Alle berichten van mevrouw Bert

Hoe Opie leerde knuffelen

Dat kleine katertje is Opie. Het gaat prima met hem, en dat is ook te danken aan zijn grote katerbroer Andy. Van hem leert Opie alles, ook knuffelen. Dat het kan, is een klein wonder.

Opie was nog een kleiner katertje dan op deze foto toen hij zwerfkatertje was. Maar dat duurde gelukkig niet lang. Toen hij rondhing bij een benzinestation, veranderde dat.  Een vrouw zag hem en wist meteen: die gaat met mij mee naar huis. Ze had ook gezien dat hij er niet heel gezond uitzag en dus snel naar de dierenarts zou moeten. Maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen het katertje te laten staan. Alleen: hoe zou Andy reageren?

Dat viel duizend procent mee. Meteen toen Andy zijn nieuwe broertje zag, begon hij hem te wassen en te knuffelen. Opie wist niet wat het was, maar wel dat het fijn was.  Dus hij liet het toe en hij snapte ook, dat hijzelf ook knuffels kon geven.

De volgende ochtend sprongen Andy en Opie samen op het bed waarin hun vrouw sliep. Ze miauwden dat ze andacht, knuffels en liefde wilden.  Het leek wel of Opie een stoomcursus knuffelen had gehad tijdens zijn eerste nacht.

Het katertje deed het uitstekend in zijn nieuwe huis. De dierenarts, de knuffels, de grote broer, het goede eten, het hielp allemaal.  Van Andy leerde Opie hoe je als huiskater leefde, dus de bak gebruiken, in huis rondrennen, springen en op de juiste plek aankomen maar vooral hoe je een vrouw moest knuffelen. Iedereen is er gelukkiger op geworden: Andy, Opie en hun vrouw. En dat alles begon zomaar bij een benzinestation.

(Bron: Lovemeow.com)

Een kat met twee verschillende oogkleuren

twee verschillende oogkleurenDit is June, een poes met twee verschillende oogkleuren. Het is geen ziekte, maar een afwijking. Zoiets heet: heterochromie.

En nee, David Bowie had het niet. Bij hem ontstond het kleurverschil door een oogbeschadiging. Geen heterochromie zoals bij June. Wat is dat eigenlijk?

Oogpigment

Heterochromie is een medisch dingetje. Er is iets mis met het oogpigment en dat verklaart het verschil in kleur. Bij katten zie je dit het meeste optreden bij witte en witachtige katten. Daar is al niet veel pigment aanwezig, en de verdere aanmaak en verdeling ervan loopt niet altijd goed. Maar: het is zeldzaam, vandaar dat de meeste mensen het ook prachtig vinden. Is het asiel zijn deze katten dan ook het snelste weg.

Bijgeloof

Er zijn mensen, die een kat met dit soort ogen magische krachten toedichten.  Zulke bijzondere ogen kunnen vast verder zien, misschien wel in een andere dimensie. Dat is een leuke gedachte. Maar in een andere dimensie kijken is niet afhankelijk van de mate pigment die er wel of niet in een oog zit. Of katten dat in het algemeen kunnen, is een grote vraag. Soms staart een kat in het niets en beleeft dan even een heerlijk leeg momentje. Soms kan er iets anders aan de hand zijn. Maar hoe komt een mens daarachter?

Opletten

Hoe mooi of magisch een kat met twee verschillende oogkleuren ook is, toch is het altijd goed op te blijven letten. Heterochromie is feitelijk een medische afwijking van het normale. Die afwijkin kan leiden tot slechter zicht of tot staar. Hoeft niet. Kan. Wanneer de kleur van een enkel oog verandert, is er een pigmentverstoring. Zoiets  gaat niet vanzelf, Het heeft een oorzaak. Dus: hup, naar de dierenarts. Als het stabiel is en blijft, kun je verder genieten van die ongelofelijk bijzondere aanblik, zoals ook June die biedt.

