Toen ik hier pas woonde, moest ik wennen aan het huis en hoe alles hier ging. Daarna snapte ik het. En weer daarna moest ik meehelpen in huis.
Straat
Dat meehelpen ging vanzelf maar het was niet mijn idee. Ik zat een keer in de vensterbank naar buiten te kijken gewoon omdat ik dacht wat gebeurt daar eigenlijk en toen zei mijn vrouw dat ik zo goed oplette en dat ze zich veilig voelde omdat ik de straat controleerde. Nou toen wist ik het. Dit moest ik thuis doen. Want ik was de enige die in de vensterbank zat dus het was mijn werk, zo is het dus gekomen.
Zelfvertrouwen
Ik heb nou best wel wat zelfvertrouwen dat is dat je wat durft en dat je het gefoel hebt dat je er ook mag zijn en dat je ook belangrijk bent. Dus daardoor kon ik ook meer helpen thuis:
- als mijn vrouw boodschappen heeft gedaan dan zet ze de tas op de keukenvloer en dan ruik ik of er geen rare dingen inzitten. Mijn vrouw wacht tot ik klaar ben en dan vraagt ze of het in orde is. Daarna krijg ik een compliment en een knuffel.
- ik ga ook meehelpen het bed doen, dat is een klus met dekbedden en lakens en alles moet heel presies dus daar hou ik toezicht dat het goed gaat
- als het tijd is dat mijn vrouw naar de keuken gaat om eten te maken dan miauw ik dan gebeurt het tenminste
Maar het belangrijkste is de straat, het bed en de boodschappentas.
Helpen
Ik vind helpenĀ thuis leuk. Want ik kan het en als ik foel dat ik iets kan dan heb ik ook meteen meer zelfvertrouwen en dan kan ik beter ontspannen. Dus dat is goed. Maar ik vind persoonlijk ook dat als je samen met iemand anders woont, dat je dan ook samen met die iemand al die dingen van het wonen moet verdelen. Daarom help ik ook mee.