Alle berichten van Chef

Kever heeft een mening over erfaaring

Mijn zomer is al weer een tijdje foorbij, na mijn zomer komt de herfst, die is er nu, herfst is met veel reegen en ook kau, de daagen zijn korter en de afonden langer omdat het steeds froeger donker is, dat heb ik al een paar keer meegemaakt in mijn tuin!, ik weet ook dat mijn tuin elke keer weer anders is, het is altijd afwachten wat ik zie als ik naar buiten ga.

Flokken

Zo lagen er een paar daagen geleeden ineens allemaal witte flokken, de hele lucht was fol van die flokken, ze fielen naar beneeden met zijn miljoenen, ze foelden kaud aan maar ook zacht, als ze op mijn haaren fielen werden ze waater, ik maakte een geluid als ik op mijn gras liep, het ging van krrt krrt krrt, en als ik achterom keek zag ik allemaal afdrukjes van mijn voeten, omdat de flokken waren gesmolten waar ik gelopen had.

Ferwerken

Ik herkende die witte flokken meteen, mijn mensen noemen die flokken SNEEJW, ze gaan buiten kijken en roepen dat het oferal wit is, ja dat ziet toch iedereen?, wat kunnen mensen toch raar zijn!, ikzelf liep door die flokken en dacht aan de eerste tijd dat ik hier woonde, er was ook van dat witte spul en ik snapte er helemaal niets van, ik mocht pas een klein stukje de tuin in en ik fond het allemaal maar raar en grieselig, het was helemaal nieuw voor me, ik keek efentjes rond en ging maar snel weer naar binnen, het was te veel om te ferwerken.

En nau zie ik die flokken en denk bij mezelf O ja!, ik heb er herinneringen aan, ik ben een echte huis-tuin en keukenKever geworden, zo heet dat, ik weet dat alles komt en dat het ook weer gaat; mijn zomer is heerlijk en zau van mij wel altijd mogen blijfen, maar ik weet dat mijn zomer weg gaat en dat er herfst komt, daar hau ik niet zo van, ik weet dat de herfst ook weer weggaat en dat er dan winter komt, waar ik NOG minder van hau, maar die gaat ook weer weg en dan komt er lente, en lente is de aanloop naar mijn zomer!, zo gaat het steeds maar door, elke keer weer opnieuw.

Het leefen

En toen moest ik ineens denken aan al mijn sterrenvrienden, eerst waren ze hier op aarde en waren we SAAME, totdat ze een ster werden en alles feranderde, maar als alles terug komt komen mijn vrienden dan ook weer terug?!!, o dat zau fantasties zijn!!

ik heb er heel lang over gedacht en wist nog steeds het antwoord niet, daarom ging ik naar mijn vrouw en froeg het aan haar, zij zei dat ik mijn vrienden wel terug zie, maar dat ze liefer heeft dat ik daar nog een tijd mee wacht, en ze legde me uit dat het net als met de zomer is: je kunt wel willen dat iets altijd blijft, maar zo is het leefen niet, het leefen gaat zijn eigen gang en wij moeten mee, of we nau willen of niet, en dat snapte ik.

De ene keer kan je ergens voor kiezen en de andere keer gebeurt iets zonder dat je er iets over te zeggen hebt, ik kan kiezen of ik naar buiten wil om door die flokken heen te lopen, maar ik kan er niet voor kiezen of de flokken er zijn of niet, en zo is het ook met mijn sterrenvrienden, ik kan kiezen om aan ze te denken en naar ze te zwaaien, maar ik kan niet kiezen om ze nu weer kan zien, ik begrijp dat, dat is omdat ik weet hoe alles komt en gaat, en hoe alles gaat en weer terug komt, op een dag is mijn zomer er weer en zie ik mijn sterrenvrienden terug, maar nu nog niet, ik moet nog wachten, dat is moeilijk maar ik kan het, omdat ik erfaaring heb en steeds meer begrijp van het leefen.

****

En ik tetter natuurlijk weer voor vreede, ik blijf net zo lang doorgaan als het noodig is!!, ik stuur Doerak zachte kopjes en mevrouw Doorie ook!

Joep over een krabpaal, eten en tactiek

Van de week is m’n krabpaal eindelijk weer naast de bank opgehangen. Je weet wel, die hele lange zak van Quapas, waar ik bijna helemaal vanaf de grond tot aan ‘t plafond in kan klimmen om een mooi overzicht te krijgen van alles. Niet alleen van wat er buiten in m’n achtertuin gebeurd, maar ik kan ook prima zien wat er op de eettafel staat en op ‘t aanrecht ligt. En dat laatste is best wel handig, omdat ik al regelmatig boven op de grote tafel m’n inspectie doe, maar ‘t nog steeds niet waag om vanaf de vloer op ‘t aanrecht te springen.

