Tag archieven: Grietje

kater Dorus over: as je een siemees benne

siemees
Hajoooo iedeween. Hette isse weer Dorusdinsedag. Me bjogdag. Fandaag gaane we hut oofer mij ooserse aggegjont heppe. Oofer mij siemees sijn.

Ondek meself

Ikke ben nu al bijna 10 maant een siemeesje. En ikke seg hut eerwuk… het isse cooltegekgaaf om er 1 te sjijn. Aween moete me mense er teets aan wenne. Ikke doet naameluk iedewe keer ies nieuws. Ikke ondek meself nog as siemees. Wat foor een niet siemees gewoon is fin ik raar. En watte ik gewoon fin sulle juwwie wel raar finne.
Ikke wuister gjaag.
Asse me mensen me roepen dan kom ik vreiwel meteen.
Maar ikke hep moeite met hut woortje nee. Of laat dat. Dat ken ik niet.

Weuker

Ikke doe gewoon waar ik sin in hep.
Ik hep 2 krapplanke. 1 gjote en een kweine. Die waare nog fan, hauwt uwes fast, ooferooma Grietje!! Een gjote siepurse poes mette stjeepies en witte flekke. Oofurooma Poekie was er toen al niet meer toen frauw se kogt.
En ikke heppe matje foor de regekaamer. Die was fan ooma Catootje. Maar nu sein se awwemaal fanne mij. En ikke maak er ook gebjuik fan hoor. Maar er isse een maar!!
Hut kjeed inne woonkaamer is feel weuker.
Ikke sjerp me naaguls ook dus daaraan. Maar dan kjijg ik teets laat dat te hoore. Ikke ga dan gewoon door. Totte se optaan. Oei, ik maak datte ik wegkom. Hihihi.

Wuig pele

Frauw kjeeg laas wat te hoore ofer siemeesjes. Datte we wuiger pele dan gewoone katten. Ikke doe dat ook. Die annere mefrauw sei datte sei 2 siemeese hat. En datte se se mist. En se gaf frauw een goetse tip. Ommedat ik gjaag met me bekje en naaguls peel kjeeg frauw de tip om foortaan hantsjoene te dwage.
Foordat uwes seg ooooh Doorie, je benne taut het folgenne… ikke kan er eg nies aan doen!!
En frauw isse ook nooit boos oppe me. Ikke hoor teets auw asse we pele. En dan sie ik opme-eens rood op haar hand.
Se gaat, sjodwa se een keer naar mark gaat, hantsjoene koope. Dan kunne ik weer met fasantjefeer pele.

Me oogies

Frauw seg dat ik teets meer oppe siemeesje ga lijke. Me koppie is al eg spits. Ikke ben sjank en me poote sjijn eg waar heel dun. Frauw is teets bang datte ik me pootjes pijn doe. Sowals toen. Ikke stak me pootjes onner ies en wau optaan. Awween was ik furgete me pootje eronneruit te hawe. AUWWW snik snik.
Ikke hinkelte. En ikke huilte. Me mense belte toen de spoedkwieniek. En omme 11 uur inne aafond moes ik naar de dokker. Ikke kjeeg te howe datte me pootje behoorluk kneust was. Me mense ware behoorluk gesgrikt. Flak foor dit wasse Poppy net weg.
Ikke wiep nog een paar daage stjammetjes maar toen wasse hut ook weer oofer. Ikke rente en peelde weer sowals alleteit.
Me mense finne het aween sonde datte me oogies nie bjauw sjijn worre. Sjoms sjien juwwie datte ik bwauwe oogies hep oppe foowtoos, maar datte komp waarsjijnluk door ligtinval. Ikke hep dus gewoone kweur oogies.
Ikke kijk wel een beetje loens. Maar dan ook eg een heel kwein beetje.

Foor oom Fynn

Ikke fin hut sjo ewwug dat uwes er niet meer ben. Ikke bejoof u datte ik goet op me tantes ga passe en oppe uwes frauw. Pootje oom Fynn

Dit was hut foor dese week.
Ik sluit af met een dikke koes
foor MammaLoes
Toedeledokie

Dorus

kater Dorus over als je aan het gjoeien bent

groeien
Hajooo daar ben ikke weer.  Vandaag ga ik ut heb oover gjoeien.
Een paar week gejeden plaatst ik, bij oompie Bert, een vootoo. Een hoop katjes sjeid dat mijn foorpootjes sjo gjoot waar.

