Soms is er zon maar vaker is er regen en ik foel het gewoon: de koude tijd komt er weer aan. Van thuis moet ik weer oefenen met een dekentje. Ik wil het ook zelf. Geloof ik.
Berging
Nou moet ik eerst zeggen dat ik van thuis haast alles mag. Behalve dat ik de laatste tijd niet op de berging mag, waarom dat is weet ik niet, en ik sta heel vaak bij de deur dus dat is best duidelijk vind ik, maar die deur blijft toch dicht.
En van thuis moet ik ook heel weinig. Ja, eten voor mijn gezond. En heel erg soms moet ik in een auto dat is als we naar de dokter gaan, dat is super-akelig voor me. Dat moet, zegt mijn vrouw.
Oefenen
Maar nu de koude tijd er weer aan komt, moet ik weer oefenen met onder het dekentje liggen. Ik vind het moeilijk maar niet eng. We oefenen al jaren, zegt mijn vrouw, en ik ga vooruit met kleine beetjes. In het begin wilde ik niks op mijn vacht. Dat komt wegens een traumaa van vroeger, daar kan ik geeneens meer aan denken. Het is iets met dat je opgesloten bent en je kunt niet weg. Met een dekentje op mijn vacht is dat gefoel er weer.
Een traumaa is iets dat nooit overgaat of heel erg langzaam. Dus dan heb je tijd en geduld nodig en soms blijf je dan toch zoals je bent.
Samen
Alleen nou is mijn leefe heel anders. Ik woon samen met een vrouw en zij helpt me als iets moeilijk voor me is. Beivoorbeeld als er in de straat grote geluiden zijn, dan gaat zij kijken ook al is het mijn werk om de straat te controleren. Dus zo doen we het samen.
Knuffel
Met het dekentje op mijn vacht oefen ik dus. Het ligt er even en dan voel ik wel, dat is warm en het dekentje ruikt ook naar thuis. Daarna heb ik een ander gefoel en dan loop ik weg. Mijn vrouw is dan niet boos maar ze geeft me een knuffel.
Dus daarom blijf ik oefenen. Misschien lukt het om onder een dekentje te liggen en misschien lukt het nooit. Het begin-gefoel van warm is fijn dat wil ik best langer erfaren. En als het traumaa blijft dan mag ik ook zijn zoals ik ben, dat weet ik door de knuffel.