Dat kan niet waar zijn, dacht ik toen ik mijn kussen zag, Serieus waar, zijn die haren op het kussen van mij? Dan ben ik aan het verharen en dat wil ik helemaal niet.
Eerst was het lente en toen ging ik verharen. Snap ik. Daarna werd het opeens herfst en ik bleef verharen. Snap ik niet. Ik had juist mijn vacht hard nodig om warm te blijven.
Rust
Dat gedoe met mijn vacht daar heb ik soms genoeg van. Haren erbij, haren eruit op het goede en het stomme moment, voor mij als binnenkater is dat soms best lastig. Ik heb ook een eigen leven met dingen te doen en als er weer iets met mijn vacht is, dan moet ik er toch op letten. En ik merk het bij het wassen. Bleeeh, losse haren op mijn tong. Waarom kan het niet gewoon rustig zijn?
Wat ik doe
Nou zal ik zeggen wat ik doe met het verharen. Ja, wassen. Dat is het eigenlijk vooral. Wat ik niet wil is een borstel of een handschoen of een kam of wat dan ook voor spul dat aan mijn lichaam komt. Vind ik moeilijk. Eigenlijk vind ik het eng. Het is toch iets waarvan ik voel… nee. Dat moet niet. Dus ik was mezelf.
Hulp van thuis
Van thuis krijg ik hulp als ik aan het verharen ben. Ze doet twee dingen die ik snap en die ik ook fijn vind:
- als ik een beetje verhaar, krijg ik extra aaien. Lange aaien van kop tot staart. Soms friemelt ze op mijn buikvacht. Of ze doet iets dat lijkt op happen met haar vingers. Ik lig dan te liggen en voel me rielekst.
- als ik heel erg verhaar en dat is dan in de zomer, dan neemt ze een schaal water en dan doet ze eerst haar hand daarin en dan gaat ze me aaien. Lekker, een koele hand. Mijn losse haren gaan er dan aan zitten. Het is ook fijn.
Dus zo doe ik het met verharen. Volgens mij is het persoonlijk. Dat iedereen weer wat anders wil en kan. Ik kan er niet zo veel mee maar wat ik kan dat is net genoeg, gelukkig wel.