Wie heeft er zulke grote oren?

Je hebt katten met oren en je hebt katten met grote oren en dan heb je de Oosterse korthaar nog. Dat zijn pas grote oren.

Het zijn raskatten, verwant aan de Siamezen. Ze lijken in het karakter ook op elkaar: lief, gezellig, spraakzaam en nieuwsgierig. Heb je een Oosterse korthaar in huis, dan kun je voortdurend uitleggen aan de nieuwsgierig toekijkende kat wat je aan het doen bent en waarom. En dan krijg je nog antwoord ook.

Dit kattenras is speciaal gefokt in de jaren 1950. Wie foto’s van de Oosterse korthaar-katten ziet, snapt het wel. Zo lief en pienter zien ze eruit, en dan die prachtige grote oren nog, een kat om meteen verliefd op te worden.

Aan de andere kant mag het tegenwoordig wel wat minder met de ontwikkeling en instandhouding van al die speciale en dure kattenrassen. Elke kat die er is, heeft recht op zorg en liefde en veiligheid en knuffels, of het nu gaat om een raskat of een asielkat. Daar moet een goede balans in zitten.

De grootste kater ter wereld

Je kunt een huiskater zijn, elf kilo wegen en geen gram overgewicht hebben. Goededag Ludo, de grootste kater ter wereld. Zelfs voor een Maine Coon is hij met zijn bijna 120 cm en elf kiloaan de grote kant. En Ludo is nog steeds in de groei.

Inmiddels staat Ludo in het Guinnes World Record Book, en dat zegt twee dingen. Ten eerste, de mensen bij wie hij woont hadden zin in de ongelofelijke administratie waar je doorheen moet om in dat boek te komen. Ten tweede, er is best kans dat er katten leven die nog groter zijn.

De grootste huiskatten zijn: Main Coone, Noorse boskatten, Savannah katten en Chaussie katten. Groot, breed, harig.

Dan is er ook een tussencategorie: de lijger. Vader is leeuw, moeder is tijger. Dan kom je bij iemand als de filmster Hercules:

Hercules kan in huis wonen maar het is zeer de vraag of hij een knuffelkater is. Nee, dan Main Coones. Nog een foto van Ludo?

 

 

 

 

Inderdaad, groot. Een baby is een mini-kitten vergeleken bij hem.  Maar groot is niet gevaarlijk. Ludo is lief en knuffelig, zeggen zijn mensen. Dat is mooi. Vooral als hij op schoot wil of voor de gezelligheid ’s nachts even op je gezicht gaat zitten.

De kleinste katten ter wereld

Raffles (foto: Squeezeweasel)

Vier pond poes, wat heb je dan? Iemand als Raffles bijvoorbeeld. Hij is een Singapura kat, waarschijnlijk het kleinste kattenras ter wereld. En dat niet alleen, ze hebben een merkwaardige geschiedenis.

Maar eerst: hoe is het karakter? Hoe stoer en gespierd deze mini-katten ook van uiterlijkmogen wezen, ze hebben enorm veel liefde te geven. Lief. Aanhankelijk. Knuffelig. Slim. Ze kunnen goede praters zijn, zoals Siamezen. Van kou en alleen-zijn moeten ze niks hebben.

Denk nog even na over dat gewicht:

Singapura: vier pond – twee kilo
Main Coone: twintig pond – tien kilo
Noorse boskat: kan boven de tien kilo komen
De naam van het ras zegt al iets over de oorsprong, dat is inderdaad Singapore. Daar leefden ze al langer tot halverwege de jaren 70 een Amerikaanse kattenfokker iets in de katten zag. Toen werden ze raskat. Dat had uiteindelijk een voordeel want de Maleisische regering adopteerde de Singapura als nationale kat. Mooi is dat: respect voor het dier.

Hoe zou dat zijn, om drie vier van die kleine katjes door het huis te hebben wandelen?