Tag archieven: veer

Kater Bolle over als je levende veren hebt

veren

Als je mij vraagt naar mijn favoriete spel hoef ik niet lang na te denken. Ik hoef eigenlijk helemaal niet na te denken want ik vind maar één ding leuk. En dat is natuurlijk het spel met de veer. Dat wil ik altijd wel spelen, dag en nacht.

Ik heb een heleboel veren. Veren van faazanten, veren van pouwen, van kraaien en een hele spesjale gestreepte veer die van mijn vriend Vlo is geweest. Dan heb ik ook nog veren aan een stokje of aan een touwtje en ik heb prachtigmooie veren aan poppetje die ik van Loes heb gekregen. Verder heb ik nu al 12 tasjes om over te surfen, dus ik heb een prima sirkwie.

Levende veren

Maar sinds kort heb ik ook levende veren. En dat is haast nog spannender.

(tekst loopt door onder viediejoo)

In mijn tuin komen best veel vogels. Twee meerels, een meneer en een mevrouw, die vlakbij in een boom wonen en denken dat mijn tuin ook een beetje van hun is. Mijn vrouw zegt dat ze ergens een nestje hebben en dat we vanzelf wel de beebie-meerel gaan zien. Er zijn twee houtduiven, zo heten ze. Ze zijn best groot en heel onhandig. Ze gaan overal zitten waar dat niet kan, en dan vallen ze eraf. Verder zijn er ook vier groene vogels, en soms zijn het er zelfs wel vijf of zes. Ze zijn altijd heel druk aan het roepen en praten.
Mijn vrouw heeft allemaal zakjes met eten voor de vogels opgehangen. De groene vogels, ze heten pa-pe-gaai, eten vooral een soort pitten. Maar o, wat eten ze rommelig! Meer dan de helft ligt op de grond, dat hoort toch niet? Gelukkig eten de duiven en de meerels de pitten die op de grond teregt komen netjes op.

Mijn tuin

Ik vind het prima dat de vogels er zijn. Ik heb weleens gehoord van katten die vogels eten, maar dat kan ik haast niet geloven. Het zijn toch alleen maar veren en botjes die je dan in je mond hebt? Ik laat iedereen met rust, alleen als ze heel brutaal worden ren ik er eventjes op af. Dat het mijn tuin is, betekent dat.

Als ik in mijn tuin wat brokjes of natvoer krijg zitten de meerels al klaar. Wat ik laat staan eten zij meteen op. Mijn mensen waren eerst een beetje zenuwachtig, dat ik de meerels zou vangen. Maar ik doe helemaal niks. De meerels vinden vooral mijn brokjes erg lekker, soms komen ze zelfs naar mijn mensen toe en kijken ze met een scheef gehouden kopje even aan. Mijn man gooit een brokje naar ze toe, maar dat is niet genoeg. Ze willen nóg een brokje en dat krijgen ze.
Zeker weten dat de meerels geen last van haarballen krijgen met al mijn brokjes!

Spelen

verenSinds een paar dagen gaan de groene vogels aan allerlei spulletjes schuiven en knagen. Ze spelen, legde mijn vrouw uit. Soms hangen ze ondersteboven aan het rekje dat bij hun eten hangt, en ze kunnen ook ondersteboven naar beneden langs de planken aan de muur. Ik kan het haast niet geloven wat ze allemaal kunnen doen, het zijn eerlijk waar artiesten.
Ik vind dat superspannend en ga naar ze zitten kijken, vlakbij.
En weet je wat ze dan doen? Ze gaan vlak langs me heen vliegen en ze gaan zich een beetje uitsloofen voor mij. Ze weten dat ik niks doe, dat ik alleen maar kijk.
Dat zijn dus mijn levende veren, mijn nieuwe spel.

Veer

Wat ik wel heel jammer vind is dat ze nooit een veer laten vallen, om mee in huis te spelen.
Misschien moet ik het gewoon een keer heel netjes vragen.
En wie weet kan ik, als ik veel met die veren oefen, straks ook ondersteboven langs de muur naar beneden. Mijn vrouw zegt dat ze al klaar zit met de kaameraa, voor als dat lukt.

kater Bolle over: een nieuwe veer

veer

Ja, je snapt het natuurlijk al: ik heb dus een nieuwe veer gekregen. Ik heb al een hoop veren, maar die zijn allemaal kapot. Die kapotte veren zijn veren van fa-zan-ten. Groot en mooi en bruinzwart gestreept. Net als ik eigenlijk!

Dat ze kapot zijn komt omdat ik ze kapot heb gemaakt bij het spelen.
Ik wist eerst niet of dat mocht, maar mijn vrouw zei van wel.
Dat geeft niks, zei ze, want daar zijn ze voor.

