Er zijn katten die superdiep onder een dekentje durven te liggen. Vind ik dapper. Want ik durf het niet, ik ben iemand die het wel fijn vindt maar ook heel eng. En daarom moet ik oefenen met onder een dekentje liggen.
Tim
Aan die deken ligt het niet. Die is van Tim geweest de kater die hier voor mij woonde, die kreeg een deken helemaal voor zichzelf. En toen ik hier kwam, heeft mijn vrouw de deken in stukken geknipt en in de wasmachine gedaan. Dus toen was het wel iets dat van Tim was geweest maar toch ook iets dat nou speciaal van en voor mij was.
Het is een goede deken. Warm en wollig. En mijn vacht komt er goed tegen uit, dat is ook een plus. Ja, ik ben toch een mediakater dan let je op die dingen.
Warm
Van mijn Feesboekvriend Bram heb ik geleerd dat een warm achterwerk belangrijk is en ook fijn. Dat snap ik. Warme pootjes zijn ook fijn. En warme oortjes. En knuffels op mijn buik dan voel ik me van binnen warm.
Dus daar doe ik het voor.
Doezelen
Dat oefenen met een dekentje doe ik niet alleen want dan is het te moeilijk. Mijn vrouw helpt mee. Het gaat zo. Ik lig op mijn kussen op de bank en dat legt ze het dekentje over me heen en ze aait me een beetje.
Vind ik fijn. Dan heb ik warme gevoelens van binnen. En het dekentje voelt ook veilig. Het kan ook verder over me heen dat is ook lekker warm. Ik kan ook doezelen dat ik bijna slaap.
Gewoon
En omdat ik er dan zo ontspannen uitzie gaat mijn vrouw weer aan haar werktafel zitten. Ik kan haar zien vanaf mijn kussen. Dus ik weet dat ze er is.
Maar dan vind ik het toch eng dat dekentje. Ik weet niet waarom. Maar ik wil het niet meer. Dus ik friemel me eronderuit en dan voel ik me weer gewoon.
Raar, hè?