Ik kan heel erg opeens wakker worden en van de bank op het tapijt springen. Maar ik weet zeker dat je het beste heel erg langzaam aan de dag kunt beginnen.
Want serieus als ik heel erg opeens wakker ben en meteen in de askie ga, dan is er iets aan de hand. Iets waar ik in mijn slaap van schrok. Een hard geluid. Dat is nooit fijn. Die schrik doet een beetje pijn in mijn lichaam. Langzaam is veel beter. Dan foel je meer gezelligheid van binnen.
Op bed
Soms ga ik ’s morgens boven op het bed even slapen omdat ik daar het fijnste langzaam wakker kan worden. Dat gaat meestal zo:
- ik ben een piepklein beetje wakker want ik hoorde het wekkergeluid en mijn vrouw vraagt of ik wakker ben
- dan gaap ik
- ze aait me heel zacht en langzaam dan voel ik me een beetje meer wakker worden
- het aaien gaat door en ik moet spinnen
- als ik denk nou ben ik bijna echt wakker dan rek ik me heel erg uit naar alle kanten, dus dat duurt best even
- ik spring van het bed en dan ga ik aan de krabpaal hangen zo rek ik mijn hele lichaam dus dan ben ik klaar om echt wakker te worden, maar daarvoor moeten we naar beneden
Beneden
Als we beneden zijn, is het tijd voor de ochtendknuffel. Die is meestal op mijn kussen op de bank. Dan ga ik liggen en ze kroelt door mijn buikvacht en ze vertelt wat voor dag het is en wat ze gaat doen en meestal ben ik dan zo ontspannen dat ik de rest niet meer hoor, maar het is wel gezellig dat gepraat. Dus van mij mag het doorgaan.
Daarna is het tijd voor een brokje. En wat drinken. Ja, en dan ben ik eigenlijk officieel wakker.