn manspersoon zag wat er gebeurde want die keek hoe ik met mijn muis bezig was. En hij schrok kei erg en ik ook. Hij belde meteen mijn vrouw op en zei dat er iets met mij was. Nou dan kan je het raden, daarna belde mijn manspersoon de witte jas. Heb ik dat weer. Toen ik weer op mijn poote kon staan vond ik dat ik weer gewoon was maar daar trapte mijn manspersoon niet in en mijn vrouw ook niet. Iedereen was in paniek maar voor mij was het alweer gewoon zoals altijd, normaal. De afspraak voor een apk was gemaakt. Woensdag was het zover en moest ik naar de witte jas.
Sneks
Ik probeerde me te verstoppen maar dat lukte niet. Mijn beentjes zijn niet zo snel als die van mij manspersoon en hij deed ook gemeen want hij kocht mij om met snoepjes. Die legde hij in de mand en ik dacht gewoon ‘Bram, sneks jonge!’
Het deurtje ging dicht en toen wist ik het wel. Ik mauwde niet eens. In mijn gedachte deed ik het heel zachtjes want het blijft spannend. Iedereen stuurde allemaal kei liefe berichtjes van sterkte en kopjes. Toen wist ik ook van, dit kan jij jonge en je bent niet alleen.
Dokter
Toen ik bij de dokter was wilde ik niet eens uit de mand maar ik moest. Eerst deed de dokter kijken in mijn oren en bek of alles nog goed en schoon is en ook of mijn fagt goed is van kleur en zo. Daarna kwam het, een raar rond ding die op mijn borst ging. De dokter verplaatste het een paar keer en daarna mocht ik weer terug in mijn mandje. Er zal vast wel meer apk gedaan zijn maar ik was moe en klaar met het gefriemel aan mijn lijf.
Toen kwam de uitslag. Vanaf dat ik een beebie was heb ik een hartruis. Dat is een medies woord en ik snap daar niks van. Maar ik ben van leeftijd al veertien jaar en geen beebie kitten meer. Nou voor mij maakt dat niks uit maar voor mijn hart en kop wel.
Seeniejoor
Het is zo dat ik altijd als kitten en als stoere tijger graag op afontuur ga. Ik maak werkelijk van alles mee. Maar zegt de dokter, je hartje gaat dan te snel en je lijf zegt gewoon simpel: ‘jonge doe eens rustig aan, je bent seeniejoor en niet een beebie kitten’. Dus mijn lijf remt me gewoon af. Die is denk ik lui want in mijn kop kan ik echt waar heel veel. Maar mijn lijf is het er niet mee eens.
Dus van de dokter moet ik rustig aan doen en meer seeniejoor zijn. Want als ik zo door ga als beebie kitten of als tijger, dan gebeurt het ook vaker en dan moet ik terug naar de dokter en dan krijg ik pilletjes voor mijn hart. Nou zeg, dat hoef ik nou ook weer niet.
Maar hoe doe je dat eigenlijk, echt seeniejoor zijn? Is dat meer slapen? Of gewoon in slow moosjon rennen?
Voor nu ga ik dutten. Het was een kei moeilijke week met dees medies gedoe. Fijn wiekent allemaal en dank je wel voor jullie liefe berichtjes en dat jullie aan mij dachten. Ik heb alle liefe berichtjes gelese. En Kever, dank je wel dat je mijn poot vast hield!