Soms zie ik op mijn Feesboekpagina een jonge kater zeggen dat hij van knuffels houdt. Dan is het net of hij aan Ome Bert hier vraagt of het stom is. Dus ik ga het nou aan alle jonge katers uitleggen die tweifelen.
Erfaring
Ik ben 12 jaar en ik woon al fijf jaar samen met een vrouw dus ik ben een katerman met erfaring. Hiervoor zat ik in het asiel en daarvoor moest ik op straat wonen en van daarvoor weet ik niks meer. Alleen dat er dingen gebeurd zijn en nou heb ik daar nog steeds angstklachten van. Dat betekent dat ik gefoeliger ben voor van alles en snel onzeker.
Straatgefoel
In het asiel werd er aan mij gefriemeld en ik was nog in mijn straatgefoel en ik was ook ziek maar het was toch fijn. Het deed me goed. Ik kreeg meer rust in mijn lichaam. Daardoor zag ik de liefe vrouwen in het asiel beter en ik wist van binnen hier ben ik veilig. Dus ik was nog wel bang maar ik liet de knuffels toe, en als je iemand aan je liggaam laat komen als je bang bent, dat is best stoer.
In orde
Toen ik helemaal beter was, kwam ik dus hier. Dat is een groot ding hoor, naar een nieuw huis. Je kent er niks en je weet niet wat daar normaal is. Maar al diezelfde avond heb ik me laten aaien en ik had er meteen een goed gefoel bij. Wegens dat ik door het aaien snapte hoe mijn vrouw was en dat ik foelde dat ze daardoor mij beter snapte. Dus toen was het in orde voor mij, hier.
Goed en stoer
En zo werd Ome Bert een knuffelkater. Door te erfaren dat knuffels fijn en goed zijn en dat je je daardoor veilig foelt en dat je daardoor erfaart dat je met je vrouw of je man of je mensen thuis een band hebt. Dus jonge katermannen, tweifel niet. Het is goed en stoer om een knuffelkater te zijn. Gewoon doen, hoor.