Gelukkig dat het keihete nou voorbij is. Ik lag lekker bij te komen op het krukje naast de werktafel van mijn vrouw, toen er een vreemd geluid klonk. “Ben jij dat, Bert?” vroeg mijn vrouw.
Geluid
Ik had het ook gehoord. Een lang geluid van heel veel kleine geluidjes achter elkaar. Het kwam uit mijn lichaam. En toen het geluid ophield, rook het een beetje anders in de kamer. Mijn vrouw keek naar mij. Ik keek terug. En ik voelde me een beetje eng. Ze keek zo intens opeens. Of er iets met mij was.
Hapjes
Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik zulke geluiden haast nooit maak. Zeker niet zulke lange. Misschien kwam het door de hapjes met water die ik had gekregen tijdens de keihitte. En ’s morgens had ik nog een bordje water op met twee snoepjes, daarvan had ik er maar eentje opgegeten. Toen vond ze dat goed en nou opeens niet want toen ze naar me keek, voelde ik gewoon dat ze aan de dokter dacht.
Maar serieus:
- in mijn bak was alles als anders dus niks aan de hand
- ik had die ochtend gewoon wat brokjes gegeten net als altijd
- water drinken is en blijft iets waar ik steun bij nodig heb dan lukt het
- mijn vacht glansde en mijn neus was nat
Dus niks aan de hand, dacht ik.
Intens
Maar als een vrouw eenmaal ongerust is, berg je dan maar, hoor. Ze wilde opeens aan mijn vacht ruiken waarom wist ik niet. Toen we gingen bankaaien bleef ze intens naar me kijken, nou probeer dan maar eens te ontspannen. Uiteindelijk viel ik toch in slaap en toen ging zij gelukkig weer aan haar werktafel zitten.
Ik zal nou eerlijk zeggen: ja, ik was het. Soms laat ik een wind. Dat hoort gewoon bij het leven en als je samenwoont dan ga je elkaar daarvoor niet naar de dokter brengen.