We en wei

Ik benne pas bijna 15 weeks.
Ikke kan al, asse ik op mijn aggerpootjes sta, al met mijn koppie oof de saalontaaful kijk. En dan moet jullie mijn mensjes hoor. WE gaan nie op taaful spjing doen he Dorus. WEI gaan geen Boris Boef worde he?
Steeds da we enne wei. En wie isse Boris Boef?
Terwijl sje tog weete datte ikke dat gwoon doe.

Gjoot

Frauw sjei laas datte ik misjien uit mijn kleine reismandje gjoei. En datte ik dan de reiskooi van Overgrootoma’s Grietje en Poekie enne Oma’s Katrien en Catootje zal moet bruiken. Want die isse wel heel gjoot.

Bijt

Ikke bijt ook frauw al minder. Ikke ben bijna kjaar mette wisjel fanne mijn tandjes. Ooh wat hat ikke daar las van. Ikke hat ook pijn. Fandaar datte ik alles en iedereen zat te bijt. Ikke zat ook steeds de ijsere pootjes van de windiewoei te bijt. Mijn mensen fonden het sjielig voor mij. Ikke sjeg het eerlijk, en ik sjaam me er ook foor… ik heb frauw echt faak gebete. Ze hep ooferal wondjes oppe been en handen.

Halfe siemees

groeienIkke ben nie alleteit taut hoor. Ikke hep heel feel knuffelsessies mette mijn mensen. En dan ga ik me toch een partij spinnen. En dan ga ik hun hand likkielik doene. Dat finne se fijn.

En ik pjaat feel met hun. Soms tefeel. Frauw sjeg dat het komp ommedat ik een halfe siemees ben. Ikke folg se ook altijd. Asse se naar de kookkamer gaan folg ik ze mee en ga dan daar feilig ligge wachte totte se klaar sijn. Of sjoms woepen se ga je mee? En dan loop ikke mee. Ze zeg dat ik net een hond ben. Ze vinde mijn vacht ook raar. Ikke hep hele korte en zachte haare. Ikke ferhaar ook amper.

Jeuk en jief

Met mijn gjoeien komp er ook ies anders opborrelen. Ikke vin een jonge heel jeuk en jief. Jiekietta.
Frauw maakte mij een keer wakker toen ikke een djoompie hat. Ikke zat steets hihihi en sei jiekietta zijn naampie in mein sjaap.
Frauw sei dat ik hette eerst aan MammaLoes (dikke koes) moese sjeg doen. En frauw sei datte ik eers auwder moet worre. En asse ik dan jiekietta nog sjo lief vin ik het eerst aan Mamma en tante Sylvia moete fjaag doen.
Jiekietta isse mooie jongenskater mette kwullies. Ikke bejoof datte ikke een egte jentelmen zal sjijn hoor.

Nou… ditte wasse het weer foor dees week
Ik sjuit af met een dikke koes
Foor MammaLoes
Toedeledokie

Katrientje over: Poekie de zilverblauwe poes

PoekieHallooootjes. Hier ben ik weer.  Vandaag ga ik het heb oofur Poekie. Zij was een half raskatje zei de dokter. Vrouw zei dat dat haar nooit uitmaakte.

Poekie kwam van de Polderweg in Amsterdam af. Poekie was een staatige poes. Ietsie grooter dan Griet was. Maar mooi op gewicht. Ongefeertjes 5 kieloo. Mijn personeel wou graag 2 poezenmeisjes. Dus hop… gingen ze naar Amsterdam oost.

Schiltpatpoes

Daar zaten een hoop katten in verschillende ruimtjes. Het personeel werd flieft op twee poezen. Een schildjepatpoes en Poekie. Maar voor die schiltpatpoes stonden twee mannen. Die begon met vrouw te praat oofur hoe flieft ze waar op die daame. Vrouw voelde gwoon dat ze die twee meneren geen pijn moest doen en de schiltjepat laaten gaan.
Ze liepen weer naar Poekie.
Oooooh die draaide zich gewoon om en bleef met haar rug naar het personeel toezitten.
Erg hè?
Toen werden ze nog fliefter op haar.

Mee naar huis

Poekie heette Roekie daar. Het personeel liep naar een meedjewerker en vroegen alles over Poekie. Eigenlijk kreeg ze niets te hoor. Man en vrouw keek elkaar aan en hop… Poekie ging mee naar hun huis. Dat schiltjepat ging met de twee meneren mee die zo blij waar met haar.
Griet vond Poekie niet zo leuk, en dat zou ook altijd zo blijf. Ze haatte elkaartjes niet, maar ze bleven elkaar niet leuk vind.

