Waarom ik plat op mijn kop ben. Dat weet ik sinds kort. Ik zal het meteen zeggen ik heb daar een plat stuk voor de knuffels.
Aaien
Toen ik pas uit het asiel was en met mijn vrouw ging samenwonen, wilde ik alleen langzaam en zacht over mijn lichaam aaien. Daar werd ik van binnen rustig van. Want als je als katerman opeens samenwoont, dat is niet niks. Ik had zoveel spanning dat ik elke dag ook flink wilde spelen. Rennen, rollen, muis onder de lap, het moest en het zou en het gebeurde ook. Pas daarna kon ik aaien en slapen.
Oren
In het asiel deden de vrouwen daar iets fijns achter mijn oor. Dat was een speciale techniek waardoor ik vanzelf met mijn kop scheef ging hangen. Ze friemelden op een klein plekje met hun vingers en dan duwde ik mijn kop er zo tegenaan. Man, man, wat een gevoel. Mijn vrouw probeert het ook maar het voelt toch anders. Kan ook door de situuazie komen, nou ben ik meer knuffels gewend. Of asielvrouwen kunnen iets extra’s, dat ze geheim houden.
Plat
Aan samenwonen ben ik nou gewend en het is best fijn. Behalve dan dat ze soms weg gaat daar hou ik niet van. Ik ben een binnenkater dus dan moet zij een binnenvrouw zijn, eerlijk is eerlijk.
Hoe het gekomen is weet ik niet, maar er was een dag dat ze met een paar vingers over mijn kop ging. Zoefff en dan zonder mijn oren aan te raken. Zoefff. De vingers gleden over het platte stuk en mensen wat voelde dat goed, ik begon meteen te spinnen. Dat platte stuk was dáár dus voor bedoeld. Voor twee vrouwenvingers die zoeff deden.
Waarom wist ik dat niet eerder?
Mijn vrouw geeft me daar ook kussen. Dat laat ik toe. Voor háár. Zij vindt het fijn. Ik alleen als het zonder geluid is en als ze mijn oren niet raakt en niet duwt. Net als vingers dus, al zijn die beter.