Ik ben altijd huiskater, zeven dagen per week en de hele tijd overdag en ook ’s nachts. Dus ik heb nooit vakansie. Is dat erg? Dat weet ik geeneens.
Drukker
De laatste tijd is het anders in de straat. Drukker. Er lopen meer mensen, vooral ’s morgens vroeg. Die waren met vakansie en nou zijn ze weer terug. Ze zien er helemaal niet blij uit in hun gezicht. Als ik een snek heb gehad dan kijk ik tevreden, zegt mijn vrouw. Omdat er iets fijns gebeurde. Misschien is vakansie helemaal niet fijn als je zo moet kijken. Dus dan hoef ik het niet.
Rieleksen
Soms zegt iemand dat ik de hele tijd aan het rieleksen ben en geen klap uitvoer. Dat is helemaal niet waar. Want ik heb mijn eigen taken in huis:
- ik controleer de straat dus dat ik weet wat er gebeurt, niet de hele tijd maar af en toe dat niemand weet wanneer ik ga controleren
- ik kijk in de boodschappentas of het in orde is. Dat hoeft maar even dus niet dat ik overal aan ga ruiken, maar het moet wel gebeuren
- ik help mee met het dekbed verwisselen dan doe ik toezicht, maar als ik beneden slaap dan merk ik het niet altijd dat mijn vrouw op de slaapkamer is
- ik zorg voor ontspanning van mijn vrouw door kopjes te geven en te zeggen dat ze me moet knuffelen en in slaap moet aaien
Volgens mij doe ik nog meer maar dat weet ik zo gauw even niet. Het zijn best dingen die belangrijk zijn. Dus ik kan als huiskater niet zeggen nou even niet. Vooral de straat en de boodschappen en alles eigenlijk wel.
Zorg
Mijn verkering Loesje schreef laatst ook een mooi stuk over voor jezelf zorgen, dat dat eerst komt en dan pas heb je wat aan een ander te geven. Zo zie ik het ook. Dus ik moet wel veel rieleksen anders kan ik mijn werk als huiskater niet doen. En soms doe ik het tegelijk dan zit ik in de zon in de vensterbank, dan let iedereen in de straat vanzelf op. Als huiskater moet je naar oplossingen zoeken en dit is fijn en belangrijk op hetzelfde moment.