Toen ik nog in de tuinen woonde, met alleen maar katten, was er eigenlijk niets dat ik miste. Natuurlijk vond ik het jammer dat ik geen huis had, dat het koud en nat was buiten, en dat ik maar af moest wachten of er eten was.
Maar dat was minder erg dan samen met mensen in een huis wonen en met een riem geslagen worden. Of geschopt worden, terwijl ik nooit presies wist wat ik fout deed.
Nee, ik vond het wel prima, zo zonder mensen.
Knuffels en kusjes
Maar toen ik verliefd werd op mijn Mol en bij haar in huis kwam wonen, merkte ik dat er
iets bestond dat ik nog niet kende. Iets dat mensen ook kunnen doen, behalve gemeen zijn. En iets dat ik nooit meer zou willen missen.
Kun je raden wat dat is? Ik bedoel natuurlijk knuffels en kusjes geven.
Zeker weten is het fijn dat ik nu droog zit als het buiten regent, en dat ik het warm heb als het buiten sneeuwt en dat ik altijd te eten heb. Daar ben ik heel blij mee. Maar de knuffels van mijn mensen, dat vind ik toch wel het allermooiste dat er bestaat.
Molletje
Ik wist in het begin helemaal niet wat het was, dat knuffelen. Maar ik keek het af bij mijn Molletje. Die vond het heerlijk. Het kon haar nooit teveel zijn. De hele dag door werd ze geknuffeld door mijn mensen, of kreeg ze kusjes. En brommen dat ze dan deed! Soms kreeg ze een zacht kusje terwijl ze lag te slapen, en dan deed ze eventjes een klein spinnetje.’s Nachts sliep ze tegen mijn man aan geklemd, of in de armen van mijn vrouw. Ze viel altijd spinnend in slaap.
Ik snapte wel dat dat knuffelen dus iets heel bijzonders moest zijn, als mijn Mol het zo leuk vond.
Brommen
De eerste keren dat ik geaaid werd, beet ik steeds na een paar aaien, of ik krabde. En tegelijkertijd was ik ook aan het brommen.
Gek hè?
Ik beet voor de zekerheid, dat mijn mensen wisten dat ik dat kon. Dat ik gevaarlijk was.
Ja, zo dacht ik toen nog. Ik dacht dat ik maar beter meteen kon bijten dan dat ik weer geslagen werd. Gelukkig bleven mijn mensen het proberen. En ik ook.
Nu vind ik knuffelen geweldigfantasties. En het allerallerallerfijnste vind ik het als ik kusjes krijg. Die krijg ik heel vaak. En ik krijg ze overal. Vooral bovenop mijn hoofd. Maar ook op mijn buik, op mijn oren of mijn neus en soms zelfs onder mijn tenen. Ik vind het allemaal even fijn.
Kusjes en kopjes
Ik geef ook kusjes terug. Ik doe mijn mond een beetje open en wrijf dan met mijn mond langs de neus van mijn vrouw of man. Eerst krijg ik drie kusjes, en daarna zij. Dat hoort zo, drie is een mooi getal vind ik. Ik geef ook likjes aan mijn mensen. Vooral aan hun neus. Als mij vrouw me kust, lik ik haar over haar neus. Of op het plekje op haar hoofd, bovenaan middenin haar gezicht, waar haar haren beginnen. Bij mijn man geef ik zijn handen een wasbeurt. Dat zijn een heleboel kusjes!
Nu krijg ik, net als mijn Molletje en Pop en Beer vroeger, de hele dag door knuffels en kusjes. En ik geef ook de hele dag kusjes, en kopjes.
Dat kleine kusje
Je zou dus zeggen dat ik niks tekort kom. En dat doe ik ook niet. Maar toch mis ik sinds een tijdje iets. Ik kreeg namelijk bijna elke dag een klein kusje op mijn wang. In ieder geval kreeg ik dat elke zondag. En ineens krijg ik dat kusje niet meer.
Dat komt omdat ik dat kusje van prinses Katrientje kreeg. Dat schreef ze altijd onder haar antwoorden aan mij, op de blog. Maar Katrientje is een prachtige ster geworden. En sterren kunnen geen kusjes geven. Dus daarom mis ik dat kleine kusje nu.
En nu zou ik zo graag prinses Katrientje een keer een klein kusje op haar wang teruggeven. Ik bedoel dat netjes natuurlijk, want Katrientje heeft verkering met Floris en ik met mijn Mol. Maar gewoon een klein kusje op haar wang, omdat ze een vriendin van mij en van ons allemaal was. En omdat ze zo biesonder was.
Hier komt ie Katrien, spesjaal voor jou! Dank je wel voor alles!
Bolle