Tag archieven: huiskater bert

Wat het verschil is tussen bijkomen en rieleksen

bijkomen

Ik ben een gewone huiskater, die in het asiel gezeten heeft, en toch merk ik soms dat ik iets weet dat belangrijk is en dat anderen niet weten. Dat is nou ook zo met rieleksen en bijkomen en wat het verschil is. Ja, hoe zit dat nou?

Eerst bijkomen

Bijkomen is belangrijk voor het gezond van je lichaam en van hoe je van binnen bent.  Er is iets gebeurd dat fijn was of moeilijk en dan is het voorbij. Maar dan is het niet weg. Ik heb iets meegemaakt daar had ik gefoel bij en misschien heb ik wel gerend of heel erg gekeken naar iets, als je iets meemaakt dan is dat met je lichaam en je gefoel. Daarna moet je dus bijkomen van alles dat er gebeurd is met jezelf. Het is liggen en hangen en rustig aan doen. Na een poos voel ik dan vanzelf dat ik weer wat kan meemaken. Ik begin met een brokje eten. In de vensterbank zitten. Gewone dingen dus, die ik ken en die ik snap. Dat hoort ook bij het bijkomen.

Nou rieleksen

Voor mij is rieleksen ook belangrijk. Rieleksen is rustig aan doen maar dan met gezelligheid. Dat kan zijn:

  • er is zon op het tapijt en ik lig in de warmte
  • ik hang op mijn kussen te doezelen en mijn vrouw is er ook en alles is goed
  • na een extra buikknuffel ga ik in de vensterbank zitten
  • ik gaap een paar keer en ik rek me uit gewoon omdat het kan

Dus rieleksen is eigenlijk dat je heel druk bent met ontspannen. Dat is goed want de hele tijd gespannen zijn  is moeilijk en ook niet gezond.

Nou zegt u vast wat is dan slapen Bert. Dat zal ik zeggen. Slapen is niet rieleksen en ook al niet bijkomen maar het kan er wel bij horen. Slapen dat moet gewoon net als eten.  Dus dat is weer wat anders.

Hoe ik keimoe werd en lang moest slapen

slapen

De meeste nachten lijken op elkaar en dat is goed en toch zijn er nachten die dan weer heel anders zijn en soms is mijn gefoel dan: dit is beter.  Laatst ging ik helemaal in de aksie.

Senior

Als senior katerman moet ik op mezelf letten. Dus dat ik geen gekke dingen doe. Thuis krijg ik goed eten dus zonder rare dingen erin, ik let heel erg op dat ik genoeg rust neem, aan spanningen als ik schrik kan ik niks doen maar dan krijg ik knuffels en dan gaat het wel weer dus wat hou ik over dat is aksie. Sport. Bewegen. Gym. Spelen.  Als u mij vraagt lig je liever of ren je liever, nou dan lig ik liever. Daar ben ik heel eerlijk over. Lekker liggen, beetje doezelen, dutje doen.

Nacht

Maar nou had ik pas een nacht met een heel ander gefoel. In de vensterbank had ik gekeken naar de lichtjes van de auto’s die voorbij reden. Die gingen snel, steeds weer kwamen er nieuwe die ik opeens zag en dan weer niet zag. En opeens zat dat snelle ook in mij.

  • ik rende de trap op en weer naar beneden en toen ik beneden was, rende ik weer naar boven
  • en boven sprong ik in de kast en toen sprong ik op de planken van de slaapkamervloer en ik maakte zo’n keihard geluid dat ik het vanzelf nog een keer deed, ik moest ervan miauwen en ik geloof dat mijn vrouw zei goedzoBertje, ik kon niet goed luisteren omdat ik even druk was
  • toen rende ik weer naar beneden en daar heb ik met mijn lintje gerold
  • en daarna ben ik tegen mijn vrouw gaan zeggen dat het tijd was om op te staan

Het kwam door die lichtjes buiten. Dat snelle.

Ochtend

’s Morgens had ik nog overal zin in. Maar tijdens de ochtendknuffel voelde ik me ontspannen en eerlijk waar, toen was ik keimoe en ik heb de rest van de dag niks meer gedaan en daarna kwam het avondeten.

Dus ik had een hele fijne dag. Eerst lekker in de aksie en dan rieleksen.

Waarom ik nog steeds van iets schrik

schrik

Nou zegt u vast: Bertje, schrikken, jij? Ja. Ik. Ook al woon ik hier nou langer dan drie jaar, ik weet geeneens hoelang, dan heb ik het nog. Pas in de badkamer gebeurde er weer iets.

Badkamer

De laatste tijd kom ik weer in de badkamer. ’s Morgens. Dan wil ik vers water drinken, dus dan moet eerst mijn vrouw water sproeien en aan de andere kant gaan staan, en dan ga ik van de tegels drinken en pas als ik de badkamer uit ben mag zij er ook uit. Anders wil ik niet drinken. Soms doen we een tweede ronde. Soms staat zij klaar en dan denk ik nou ik drink toch liever uit mijn waterschaal. Die staat gewoon klaar. Maar water van de tegels drinken dat is spannend.

