Ik heb mezelf en ik heb mijn vrouw. Dan heb je twee personen om mee om te gaan als huiskater zijnde en met moeilijke gefoelens is dat best veel.
Gefoel
Nou moet ik eerst uitleggen wat moeilijke gefoelens zijn. Voor mij zijn dat:
- dat ik me onzeker voel omdat er iets anders dan anders is en dan ben ik mijn basis-gefoel in mezelf kwijt en dan weet ik het niet meer
- dat er een monteur komt en dan ben ik bang voor hem
- als de dokter op bezoek komt voor mij dan weet ik dat ik snoep krijg maar ook een prik dus dan wil ik dat niet
- als mijn vrouw moeilijke gefoelens heeft wegens dat ik die ook foel, anders maar toch wel in mezelf erfaar ik dat
Als ik zelf ergens mee zit dan maakt mijn vrouw het meestal in orde. En als mijn vrouw zelf ergens mee zit, ook. Alleen help ik dan mee.
Spanning
Wat ik thuis erfaar soms dat is dat ze de hele tijd aan haar werktafel zit en dan gespannen is. Nou dat merk ik. Daar word ik gewoon wakker van. En dan is het hier anders want ik foel dan ook die spanning. En dat moet niet. Dus dan ga ik erbij zitten op het tapijt en ik kijk naar haar en ik miauw net zo lang tot we gaan aaien en dat is in het begin helemaal niet fijn maar als ze minder gespannen is dan wordt het steeds fijner. En daarna zegt ze dankjewel Bert. Dat hoort, weet ik.
Dus daarom zeg ik altijd dat ik in de thuiszorg zit.
Zorg
Ik weet dat vrienden van mij thuis ook zorgen. Dat ze kopjes geven als er verdriet is. Of dat ze dan ekstra dicht bij hun mensen blijven. Of eerlijk waar, dat ze gaan slapen om het goede voorbeeld te geven. Of spelen voor de afleiding. Iedereen doet dan weer wat anders. Maar het is gewoon zo dat je als kat zijnde ook veel gefoel voor het gefoel van je mensen thuis hebt.