Me vrouw kwam thuis en ze zei dat ze iets voor me had. Oooh ik begon te spinnen en me staartje trilde van geluk. Zou het me tonijn zijn of misschien een nieuwe snek.
De tijd
Me buik begon al te rammelen, ik deed zelfs miaauwen van verlangen. Me vrouw gaf me lieve knuffels en ze zei, Loes het is weer de tijd. Ik dacht de tijd, ik heb de tijd toch aan mij eigen. Ze gaf me een kaart en mijn naam stond erop: Loesje. Maar er stond een andere Loes op de footo! Me eigen vacht is wit met zwart en deze Loes was een tijgerpoes, dus hoe kan het dan over mij gaan? Kijkt u zelf maar op de footo. En hoe zat het dan met me tonijn? Ik was ineens van me slag.
Dokter
We gingen samen zitten in de bank, ik kreeg knuffels. Lange, zachte aaien en ik kreeg ook een snek. Dat was voor de schrik zei me vrouw. Ik trilde nog steeds maar niet meer van geluk. Me kop zat ineens vol met moeilijke gevoelens, in me buik voelde ik onrust. De kaart kwam van de dierendokter. Oooh ik moest weer langskomen, ze wilde me tand zien en me kiesjes, me hartje luisteren. En ik zou ook een prik krijgen want dan word ik niet ziek. Ik ben al wat ouder dus me vrouw vindt dat wel belangrijk. Van me eigen vind ik er niks aan maar ik voelde ook aan me water dat ik daar niks over te zeggen heb. Ik ben best sensietief, ik kan heel veel voelen. Gelukkig kreeg ik wel me tonijn.
Topform
En toen kwam het moment dat we moesten komen. Ik had geen zin maar me vrouw zei, Loes als je straks je kurzus gaat geven moet je wel in goede kondiezie zijn. Ik dacht, oooh ben ik wel in topform? Ik zeg u eerlijk, ik heb er niks mee. Niet met dokters en ook niet met witte jassen. Maar ik moest in het mandje en ik kreeg niet eens de kans om tegen te spartelen. Me vrouw was slimmer deze keer. Ik deed me ogen sluiten en deed me meedietaasie voor als ik het niet meer weet. Dat vind ik dan fijn om te doen. Soms kan ik beter niet weten wat me boven de kop hangt. In de wachtkamer deed ik ook me ogen sluiten. Ik voelde onrust in me hartje en ik wilde naar de bak. En toen hoorde ik ineens me eigen naam: Loesje! Oooh de dokter….
Visboer
Me vrouw droeg me naar binnen, dat is zo als je in een mandje zit. Ik werd op een grote tafel neergezet en ik zag een vreemde dokter in een blauwe jas. Ik snapte het niet want de dokter heeft toch altijd een witte jas? Ik dacht misschien is het niet de dokter, misschien is het de visboer voor me tonijn? Ik rook andere geuren maar ook de geur van me vrouw. Zij hielp me uit me mandje en hield me vast. Ooh het was wel de dokter! Ik wilde niet dat de dokter in me bek keek, maar het gebeurde toch. En ze keek in me oor en ze deed me hartje luisteren of er nog ruis was. Ik moest ook op de weegschaal en ze zei dat ik was aangekomen, maar hoe kan dat nou? Ik had al uren niet meer gegeten en ik had ook honger. Ik voelde belediging.
Toen kreeg ik ook nog een prik, gewoon toen ik even niet oplette.
Ik voelde me eigen niet fijn maar de dokter zei dat ik best wel gezond ben. Oooh ik kreeg ineens heel veel zin in me tonijn en in rennen. Gelukkig maar dat ik weer in me mandje zat want ik heb nooit zin in rennen. En nu ik gewoon in topform ben hoef ik ook niet te rennen met me eigen. Dat hoef ik sowieso niet want ik ben een Maatje Meer. En ik heb de dokter laten weten dat ik trots ben op me volle rondingen. Ik ben voor me eigen opgekomen.
Kondiezie
Later heb ik nog met me vrouw gesproken, over me kondiezie en dat ik nu dus klaar ben voor me kurzus. Me vrouw zei dat ik ook topform in me kop moet hebben want een kurzus geven is best moeilijk. Maar ik moet wel me kennis kunnen verspreiden, het zit toch in me kop. Dat ik iedereen kan helpen ze rustpunt te vinden. Dat is belangrijk voor dier en mens. Iedereen heb ze eigen roeping. Als poes heb ik die ook en soms roept me tonijn, dan kom ik snel aanrennen. Ik moet wel goed eten om in me topform te blijven.
Ik heb geleerd, ik ben een poes met een missie, maar ik blijf wel bescheiden. Dat u niet denkt dat ik me eigen over me paard ga tillen.
Liefs Loesje