Lang

Dat komt eigenlijk door Senior. Want omdat hij heel lang is, staat het keukenblok ook een flink stuk hoger dan wat de standaard is, zodat hij niet gebukt aan ‘t aanrecht hoeft te staan. Fijn voor hem, maar tot nog toe onmogelijk voor mij. Want ik heb werkelijk geen idee waar ik op terecht kom. En dat aanrecht is ook niet zo heel diep, dus dikke kans dat ik dan, als ik er zomaar op zou springen, direct vol in de remmen moet om niet met m’n snufferd in de pollepelhouder te belanden, m’n stapel stenen etensbakjes om te gooien of door te schuiven tegen de witte tegeltjes op de achterwand. Want op zo’n aanrecht heb ik helemaal niks om m’n nagels in uit te slaan, dus dat wordt dan doorglijden tot ik ergens tegenaan bots of me in allerlei bochten wringen om gelijk weer naar beneden te springen. En heel eerlijk gemauwd, dat is me eigenlijk teveel moeite.

Taktiek

Ik hoef ook helemaal niks van het aanrecht te pikken, want ik krijg elke dag wel wat lekkers. Plus dat Junior al heeft gezegd dat als ik aan het menseneten kom, dat zij dan ook met mij mee gaat eten. En volgens mij meent ze dat écht.
Ik heb al ‘s een stukje zalmfilet van haar geruild met een strookje tonijnfilet van mij, en dat vond ze prima smaken.
En sinds ze op etiketten van mijn blikjes in m’n voorraadkast heeft gelezen dat die ook geschikt zijn om door mensen gegeten te worden, haal ik ‘t niet in m’n kop om zelf aan het eten van m’n personeel te komen. Ik kijk wel uit, dan ben ik zo door m’n voorraad heen…

Ik bedel ook nooit als m’n personeel aan ‘t eten is. Nee, ik heb een hele slimme taktiek bedacht om te laten weten dat ik soms ook wel lust wat zij op hun bord hebben: gewoon tussen hun stoelen in op de grond blijven zitten en dan bij elke hap die ze nemen heel zielig omhoog kijken. Van de één naar de ander.
Dat werkt veel beter dan op tafel springen en te proberen om eten van hun bord af hengelen, want dan word ik zonder pardon van tafel gezet en is de kans op een extra hapje helemaal verkeken.

Krabpaal

Dus ik ben heel blij dat die krabpaal er nu weer hangt. Dan kan ik gewoon heel onopvallend zien wat m’n personeel gaat maken en op tafel heeft staan. En als me dat interessant lijkt, klim ik langzaam vanaf het plafond naar beneden, loop zonder naar ze te kijken als de koelste kater van de wereld met m’n staart omhoog naar m’n drinkbak, neem een paar slokjes, knabbel wat brokjes en dan neem ik m’n positie in tussen de stoelen.
Als ik geluk heb en ‘t eten is niet gezouten of gekruid, dan lukt het altijd wel om iets in m’n eigen etensbak te krijgen als zij klaar zijn met eten. Beetje groente, of een stukje vlees of vis. Ik wil alles best wel ‘n keer proberen, want ik hou van afwisseling.
En als hun eten niet voor mij geschikt is, dan krijg ik als de tafel afgeruimd is vaak wel een paar kleine snekkies.
Dus hoe dan ook, ‘t levert altijd wel wat lekkers op. Als je maar door hebt hoe je zoiets moet aanpakken.

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Mila over Freddie en het belang van een thuis

Lieve allemaal,

Allereerst wil ik de mensen van Freddie de rode kater heel veel steunkopjes geefe want Freddie heeft pas zijn koffertje gepakt naar regenboogland. En daar in regenboogland heeft Freddie zijn ziek zijn niet meer. Daar is hij helemaal van zijn gezond. Freddie’s lijfje had fiv, kattenaids. Maar voor zijn mensen is het zo heel veel ferdriet en traane want nou kunnen ze Freddie niet meer knuffelen. Van me eigen weet ik hoe dit zo foelt wegens dat mij broer Bram ook een ster is geworden dit jaar. Maar voor mij en mijn vrouw is er ook een annere reden waarom ik dit graag wil deele.
Als mienister van zachte zaake vind ik het zo heel erg mooi dat Freddie een thuis had ook al had hij fiv. Want mij vrouw zei: ‘vaak worden zij overgeslagen omdat hun lijfje ziek is terwijl ze echt een hele liefe fijne huisgenootjes kunnen zijn’. Mijn vrouw heeft dertien jaare in een asiel gewerkt met alle soorten katers en poese, ook met fiv. Daar is ze flieft geworden op een fiv katermansje Jelle maar Jelle kreeg een thuis bij de dokter omdat zij ook heel erg flieft was. En met Bram kon het niet want dan zou Bram ook zijn ziekzijn krijgen en dat wilde we niet. Maar toen kwam ik er en waren wij thuis compleet.

