Vorige week was het zomer, en nu is het ineens veel minder warm. En het ging ook nog steeds regenen. Oo, ik heb zo een hekel aan regen! Dat mijn voeten nat worden en alle haren op mijn rug, bah. Ik wil persee niet door de regen lopen.
Tuinhuis
Dus als het begint te regenen wanneer ik op het dak van mijn schuur ben, of achter in mijn tuin, loop ik niet het hele stuk naar huis. Maar ik ren snel naar mijn tuinhuis. Dat is vlakbij mijn kattentrap, dus ik ben er zo.
Ik heb mijn tuinhuis van Pop en Beer geërfd.
De buren
De buurman van mijn mensen was timmerman, en hij heeft het huisje heel lang geleden gemaakt van hout. Ik heb wel eens over de buren geschreven. Popje, Beer en mijn Molletje gingen een paar keer per dag naar de buren toe, dan kregen ze wat lekkers. En een goed gesprek. Ikzelf ben er ook nog wel eens geweest.
De buurman heeft het huisje voor zijn eigen katten gemaakt, wel dertig jaar geleden. Later gebruikten Pop en Beer het. De buren zijn allebei al lang een ster geworden en mijn mensen hebben het huisje gekregen. Het staat nu in onze tuin. Nadat Beer en Pop een ster werden lag mijn Mol er vaak in. Mijn Molletje is ook al weer een tijd een ster, en nu is het mijn huisje.
Gezellig
De buurman had er vloerbedekking in gelegd, maar die was een beetje fies geworden. Toen heeft mijn vrouw er een soort plestik ingelegd. En een opgerold dekentje, want ik vind het fijn om met mijn hoofd ergens op te slapen. Vorig jaar is het huisje helemaal goed schoongemaakt, met gloor en azein en andere fiese dingen. Toen ben ik er een tijdje niet in geweest, wegens dat het stonk. Mijn vrouw zei dat het daarvóór juist stonk, maar dat is eerlijk waar niet zo. Het rook gezellig, naar katten en buiten en groene dingen die ook in mijn tuin groeien. Pop had wel eens in het huisje geplast, om te laten merken dat het van hem was. Maar dat stinkt toch niet?
Nu ruikt het gelukkig weer normaal, dus niet naar geemiese spullen.
Mijn huis is best groot, dat kan je zien op de footoos. Als het regent of waait kruip ik een beetje naar achteren en blijf ik droog en warm. Andere katten weten dat het huis van mij is, er gaat niemand anders in zitten.
Afontuur
In de zomer slaap ik wel eens de hele nacht in mijn huis.
Mijn mensen vinden dat niet gezellig, maar ze begrijpen het wel.
Het is een soort afontuur om in mijn tuinhuis te slapen. Ik ben in mijn eigen tuin, vlakbij mijn mensen, en toch niet in ons huis. Dat is superspannend. Het is net als fakansie bij mensen, denk ik, dat je gaat kampeeren.
Molletje
Mijn huis is een huisje dat veel heeft meegemaakt, dat merk je meteen. Ik vind het biesonder dat er zoveel katten in hebben gelegen. Van elke kat die er in heeft gezeten kan ik nog iets ruiken. Ik ruik ook nog een beetje mijn Molletje. Dat is spesjaal, en het foelt heel veilig. Het is niet alleen mijn huisje, maar van heel veel katten. Alleen zijn die katten sterren geworden. Wie weet zien ze mij wel liggen in het donker, net zoals ik ze kan zien twinkelen.
Het huisje is eksaktpresies goed voor mij. Het is al voor heel veel katten eksaktpresies goed geweest.
Moo-nuu-ment
Nu gaat het een klein beetje kapot.
Mijn mensen gaan het maken. Ze zeggen dat het een moo-nuu-ment is. Ik weet niet wat dat betekent, maar ik vind het een mooi woord.
Maar weet je wat ik het allermooiste vind? Dat ik als ik een nacht in mijn huisje heb geslapen, naar mijn mensen toe kan lopen. Naar mijn mensen, in mijn grote huis. Dan wil ik knuffelen, want ik heb ze gemist. En zij mij ook.