Mannenkattin

PoekiePoekie bleek een mannenkattin te zijn. Ze tolereerde vrouw. Vrouw mocht naast man liggen, maar zij lag tussen hun in. Waar man was, was Poekie. Ook ging ze bij iedereen op schoot die bang voor haar was. En dat waar er een hoop.
En probeerde haar nou niet tegen te houd, want dan huilde ze en kreeg je een enorme hap. Of ze zette haar naaguls in je als je haar van schoot wilde halen.
Poekie’s wil was wet.
Poekie snurkte trouwens enorm. Man ook. Vrouw heeft soms wel eens nachtenlang wakker geleeg.

Thuis

Eerst woonde het personeel in boring Amsterdam noord. Maar na drie jaar vonden ze alle hartambuulanses wel zat en gingen ze naar Amsterdam zuid verhuis.
Nou… ga niet boof gekken woon die zeggen te willen verhuizen, want ze wilden weg en de snelste manier was om de wooning in de fik te steek. Het personeel was toen niet eens thuis. Ze zaat bij Oma. Ooooh ze kregen een belletje datte ze snel moeste koom om Poekie en Grietje te bevrijd.
Ze gingen mee naar vrouwmoeder. Hoestend en proestend kwaam ze daar aan. De volg dag moesten ze gelijk naar de dokter. (Ze sliepen een paar nachten bij vrouwmoeder.)
Ze werden onderzocht en hun longetjes werden “brandschoon” verklaard.
Na bijna een weekje kwamen ze weer thuis.

Biejopsie

In 1990 voelde vrouw opeens bultjes in het buikje van Poekie. Meteen ging ze naar de dokter. Dat was de meneer dokter die mijn buikje kaal scheerde trouwens.
Er werd een biejopsie genoom. Een week later kwam het verschrikjelijke nieuws. Poekie had kanker. Een kwaadaardige. Het heette fibrasarcoom. De bultjes werden weggehaald, en Poek ging elke 2 maanden naar de dokter voor conttroole. Een half jaar later vonden ze er weer één. Weer een operaazie.
Poekie heeft daarna nog ruim een jaar mogen doorleven. Het waren fijne en mooie dagen. Tot Poekie opeens niet meer at en donkere plekken op zocht.
Poekie is in de lente van 1992 zachtjes naar de regenboogbrug gegaan. Man was ontroostbaar. Zijn mooie lieve meissie weg. Poekie werd maar twaalf jaar.

Dit was het voor dees week.

Veel liefs en een kusje

Katrientje (een prinsesje die respect toont voor een ieder die tegen kanker vocht en het gevecht helaas verloor of nu nog vecht)

Katrien over: Grietje de dikke Sieper met vlekken

Katrien

Jaaa… daar isse ze wederommetjes. De kleine zwarte panterin.  Vandaag gaat het niet oof mij, maar over de poes die bijna 18 jaar lang woonde vóór mij.

Vrouw heeft mij naamlijk heel veel verteld oof haar en het lijkt mij wel leuk jullie dit te vertel.

Grietje

De poes voor mij heette Grietje en ze kwam uit het asiel Groot Amsterdam op de Ookmeerweg. Tegenwoordje heet het asiel anders, naameluk Dieren Opvang Amsterdam. Oftewel D.O.A.
Groot Amsterdam stond ook op een iets andere plek dan dat D.O.A nu staat.
Grietje leefde van april 1984 tot 27 december 2001 bij mijn personeel. Samen met nog een andere kat genaamd Poekie en soms een woefertje genaamd Sweety.  Over Poekie en Sweety ga ik het in een ander blogje hep. Ieder hun eig blogje. Koel he?

Siepers

Grietje
Grietje zit op de bank

Grietje was een siepers poes met witte vlekjes. Toen mijn personeel in 1984 ging saamwoon wilden ze een bazin in huis hep. Dus ze gingen naar het asiel. Toen was het nog zag je een leuke kat dan kon je ze gelijk meeneem.

Dat isse nu anders, nu mag je mieeniemaal een week wacht. Wat best wel goed is.

Flieft

Grietje wasse vier maand jong toen ze al in het asiel zat. Erg he? Het personeel zag haar in een kennel genaamd Paradiso. Ooooh, ze kon naar binnen en naar buit wanneer ze wauw. Ze werd naar binnengebracht door iemand en het personeel werd gelijk flieft op haar. Hop in de tas, hop weg uit het asiel. Oooh wat was ze klein. Haar naam in het asiel was Rie. Nou zeg… wat een duf naampie. Toen kwam vrouw op Grietje. Ze was een meisje, dus een Griet.