Nepmuizen

Toen ik hier net woonde wilde ik nergens mee spelen. Dat heb ik wel eens verteld.
Rennen mocht niet van Mol en ik durfde het soowiesoo niet.
En ik snapte niet zo goed waarom mijn mensen nepmuizen door de kamer gooiden. Dan stonden ze heel blij naar mij te kijken, en vroeg ik me af wat er aan de hand was.
Ik werd er bang van, van dat gegooi.
En ik kon me niet voorstellen dat volwassen mensen zo druk deden vanwege een pluusjen muis.
Maar ja, ik wist ook nog niet veel van mensen.

Lampje

Het laserlampje is één keer leuk. Maar daarna kijk ik meteen naar de hand van mijn vrouw en laat haar weten dat ik weet dat zij een lampje vasthoudt. En dat zij dat beweegt. Spannend hoor.

Veren

Maar toen had mijn vrouw dus die veren gekocht.
En kijk, ik ben een denker, en ik ben ook niet zo snel in een gekke bui, maar die veren… het was meteen raak.
Mijn vrouw of mijn man verstopt zo’n veer onder mijn rode kleedje. Dat kleedje noemen wij altijd Stip. Omdat het rond is dus.
En dan bewegen ze die veer. En dan wordt ik een levensgevaarlijke tijger die alles wat hem voor de voeten loopt aan flarden scheurt. Vooral die veer.
Dus die veren gingen nooit zo lang mee. Terwijl ze best duur zijn. En mijn mensen vinden eigenlijk dat het niet nodig is, dat vogels hun veren aan mij moeten geven. Dat vinden ze zielig.
Dus mijn vrouw wilde niet nog meer van die mooie veren van fa-zan-ten kopen. Zelfs niet voor mij.

Frutsels

Alleen snap ik ander speelgoed nog steeds niet zo goed.
Ik heb allemaal balletjes en muizen en ketnip-spulletjes en nog veel meer.
Maar daar doe ik niks mee.
Nou, dat is niet helemaal waar, want ik lik aan de ketnip-vis.
Maar dat is blijkbaar niet genoeg. Want ik MOET en ik ZAL spelen, met die kinderachtige spulletjes.
Volgend mij vindt vooral mijn vrouw die frutsels erg leuk, want zij doet altijd alsof er iets heel spannends gebeurt. Ze gooit zo’n balletje over de grond en kruipt er achteraan, en roept mij. Dan zit ze heel druk kijk nou Bolle te roepen.
En dan kijk ik, en schaam ik me een beetje. Plaats-ver-van-gend, heet dat.

Wappie

Maar nu had mijn vrouw pasgeleden andere veren gekocht. Ze zijn wit, en groot en stevig. Mijn vrouw denkt dat ze van gan-zen zijn. Ook zielig, maar hier doe ik tenminste heel lang mee. Omdat ze zo stevig zijn.
Mijn man was bang dat ik me ermee in mijn oog zou prikken. Toen heeft mijn vrouw er een touwtje omheen gedaan, om dat harde stukje. En daarna haalde mijn vrouw die veer aan dat touwtje onder Stip door.
Wat er toen gebeurde… ik werd helemaal wappie!
Ik sprong en ik sjeesde en ik gromde en ik trapte en ik blies. Ik heb Stip zelfs een paar keer gebeten!
Ik was niet alleen een grote gevaarlijke tijger, nee ik was wel tien grote gevaarlijke tijgers geworden!

Tijger

Nu wil ik dus elke avond met de veer en Stip en mijn mensen spelen. Ik ga op Stip zitten en kijk naar mijn mensen.
Soms zegt mijn vrouw dan iets van niet wéér die veer. Maar daar trek ik me niks van aan.
Ik wil dat spel doen. Telkens opnieuw. Zo leuk vind ik het!
De rest van de dag slaap ik, of zit ik eventjes in mijn tuin, of op de vensterbank.
Dan noemt mijn vrouw me Sloompie, of Suffie Sufkadet.
Maar ’s avonds niet, want dan ben ik tien levensgevaarlijke tijgers die op een veer jagen.
Die wil je niet tegenkomen in het wild!
Weet je hoe mijn vrouw me dan noemt? Een Gifkikker, of een TijgerBol!

Stip

Tot nu toe heeft de veer zich goed gehouden. Hij is rafelig geworden, maar hij doet het nog prima. Maar mijn vrouw heeft een beetje medelijden met Stip. Die is al heel vaak ondergespuugd (als ik moet overgeven, doe ik dat het liefst op Stip) en wordt nu ook nog gebeten en geschopt.
Ik vind het zelf eigenlijk ook niet netjes, want ik ben juist DOL op Stip. Van mij mag Stip nooit weg. En ik ben zelf juist altijd heel voorzichtig met Stip.
Maar ik kan er niks aan doen, van dat schoppen en bijten. Want dat doen die tien gevaarlijke tijgers. Die deinzen nergens voor terug.
En niemand kan ze tegen houden als ze een veer aan een touwtje zien, ook ik niet!

veer