Wat ik heb, dat heeft bijna iedereen weleens en dat is een friemel in je oog. En dat is gewoon zoals het is en dat valt er vanzelf uit. Maar mijn vrouw wil het weghalen.
Dat is dus een probleem. Het is mijn oog en mijn friemel en ik heb echt waar nergens last van en dan lig ik lekker en dan komt er een hand naar mijn oog.
Ik trek mijn kop weg.
“Bertje…”
Niks ervan.
“Hè…”
Ik sta op en ik ga ergens anders liggen. Aan mijn kop geen gedoe hoor.
Vanzelf
Waar de friemel vandaan komt dat weet ik niet, ik denk gewoon uit mijn oog. Het doet geen pijn. Ik heb er geen last van. Het is er soms wel en soms niet en het leefe gaat gewoon door, maakt niet uit of er een friemel is of niet.
Maar mijn vrouw vindt het moeilijk. Ze wil het weghalen en soms doet ze het stiekem als ze over mijn kop aait. Dan denk ik nou okee. Maar verder? Nee. Het is eng een vinger of een zakdoekspulding in mijn oog. Doe.het.niet.
Mijn erfaring is dat de friemel er vanzelf uitvalt. Waar weet ik niet. Of wanneer. Ik let er gewoon niet op. En dan komt er weer een nieuwe friemel in mijn oog. Die valt er ook weer uit. Dus het is vast gewoon dat het zo gaat.
Samen
Aaien en knuffels vind ik fijn. En ook als ze een beetje in mijn vacht praat, dat moet alleen niet te lang duren, dan is het te warm. Gesprekjes daar hou ik ook van dan moet ik spinnen. Ik hou ook heel veel van samen hangen op de bank en naast elkaar op het tapijt liggen. Ik kan haar kopjes geven op ik weet niet eens hoeveel manieren. Dus ik bedoel dat ik best goed ben in samen zijn met aanraken. Alleen die friemel die gaat vanzelf weg echt waar.