Liefde

Toch vind ik zoies heel speesjaal want er is dan zoveel liefde. Het maakt niet uit of je lijfje dan ziek is of niet, je kijk naar wie er in dat lijfje zit want iedereen wil eefeveel kansen in het leefe. Thuis had ik met mijn vrouw een best diep gesprek want soms heb je dat zo heel hard nodig. Ik denk van me eigen dat het nooit niet makkelijk is als er een verannering is in je leefe. Ik hou ook zo heel veel van mij roetiene. En als inees je liefde naar regenboogland gaat dan is het nog moeilijker want dan koome er zoveel traane en ferdriet en alles wordt anders.
Maar je moet toch ies met al die emoozies? Als je deze in je lijf of kop laat dan wordt het nog moeilijker. Het is goed om eefe emoozies te foele maar na een tijdje zou het minder moeten worden. Dat je weer wat ruimte in je kop en lijf krijgt. Dat je weer een beetje roetiene kan doen in je leefe.
Van me eigen heb ik soms nog traane van mij broer en hij is al sins Maart van dees jaar in regenboogland. In regenboogland hadden ze geen mienister van gefoelige saake en Bram deed dat zo heel erg goed en nou doet hij dat in daar in regenboogland.

Thuis

Ik denk dat Freddie zo heel hard nodig is om andere fiv vriendjes te helpen om een thuis te krijgen. Want ik denk dat Freddie dat zo heel erg goed kan. Ik weet het niet zeker hoor maar het kan zijn dat Freddie mienister van fiv saake is. Het katbinet zo heel erg groot en er zijn zo heel veel taake voor iedereen. Dan wens ik dat er meer fiv vriendjes sneller een goede thuis vinden.
Maar eefe terug naar de emoozies want die zijn er nog steeds. Wat ik heb geleerd van Bram is eigenlijk heel simpel. Zoek een fijne plek op waar je lekker kan liggen, zorg dat je genoeg wiew hebt zodat je eefe alles kunt loslaten in je kop en lijf. Dat alle stress en zorgen eefe weg zijn. Mij geluk is dat mij vrouw graag rommelt met wiew en zakjes maken en dat ik altijd mag teste of ze goed zijn. De winkel heeft ze ook. Het heet catnip of kattenkruid. Je kan ook ander spul gebruiken net wat je zelf fijn vindt en de winkel weet zo heel veel meer dan mij alleen.

Wiewen

Als je lekker gaat wiewen dan is mij adfies: Geniet er zo heel erg veel van. Je zult misschien merken dat de traane eefe weg zijn of misschien wel iets meer zijn en alles is zo heel erg goed. Er is geen fout want het is liefde en liefde is alles. Zelf vind ik het zo heel fijn als ik in mijn mandje alle kanten uit ga rollen. Ik lig feilig want het mandje heeft een rand die me tegen houd. En ik vind het helemaal ekstra fijn als mij vrouw mij buikje gaat kriebelen als ik doe wiewen want dat foelt zo fijn. Mijn motortje gaat dan zo heel hard spinnen van ze eigen. Je kan er bijna mee wegrijden zo hard!
Daarna als het wiewen weer een beetje zakt dan wil ik geen kriebels meer maar dan wil ik lekkere hapjes en sneks. Meestal eet ik gewoon een hap brokken maar soms krijg ik dan moes of pate en dat is dan ekstra lekker. En misschien foel jij je beter na zo’n wiew en snek, misschien ook niet. Het is eefe proberen wat bij jouw past. Voor nu zeg ik, fijne reis Freddie, zacht kopje voor iedereen die het kan gebruiken.

Poot getekend, mienister van zachte zaake,

Milamuis

PS Een zacht neusje voor iedereen ekstra en ik tetter mee voor oferal liefde en freede!