Geluid

Laatst liep ik net van de ene kant naar de andere toen ik een hard geluid hoorde. Opeens.  Ik dook meteen in elkaar. Mijn rug was heel laag en ik  maakte me klein. Ik voelde mijn hart bonken.
“Sorry Bert,” zei mijn vrouw, “dat was mijn voet.”
Nou ik hoefde geen tegelwater meer die ochtend.

Gelukkig ging ze mee naar de huiskamer. Ik op mijn kussen. Zij ervoor. Aaien en bijkomen.

Terug

Dat is nou eenmaal zo als je vroeger op straat hebt moeten leven en het was heel erg moeilijk, dat het opeens kan terugkomen. Om niks. Een geluid. Een schaduw. Opeens het gefoel er is iets. En ik ken het huis heel goed, beter dan mijn vrouw, en dan toch schrik ik opeens zo erg dat ik heel veel knuffels nodig heb.

“Dat moet heel erg langzaam slijten,” zegt mijn vrouw. Ja misschien is dat wel zo. Ik ben ook wel vooruitgegaan want ik hoef nou geen druppels meer tegen de bangigheid van binnen en vroeger nam ik ze elke dag.

Dus het gaat heel langzaam. En dan op een dag schrik ik misschien nergens meer van. Dat lijkt me best fijn, eerlijk waar.

Waarom doezelen zo belangrijk is

doezelen

U ziet het op de foto: ik ben niet wakker en ik slaap niet. Dus ik doezel. Dat is heel belangrijk, misschien nog wel belangrijker dan slapen maar dat weet ik niet zeker. Waarom vind ik het zo belangrijk?

Slapen

Op Feesboek denken sommige vrienden dat ik de hele tijd lig te slapen. Ik slaap vaak maar niet altijd. Dan doezel ik. Slapen doe ik omdat het moet, als ik moe ben en moet uitrusten of bijkomen, en ook als er iets moeilijks is waardoor ik weet nou wil ik er even niet zijn, dan ga ik slapen. Erna is altijd alles beter.

Doezelen

Er is wel een nadeel aan slapen en dat is dat je alle gezellige dingen van thuis niet meemaakt. Dus dan ga ik doezelen. Het is iets dat ik helemaal slap en ontspannen ben en ik zou kunnen slapen maar ik slaap niet. Doezelen gaat het beste als ik net iets lekkers heb gegeten of ik kreeg een lange zachte buikknuffel. Of alletwee. Dan lig ik op mijn kussen op de bank met mijn ogen bijna dicht. Zelfs mijn staart beweegt niet.

Maar als mijn vrouw zegt: “Gezellig hè Bertje, zo samen,” dan hoor ik dat en dan krijg ik een fijn gevoel van binnen. Dus dan moet ik uitkijken dat ik niet ga spinnen anders ben ik uit mijn doezel en dat moet niet.

Dit als voorbeeld. Komt er opeens een extra knuffel of vachthappen dan wil ik best even wakker worden want daarna ga ik weer in de doezel.

Ik kan ook op bed doezelen. Of in mijn slaapdoos. Maar het beste is op de bank want dan kan ik alles zien in de kamer en ook weet ik het als er iets langs het raam vliegt dat gebeurt gelukkig haast nooit.

Veilig

Voor doezelen is wel nodig dat je je veilig voelt. Dat is een gevoel van binnen. Soms duurt het een hele tijd voordat je durft te doezelen en dan is het extra fijn. Dat weet ik uit mijn eigen erfaring.

Waarom ik niks kan met wintertijd

wintertijd

Nou begint mijn vrouw er ook al over. Wintertijd. Koude seizoen. Aanpassen. Als huiskater kan ik daar helemaal niks mee, serieus waar niet. Waarom moet zoiets?

Voor mensen

Mijn positie is eenvoudig en daar heb ik ook het meeste aan. Ik kijk nooit op de klok, die is door mensen verzonnen voor andere mensen en ik ben een dier dus de klok is niet bedoeld voor mij. Dus of ze de klok nu vroeger of later zetten, maakt mij niks uit. Mijn dag blijft toch mijn dag, met mijn eigen dingen die ik op mijn eigen manier doe. Dat komt door mijn gefoel. Daardoor weet ik wanneer het tijd is om te gaan slapen, of te eten, of dutjes te doen of weer wat anders. Mijn gefoel is altijd op tijd.

Maar ja als je samenwoont dan heb je toch te maken met die klok.

Licht

Als mijn vrouw  uit bed komt dan beginnen we aan de dag, behalve als ik al wakker ben of nog slaap. We doen altijd de gewone dingen ’s morgens dan weet ik zeker dan het ochtend is. Bij de tweede lange ochtendknuffel begint het licht te worden.  Dan is normaal. Maar als ze klokken gaan verzetten dan verandert dat. Dan klopt er iets niet meer tussen wat er gebeurt en het donker en licht van buiten. Dus daar moet ik altijd even aan wennen. Gewoon is anders en toch gewoon. En ik moet ook altijd horen hoe laat het is, dan luister ik beleefd maar ik kan er toch niks mee. “Het is nou pas tien uur, Bertje.”  Ze praat tegen me of ze ook Siemees is, daar schrijf ik nog weleens over.

Klok

Dus ik wil zeggen, dat wintertijdgedoe met de klok, voor mij hoeft het niet.  Ik vind het stom. Maar ja, ik woon samen dus ik doe mee en dan is het ook gezellig, want dat is het als je samen iets doet.