Hoe rustig en gezellig het huiselijk leven van Bert en mij ook was, af en toe kwamen er toch moeilijkheden, kleine en grote. Ik leerde om te gaan met de nachten waarin Bert plotseling op bed sprong, daar in slaap viel en hard snurkte om er onverwacht op te houden. Maar er was ook een groter probleem ontstaan en daarvoor moest er iets gebeuren, wist ik.
Gevoelig
Bert had angstklachten, dat betekende snel en lang bang, en daarna tijd nodig om weer een nieuw evenwicht te vinden. Ik was daar bezorgd over. Hij nam wel Bach Rescue Remedy, maar gevoelig bleef hij voor alles dat onverwacht was. Ook geluiden.
Al in de eerste weken had ik ontdekt dat de stofzuiger hem grote angst aanjoeg.
De oplossing was eenvoudig, vond ik. Dan stofzuig ik toch niet. Geheel in de stijl van een jaren ’50 huisvrouw schuierde ik het tapijt. Ja, dat kostte tijd. Maar het was vrijwel geruisloos en ik had de indruk dat Bert het ook gezellig vond, gezien het toezicht dat hij al snel uitoefende.
Stof
Schuieren bleek evenwel niet mijn sterkste huishoudelijke kwaliteit te zijn. Geleidelijk begon ik steeds meer te niezen. Dan keek Bert verstoord op.
Nu leef ik in een huis vol oude boeken dus een stofje hier of daar, dat verdroeg ik best. Alleen de opbouw van stof in het tapijt, dat werd te veel.
Het raam wat vaker openzetten, hielp niet.
Online verdiepte ik me in modellen stofzuigers die en stil waren en voorzien van een allergiefilter, en niet te duur en ook leuk om naar te kijken.
Het bleek dat Bert reden had om bang te zijn voor mijn huidige model, dat was een soort fabrieksstofzuiger. Die bracht ik naar de schuur.
Doos
Toen de grote doos met inhoud arriveerde, ging Bert op stofzuigerles. De eerste dag wennen aan de doos. Snoepje erop: positieve associatie.
Tweede dag, het apparaat uit de doos. Bert vond het griezelig. Maar de snoepjes deden weer hun werk. Derde dag, ermee bewegen en zo ging het geleidelijk verder, tot ik de laatste stap durfde te zetten: stofzuigen. Bert was ook in de huiskamer. Hoe zou dit gaan?
Ik was bang dat hij bang zou zijn en wat dan, welke stofzuiger kon dan wel, of moest ik speciaal-borstels komen voor het schuieren, en waar dan, ik piekerde op crediet.
Bert verrastte me.
Tijdens het stofzuigen vertoonde hij nauwelijks angst. Wel keek hij afkeurend naar mij, dat ik zoiets stoms deed als stofzuigen. Ik geloof nog steeds, dat ik hem daarom even tegenviel. Maar in de loop der tijd vergaf hij het me, misschien ook omdat ik minder nieste, wat hij bepaald hinderlijk had gevonden, zo’n abrupt geluid uit mij. Maar ook dat had hij me elke keer weer vergeven, omdat Bert nu eenmaal een vergevingsgezinde katerman was.
Na de stofzuigerlessen was het huiselijk leven weer wat gewoner geworden, voor ons alletwee. Al schuierde ik soms nog, voor de gezelligheid, Bert stelde zoiets op prijs, dat wist ik zeker.