Groeien

Zij leerde Oma kennen. De opvoedvrouw van mijn personeelman. Zij was zo lief. Als vrouw taartjes haalde en nog even naar de keuken liep voor iets te drinken te pak gaf Oma stiekem lekkers aan Griet. En vrouw hoorde het wel en zei ook Oma… ik hoor het wel moest Oma lachen. En vrouw ook best wel. Grietje zat ook altijd naast Oma, want Oma vond ze lief.
Grietje groeide en groeide en groeide. Ze woog wel negen kilo!! Dat is twee keer ik!! Ze was ook dubbel zo groot als ik. Toen Oma overleed, zocht Griet best wel naar haar. Want het lekkere snekken hield eigenlijk op. Grietje troostte vrouw ook als vrouw drietjes had.

Moe

Griet werd ouder en een dag voor kerst in 2001 zag vrouw dat Grietje moe was. Heel moe. Huilend maakte ze een afspraak met Joyce, mijn andere diertjesdokter, op 24 december. Omdat Griet nog steeds goed at liet vrouw Grietje nog een laatste kerst meemaken. De 27e december stopte Griet met eten. Vrouw bleef tot 10 uur bij haar op de grond zitten. Tot het tijd was om naar de dokter te gaan. Joyce zag het meteen al. Ze zei: we gaan haar laten gaan.
Rond kwart over tien is Griet overleden en een dag later gecremeerd.
Vier maanden later kwamen wij (Catoo en ikjes) dus.

Dit was het voor dees week.
Veel liefs en een kusje
Katrien (slank prinsesje van beroep en de Oma van manpersoneel graag had leer ken)

Katrien over: voorgoed weggaan

voorgoed weg gaan

Hallo iedereen.  Vandaag word het niet een leuk stukje. Eerder een drietig stukje. Het gaat oof afscheid neem.

Manpersoneel

Ik heb het in mijn leventje al twee keer moeten doen. De eerste keer afscheid nemen was van mijn mammie Levie. Ooooh, wat hadden Catoo en ikjes snachts gehuild. Manpersoneel bleef bij ons nadat hij ons hoorde huilen die eerste nacht.

Vrouw en ik

De tweede keer dat ikjes afscheid moest nemen was bijna vijf jaar geleden. Mijn ongelooflijk lieve zus werd heel ziek. Haar alvleesklier was te ziek om beter gemaakt te worden. Op 3 november 2014 is ze om half 11 in de ochtend zachtjes naar de Regenboogbrug gegaan.
Toen mijn personeel weer thuis kwam zag ik ze huilen. Ik vroeg waar is zussie? En toen pakte vrouw me op en begon verschrikkelijk hard te huil. Ooooooh nee…
Mijn zus!!!
Een paar dagen hebben we alle drie heel erg lopen huilen. Vrouw en ik lagen dicht bij elkaar. Ik lag te snikken in haar nek en vrouw troostte mij. Na een dag of vijf wist ik het.. Catoo kwam nooit meer terug. Een tijd lang was het stil. Geen gelach, geen snertkat… niets.
In die week kreeg vrouw een berichtje van het crematorium dat Catoo gecremeerd was. En we kregen een rouwkaartje van Floor. Nou… de tranen vloeide weer. En veel.

Eerste lachjes

Mamma Levie en ons broertje Tommie

Na de eerste week veranderde we. De eerste lachjes kwamen weer. Hele voorzichtige, maar wat was het geweldig weer. Ik had weer wat streekjes gedaan en moest daar zelf ook best om gniffelen.

En nu, vijf jaar later, is het eigenlijk weer helemaal als altijd. Alhoewel… ik ben ook wel veranderd. Ikjes ben verwend, ook omdat ik zo ziek ben geweest. Ik ben een kleine diva geworden die in bijna alles haar zin krijgt.

Sterke eenheid

We zijn er sterker uit gekomen. Wij drie-en zijn nu een sterke éénheid geworden waar niemand tussen kan komen. Mijn personeel komt bij mij op de eerste plek, en ik sta op plek één bij hun.
En eigenlijk is Catoo niet helemaal weg. Ze zit voor vijftig procent in mij. We hadden namelijk dezelfde mamma.
En dit klinkt misschien raar… maar heel soms zien we Catoo nog hier. Maar, en dat is ook raar, ik zie ook twee andere katten en een woef hier. Echt waar!!
Daar ga ik het in een ander blogje over hebben. Dan leren jullie ze ook kennen. De katten heette Grietje en Poekie. Het hondje heette Sweety.

Dit betekend niet dat ik het nooit meer over mijn zus Catoo ga hebben hoor. Want Catoo hoort bij mij, ze zit in mij. Ze is mij.
Ze zal voor altijd bij ons  zijn en blijven. Plus dat ik de meeste dingen met haar beleefd heb.
Veel liefs en een kusje
Katrien (allesoverwinnend prinsesje van beroep)