Belle en de anderen zaten opgesloten

Belle: ik heb opgesloten gezeten in de kleerkast. Vrouw ging het bed verschonen en had de kast open laten staan. Ik dacht nou daar ben ik nog nooit geweest dus ik wil er wel eens een kijkje gaan nemen. Dus liep ik rond te snuffelen in de kast en opeens ging de deur dicht.
Ik miauwen en miauwen… en toen hoorde ik vrouw zeggen ja, ja Panda ik kom naar beneden en maak je de deur open.
En ik miauwde nog van: ‘vrouwwwww ik ben het Belle, in de kleerkast’ maar het hielp allemaal niet.
En opeens hoorde ik vrouw weer in de slaapkamer en ik ben meteen voor de deur gaan zitten die open had gestaan.
En eindelijk ging de deur open en sprong ik er als een speer uit… zo snel dat vrouw schrok en een gil liet. Tja dan had ze me maar niet moeten opsluiten. Ik had een uur vast gezeten.

Dopey

Toen ik nog klein was is mijn vrouw mij in de tuin vergeten.
Opeens ging de achterdeur dicht en stond ik nog buiten. Ik heb gemiauwd en gemiauwd maar ze hoorde me niet.
Toen konden we de tuin nog uit en ik dacht ik ga maar eens in de andere tuinen kijken. Ik had wat rond gelopen en in de andere tuinen gekeken maar ik begon ook wel moe te worden. En eigenlijk was ik ook wel bang.
Na nog even gelopen te hebben kwam ik voren op straat uit en besloot om op de stoep langs de auto´s te lopen want misschien kon ik wel even onder een auto een dutje gaan doen.
Toen hoorde ik een deur open gaan en mijn naam roepen.
Vrouwwwwww… gelukkig en pijlsnel rende ik naar binnen.
Wat was ik blij dat ik de nacht weer lekker dicht tegen mijn vrouw aan kon liggen en niet buiten hoefde te slapen.

Izzy

Ik heb ook al eens een nacht in de tuin moeten slapen omdat vrouw mijn vergeten was. Het was gelukkig warm weer dus ik heb het niet koud gehad.
Net als bij Dopey ging de achterdeur deur dicht. Ik dacht nog van hij zal dalijk wel weer open gaan… dus niet. Ik ben niet zo bang uitgevallen en ben gewoon in een tuinstoel gaan liggen slapen. Maar toen ik wakker werd had ik honger en wilde naar binnen om te eten. Maar de achterdeur was nog steeds dicht.
En opeens ging hij open en wat zei vrouw?
“Izzy wat doe jij nou in de tuin?’ Wat een stomme vraag vrouw je hebt me zelf vergeten naar binnen te halen.

Moby

Ik ben degene die het vaakst opgesloten heeft gezeten in de garage.
Gelukkig dat ik niet zo bang ben uitgevallen omdat ik altijd op straat heb geleefd. Maar toch is het niet leuk om in het donker heelllll lang opgesloten te zitten.
Ik heb er een gewoonte van gemaakt om stiekem de garage in te glippen als vrouw hem open maakt. Ze heeft dan niet in de gaten dat ik er ook ben.
En dan opeens… bammmm de garagepoort dicht.
Ik dacht ik snuffel nog even op mijn gemak door de garage en dan gaat de poort wel open… nou dus niet.
Dus toen het wat langer duurde begon ik maar eens op vrouw te miauwen en steeds harder en harder want die poort ging maar niet open.
Na heel lang wachten hoorde ik vrouw achterom en voren mijn naam roepen en ik miauwde terug echt heel erg hard.
En toen ging eindelijk de poort open ppppfffff wat was ik blij.
Vrouw vertelde dat ik 5 uur lang opgesloten had gezeten.
Dat was wel heel erg lang.
Nu let ze altijd heel erg op als ze de garage in moet en het liefst doet ze dat als ik veilig binnen ben. Want ondanks alles probeer ik toch nog steeds de garage in te glippen als de poort open staat.

 

Japie houdt een klauterwedstrijd

Alle rattenoren bij elkaar! Hoor ik mijn mens daar al aankomen? Ze is eerder thuis dan ik had verwacht. Opgejaagd kauw ik de laatste stukken van de stevige staart door. Hap slik, wat een heerlijk gevoel om ze zo door mijn slokdarm mijn buik in te laten glijden. De furrukkulluke ingewanden moeten maar even wachten. Die bewaar ik voor straks. Onder de bank vallen ze niet op. Bezorgd kijk ik in de rondte. Het ziet er best oké uit. Sterker nog, het ziet eruit om door een ringetje te halen. Vind ik. De brokstukken van de lamp worden aan het oog onttrokken door het tafeltje in de hoek. De vlekken zitten achter het gordijn. Nog even mijn snorharen oppoetsen en het is alsof er niets is gebeurd.

