In het asiel krijg je gewoon eete, dat weet iedereen. Je eet en dat is het en dan ga je nog eens op de bak en is je eete op dan komt er nieuw eete. Toen ik in het asiel zat dacht ik er nooit zo over na. Maar toen kwam ik hier.
Aanrecht
Al op de eerste dag kreeg ik een snek.
Op een bordje. Het was een likwitsnek hoorde ik en er zaten druppeltjes in tegen de spanning ik dacht nog wat foor druppels maar toen rook ik die likwitsnek.
Ik eete!! Alles op!!
En ik foelde me wild ik had nog nooit zoiets op en ik ging meteen naar de keuken daar was de likwitsnek en ik sprong op het aanrecht en eraf en weer erop en ik hoorde wel roepen van “Ollie!” maar ik bleef zoeken.
Pas later op de afond kreeg ik weer snek. En ik weer rennen en springen.
Met het afondeete had ik het ook. Lekker spul en ik wilde meer dus ik naar de keuken zoeken van waar is het.
Rust
Elke dag weer was ik wild na het eete. En ik kon aan haast niks anders denken dan zoeken en eete eete eete.
Dus ik had geen rust in mijn kop.
Toen kwam een ferandering. Ik hoorde dat ik “saai eete” kreeg en ik dacht is dat ook lekker. Nou weet ik van wel. Het is gewoon eete. En ik krijg nou geen sneks meer. Weeges ik krijg dan onrust en ik ben liefer rustig dat is fijner.
Brokjes
Met de brokjes heb ik nou ook rust. Eerst foelde ik eete eete eete ook omdat ik op straat heb geleefd dan eet je als je eete hebt. Toen kreeg ik brokjes in een bal en ik oefenen van hoe gaat dat. Die bal snap ik dus daar heb ik nou brokjes uit. En ik heb ook andere brokjes op een bord van die grote dat je langzaam moet eete. Daar ben ik nou ook mee aan het wennen.
Soms laat ik brokjes liggen.
En soms als het nacht is dan ga ik toch eefe kijken wat er ligt op het aanrecht.