Suf

Als een malle sjees ik door de deur die de woonkamer van de gang scheidt. Precies op tijd kom ik tot stilstand en zet mijn allerbraafste smoel op. Tante Cato en mijn broer halen opgelucht adem. We zijn compleet. Zodra ze het geluid van de auto hoorden, zaten ze al paraat. Terwijl ik wacht op de sleutel in het slot droom ik nog even terug. Dit keer was het een weergaloos Kat&Rat-spel, waarbij de bruine slimmerik met glanzende kraalogen en ik behoorlijk aan elkaar gewaagd waren.
Het begint als altijd. Elkaar eerst een beetje aftasten op de favoriete ontmoetingsplek van de Kraalogen. Ik heb mijn keus snel gemaakt. Het moet die dikke worden die in de achterhoede een beetje suf voor zich uit zit te staren. Nu weet ik dat hij het spel verrekte goed speelde. Als er iemand niet suf was, was het deze Kraaloog. Hem vangen is een makkie. Daar draai ik mijn poot niet meer voor om. Die kattieken heb ik sinds de Weilandfeesten tot in de puntjes van mijn snorharen furfijnd. De medewerkers van Muisbezorgd moeten immers wel het goeie voorbeeld krijgen. Aan zijn nekvel sleur ik hem door de tuin.

Foetsie

De gang door het kattenluik verdient nog wel de nodige aandacht. Want als er één ding is dat je niet moet doen, is het het beest loslaten voordat je zelf binnen bent. Daar gaat het nog wel eens mis. Dat konden jullie vorige keer lezen. Die snoodaard schoot onder het aanrechtblok linea recta een keukenkast in. Deze rent richting de woonkamer. Rat in het bakkie, dacht ik. Eenmaal in de woonkamer zie ik em nergens meer. Niet onder de bank, niet achter de kast, niet in het krabhuis, niet in de mand van tante Cato, niet achter het tafeltje in de hoek. Hij kan toch niet zomaar verdwenen zijn?!
Opnieuw volg ik het spoor. En kom weer uit in die ene hoek. Het lijkt alsof de wind de gordijnen laat wapperen. Maar dat kan helemaal niet, want ’s nachts zijn de ramen dicht. Als ik de stof weer zie bewegen, speur ik de lap af. De geur is overduidelijk. Hij moet hier ergens zijn. Turend tussen de plooien zie ik zijn stugge staart. Ik bedenk me geen moment en zet met mijn klauwen in het okergele gewaad. Terwijl ik de stof heen en zweer zwaai, houdt Rat zich bovenin stevig vast. Tijd voor plan B.
Ik spring op het tafeltje en laveer tussen snuisterijen door. Waarom legt Mo dat nou zo vol? Zo kan ik toch geen aanloop nemen. Katzijdank is door het boomklauteren de kracht in mijn achterpoten enorm gegroeid. Ik verbaas mezelf door met één sprong bijna tot bovenin het gordijn te komen. Rat schrikt zich half dood. Na een kleine worsteling glijden we allebei naar beneden. Ik haak mijn stiletto’s in de gordijnen om te voorkomen dat ik te pletter val. Dat de glazen lamp naar beneden kukelt, daar kan ik echt niets aan doen. Ik ben al blij dat ik zelf niet gewond raak aan die scherven. Op het moment dat Rat versuft blijft liggen, sla ik opnieuw toe en sleep hem naar een andere hoek om het karwei af te maken. Totdat ik word gestoord door de te vroege thuiskomst van mijn mens.

Betrapt

De voordeur zwaait open en neemt een golf koude lucht mee. Het vermoeide gezicht van Mo klaart acuut op als ze Foppe, tante Cato en mij keurig in de gang ziet zitten. ‘Ik ben zo blij om jullie te zien,’ kirt ze. Ze aait ons liefdevol over de bol. Opeens hoor ik haar zeggen dat ze het gevoel heeft dat er iets niet klopt. Ik ben gelijk in opperste staat van paraatheid. Katzijdank word ik gered door mijn huisgenoten die bedelen om eten. Eerlijk gemiauwd kan er bij mij geen hap meer in, maar ik wil geen argwaan wekken. Terwijl ik tegen heug en meug mijn bakje in de keuken leeg eet, doet Mo de lampjes aan en de gordijnen dicht. Nu is het tijd om een spurt richting kattenluik te nemen. Net als ik buiten stam, hoor ik haar vanuit de woonkamer schreeuwen: “JAPIE, WAT HEB JE NU WEER UITGEVRETEN!’

Koppie van Japie